Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid G.A. van Herpen-Bartlema inlichtingen 070-376 57 79 telefoon t.vanherpen@caop.nl e-mail 0 bijlage(n) AP/12.00336 briefnummer G.1.03 zaaknummer 24 mei 2012 datum Verslag van de extra vergadering van de werkgroep Algemeen Personeelsbeleid van donderdag 15 mei mei 2012, in de Albeda zaal van het CAOP, Lange Voorhout 13, Den Haag. Aanvang: 10.00 uur, einde: 11.00 uur. Aanwezig: Van de zijde van Defensie: A. J. van der Knaap (plv.voorzitter),.m. van der Giessen. Van de zijde van de Centrales: J.H. van Hulsen (AC), W. van den Burg, R. Schilperoort (ACOP), H.J. Kleian, L.C. van der Hulst (CCOOP), M. Weusthuis(CMHF). Van de zijde van het secretariaat: G.A. van Herpen-Bartlema (CAOP). Agenda: 1.Opening, mededelingen en vaststelling agenda. 2.Concept Veteranennota 2011-2012 (AP/12.00296). 3.Rondvraag en sluiting.
Agendapunt 1: Opening, mededelingen en vaststelling agenda. De voorzitter opent de vergadering om 10.00 uur. Hij bedankt de centrales voor hun flexibele opstelling bij het zoeken naar een geschikt moment voor de bespreking van de conceptveteranennota. Agendapunt 2: Concept Veteranennota 2011-2012 (AP/12.00296). Paginagewijze bespreking leidt tot de volgende opmerkingen, wijzigingen en conclusies: Blz. 3, 2 e tekstblok. De heer Van Hulsen begrijpt dat defensie in deze alinea een positieve draai geeft aan de sombere beeldvorming die er over de veteranen is, maar hij vindt dat de keerzijde niet uit het oog mag worden verloren. Spreker vraagt wat defensie met deze passage beoogt. De voorzitter geeft aan dat er meerdere aspecten zijn, maar dat de negatieve beeldvorming overheerst. Spreker meent dat er nu een balans is ingebracht door wat positieve zaken te belichten. Hij stelt dat het absoluut niet de intentie is om de problemen te reduceren/minimaliseren. Met de meeste veteranen gaat het goed, maar het is ook duidelijk dat het met een aantal veteranen helemaal niet goed gaat. Het is van groot belang om daar van alles aan te doen. De heer Van Hulsen geeft aan dat hij de balans in deze passage mist. Op voorstel van de heer Van der Burg zal daarom de laatste zin van dit tekstblok als volgt worden gewijzigd: Voor het uitdragen van de positieve beelden doen de deelnemers een beroep op alle betrokkenen bij het veteranenbeleid. Blz. 4, 5 e tekstblok. Naar aanleiding van het gestelde over deelname van veteranen aan Open Militaire Kampioenschappen, heeft de heer Kleian de minister en de HDP verzocht om eens te bekijken of aan het bureau Militaire sport een component Veteranen Paralympics kan worden toegevoegd. Volgens spreker zijn er actief sportende militairen die nu veteraan en mindervalide zijn. Zij kunnen niet deelnemen aan militaire kampioenschappen. Als er een veteranen paralympics komt, bijvoorbeeld volgens Amerikaans voorbeeld, zou dit wel mogelijk zijn en dit zou een bijdrage kunnen leveren aan hun revalidatie. De voorzitter vindt het een sympathiek idee. Spreker zal het idee onderzoeken en de intentie in de nota vermelden (pm). Blz. 5, laatste tekstblok, laatste zin. De heer Van Hulsen vraagt of hij deze zin zo moet begrijpen dat de vraag over de draaginsignes is beantwoord, maar dat de doelgroep nog onduidelijk is. De voorzitter antwoordt dat de draaginsigne er inderdaad gaat komen, maar dat over de groep rechthebbenden nog een beslissing moet worden genomen. Blz. 7, Hoofdstuk 3. De heer Schilperoort leest niets terug over de achterstand die MGGZ heeft opgelopen. Spreker verduidelijkt dat het om de wachttijden gaat bij het LZV. Hierover heeft zijn centrale begin februari een mail gestuurd. De voorzitter laat weten dat MGGZ een onderdeel is van LZV. In die hoedanigheid zal er in deze nota over worden gesproken. Spreker zal de vraag meenemen en er later op terugkomen (pm). De heer Kleian vraagt hoe het staat met het Integraal Zorgconcept. De voorzitter antwoordt dat het in een afrondende fase verkeert en dat het na afronding in het overleg zal worden gebracht. Vervolgens vraagt de heer Kleian hoe ver de monitor belasting en zorg gevorderd is. 2/9
De heer Van der Giessen antwoordt dat deze gereed is. De rapportage staat op intranet en wordt ook op intranet bijgehouden. Spreker zegt desgevraagd door de heer Kleian toe dat de rapportage ook aan het overleg zal worden gestuurd (pm). De heer Van Hulsen merkt op dat 5 jaar geleden de re-integratienota is verschenen. Spreker verzoekt om de centrales te informeren over de voortgang. De voorzitter antwoordt dat defensie er nog niet aan toe is gekomen om het re-integratiebeleid te evalueren. Zodra het beleid is geëvalueerd, zal het ter sprake worden gebracht in de werkgroep PA. Hij tekent daarbij aan dat de evaluatie niet op korte termijn kan worden verwacht, maar dat deze zeker voor eind 2013 gereed zal zijn. Desgevraagd door de heer Van der Hulst antwoordt de voorzitter dat ongeveer de helft van de ondervraagden de nazorglijsten invult. Hiervan is met één derde contact opgenomen. De heer Weusthuis vraagt om een evaluatie van het Besluit m.b.t. het herziene re-integratiebeleid defensiepersoneel, omdat dit besluit volgens spreker volstrekt onleesbaar is. De voorzitter antwoordt dat dit besluit vijf jaar oud is en als uit de evaluatie blijkt dat het herzien moet worden, dan zal dit gebeuren. Blz. 9, De heer Kleian refereert aan zijn eerder gemaakt opmerking over de monitor belasting en zorg. Blz. 10, 3 e tekstblok. De heer Weusthuis is er niet van overtuigd dat de nieuwe schattingsmethodiek uit het PTSS protocol betrouwbaar is. De heer Kleian merkt op dat de doorsnee lezer uit deze passage zou kunnen opmaken dat de uitkomst in percentages daarmee ook valide is, maar dat is volgens spreker een hele andere discussie. De schattingsmethodiek zegt dus niets over de hoogte van het IP-percentage. De voorzitter zegt toe dat zal worden toegelicht wat met de schattingsmethodiek wordt bedoeld en dat dit niets zegt over de hoogte van het IP-percentage (pm). Het is slechts een instrument om tot een percentage te komen. T.a.v. de methodiek merkt spreker op dat hierover in 2008 in de werkgroep PA afspraken zijn gemaakt die zijn vastgelegd in de protocollen. Spreker wil eerst een evaluatie afwachten, alvorens de protocollen aan te passen. Aan de toelichting over de schattingsmethodiek zal worden toegevoegd dat dit niets zegt over de protocollen, maar wel iets over de wijze van onderzoek. De heer Van der Burg is verbaasd dat RZO zich uitspreekt over het LZV. Het LZV bestaat uit allerlei zorginstellingen die onder controle staan van de inspectie. Spreker vraagt zich dan ook af wat de opmerking betekent dat het LZV moet worden verbeterd en geprofessionaliseerd. De voorzitter legt uit dat RZO moet bezien of samenwerking tussen de instellingen naar behoren verloopt. Het is geen wettelijke toezichthouder op de kwaliteit van de instelling. De instellingen zelf vallen of onder de IMG (militair) of onder de IGZ (civiel). Spreker zegt toe dat hij de taak van RZO nader zal omschrijven (pm). De heer Van der Burg vindt dat het RZO zich strikt dient te houden zijn taak en dat het zich niet moet bemoeien met andere zaken. De heer Kleian vraagt wie de onafhankelijke pensioen- en verzekeringsautoriteit is die de kwaliteit bewaakt en de eenduidigheid van de beoordelingen. De voorzitter antwoordt dat dit een verzekeringsarts van Veluma is. Het is iemand die niet betrokken is geweest bij de ontwikkeling van de protocollen. De arts is in dienst van Veluma, maar hij houdt namens defensie toezicht op de kwaliteit en eenduidigheid van de beoordelingen en heeft namens defensie het laatste woord bij een eventueel dispuut over verzekering en de interpretatie van de protocollen. 3/9
De heer Van Hulsen vraagt zich af hoe de onafhankelijkheid van deze functionaris dan geborgd is, als hij namens de minister optreedt. Hoe zit deze arts in de defensieorganisatie? De voorzitter antwoordt dat de arts geen deel uitmaakt van de defensieorganisatie. Hierop vraagt de heer Kleian of Veluma dan helemaal niets voor defensie doet in dit traject. De voorzitter antwoordt dat Veluma inderaad niets doet in dit traject. 6 e tekstblok. De heer Kleian vraagt of hij het goed begrijpt dat de afdoening van een aantal letselschadeclaims nog steeds wordt aangehouden. De voorzitter antwoordt dat dit inderdaad zo is, maar dit is wel in samenspraak met betrokkenen gebeurd. Blz.11, laatste tekstblok. De heer Schilperoort vraagt of is nagegaan of het verschil uitmaakt of mensen 4 of 6 maanden op uitzending zijn geweest. Is er onderzoek gedaan naar de gevolgen van uitzendingen van kortere duur (4 maanden) waarin de individuen fysiek of mentaal zwaarder weden belast dan diegenen die 6 maanden op uitzending gingen? De heer Van der Giessen deelt mee dat de uitzendduur, op verzoek van de Kamer, wordt afgestemd op de omstandigheden. Volgens de heer Schilperoort zou er onderzoek worden gedaan naar de gevolgen voor de individuen van zo n kortere en langere uitzending. De voorzitter deelt mee dat dit in de monitor belasting zorg is onderzocht en dat ook uit de ervaringen van de afgelopen twintig jaar duidelijk is geworden hoe de duur van de uitzending inwerkt op individuen. De heer Van der Burg heeft bij werkbezoeken vastgesteld dat soms de continuïteit bepalend is voor de lengte van de uitzending, en soms ook de intensiteit, maar er is geen beeld van wat dat nu betekent. Soms kan het vaker korter van huis zijn meer belastend zijn dan één lange missie. Spreker concludeert dat hiervan geen rapportage is gemaakt. Laatste regel blz. 11/1 e regel blz. 12. Naar aanleiding van een vraag Van Hulsen over de hogere werkdruk als mensen tussentijds verlof opnemen, wordt de term tussentijds verlof gewijzigd in recuperatieverlof. De heer Van Hulsen merkt op dat het recuperatieverlof van groot belang is. De heer Kleian zegt in hoofdstuk 5 een rapportage te missen van de inspecteur Militaire Gezondheidszorg over de geestelijke gezondheidszorg in het uitzendgebied. Spreker meent dat deze rapportage er wel is. De voorzitter zal bezien of de rapportage aanleiding geeft voor een passage in deze nota (pm). Blz. 12, hoofdstuk 6. De heer Kleian vraagt of het Veteranenregistratiesysteem gevuld is. De voorzitter antwoordt dat dit helemaal is gevuld en dat het een adequaat werkend systeem is. Blz. 13. De heer Van der Hulst merkt met betrekking tot de intensivering van de samenwerking op dat er bij Defensie te weinig capaciteit is op het gebied van de militaire geestelijke gezondheidszorg. Spreker zou het daarom vreemd vinden als die te krappe capaciteit ook nog eens gedeeld moet worden met andere sectoren. De voorzitter zet uiteen dat het gaat om het delen van kennis en expertise. Duidelijk moge zijn dat Defensie geen diensten aan andere sectoren beschikbaar stelt die er voor het eigen defensiepersoneel niet eens zijn. Blz. 14, tabel 4. De heer Van Hulsen vraagt of hij uit de regel ongevallen kan afleiden dat er minder ongevallen voorkomen. De voorzitter legt uit dat de tabel aangeeft wat de aanleiding is geweest voor de claim. De tabel zegt dus niets over het aantal ongevallen per jaar, maar over de claims n.a.v. de ongevallen die in een eerder stadium hebben plaatsgevonden. 4/9
Desgevraagd door de heer Schilperoort antwoordt de voorzitter dat het eerste concept van de AMvB vlak vóór of vlak na het reces kan worden aangeboden. Agendapunt 3. Rondvraag en sluiting. De heer Van der Burg merkt op dat er de laatste jaren veel vraag is geweest naar specifiek beleid voor het thuisfront. Het thuisfront komt wel in de nota voor, maar niet als apart onderwerp. Spreker oppert om in een volgende nota het thuisfront expliciet te benoemen. De heer Kleian ondersteunt deze suggestie. Spreker meent dat het thuisfront in de notitie zodanig gepositioneerd moet worden dat daaruit de waardering blijkt voor het thuisfront. Immers zij moeten de eerste klappen opvangen als het minder goed gaat. De voorzitter stelt voor om het thuisfront in een volgende nota apart te benoemen (pm). Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering om 11.00 uur. 5/9
Actiepuntenlijst behorende bij het AP-overleg d.d 1, 8 en 15 mei Nr Onderwerp (en evt. vindplaats) Korte omschrijving van te nemen actie Voortgang van zaken 1. Strafvordering in uitzendgebieden (SOD/09.00566/610) (AP/10.00594 en AP/10.00608) Verslag AP 15-12-09, Ag.pt. 2 Verslag AP 13-10-10, Ag.pt. 2 *Bezien opmerkingen centrales m.b.t. tappen telefoonlijnen *Afdoening in brief CCOOP komt op korte termijn met een reactie 2. Defensie Conditieproef - DCP- (AP/10.00125/AP/10.00195) Verslag AP 06-04-10, Ag.pt. 6 Verslag AP 20-04-10, Ag.pt. 2 Verslag AP 18-11-10, Ag.pt.2 Verslag AP 06-03-12, Ag.pt.2 *Bezien opmerkingen centrales in APoverleg van 06-04-2010 Uitkomsten Pilot uiterlijk 1 maart 2012 aanbieden *Uitzoeken of bij de KL eisen DCP eminente rol spelen bij functietoewijzing Voorstel aanbieden t.b.v. agendering in AP-overleg 3. Mobiliteit Burgerpersoneel Verslag AP 07-02-12, Ag.pt. 2 Conclusies n.a.v. onderzoek aanbieden aan centrales Agendering voorzien wg. AP 29-5-2012 4. Uitkomsten rapport Cie. Staal Verslag AP 31-08-10, Ag.pt.7. Verslag AP 18-11-10, Ag.pt.2 Verslag AP 29-06-10, Ag.pt. 7 Nagaan wat ten grondslag ligt aan intrekken gelden Toelichtende brief aanbieden aan centrales 5. Startdocument Pilot Loopbaanbeleid bij de Kmar (AP/10.00435) Verslag AP 13-10-10, Ag.pt.3 Verslag AP 18-11-10, Ag.pt.2 Aanbieden uitkomsten van de Evaluatie rond de zomer 2012. 6. Bevorderingsprotocollen CZSK (AP/10.00584) Verslag AP 18-11-10, Ag.pt. 5 Verslag AP 07-02-12, Ag.pt. 2 Verslag AP 01-05-12,Ag.pt. 2 Bilateraal overleg tussen CZSK-CMHF Op 29-5 a.s terugkoppeling uit bilateraal overleg 7. FLO-leeftijd (AP/11.00069-172- 174,12.00192) Verslag AP 8-5-2012, ap. 9 (AP/12.00315) *Natrekken opmerking AC i.r.t. datum van 1-1-2006 *Agenderen voor AP-overleg Centrales hebben op 8-5-2012 ingestemd met brief AP/12.00192 8. -Veteranennota 2010/11 (AP/11.00046) - Bijlage bij VN (AP/11.00157) -Evaluatierapport Trimbos (AP/11.00166) - Nota aanpassen aan gemaakte opmerkingen 15/5/12 - Rapportage monitor belasting en zorg Nota is besproken op 15/5 6/9
Verslag AP 15-5-2012 (ap.2) (AP/12.00336) aanbieden aan centrales. 9. Accreditatie NLDA opleidingen (SOD/11.00161-AP/11.00419 AP/12.00039) Verslag AP 07-02-12, Ag.pt. 2 Beantwoorden brieven CMHF Is besproken in AP-overleg d.d. 08-05-12 10. Uitzendleeftijd Kmar (AP/11.00203) Agenderen voor AP-overleg 8-5-2012 11. Aanwijzing SG inzake extern optreden (AP/11.00213) Verslag AP 1-5-2012, Ag.pt.2 Aangepaste versie aanwijzing SG + Rijksbrede aanwijzing aan centrales sturen 12. Openstellingstijden DC-HR (AP/11.00394-/-488-494) Verslag AP 8-5-2012, ap.4 (AP/12.00315) - DCHR verzoeken Westregeling beter bekend te stellen (ook aan DCIOD),; 13. Examen middelbaar onderwijs kinderen Ned. Defensiepersoneel in de West Verslag AP 08-11-11, Ag.pt. 5 Verslag AP 1-5-2012, Ag.pt.2 Verslag AP 8-5-2102, ap.5 (AP/12.00315) - Voorgestelde regeling na evaluatie in overleg met CZSM omzetten in een structurele regeling. 14. Herziene CLAS-nota P-maatregelen 2012 e.v. (AP/12.001-011 en AP/12.00020) Verslag AP 06-03-12, Ag.pt. 3 Verslag AP 1-5-2012, Ag.pt.4 Nota CLAS inz. Oplossing problematiek voorzien van oplegnota aanbieden aan centrales 15. Functiewaarderingsrapportage (AP/11.00080) Verslag AP 06-03-12, Ag.pt. 7 Bezien of rapportage 2011 m.b.t. 2010 geleverd kan worden conform rapportage 2010 m.b.t. 2009 16. Handleiding Rechtspositionele maatregelen (AP 11.00065) Verslag AP 06-03-12, Ag.pt. 9 Behandelen in AP-overleg d.d. 08-05-12 Is vastgesteld in vergadering 8-5- 2012 7/9
17. E- portfolio Verslag AP 8-5-2012, ap.2 (AP/12.00315) - medewerkers wijzen op belang en gebruik E-portfolio;: - BBO verzoeken wegwijzer op hun website te plaatsen; - succesverhalen vermelden: - centrales dragen namen aan van medewerkers die herhaaldelijk gevraagd zijn naar gegevens. 18. Digitale verzending Verslag AP 03-04-12, Ag.pt. 1 N.a.v. uitleg CAOP aan defensie beziet defensie wat nodig is voor ditigale verzending 19. Knelpuntcategorieën Verslag AP 03-04-12, Ag.pt. 1 Verslag AP 1-5-2012, Ag.pt.2 Volledige lijst aan centrales sturen. Berichtgeving DMO checken en eventueel corrigeren. Positie burger of militaire stoel na 1-1- 2013 nagaan Knelpuntcategorie en zijn middels piepbrief vastgesteld. 20. Verbetermaatregelen Vacaturebank (AP/12.00116 en AP/12.00153). Verslag AP 03-04-12, Ag.pt. 4 Verslag AP 1-5-2012, Ag.pt.3 -Overleg met OPCO s over voorstel handhaving O-labeling en loslaten P- labeling. - Aanpassen aanwijzing SG n.a.v. dat overleg met OPCO s. 21. Schietincidenten e.d. Verslag AP 03-04-12, Ag.pt. 11 Verslag AP 1-5-2012, Ag.pt.12 Bespreken nadat gegevens uit TWAV komen. 22. Aanbesteding ondersteunende organisatie m.b.t. uitplaatsen van personeel Verslag AP 03-04-12, Ag.pt. 11 Verslag AP 1-5-2012, Ag.pt.2 In vergadering van 29 mei a.s. presentatie van USG Restart 23. Vergaderen tijdens zomerreces Projectleider vragen wat hij wil behandelen 24 Uitvoering SBK Afspraken (AP/12.00237 en AP-DO/12.00234) Verslag AP 8-5-2012, ap.3 (AP/12.00315) - Loket instellen waar centrales evidente foute besluiten kunnen melden. - Bezien of CLAS nota van 24-4-2012 (2012000097651) als basis voor aanwijzing kan dienen. 8/9
24 Planvullingslijnen DCHR (AP/12.00052) Verslag AP 8-5-2012, ap.4 (AP/12.00315) Brief SCO beantwoorden zodra duidelijk is hoe vulling in de praktijk zijn beslag krijgt. 9/9