VOLTOOIING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE. De Europese Raad heeft op 29 juni 2012 het volgende geconcludeerd:

Vergelijkbare documenten
gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0821),

BANKENUNIE. Conclusies van de Europese Raad over dit onderwerp

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

AAR EE ECHTE ECO OMISCHE E MO ETAIRE U IE

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

De voltooiing van Europa s Economische en Monetaire Unie

10460/16 cle/sv 1 DGG 1C

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 december 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e deel)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

EEN NIEUW KADER VOOR HET BEGROTINGSBELEID

RECHTSGRONDSLAG DOELSTELLINGEN RESULTATEN

Verdieping van Europa s economische en monetaire unie. Nota van de Commissie voorafgaand aan de Europese Raad en de Eurotop van juni 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EUROPESE RAAD Brussel, 14 december 2012 (OR. en)

Eurogroep. 1. Economische situatie in de eurozone

EUROPESE RAAD Brussel, 9 december 2011

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final}

Hierbij gaat voor de delegaties het bovengenoemde tijdschema, voorgelegd door het voorzitterschap en het aantredend voorzitterschap.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673

Wat doen centrale banken eigenlijk? Finale sessie: The big Picture. Brussel, 21 oktober 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verordening (EG) nr. 1968/2006 van de Raad. van 21 december 2006

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK (ECB)

10083/16 ons/pau/mt 1 DGG 1A

PUBLIC. Brussel, 8 november 2010 (12.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /10 Interinstitutioneel dossier: 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 129

Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet

Europa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

BESLUIT (EU) 2018/546 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een routekaart naar een bankenunie

XT 21004/18 ADD 1 REV 2 mou/asd/ev 1 UKTF

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Factsheet: De Bankenunie

EUROPESE CONVENTIE SECRETARIAAT. Brussel, 21 oktober 2002 (29.10) (OR. en) CONV 357/02 WG VI 17

Fiche 1: Mededeling monitoring van de Europese pijler van sociale rechten

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/0232(COD) van de Commissie juridische zaken

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

Publicatieblad L 91. van de Europese Unie. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 54e jaargang 6 april Uitgave in de Nederlandse taal.

(Voor de EER relevante tekst)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 oktober 2013 (OR. en) 14696/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0338 (NLE) ECOFIN 884 UEM 333

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Ministerie van Financiën

BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

Voorbereiding van de volgende stappen op weg naar een betere economische governance in de eurozone

Verkiezingen Tweede Kamer 2012

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Deze nota bevat ook een planning voor de verdere behandeling van dit dossier in de aanloop naar de zitting van de Raad TTE (8-9 juni 2006).

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 april 2016 (OR. en)

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 31 juli 2012 (OR. en) 13023/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0295 (COD) EF 187 ECOFI 734 DROIPE 114 CODEC 1999

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

nr. vorig doc.: 14354/04 FIN 502 RESPR 10 CADREFIN 118 Betreft: Discussienota over de eigen middelen van de Europese Gemeenschappen

Verklaring van Zweden

15201/17 gar/oms/dp 1 DG D 2A

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

VERKLARING VAN EUSKADI

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B

CONV 252/02 smu/ier/jg 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

Fiche 1: Verordening betreffende geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen en tot intrekking van Verordening (EG) nr.

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0299/59. Amendement. Marco Zanni, André Elissen, Stanisław Żółtek namens de ENF-Fractie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Brussel, 27 februari 2007 (01.03) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6855/07 SOC 78

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 juli 2015 (OR. en)

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

9494/16 cle/ons/sv 1 DG G 2B

Tekst van de artikelen 33 tot en met 37 met toelichting

... I... EUROPESE RAAD TE FONTAINEBLEAU CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

ECB-PUBLIC. ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 4 oktober 2011 inzake de hervorming van het depositogarantiestelsel (CON/2011/76)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Transcriptie:

Brussel, 20 september 2012 (OR. en) VOLTOOIING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE Inleiding De Europese Raad heeft op 29 juni 2012 het volgende geconcludeerd: "Het rapport " aar een echte economische en monetaire unie" dat door de voorzitter van de Europese Raad in samenwerking met de voorzitter van de Commissie, de voorzitter van de Eurogroep en de president van de ECB is gepresenteerd, bevat vier essentiële bouwstenen voor de toekomstige EMU: een geïntegreerd financieel kader, een geïntegreerd begrotingskader, een geïntegreerd economisch beleidskader en een versterkte democratische legitimiteit en verantwoordingsplicht. a een open gedachtewisseling, waar verschillende meningen werden geuit, is de voorzitter van de Europese Raad verzocht om, in nauwe samenwerking met de voorzitter van de Commissie, de voorzitter van de Eurogroep en de president van de ECB, een specifieke, aan een tijdschema gebonden routekaart voor het verwezenlijken van een echte economische en monetaire unie te ontwikkelen, die concrete voorstellen betreffende het vrijwaren van de eenheid en de integriteit van de eengemaakte markt voor financiële diensten zal omvatten, en waarin rekening zal worden gehouden met de verklaring van de Top van de eurozone en met name het voornemen van de Commissie om voorstellen in te dienen overeenkomstig artikel 127. Zij zullen onderzoeken wat binnen de huidige verdragen kan worden gedaan en welke maatregelen een verdragswijziging vergen. Teneinde de zeggenschap van de lidstaten te waarborgen, zullen zij nauw bij de beraadslagingen worden betrokken en regelmatig worden geraadpleegd. Ook zal er overleg worden gepleegd met het Europees Parlement. Een tussentijds verslag zal in oktober 2012 worden ingediend, en een eindverslag voor het eind van het jaar." Deze discussienota moet mede het overleg met de vertegenwoordigers van de lidstaten en het Europees Parlement structureren, zoals door de Europese Raad in juni werd beoogd na de gedachtewisseling over het rapport "Naar een echte economische en monetaire unie" (zie bijlage), waarin vier essentiële bouwstenen voor de toekomstige EMU worden beschreven. 1

Voor iedere in het rapport van juni vermelde bouwsteen worden in deze discussienota de voornaamste naar voren gebrachte punten opgesomd en wordt een aantal vraagstukken geformuleerd. Die vraagstukken bestrijken evenwel niet alle kwesties in verband met elk van die bouwstenen, en de delegaties worden mogen gerust extra vraagstukken aanbrengen die zij belangrijk achten. Op korte termijn is vooruitgang op de weg naar een meer geïntegreerd financieel kader, te beginnen met de invoering van een gemeenschappelijke toezichtregeling, zoals tijdens de Eurotop van 29 juni is besloten, een topprioriteit. De Commissie is in september met wetgeving betreffende een gemeenschappelijke toezichtregeling gekomen en bijgevolg moet snel vooruitgang worden geboekt en een consensus worden bereikt met betrekking tot de overige elementen van het geïntegreerd financieel kader. Het overlegproces moet tot een consensus leiden over een routekaart voor hetgeen haalbaar is op korte termijn en hetgeen wenselijk is op langere termijn. 2

1. Een geïntegreerd financieel kader Het herstellen van het vertrouwen in de kwaliteit van de regelgeving en het toezicht inzake financiële diensten is van cruciaal belang om het vrije verkeer van financiële diensten op de eengemaakte markt te handhaven. De crisis heeft duidelijk gemaakt hoe twijfels over bankrisico's de landenrisico's vergroten. Gezien dit verband en de mate van interdependentie in een monetaire unie, vereist een gemeenschappelijke munt dat er een gemeenschappelijk toezichtsysteem met de nodige ondersteunende instrumenten voor afwikkeling en depositogarantie wordt ontwikkeld. De Commissie heeft in september wetgevingsvoorstellen ingediend betreffende een gemeenschappelijk toezichtmechanisme waarin de ECB een centrale rol voor de eurozone krijgt doordat haar specifieke taken worden opgedragen overeenkomstig artikel 127, lid 6, VWEU; daarbij is er tevens voor gezorgd dat de eenheid en de integriteit van de eengemaakte markt op het gebied van financiële diensten worden gevrijwaard. De ultieme verantwoordelijkheid voor het toezicht op alle banken zal bij de gemeenschappelijke toezichthouder berusten, maar de toezichtstaken zullen met de nationale toezichthouders worden gedeeld. Te regelen kwesties zijn: een passende governance (met inbegrip van de functiescheiding in de ECB) en verantwoordingsplicht; een duidelijke en werkbare interactie met de EBA, die haar huidige taken en verantwoordelijkheden behoudt, waaronder effectief optreden in geval van geschillen tussen toezichthouders. Het gemeenschappelijk toezichtmechanisme moet eind 2012 zijn opgericht voor banken in de eurozone. Daarna zou het ESM de mogelijkheid kunnen hebben banken rechtstreeks te herkapitaliseren. Het gemeenschappelijk toezichtmechanisme zal de materiële prudentiële en andere internemarktregels moeten toepassen die door de medewetgevers van de EU in het ene "rule book" voor banken zijn opgenomen. Daarom is het van essentieel belang dat zij de bestaande voorstellen houdende actualisering van de kapitaalvereisten voor banken (richtlijn IV inzake kapitaalvereisten en verordening inzake kapitaalvereisten) spoedig aannemen, voor eind 2012, zoals de Europese Raad heeft gevraagd. Er moet ook snel een akkoord worden gevonden over de bestaande voorstellen om de nationale depositogarantieregelingen te verbeteren en verder op elkaar af te stemmen alsmede van de passende middelen te voorzien, en om in alle lidstaten gemeenschappelijke bankafwikkelingsinstrumenten en passende financiering in te voeren. Die maatregelen zijn nodig voor de stabiliteit en integriteit van de eengemaakte markt, opdat er een gelijk speelveld komt en verschillende toezichthouders en afwikkelingsinstanties samen kunnen werken om faillissementen bij banken die in de gehele EU actief zijn, doeltreffend te beheren en af te wikkelen. 3

Gemeenschappelijk toezicht vereist een gemeenschappelijke afwikkeling en gemeenschappelijke vangnetten om gevallen van gebrekkig toezicht aan te pakken. Op basis van de reeds ingediende maatregelen voor de eengemaakte markt moet dus vooruitgang worden geboekt met het oog op meer geharmoniseerde depositogaranties en een geïntegreerd afwikkelingskader. Vraagstukken ter bespreking De eurozone is het erover eens dat, zodra het gemeenschappelijk toezichtmechanisme voor banken in de eurozone is opgericht, het ESM op grond van een reguliere beslissing de mogelijkheid zou kunnen hebben banken rechtstreeks te herkapitaliseren. Hoe moet dat in zijn werk gaan? Wat de toekomst van depositogarantie- en afwikkelingsregelingen betreft, is de vraag hoe een budgettair vangnet en liquiditeitssteun moeten worden geregeld? Welke interactie moet er met het ESM zijn? Zijn er naast de bankenunie andere onderdelen van de financiëledienstensector waarvoor de sterke interdependentie in een monetaire unie verdere integratie van governancestructuren noodzakelijk zou maken (bv.: systeemrelevante marktinfrastructuren zoals centrale clearinghuizen, centrale effectenbewaarinstellingen enz.?) 4

2. aar een geïntegreerd begrotingskader De zeer hoge niveaus van economische en financiële interdependentie, vooral in de eurozone, vereisen een kwalitatieve overschakeling naar een begrotingsunie om de vlotte werking van de EMU te waarborgen. Zoals in het rapport van juni is opgemerkt, moet een begrotingsunie een gezond begrotingsbeleid op nationaal en Europees niveau garanderen dat bijdraagt tot duurzame groei en macro-economische stabiliteit verzekert. Ze moet doeltreffende mechanismen omvatten om onhoudbare budgettaire ontwikkelingen in de lidstaten te voorkomen en te corrigeren. Ze moet ook instrumenten omvatten om asymmetrische schokken op te vangen en besmetting te helpen voorkomen, mogelijkerwijs door een centrale begroting voor de eurozone. Daarbij zou dan weer op beperkte schaal een gemeenschappelijke uitgifte van schuldpapier kunnen plaatsvinden, zolang de risicodeling gepaard gaat met evenredige stappen naar een gemeenschappelijke besluitvorming op begrotingsgebied die bescherming bieden tegen morele risico's. Vraagstukken ter bespreking Welke verdere stappen kunnen worden ondernomen om de doeltreffendheid en de handhaving van de nieuwe governancearchitectuur te verbeteren (sixpack, twopack en het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur (VSCB))? Kunnen er vrijwaringsclausules (d.w.z. ex antecorrectiemechanismen) voor de nationale begrotingen worden vastgesteld? De lidstaten die partij zijn bij het VSCB hebben besloten de uitgifte van overheidsschuldpapier te coördineren. Welke vorm zou die coördinatie kunnen aannemen? Zou ze een eis inzake goedkeuring kunnen omvatten voor een uitgifte van schuldpapier die hoger is dan de in de begrotingsprogramma's vastgestelde grenzen, of een toewijzing van een lagere status aan een dergelijke uitgifte van schuldpapier? Een volwaardige begrotingsunie zou tot een sterkere capaciteit op Europees niveau kunnen leiden (bv. de oprichting van een ministerie van Financiën...) en tot een centrale begroting waarvan de rol en functie moeten worden vastgesteld (stabilisatie, risicodeling, ). 5

3. aar een kader voor geïntegreerd economisch beleid Zoals uit hoofde van de verdragen is vereist, dienen de lidstaten hun economisch beleid als een zaak van algemeen belang te beschouwen. Voor een vlotte werking van de EMU is een sterkere coördinatie, convergentie en handhaving op de gebieden van het economische beleid vereist, zodat het concurrentievermogen kan worden bevorderd en in de nodige capaciteit kan worden voorzien om economische schokken op te vangen. Het kader voor beleidscoördinatie moet afdwingbaarder worden gemaakt. Dat veronderstelt een kader dat de arbeidsmobiliteit vergemakkelijkt, de efficiëntie van de arbeidsmarkten bevordert, en aanpassingen van de lonen en de prijzen voor goederen en diensten in de eurozone vergemakkelijkt. Vraagstukken ter bespreking Welke verdere stappen kunnen naast de recente wijzigingen in de governancearchitectuur (bv. instelling van de procedure inzake macro-economische onevenwichtigheden) worden genomen om de lidstaten aan te moedigen een hoog niveau van concurrentievermogen in een monetaire unie te herstellen en te handhaven? Zijn er gebieden van het economische beleid die meer gemeenschappelijke normen of beleidsmaatregelen vergen? Moeten de beginselen van het Euro Plus-pact die het beleid inzake concurrentievermogen, werkgelegenheid, houdbaarheid van de overheidsfinanciën, financiële stabiliteit en belastingcoördinatie sturen, bindender worden gemaakt? Hoe zouden die beginselen worden gehandhaafd? 4. Het versterken van de democratische legitimiteit en verantwoording De overschakeling naar meer samenvoeging van soevereiniteit inzake financieel, budgettair en structureel beleid vereist sterke mechanismen voor het legitimeren van de gezamenlijk genomen besluiten en voor het garanderen van de nodige democratische verantwoordingsplicht en politieke participatie. Een sterkere besluitvormingsbevoegdheid op Europees niveau en een democratische verantwoordingsplicht zouden elkaar versterken. Dat is van essentieel belang om publieke steun te verwerven voor besluiten die in heel Europa gelden en diep ingrijpen in het dagelijkse leven van de burgers. De burgers moeten niet alleen de voordelen in termen van meer stabiliteit en welvaart kunnen genieten, maar ook kunnen voelen dat hun bezorgdheid wordt onderkend en hun stem wordt gehoord. 6

Het zal van cruciaal belang zijn het Europees Parlement en de nationale parlementen hier nauw bij te betrekken, met inachtneming van de communautaire methode. Vraagstukken ter bespreking Hoe kan effect worden gegeven aan de samenwerking tussen het EP en de nationale parlementen (op basis van Protocol 1 bij het VWEU en artikel 13 van het begrotingspact) inzake EMU-gerelateerde kwesties? Hoe kan de bespreking van landenspecifieke kwesties in het EP (op basis van de bestaande "economische dialogen") worden verbeterd; en, omgekeerd, hoe kunnen de debatten over Europese kwesties in de nationale parlementen worden versterkt? Zou een meer geïntegreerd economisch beleidskader specifieke verantwoordingsstructuren voor de eurozone vereisen? Welke maatregelen kunnen worden genomen om het ontstaan te stimuleren van een echt Europees debat dat de besprekingen langs nationale lijnen en in nationale fora/media overstijgt? 7

EUROPESE RAAD DE VOORZITTER Brussel, 25 juni 2012 AAR EE ECHTE ECO OMISCHE E MO ETAIRE U IE Rapport van 25 juni 2012 I. CO SOLDIATIE VA DE ECO OMISCHE E MO ETAIRE U IE De economische en monetaire unie (EMU) is opgericht om welvaart en stabiliteit te brengen in Europa. Zij is de hoeksteen van de Europese Unie. De EMU staat vandaag voor een fundamentele uitdaging. Zij moet worden versterkt om economisch en sociaal welzijn te waarborgen. In dit rapport, dat door de voorzitter van de Europese Raad in samenwerking met de voorzitter van de Commissie, de voorzitter van de Eurogroep en de president van de Europese Centrale Bank is opgesteld, wordt een visie geformuleerd voor de EMU als waarborg voor stabiliteit en blijvende welvaart. In deze visie wordt een centrale plaats ingeruimd voor een sterke en stabiele architectuur op financieel, budgettair, economisch en politiek gebied die de strategie voor banen en groei ondersteunt. Uitdagingen Een effectieve visie moet het hoofd bieden aan de uitdagingen op lange termijn waarvoor de EMU zich gesteld ziet. De eurozone wordt gekenmerkt door diversiteit en nationale beleidsvorming is de meest doeltreffende methode voor veel economische beslissingen. Toch kunnen de lidstaten hun nationaal beleid niet elk afzonderlijk bepalen indien de gevolgen daarvan onmiddellijk voelbaar worden in de gehele eurozone. In dat nationaal beleid moet dan ook ten volle rekening worden gehouden met het gegeven dat wij deel uitmaken van een monetaire unie. Het handhaven van een toereikende concurrentiekracht, coördinatie en convergentie om te zorgen voor duurzame groei zonder grote onevenwichtigheden is van essentieel belang. Dit moet de mogelijkheid bieden van een passende beleidsmix met het eengemaakte monetaire beleid met het oog op prijsstabiliteit. 8

Maar om stabiliteit en groei in de eurozone te waarborgen moeten de lidstaten volgens gemeenschappelijke regels optreden en coördineren. Het moet mogelijk zijn de naleving van deze voorschriften af te dwingen wanneer nationaal beleid negatieve gevolgen heeft voor de andere EMU-leden. Dat is noodzakelijk om te zorgen voor de minimale convergentie die nodig is opdat de EMU efficiënt kan functioneren. Algemeen beschouwd zal voor een diepere integratie van de EMU een sterkere democratische grondslag en een breed draagvlak bij de burgers nodig zijn. Daarom is het van essentieel belang dat het proces waarbij deze visie in praktijk wordt gebracht, gebaseerd is op brede consultatie en participatie. Verdere integratie en grotere legitimiteit moeten hand in hand gaan. In deze visietekst over de toekomst van de EMU-governance staan de lidstaten van de eurozone centraal, omdat zij kwalitatief verschillend zijn doordat zij een gemeenschappelijke munt hebben. De weg naar een diepere economische en monetaire unie moet niettemin worden gekenmerkt door openheid en transparantie en geheel verenigbaar zijn met de eengemaakte markt in al zijn aspecten. Visie In dit rapport wordt een visie voor een stabiele en welvarende EMU geformuleerd op basis van vier essentiële bouwstenen: - Een geïntegreerd financieel kader om de financiële stabiliteit in de eurozone te waarborgen en de kosten van het falen van banken zo gering mogelijk te houden voor de Europese burgers. In dat kader wordt de verantwoordelijkheid voor het toezicht op het Europese niveau gebracht, en wordt voorzien in gemeenschappelijke mechanismen voor de afwikkeling van banken en in een gemeenschappelijk depositogarantiestelsel. Een geïntegreerd begrotingskader ter waarborging van gedegen budgettaire beleidsvorming op nationaal en Europees niveau, dat coördinatie, gezamenlijke besluitvorming, intensievere handhaving en proportionele stappen naar gemeenschappelijke uitgifte van schuldpapier behelst. Dit kader zou tevens verschillende vormen van begrotingssolidariteit kunnen omvatten. Een geïntegreerd economisch beleidskader, dat beschikt over voldoende mechanismen die ervoor zorgen dat op nationaal en Europees niveau beleid wordt gevoerd dat duurzame groei, werkgelegenheid en concurrentievermogen bevordert, en zich verdragen met de vlotte werking van de EMU. 9

Waarborgen dat de besluitvorming in de EMU gepaard gaat met de nodige democratische legitimiteit en verantwoordingsplicht, op basis van gezamenlijke uitoefening van soevereiniteit voor gemeenschappelijk beleid en solidariteit. Samen vormen deze vier bouwstenen een samenhangend en volledig bouwwerk dat in het volgende decennium moet worden neergezet. Elk van deze vier elementen is noodzakelijk voor de stabiliteit en de welvaart in de EMU op lange termijn en zal nog veel inspanningen vergen, waaronder te gelegener tijd mogelijke wijzigingen van de EU-verdragen. II. BELA GRIJKSTE BOUWSTE E 1. Een geïntegreerd financieel kader De financiële crisis heeft structurele tekortkomingen in het institutionele kader voor financiële stabiliteit blootgelegd. Het is voor de eurozone bijzonder belangrijk dat deze tekortkomingen worden aangepakt, gezien de grote onderlinge afhankelijkheid waartoe de gemeenschappelijke munt heeft geleid. Daarbij moeten de eenheid en de integriteit van de eengemaakte markt voor financiële diensten evenwel intact blijven. Een geïntegreerd financieel kader moet daarom alle EU-lidstaten bestrijken en tevens de mogelijkheid bieden op specifieke punten een onderscheid te maken tussen de lidstaten van de eurozone en niet-eurolidstaten wat betreft bepaalde onderdelen van het nieuwe kader die meer verband houden met de werking van de monetaire unie en de stabiliteit van de eurozone dan met de interne markt. Een geïntegreerd financieel kader moet één stel regels en twee centrale bouwstenen kennen: één regeling voor toezicht op het Europees banksysteem, alsook een gezamenlijke depositogarantieregeling in combinatie met een gemeenschappelijk kader voor de afwikkeling van banken. 10

Een geïntegreerd toezicht is van essentieel belang om te zorgen voor de effectieve toepassing van de prudentiële voorschriften, de risicobeheersing en de crisispreventie in de gehele EU. De bestaande architectuur moet zo spoedig mogelijk worden omgesmeed tot een eengemaakt Europees stelsel voor toezicht, met een Europees en een nationaal niveau. De eindverantwoordelijkheid zou bij het Europese niveau komen te liggen. Een dergelijk systeem moet ervoor zorgen dat het bancair toezicht in alle EU-lidstaten even doeltreffend is om de kans op het falen van banken te verkleinen als om te voorkomen dat een beroep moet worden gedaan op gemeenschappelijke depositogarantieregelingen of op afwikkelingfondsen. Daartoe zou het Europese niveau een toezichtsbevoegdheid en een bevoegdheid tot preventief optreden ten aanzien van alle banken krijgen. Of het Europese niveau rechtstreeks optreedt, wordt bepaald door de omvang en de aard van de banken. De mogelijkheden die artikel 127, lid 6, VWEU biedt om de Europese Centrale Bank de bevoegdheid te verlenen toezicht uit te oefenen op de banken in de eurozone zouden grondig bestudeerd worden. Voortbouwend op bestaande en toekomstige Commissievoorstellen zou verder kunnen worden gewerkt aan een depositogarantieregeling en een kader voor afwikkeling van banken: Een Europese depositogarantieregeling zou een Europese dimensie kunnen toevoegen aan de nationale depositogarantieregelingen voor banken die onder Europees toezicht staan. Deze regeling zou de geloofwaardigheid van de bestaande regelingen versterken en fungeren als een belangrijke waarborg dat de onder de regeling vallende deposito's van alle kredietinstellingen voldoende verzekerd zijn. Een Europese afwikkelingsregeling die hoofdzakelijk met bijdragen van de banken wordt gefinancierd, zou bijstand kunnen bieden bij de toepassing van afwikkelingsmaatregelen op onder Europees toezicht vallende banken, zulks teneinde niet-levensvatbare instellingen op een ordelijke manier te liquideren en het geld van de belastingbetaler aldus te beschermen. De depositogarantieregeling en het afwikkelingsfonds zouden ingesteld kunnen worden onder het toezicht van een gemeenschappelijke afwikkelingsautoriteit. Een dergelijk kader zou de kans dat een beroep wordt gedaan op de garantieregeling aanzienlijk verkleinen. Niettemin staat of valt de geloofwaardigheid van elke depositogarantieregeling met het bestaan van een stevig financieel vangnet. Daarom zou het Europees stabiliteitsmechanisme met betrekking tot de eurozone als budgettair vangnet kunnen fungeren voor de afwikkelings- en depositogarantie-autoriteit. 11

2. aar een geïntegreerd begrotingskader De financiële crisis en de schuldencrisis hebben duidelijk gemaakt dat er, met name binnen de eurozone, hoge niveaus van onderlinge afhankelijkheid bestaan. Een vlot functioneren van de EMU vergt niet alleen een snelle en krachtdadige uitvoering van de reeds overeengekomen maatregelen binnen het kader van de versterkte economische governance (met name het stabiliteits- en groeipact en het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de economische en monetaire unie), maar ook een kwalitatieve sprong naar een budgettaire unie. In dit verband is binnen de eurozone een grotere bundeling van de begrotingsbesluitvorming die evenredig is aan de bundeling van risico's van essentieel belang, evenals doeltreffende mechanismen om onhoudbaar begrotingsbeleid in elk van de lidstaten te voorkomen en te corrigeren. Daartoe kunnen gezamenlijke bovengrenzen voor het jaarlijkse begrotingssaldo en de overheidsschuld van de afzonderlijke lidstaten worden overeengekomen. Volgens deze regels zou alleen overheidsschuldpapier boven het gezamenlijk overeengekomen niveau kunnen worden uitgegeven indien dat gerechtvaardigd is en vooraf is goedgekeurd. Vervolgens zou de eurozone aanpassingen van de begrotingsmiddelen kunnen eisen indien de budgettaire regels worden geschonden, daarbij wel de noodzaak van sociale billijkheid voor ogen houdend. Op de middellange termijn kan de uitgifte van gezamenlijk schuldpapier worden onderzocht als onderdeel van een dergelijke begrotingsunie, mits vooruitgang wordt geboekt op het vlak van budgettaire integratie. Overwogen kan worden om naar de invoering van individuele aansprakelijkheid te streven, op voorwaarde dat er een degelijk kader voor begrotingsdiscipline en mededinging bestaat, teneinde morele risico's te voorkomen en verantwoordelijkheid en naleving te bevorderen. Het proces dat leidt naar de uitgifte van gezamenlijk schuldpapier moet op criteria zijn gebaseerd en moet gefaseerd verlopen, waarbij de vooruitgang die wordt geboekt met het gezamenlijk nemen van besluiten over begrotingen, gepaard moet gaan met vergelijkbare stappen naar het risicodeling. Er zijn verschillende mogelijkheden voor de gedeeltelijke uitgifte van gezamenlijk schuldpapier voorgesteld, zoals het bundelen van bepaalde kortetermijnfinancieringsinstrumenten op beperkte en voorwaardelijke basis, of de geleidelijke overgang naar een schuldaflossingsfonds. Verschillende vormen van begrotingssolidariteit zouden ook kunnen worden overwogen. 12

Een volwaardige begrotingsunie zou betekenen dat op Europees niveau een sterkere capaciteit wordt ontwikkeld, die de economische interdependenties kan beheren, en dat uiteindelijk een budgettair orgaan op het niveau van de eurozone wordt ontwikkeld, zoals een ministerie van Financiën. Voorts zullen de precieze rol en functies van een centrale begroting moeten worden bepaald, en hoe deze zich verhoudt tot de nationale begrotingen. 3. aar een kader voor geïntegreerd economisch beleid In een economische unie dient het nationale beleid gericht te zijn op sterke en duurzame economische groei en werkgelegenheid, en dient de sociale cohesie te worden bevorderd. Een krachtiger economische integratie is ook nodig om coördinatie en convergentie op verschillende beleidsterreinen tussen eurozonelanden te stimuleren, onevenwichtigheden aan te pakken, en het vermogen om schokken op te vangen en te concurreren in een globaliserende wereldeconomie te waarborgen. Dit is van essentieel belang voor de vlotte werking van de EMU, en vormt een essentiële aanvulling op de financiële en budgettaire kaders. Het is belangrijk het kader voor beleidscoördinatie op basis van de beginselen van het Europees semester en het Euro Plus-pact afdwingbaarder te maken om te voorkomen dat niet-duurzaam beleid de stabiliteit in de EMU in gevaar brengt. Een dergelijk kader zou met name van belang zijn om beleidsmaatregelen op gebieden als arbeidsmobiliteit of fiscale coördinatie te begeleiden. Waar nodig kunnen maatregelen worden genomen om de politieke en administratieve capaciteit van nationale instellingen te versterken en de nationale zeggenschap over de hervormingen te stimuleren, aangezien dit een wezenlijke voorwaarde is voor de efficiënte uitvoering van groeibevorderende hervormingen. 4. Het versterken van de democratische legitimiteit en verantwoording Besluiten over de nationale begrotingen vervullen een centrale rol in de parlementaire democratieën van Europa. Indien stappen worden gezet naar een meer geïntegreerde budgettaire en economische besluitvorming tussen de landen onderling, zullen derhalve sterke mechanismen noodzakelijk zijn voor een legitieme en verantwoordelijke gezamenlijke besluitvorming. Het is essentieel om publieke steun te verwerven voor besluiten die in heel Europa gelden en diep ingrijpen in het dagelijkse leven van de burgers. 13

Hierbij staat de nauwe betrokkenheid van het Europees Parlement en de nationale parlementen centraal, met inachtneming van de communautaire methode. Protocol nr. 1 van het VWEU betreffende de rol van de nationale parlementen in de EU biedt een passend kader voor samenwerking tussen parlementen. III. DE VOLGE DE STAPPE - VOORSTEL VOOR EE WERKMETHODE Verder werk is nodig voor het ontwikkelen van een specifieke, aan een tijdschema gebonden routekaart voor het verwezenlijken van een echte economische en monetaire unie. De voorzitter van de Europese Raad zou, in nauwe samenwerking met de voorzitter van de Commissie, de voorzitter van de Eurogroep en de president van de Europese Centrale Bank, aan de Europese Raad in december een rapport kunnen voorleggen. Er zal op regelmatige basis informeel overleg met de lidstaten en de EU-instellingen worden gepleegd. In oktober 2012 zou een tussentijds rapport kunnen worden ingediend. 14