Eisen aan het plantenpaspoort Richtlijn 92/105/EEG beschrijft, om te komen tot enige mate van standaardisatie, de eisen welke gesteld worden aan het plantenpaspoort. Deze eisen hebben betrekking op; uitvoering(vorm) van het document gegevens die verplicht vermeld moeten worden op het plantenpaspoort. Richtlijn 2005/17/EG wijzigt Richtlijn 92/105/EEG en beschrijft o.a. voor een aantal producten uitzonderingen op de uitvoering van het plantenpaspoort. Deze uitzonderingen zijn na de Voorbeelden beschreven. Het plantenpaspoort bestaat uit: een officieel label waarop de verplichte gegevens zijn vermeld of een officieel label én een begeleidend document waarop de verplichte gegevens zijn vermeld. Het label is nieuw en gemaakt van duurzaam en weerbestendig materiaal. Verplichte gegevens: ( 1t/m. 7) 1. EG-plantenpaspoort' Titel dient als zodanig te worden vermeld. 2. EG-code van de Lidstaat. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de bijbehorende ISO 3166 landen codering volgens kolom 1 of de internationale telefoon toegangscode volgens kolom 2 van het register EU landencodes. 3. Naam, of code van de verantwoordelijke officiële instantie. Naam of code v.d. instantie of keuringsdienst die verantwoordelijk is voor de afgifte van het paspoort. 4. Registratienummer. Het nummer waaronder de teler, handelaar of importeur is geregistreerd, bij de onder 3 vermelde instantie. Het is de Naktuinbouw toegestaan het registratienummer van aangeslotene niet op het plantenpaspoort te vermelden in geval het boom labels (certificaten) betreft die tevens de functie van plantenpaspoort vervullen. Een en ander In afwachting van de discussie in EU-verband over het paspoortstelsel en eventuele wijzigingen in de regelgeving. De tracering naar de bron van de partij dient gewaarborgd te zijn in de administratie van het bedrijf en/of in de administratie van Naktuinbouw. 5. Individueel volgnummer, weeknummer of serienummer. 6. Botanische benaming. Latijnse benaming van het product. 7. Hoeveelheid. Hoeveelheid product waarvoor het paspoort is afgegeven. En uitsluitend indien van toepassing: (8 t/m. 10) Versie: 1.7 Pagina 1 van 6
8. ZP = Zona Protecta = Beschermd Gebied Het merkteken "ZP" voor het gebied waarvoor het paspoort geldt en, in voorkomend geval, de naam van de beschermde gebieden waartoe het product wordt toegelaten. Vermeldingen van codes vindt plaats conform de coderingen, zoals deze vermeld zijn in het register Beschermde gebieden eisen en coderingen). 9. RP = Replacement Passport Het merkteken "RP" wanneer het plantenpaspoort wordt vervangen en, in voorkomend geval, de code van de oorspronkelijk geregistreerde producent of importeur vermelden. In afwachting van de discussie in EU-verband over het paspoortstelsel en eventuele wijzigingen in de regelgeving is het de NAKtuinbouw toegestaan: - op een replacement paspoort (RP) niet vermeld zijn van registratienummer van de oorspronkelijke producent - op een replacement paspoort (RP) niet vermeld zijn van de aanduiding RP. In al deze gevallen dient wel de tracering naar de bron van de partij gewaarborgd te zijn in de administratie van het bedrijf en/of in de administratie van Naktuinbouw. 10. Origine In voorkomend geval, voor producten uit derde landen, naam van het land van oorsprong of van verzending vermelden. Hierbij zijn de volgende opties toegestaan: - volledige benaming van het land - codering d.m.v. vermelding van de internationale telefoon toegangscode van het land van origine of verzending. Te vinden op de website: http://www.countrycallingcodes.com/countrylist. - codering volgens ISO 3166 English country names and code elements te vinden op webiste: http://www.iso.org Er mag gebruik gemaakt worden van zelfklevende officiële labels; het label mag niet eerder gebruikt zijn en dient van een geschikt materiaal te zijn vervaardigd. De voorgeschreven gegevens dienen bij voorkeur te worden gedrukt of in hoofdletters geschreven in één van de officiële talen van de Gemeenschap Het begeleidend document (in geval er gebruik gemaakt wordt van een officieel label + begeleidend document) dient een in de handel gebruikelijk document te zijn. (faktuur, leveringsbon, leveranciersdocument etc.). Wanneer op het label de 10 voorgeschreven gegevens zijn vermeld, kan het begeleidend document achterwege blijven. Bestaat het paspoort uit een (zelfklevend) label + begeleidend document, dienen van de voornoemde voorgeschreven gegevens tenminste de nrs. 1 t/m 5 op het label te worden vermeld; op het begeleidend document dienen daarnaast in ieder geval de nrs. 1 t/m 7 te worden vermeld en indien van toepassing de nrs. 8 t/m 10. Aanbrengen van het plantenpaspoort Het labelgedellte van het plantenpaspoort wordt op zodanige wijze op: de planten, plantaardige produkten of materialen Versie: 1.7 Pagina 2 van 6
Of de verpakking daarvan Of Op of aan het voertuig waarmee de planten, plantaardige produkten of materialen worden vervoerd. Aangebracht dat het niet meer opnieuw kan worden gebruikt. Voorbeelden Let op: Deze afbeeldingen zijn verouderd. EEG moet zijn EG. Voorbeeld 1: Plantenpaspoort in combinatie met begeleidend document. 'Gesplitst' document: hierbij van de voorgeschreven gegevens de nrs. 1 t/m 5 op het label te vermelden én 1 t/m 10 te vermelden op het begeleidend document. Voorbeeld2: Document (label) aan het product bevestigd. Verplichte gegevens (1 t/m 7 + eventueel aanvullende gegevens) zijn ingevuld. Uitzonderingen op de uitvoering van het plantenpaspoort. - Voor knollen van Solanum tuberosum L., bestemd voor opplant.; Versie: 1.7 Pagina 3 van 6
In plaats van een plantenpaspoort mag het in bijlage III bij Richtlijn 2002/56/EG voorgeschreven officiële etiket worden gebruikt, het etiket moet zijn voorzien zijn van de vermelding EG-Plantenpaspoort. Voor binnenbrengen in een gebied dat ten aanzien van voor pootaardappelen schadelijke organismen als beschermd is erkend, wordt dit op het etiket of in andere handelsdocumenten vermeld. (ZP-code(s)). ETIKET A. Te vermelden gegevens 1..EG-systeem. 2. Keuringsdienst en lidstaat of desbetreffend kenteken 3. Telernummer of partijnummer 4. Maand en jaar van de sluiting 5. Ras, ten minste vermeld in Latijns schrift 6. Teeltland 7. Categorie en eventueel klasse 8. Sortering 9. Opgegeven nettogewicht B. Minimumafmetingen 110 mm 67 mm - Voor zaden van Helianthus annuus L.; In plaats van een plantenpaspoort mag het in bijlage IV bij Richtlijn 2002/57/EG voorgeschreven officiële etiket worden gebruikt, het etiket moet voorzien zijn van de vermelding EG-Plantenpaspoort. ETIKET A. Te vermelden gegevens a) Voor basiszaad en gecertificeerd zaad: 1. EG-systeem 2. keuringsdienst en lidstaat of desbetreffend kenteken 3. Maand en jaar van de sluiting, op de volgende wijze aangegeven: gesloten in (Maand en jaar), of Maand en jaar van de laatste officiële monsterneming ten behoeve van het besluit van certificering, op de volgende wijze aangegeven: monster genomen in (maand en jaar) 4. Partijnummer 5. Soort, ten minste aangegeven met de botanische benaming eventueelin verkorte vorm en zonder de naam van de auteurs, in Latijns schrift 6. Ras, ten minste vermeld in Latijns schrift 7. Categorie 8. Producerend land 9. Opgegeven netto- of brutogewicht 10. Wanneer het gewicht wordt vermeld en er korrelvormige bestrijdingsmiddelen, omhullingen of andere toevoegingsmiddelen in vaste staat worden gebruikt, de vermelding van de aard van het toevoegingsmiddel alsmede de verhouding, bij benadering, tussen het gewicht van de kluwens of zuivere zaden en het totale gewicht. 11. Bij rassen die hybriden of ingeteelde stammen zijn: voor basiszaad waarvan de hybride of de ingeteelde stam waartoe het zaad behoort, officieel aanvaard is overeenkomstig het bepaalde in Richtlijn 2002/53/EG: de naam van deze kruisingspartner, waaronder het officieel is aanvaard, met of zonder verwijzing naar het uiteindelijke ras, waaraan, in geval van hybriden of ingeteelde stammen die uitsluitend bestemd zijn voor gebruik als kruisingspartner voor de uiteindelijke rassen, het woord kruisingspartner wordt toegevoegd; voor basiszaad in andere gevallen: De naam van de kruisingspartner waartoe het basiszaad behoort, die in code mag worden gegeven, met daarbij een verwijzing naar het uiteindelijke ras, met of zonder vermelding van de functie (mannelijk of vrouwelijk), waaraan het woord kruisingspartner wordt toegevoegd; voor gecertificeerd zaad: de naam van het ras waartoe het zaad behoort, met daarbij het woord hybride. 12. Waar ten minste voor de kiemkracht nacontrole werd verricht mogen de woorden Nacontrole verricht (maand en jaar) en de voor deze nacontrole verantwoordelijke dienst worden vermeld. Deze gegevens mogen voorkomen op een officieel merkteken dat wordt geplakt op het officiële etiket. Volgens de procedure van artikel 25, lid 2, kunnen lidstaten worden vrijgesteld van de verplichting tot aanduiding van de botanische benaming voor afzonderlijke soorten en, in voorkomend geval, Versie: 1.7 Pagina 4 van 6
voor beperkte tijdvakken, indien is vastgesteld dat de nadelen van het voldoen aan deze verplichting groter zijn dan de voordelen die van het in de handel brengen van het zaad worden verwacht. aa) Voor gecertificeerd zaad van een mengras: de onder a) vereiste informatie, behalve dat in plaats van de naam van het ras de naam van het mengras moet worden vermeld (het woord mengras en de naam daarvan), alsmede, per ras, het gewichtspercentage van de verschillende kruisingspartners; indien het gewichtspercentage schriftelijk aan de koper is meegedeeld, op diens verzoek, en officieel is vastgelegd, hoeft slechts de naam van het mengras te worden vermeld. II. Minimumafmetingen 110 67 mm. - Voor basiszaad en gecertificeerd zaad van Lycopersicon lycopersicum en Phaseolus L.; In plaats van een plantenpaspoort mag het in bijlage IV bij Richtlijn 2002/55/EG voorgeschreven officiële etiket worden gebruikt, het etiket moet voorzien zijn van de vermelding EG-Plantenpaspoort. Het bedoelde etiket is hierna weergegeven: ETIKET A. Officieel etiket (basiszaad en gecertificeerd zaad, met uitzondering van kleine verpakkingen) I. Te vermelden gegevens 1. EG-systeem. 2. Keuringsdienst en lidstaat of desbetreffend kenteken. 3. Maand en jaar van de sluiting, op de volgende wijze aangegeven:.gesloten in.. (maand en jaar), of maand en jaar van de laatste officiële monsterneming ten behoeve van het besluit van certificering, op de volgende wijze aangegeven:.monster genomen in.. (maand en jaar). 4. Partijnummer. 5. Soort, ten minste in Latijns schrift aangegeven met de botanische benaming, eventueel in verkorte vorm en zonder de naam van de auteurs, dan wel de gewone benaming, of beide. 6. Ras, ten minste vermeld in Latijns schrift. 7. Categorie. 8. Producerend land. 9. Opgegeven netto- of brutogewicht of opgegeven aantal zuivere zaden. 10. Wanneer het gewicht wordt vermeld en er korrelvormige bestrijdingsmiddelen, omhulsels of andere vaste toevoegingsmiddelen worden gebruikt, de aard van het toevoegingsmiddel en de approximatieve verhouding tussen het gewicht zuiver zaad en het totale gewicht. 11. Bij rassen die hybriden of ingeteelde stammen zijn:. voor basiszaad waarvan de hybride of de ingeteelde stam waartoe het zaad behoort, officieel aanvaard is overeenkomstig het bepaalde in deze richtlijn: de naam van deze kruisingspartner, waaronder het officieel is aanvaard, met of zonder verwijzing naar het uiteindelijke ras, waaraan in geval van hybriden of ingeteelde stammen die uitsluitend bestemd zijn voor gebruik als kruisingspartner voor de uiteindelijke rassen, het woord.kruisingspartner. wordt toegevoegd;. voor basiszaad in andere gevallen: de naam van de kruisingspartner waartoe het basiszaad behoort, die in code mag worden gegeven, met daarbij een verwijzing naar het uiteindelijke ras, met of zonder vermelding van de functie (mannelijk of vrouwelijk), waaraan het woord.kruisingspartner. wordt toegevoegd;. voor gecertificeerd zaad: de naam van het ras waartoe het zaad behoort, met daarbij het woord.hybride.. 12. Waar ten minste voor de kiemkracht nacontrole werd verricht, mogen de woorden.nacontrole verricht in.. (maand en jaar) worden vermeld. II. Minimumafmetingen 110 67 mm. - Voor zaden van Medicago sativa L.; Versie: 1.7 Pagina 5 van 6
In plaats van een plantenpaspoort mag het in bijlage IV bij Richtlijn 66/401/EG voorgeschreven officiële etiket worden gebruikt, het etiket moet voorzien zijn van de vermelding EG-Plantenpaspoort Het bedoelde etiket is hierna afgebeeld. Etiket A. Te vermelden gegevens a ) Voor basiszaad en gecertificeerd zaad : 1. " Zaad goedgekeurd overeenkomstig de voorschriften van de Europese Economische Gemeenschap " 2. Keuringsdienst en Lid-Staat 3. Partijnummer 4. Soort 5. Ras 6. Categorie 7. Producerend land 8. Opgegeven netto - en brutogewicht 9. Voor gecertificeerd zaad van de tweede en volgende vermeerderingen vanaf het basiszaad, de vermelding : het aantal generaties vanaf het basiszaad. b ) Voor handelszaad : 1. " Handelszaad ( niet naar het ras goedgekeurd ) " 2. Dienst die het onderzoek heeft verricht en Lid-Staat 3. Partijnummer 4. Soort ( 1 ) 5. Teeltgebied 6. Opgegeven netto - of brutogewicht c ) Voor zaadmengsels : 1. " Zaadmengsel voor... " ( gebruiksdoeleinden ) 2. Dienst die de sluiting heeft verricht en Lid-Staat 3. Partijnummer 4. Soort, categorie, ras, alsmede producerend land of, indien het handelszaad betreft, teeltgebied van de samenstellende bestanddelen en hun gewichtsverhouding 5. Opgegeven netto - of brutogewicht. B. Minimumafmetingen 110 mm maal 67 mm. Versie: 1.7 Pagina 6 van 6