Verwijderen van de prostaat met de robot. Robot-geassisteerde radicale prostatectomie (RARP)

Vergelijkbare documenten
Leefregels na prostaatverwijdering. Robot-geassisteerde radicale prostatectomie (RARP)

Operatief verwijderen van lymfeklieren in het kleine bekken. Pelviene lymfeklierdissectie

Verwijderen van een nier via een kijkoperatie. Laparoscopische nefrectomie

Robot Geassisteerde Radicale Prostatectomie (RARP)

Lymfeklieren verwijderen in het bekken

Verwijderen van lymfklieren in het bekken via een kijkoperatie

Robot-geassisteerde radicale laparoscopische

Verwijderen van de prostaat met de Da Vinci-operatierobot

Robot-geassisteerde radicale prostatectomie (RALP)

Verwijderen van één of meerdere blaasstenen

Operatief verwijderen van lymfeklieren in het kleine bekken. Pelviene lymfeklierdissectie

Urologie Verwijderen van lymfklieren in het bekken via een kijkoperatie / laparoscopische

Verwijderen van een bijnier via een kijkoperatie. Laparoscopische adrenalectomie

Millin prostaatoperatie

Prostaatkanker: verwijdering van de lymfeklieren in het bekken

Opheffen van een vernauwing in de plasbuis. Urethrotomie volgens Sachse of Otis

Verwijderen van de lymfeklieren van de prostaat Pelviene lymfeklierdissectie

Prostatectomie. Zorpad in stappen. Stap 1: Preklinische Screening. Stap 2: Voor de operatie

Gedeeltelijk verwijderen van een niertumor met robotchirurgie

Verwijderen van een bijnier via een kijkoperatie

Prostaatoperatie via de buik

Urologie Verwijderen van een nier via een kijkoperatie / laparoscopische nefrectomie

Verwijderen van een nier via een kijkoperatie. Laparoscopische operatie

Poliklinische operatie plastische chirurgie. Voorbereiding en nazorg bij poliklinische operaties onder plaatselijke verdoving

Verwijderen van een tumor in het nierbekken en/of de urineleider via een kijkoperatie

Nier verwijderen. via een kijkoperatie. Poli Urologie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Radicale prostatectomie

Prostaatoperatie via de buik

Verwijderen van de sternumdraden

Het verwijderen van een nier

Radicale prostatectomie. Maatschap Urologie IJsselland Ziekenhuis

Urologie Het verwijderen van lymfeklieren in het bekken via een kijkoperatie

Verwijderen van prostaat weefsel via de buik (Millin)

Verwijderen van nierstenen via een kijkoperatie. Percutane nefrolitholapaxie (PNL)

Verwijdering van lymfeklieren via een kijkoperatie

Verwijderen van nierstenen via een kijkoperatie. Percutane nefrolitholapaxie (PNL)

Pyelumplastiek via een open operatie

Kijkoperatie voor verwijdering van de lymfeklieren bij prostaatkanker

Verwijderen van de prostaat met operatierobot. Urologie

Patiënteninformatiedossier (PID) PROSTAATKANKER. onderdeel VERWIJDEREN LYMFKLIERWEEFSEL PROSTAATKANKER. Verwijderen lymfklierweefsel

Urologie Verwijderen van lymfklieren in het bekken via open operatie

Opheffen van vernauwing van het nierbekken naar de urineleider via een kijkoperatie. Laparoscopische pyelumplastiek

Prostaatoperatie (TURP)

Informatie over het verwijderen. vanwege kanker

Verwijderen van een blaassteen

De prostaatoperatie (TURP)

Verwijderen van een gedeelte van de prostaat via de plasbuis. Transurethrale Resectie van de Prostaat (TURP)

Een operatie voor het opheffen van een vernauwing van de urineleider Pyelumplastiek

Inleiding. Een penoplicatie. Pré-operatieve screening

Verwijdering van lymfeklieren via een kijkoperatie

Verwijderen van een nier via een kijkoperatie

Lymfeklierverwijdering, urologisch

Nierbekkenplastiek. Kijkoperatie

Pyelumplastiek via een open operatie

Verwijderen van de prostaat

Verwijderen van lymfelieren in het bekken bij prostaat- kanker

Verwijdering van een deel van de nier via een kijkoperatie met de da Vinci-robot

Radicale prostatectomie

Penoplicatie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Laparoscopische pelviene lymfeklierdissectie

Verwijderen van de prostaat

Verwijdering van de prostaat

Urologie Verwijdering van een nier via open operatie / open (radicale) nefrectomie

Kijkoperatie achter het bovenste gedeelte van het borstbeen langs de luchtpijp. Mediastinoscopie

Verwijderen van de lymfeklieren in het kleine bekken

Verwijderen van prostaatweefsel via de urinebuis (TURP)

Nierverwijdering door kijkoperatie (laparoscopische nefrectomie)

Verwijderen van de prostaat bij prostaatkanker

Verwijderen zaadbal (Orchidectomie)

Verwijderen van stenen in de urineleider via de plasbuis. Ureterorenoscopie (URS)

Prostaatoperatie radicaal-prostatectomie

Laparoscopische pelviene lymfeklierdissectie

Laparoscopische verwijdering van de prostaat

Verwijderen van stenen in de urineleider via de plasbuis. Ureterorenoscopie (URS)

Verwijderen van de prostaat met de operatierobot Da Vinci

De ziekte van Peyronie

Ook heeft u een gesprek met de anesthesioloog. De anesthesioloog beoordeelt of u de operatie lichamelijk aankunt.

Maatschap Urologie. LKD (lymfeklier dissectie bij prostaatkanker)

Verwijderen van prostaatweefsel via de urinebuis (TURP)

voor verwijzing naar het UMCG te Groningen, de afdeling Urologie Cryotherapie als behandeling van prostaatkanker

Verwijderen van de zaadbal

Nierkanker: verwijderen van de nier (nefrectomie)

H Transurethrale resectie van de prostaat (TUR P)

Nefrectomie (nierverwijdering) Afdeling Urologie

Prostaatkanker: verwijdering van de teelballen (subcapsulaire orchidectomie)

H Verwijderen van pennen, schroeven, platen (volwassenen)

Verwijderen van een niertumor via een kijkoperatie (laparoscopische nefrectomie)

Verwijdering van de prostaat

Verwijderen niertumor

Prostatectomie volgens Milin

Laparoscopische prostatectomie

Patiënteninformatie. Verwijderen van de prostaat met de Da Vinci operatierobot. (radicale prostatectomie)

PATIËNTENINFORMATIE. VERWIJDEREN VAN DE PROSTAAT Laparoscopische prostatectomie met behulp van robotchirurgie

Kijkoperatie voor lymfeklierverwijdering. (Laparoscopische Pelviene Lymfeklierdissectie)

Littekenbreukoperatie

Biopsie Orthopedie Radboud universitair medisch centrum

Operatie aan de plasbuis

Pyelumplastiek Radboud universitair medisch centrum

Verwijderen van een deel van de lever

Littekenbreukoperatie

Transcriptie:

Verwijderen van de prostaat met de robot Robot-geassisteerde radicale prostatectomie (RARP)

Inhoudsopgave Bladzijde Samenwerking 3 Prostaatkanker 4 Waarom robotchirurgie 4 Voorbereiding op de operatie 5 Wat neemt u mee? 6 De operatiedag 7 De operatie 8 De eerste dagen na de operatie 10 Naar huis 11 Leefregels 12 Wat kunt u verwachten als u thuis bent 13 Mogelijke complicaties 15 Lange termijn gevolgen 17 Wanneer contact opnemen 20 2

Tijdens uw bezoek aan de polikliniek urologie heeft uw behandelend uroloog met u gesproken over de wenselijkheid of noodzaak van een prostaatverwijdering in verband met prostaatkanker. In deze folder kunt u thuis alles nog eens rustig doorlezen. We hebben geprobeerd voor u alle belangrijke informatie zo goed mogelijk op een rijtje te zetten. Het is beslist niet de bedoeling dat deze folder de persoonlijke gesprekken met uw uroloog vervangt. Met problemen of vragen, ook naar aanleiding van deze folder, kunt u bij hem of bij de verpleegkundigen van de polikliniek urologie terecht. Samenwerking Het Catharina Ziekenhuis Eindhoven (CZE), het Radboud Universitair Medisch Centrum (Radboudumc) en het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) hebben een samenwerkingsverband op het gebied van prostaatkanker. Binnen dit samenwerkingsverband worden alle robot-geassisteerde prostaatoperaties op locatie CWZ verricht door urologen uit deze 3 ziekenhuizen. In CWZ staat de modernste operatierobot, de Da Vinci Xi, en is er ruime ervaring bij al het betrokken personeel van operatiekamer tot verpleegafdeling. U wordt in principe geopereerd door een uroloog uit het ziekenhuis waar bij u ook de diagnose prostaatkanker is gesteld, tenzij anders met u is afgesproken. De urologen uit de 3 ziekenhuizen opereren met dezelfde robot en volgens dezelfde techniek. Gedurende de opname in CWZ zijn de urologen en verpleegkundigen van CWZ verantwoordelijk voor uw zorg. Voor en na de opname ligt de verantwoordelijkheid van zorg weer bij de urologen en verpleegkundigen uit uw eigen ziekenhuis. 3

Prostaatkanker De prostaat is een klier die erg wisselend van grootte kan zijn en zich bevindt rondom de plasbuis onder de blaas. De prostaat en de zaadblazen produceren een vloeistof, het prostaatvocht. Dit vocht komt tijdens de zaadlozing samen met het zaad (dat in de zaadbal wordt gemaakt) naar buiten en houdt de zaadcellen in leven tijdens hun tocht naar de eicel. In Nederland worden jaarlijks meer dan 10.000 mannen met de diagnose prostaatkanker geconfronteerd, waarvan het grootste deel bij vaststelling van prostaatkanker nog geen uitzaaiingen (metastasen) heeft. Deze kwaadaardige tumor kan al voorkomen vanaf de leeftijd van 40 jaar maar wordt meestal vastgesteld bij mannen boven de 60 jaar. Waarom robotchirurgie? In overleg met uw uroloog is gekozen voor een robot-geassisteerde operatie, dit is een soort kijkoperatie. Bij deze operatie gebeurt hetzelfde als bij een gewone operatie: het wegnemen van een ziek orgaan. Bij de robot-geassisteerde operatie hoeft geen grote snee/ wond in de buik gemaakt te worden. Het opereren zelf gebeurt via een televisiescherm. De chirurg zit in een kijkkast (console) en bedient de instrumenten via de robot die vlakbij de operatietafel staat. Het robot-geassisteerde verwijderen van de prostaat heeft een aantal voordelen boven de klassieke open operatie. Deze voordelen zijn: vergroot driedimensionaal zicht voor de uroloog; minder bloedverlies; nauwkeurig kunnen hechten onder direct goed zicht; minder pijn na de operatie; een sneller herstel na de operatie, waardoor u minder lang in het ziekenhuis hoeft te verblijven. 4

Voorbereiding operatie De operatie vindt onder volledige narcose plaats. Hierover kunt u meer lezen in de CWZ folder Verdoving (anesthesie) bij volwassenen. Pre-operatief spreekuur anesthesioloog Voor de operatie en de verdoving zijn voorbereidingen noodzakelijk (preoperatieve voorbereiding). Daarom bezoekt u het spreekuur van de anesthesioloog in CWZ. De anesthesioloog stemt de vorm van de verdoving zo goed mogelijk af op uw wensen en uw gezondheid. Het gesprek duurt ongeveer een half uur en kan gecombineerd worden met een bezoek aan de polikliniek urologie (B28) waar een intakegesprek volgt met een verpleegkundige. U krijgt informatie over de opname, de operatie en de nazorg. Als de operatiedatum al bekend is, krijgt u deze meteen te horen. U wordt voor deze ingreep in het algemeen 2 tot 5 dagen in het ziekenhuis opgenomen. Als voorbereiding op de operatie zijn ook de volgende voorbereidingen van belang: Bekkenbodemtherapie U ontvangt van uw uroloog of verpleegkundige op de polikliniek informatie over bekkenbodemspiertraining. U wordt doorverwezen naar een gespecialiseerde bekkenbodemtherapeut bij u in de buurt. Het is raadzaam om vooraf de bekkenbodemtherapeut te bezoeken. Medicijnen Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen of bent u onder controle van de trombosedienst? Meldt dit dan aan uw behandelend arts. Als u bekend bent bij de trombosedienst, neem uw doseerkaart altijd mee naar het ziekenhuis. Het kan zijn dat u tijdelijk moet stoppen met deze bloedverdunnende medicijnen. 5

Uw behandelend arts vertelt u hoe lang u voor de ingreep of operatie met het innemen moet te stoppen en wanneer u weer kunt beginnen met de medicijnen. Meldt ook of u preventief antibiotica nodig heeft. Allergie Als u overgevoelig bent voor bijvoorbeeld jodium, verdovingsvloeistof, pleisters of andere stoffen meldt dit dan aan de arts, de verpleegkundige of assistente van polikliniek. Pacemaker/ICD Meldt ook als u een pacemaker (of een ICD) draagt. Laxeren 3 Dagen voor de operatie begint u met Movicolon. Dit is een poeder om de ontlasting soepel te houden. Na de operatie mag u niet hard persen omdat dit het operatiegebied teveel belast. Wat neemt u mee voor de operatie? Uw centrale registratiekaart. Heeft u geen centrale registratiekaart of kloppen de gegevens niet meer? Ga dan langs bij de registratie bij de hoofdingang. U heeft hiervoor het bewijs van inschrijving van uw zorgverzekering en een officieel identificatiebewijs nodig. Actueel medicijnenoverzicht. Deze kunt u opvragen bij uw apotheek. Een geldig legitimatiebewijs Nachtkleding, ondergoed, toiletartikelen Opname verpleegafdeling Het moment van opname wordt bepaald door de voorbereidingen die nodig zijn voor uw operatie. 6

Beperkt eten en drinken (nuchter) Als u op de dag van de operatie wordt opgenomen blijft u nuchter volgens de afspraken met de anesthesioloog en de verpleegkundige van het verpleegkundig spreekuur. De operatiedag Rondom uw operatie zijn diverse veiligheidsmomenten ingebouwd. Vlak voordat de operatie van start gaat wordt bijvoorbeeld door het gehele operatieteam een zogenaamde Time out verricht. Tijdens dit controlemoment wordt uw naam, geboortedatum en het te opereren lichaamsdeel en de operatiebenodigdheden gecontroleerd. Voor de operatie krijgt u de voorbereidende medicijnen voor de narcose (premedicatie). Dit zijn medicijnen waarvan u wat slaperig wordt, zodat u rustig naar de operatiekamer gaat. Ook krijgt u alvast een pijnstiller. De verpleegkundige plaatst een Kentera pleister die medicijnen afgeeft om blaaskrampen na de operatie te voorkomen. Soms krijgt u in plaats van de pleister deze medicijnen in de vorm van tabletten. Wanneer u een gebitsprothese en/of contactlenzen draagt moet u deze voor dat u naar de operatiekamer gaat uitdoen. U mag tijdens de operatie geen sieraden dragen. Tijdens de operatie draagt u een operatiejasje en sokken. Een verpleegkundige rijdt u met uw bed naar de voorbereidingsruimte van de operatieafdeling. Daar krijgt u een infuus. U gaat daarna naar de operatiekamer en schuift over op de operatietafel. De bewakingsapparatuur wordt aangesloten De anesthesioloog geeft u de verdovingsmiddelen via het infuus. 7

De operatie Tijdens de operatie wordt de hele prostaat, inclusief zaadblaasjes, verwijderd. Ook wordt het deel van de plasbuis dat door de prostaat loopt, weggehaald. De operatie verloopt in een aantal stappen: eerst wordt de buikholte een opgeblazen met koolzuurgas (CO2). Hierdoor ontstaat meer werkruimte, waardoor het operatiegebied goed te zien is. Daarna worden 6 buisjes in de onderbuik ingebracht, van 0.5 tot 1.0 cm dik. Aan deze buisjes worden de robotarmen vastgemaakt. Via deze buisjes worden de camera en de operatieinstrumenten ingebracht. Deze worden door de chirurg in de kijkkast (console) bediend. Vervolgens wordt de verbinding tussen blaas en prostaat doorgenomen. De zaadblazen die aan de achterzijde van de blaas liggen worden losgemaakt en de bloedvaten van de prostaat worden doorgenomen. Als het mogelijk is worden de zenuwen gespaard om de kans op het behoud van erecties zo groot mogelijk te maken. De uroloog bespreekt deze mogelijkheid voor de operatie met u. Hierna wordt de prostaat losgemaakt van de plasbuis. Dit is een belangrijk onderdeel, omdat dit uw continentie na de operatie deels bepaalt. De prostaat wordt nu samen met de zaadblaasjes verwijderd. De blaas wordt vervolgens weer aan de plasbuis gehecht. Soms worden (afhankelijk van de agressiviteit van de prostaatkanker, de uitgebreidheid van de tumordoorgroei en de PSAwaarde in uw bloed) ook de lymfklieren in het bekken verwijderd. Dit om eventuele uitzaaiingen in deze lymfklieren uit te sluiten. De uroloog zal voor de operatie met u bespreken of het bij u nodig is om deze lymfklieren te verwijderen. 8

Na de operatie worden een blaaskatheter en als het nodig is een wonddrain achtergelaten. Deze zorgen ervoor dat de nieuwe verbinding (tussen blaas en urinebuis) goed geneest. Met deze gaat u ook naar huis. Een eventuele drain wordt in de meeste gevallen tijdens de opname nog verwijderd. Na de operatie Na de operatie ontwaakt u op de uitslaapkamer. Als u wakker bent gaat u in principe terug naar de verpleegafdeling (B44). Daar controleert de verpleegkundige regelmatig de bloeddruk, het hartritme, de wond en de urineproductie. U krijgt nu volgens een vast schema pijnstillers. Het kan zijn dat u desondanks pijn blijft houden. U kunt dit aangeven bij de verpleegkundige. Zie hiervoor pijnmeting in de CWZ folder Verdoving (anesthesie) bij volwassenen. De verpleegkundige zal u, in overleg met de zaalarts, aangepaste pijnstillers geven. Als u niet misselijk bent mag u s avonds beginnen met drinken. Ongeveer 6 uur na de operatie krijgt u een injectie om ongewenste stolling van het bloed (trombose) te voorkomen. Het medicijn heet Clexane en moet u 30 dagen na de operatie blijven gebruiken. Wat kunt u verwachten na de operatie? Direct na de operatie heeft u een infuus in uw arm of hand (voor het toedienen van vocht) Eventueel heeft u een slangetje (drain) aan de rechterzijde van de buik om het lymfevocht af te voeren. Vaak heeft u een slangetje door de neus om u tijdelijk zuurstof toe te dienen. Na de ingreep heeft u een katheter. Dit is een slangetje dat via de plasbuis in de blaas ligt en ervoor zorgt dat de urine kan aflopen. U hoeft dan niet zelf te plassen. De katheter kan de blaas soms irriteren. Dit geeft het gevoel dat u moet plassen of geeft pijn aan de top van de penis. 9

Dit noemen we blaaskrampen. Bespreek deze klachten met uw verpleegkundige. Zij kan u hiervoor extra medicijnen geven. Uw balzak (scrotum) en penis kunnen na de operatie gezwollen zijn door vochtophoping (oedeem). Deze zwelling verdwijnt vanzelf. Om het scrotum sneller te ontzwellen kan een opgerolde handdoek onder het scrotum worden gelegd. De eerste dagen na de operatie Op de eerste dag helpt de verpleegkundige u bij uw lichamelijke verzorging, als dit nodig is. U kunt ongeveer een half uur op een stoel zitten of zelfs een stukje lopen. Om zacht te zitten kunt u een kussen in de stoel leggen. Probeer deze dag tenminste 2 keer uit bed te gaan. Wanneer u trek in eten of drinken heeft, kunt u hiermee beginnen. Wanneer u normaal kunt eten en drinken, wordt het infuus verwijderd. Het is belangrijk dat u minimaal 2 liter per dag drinkt. Als er weinig vochtproductie is, wordt de drain verwijderd. Dit beslist de arts tijdens de visite. Vanaf de tweede dag kunt u uzelf zelfstandig verzorgen (waaronder douchen) en zelfstandig naar het toilet gaan. bent u in principe in staat om voor u zelf te zorgen. De verpleegkundige stemt met u de zorg af. U kunt nu vaker en wat langer op uw stoel zitten en regelmatig een wandeling maken. De verpleegkundige legt u uit hoe uzelf de wondjes en de blaaskatheter kunt verzorgen. Zij geeft ook uitleg over de Clexane spuitjes en de medicijnen die u mee naar huis krijgt. Er wordt met u besproken of alles thuis goed geregeld is. Vaak kunt u de tweede of derde dag na de operatie naar huis. 10

Naar huis U gaat naar huis als: U geen koorts heeft. De wondjes er goed uitzien. U weer normaal eet en drinkt. De drain verwijderd is en drainzakje opgeplakt is. U zelfstandig uzelf, de katheter en wondjes kunt verzorgen. U thuis Clexane toegediend kan krijgen door uzelf, uw naaste of door thuiszorg. De ontslagpapieren in orde zijn. U op de hoogte bent van de leefregels. Zie folder Leefregels na het verwijderen van de prostaat. U weet wanneer en hoe u een arts of verpleegkundige moet waarschuwen. Ontslagmedicijnen Pijnstilling Zorg dat u voldoende paracetamol 500 mg in huis heeft voor als u thuis komt. Goede pijnbestrijding is belangrijk voor het genezingsproces. U krijgt daarnaast een recept mee voor de volgende medicijnen: Movicolon Het is belangrijk niet te hard hoeven persen bij de ontlasting. Het advies is om vezelrijke voeding te gebruiken. De Movicolon (vezels) gebruikt u 6 weken, 1 x per dag 1 zakje en zonodig 1 tot 3 zakjes extra. Mocht er diarree optreden dan mag u zelf 1 of meerdere dagen stoppen met de Movicolon tot de ontlasting weer normaal is. Als dit zo is dan weer starten met Movicolon gebruik. Clexane Om de kans op trombose te verminderen gebruikt u 30 dagen Clexane injecties. U heeft hiervoor instructies gekregen tijdens de opname. 11

Kentera pleister Doel is om blaaskrampen te verminderen. De Kentera pleister gebruikt u totdat de katheter verwijderd wordt. Als u glaucoom (verhoogde oogboldruk) heeft, overleg dan met de uroloog of verpleegkundig specialist. Soms krijgt u als aanvulling op deze pleister dezelfde medicijnen in de vorm van tabletten. Leefregels De volgende leefregels moeten in acht genomen worden voor een sneller herstel na de operatie: 6 Weken matig alcoholische dranken gebruiken (1 glas per dag is toegestaan). U mag 6 weken niet fietsen of sporten. Zorg voor een regelmatig ontlasting patroon en vermijd hard persen, onder andere door vezelrijke voeding te gebruiken. 6 Weken geen zware lichamelijke arbeid verrichten. Zorg voor voldoende lichaamsbeweging, maak dagelijks een wandeling. 6 Weken mag u geen seksuele gemeenschap hebben of masturberen. 2 Weken na de operatie mag u weer autorijden (afhankelijk van de bepalingen van uw verzekering). Drink per dag 1,5 tot 2 liter vocht. Als u te weinig drinkt, heeft u meer kans op urineweginfecties en harde ontlasting. Streef ernaar om regelmatig te plassen, ongeveer 6 keer per dag. Let er bij het plassen op dat u niet geforceerd plast (niet persen) Ga bij voorkeur zittend plassen. Gebruik geen zeep om de penishuid te reinigen. Het is beter de huid wat vaker te wassen met alleen lauw water 12

Wat kunt u verwachten als u thuis bent? Pijn Goede pijnbestrijding is belangrijk voor het genezingsproces. Daarom is het raadzaam dat u eventuele pijn met pijnstillers onderdrukt en dit langzaam afbouwt. Dit doet u als volgt: De eerste 2 dagen gebruikt u 4 x daags - om de 6 uur - 2 tabletten paracetamol van 500 mg. Dan 2 dagen 4 x daags - om de 6 uur - 1 tablet paracetamol van 500 mg gebruiken. Daarna stopt u en gebruikt alleen zo nodig bij pijn 2 tabletten paracetamol van 500 mg. (maximaal 4 x daags). Paracetamol is verkrijgbaar bij iedere apotheek en drogist, en wordt niet vergoed door de ziektekostenverzekeraars. Wond Na de operatie heeft u enkele kleine wondjes op uw buik met hechtingen. Deze hechtingen worden na 1-2 weken verwijderd bij de eerstvolgende policontrole. U mag gewoon douchen, maar haal vooraf wel de eventuele pleister er af. Het advies is om de wondjes schoon en droog te houden. U mag pas na 2 weken in bad, mits de wondjes gesloten zijn. Als er geen vocht meer uit de wondjes komt hoeft u er geen pleister meer op te doen. Het is normaal wanneer er een klein beetje helder vocht uit de wondjes komt. Soms kan er uit een wondje wondvocht lekken. Dit is niet erg. Dit kunt u opvangen met een drainzakje, dat u meekrijgt bij het ontslag. Neem contact op met de polikliniek urologievan uw eigen ziekenhuis als: De lekkage onverzorgbaar is voor u De lekkage niet minder wordt na 3 dagen 13

Blaaskatheter Tijdens de operatie wordt een blaaskatheter ingebracht. Dit is een slangetje dat via de plasbuis in de blaas ligt en ervoor zorgt dat de urine kan aflopen. U hoeft dan niet zelf te plassen. De blaaskatheter is van groot belang omdat hij ervoor zorgt dat de nieuwe aansluiting tussen blaas- en plasbuis goed geneest. U gaat met blaaskatheter naar huis en deze zal 1 tot 2 weken blijven zitten. U heeft van de afdelingsverpleegkundige een startpakket gekregen met uitleg over de verzorging van de katheter. Blaaskrampen De katheter kan de blaas soms irriteren. Dit geeft het gevoel dat u moet plassen of geeft pijn aan de top van de penis. Dit noemen we blaaskrampen. Door blaaskrampen kan er lekkage langs de katheter ontstaan. U krijgt een Kentera pleister opgeplakt om deze blaaskrampen te verminderen. Als de blaaskrampen blijven aanhouden neem dan tijdens kantooruren contact opnemen met uw eigen ziekenhuis (zie contactgegevens). Kleur urine De urine kan 4 tot 6 weken na de operatie rosé/rood van kleur zijn. Zorg ervoor dat u voldoende drinkt, minimaal 2 liter per dag. Neem contact op met het ziekenhuis indien urine donkerrood blijft of als de katheter verstopt zit. Ontlasting Het is belangrijk niet te hard hoeven persen bij de ontlasting. Het advies is om vezelrijke voeding te gebruiken. Bloedverdunnende injectie Om de kans op trombose te verminderen gebruikt u 4 weken Clexane injecties. U heeft hiervoor instructies gekregen tijdens de opname. 14

Vermoeidheid Als gevolg van de operatie kan uw conditie afgenomen zijn. U merkt dat u sneller vermoeid bent en zich minder goed kan concentreren. Wij raden u aan om voor een goede verdeling van activiteiten en rust te zorgen. Uw conditie zal langzaam verbeteren. In het algemeen duurt het 3 maanden tot een half jaar, voordat u weer op het oude conditieniveau zit van voor de operatie. Mogelijke complicaties Langdurige lymfelekkage via de drain Lymfevloeistof, wondvocht en bloed wordt via een wonddrain afgevoerd. Als de productie van de wonddrain teveel is door lymfelekkage zal de wonddrain langer in de buik blijven. Dit is onschuldig en kan in een uitzonderlijk geval enkele weken duren. Soms wordt in overleg met u besloten om met drain naar huis te gaan en dit poliklinisch te vervolgen. In de meeste gevallen wordt geen drain achtergelaten Nabloeding Na iedere operatie kan een nabloeding optreden, ondanks dat alle bloedende bloedvaten tijdens de operatie zorgvuldig worden gestelpt. Als er zich een nabloeding voordoet kan bloedtransfusie of zelfs een tweede operatie noodzakelijk zijn. Wondinfectie Na iedere operatie kan een wondinfectie optreden. Deze moet vaak met antibiotica behandeld worden en soms moet ook alsnog een drain geplaatst worden. Urineweginfectie Na de operatie kan een ontsteking van de urinewegen optreden die met antibiotica behandeld moet worden. 15

Schade aan omliggende organen De prostaat ligt in de onderbuik en heeft een nauwe relatie met de omliggende organen zoals endeldarm, blaas en dunne darm. Doordat er door de buikholte geopereerd wordt is er altijd een, weliswaar zeer kleine (<1%), kans dat er schade ontstaat aan omliggende organen, hetgeen tijdens of na de operatie hersteld moet worden. Vernauwing van de plasbuis Ter hoogte van de nieuw aangelegde verbinding tussen de blaas en de plasbuis kan soms een vernauwing ontstaan door littekenvorming. Deze kan in een later stadium opgeheven worden door een kleinere ingreep die vaak via de plasbuis verricht kan worden. Het is echter zelden dat een dergelijke vernauwing blijvende problemen geeft. Verwijdering blaaskatheter Na 10 tot 14 dagen krijgt u een controle-afspraak voor het verwijderen van de hechtingen en katheter. Als het nodig is wordt er een röntgenfoto gemaakt met contrastvloeistof voordat de katheter wordt verwijderd. Op deze manier wordt de nieuwe verbinding tussen blaas en urinebuis gecontroleerd op eventuele lekkage. Als er geen lekkage zichtbaar is zal de katheter worden verwijderd en blijft u eventueel kortdurend ter observatie. De verpleegkundige verwijdert de hechtingen en de katheter. U krijgt incontinentiemateriaal mee. U mag ook weer starten met bekkenbodemoefeningen onder begeleiding van bekkenbodemtherapeut. Uitslag weefsel U krijgt op de dag dat de katheter en hechtingen worden verwijderd ook de uitslag van het weefselonderzoek van de prostaat. De patholoog kijkt de hele prostaat na. De gevolgen van de uitslag en eventuele vervolgbehandeling zal de uroloog met u bespreken. 16

Controle 6 Weken na de operatie komt u op controle bij de verpleegkundig specialist of uroloog en continentieverpleegkundige voor het bespreken van de eventuele praktische problemen rondom het herstel van de continentie en impotentie. Nadien wordt het PSA periodiek gecontroleerd met een eerste PSA controle na 3 maanden. Lange termijn gevolgen van de operatie De belangrijkste lange termijn gevolgen van een radicale prostatectomie kunnen zijn: ongewild urineverlies (incontinentie) en erectiestoornissen. Incontinentie De eerste weken tot maanden kunt u last hebben van incontinentie (ongewild urineverlies). Na de operatie moet de bekkenbodem wennen aan de nieuwe situatie en moet de bekkenbodem getraind worden. Voor het trainen van de bekkenbodem gaat u naar de bekkenbodemfysiotherapeut. Dat kan al direct na het verwijderen van de katheter. Zodra u de datum van het bezoek aan de polikliniek weet voor het verwijderen van de katheter, kunt u bij uw bekkenbodemfysiotherapeut kort daarna een afspraak maken voor een volgend bezoek. De mate van incontinentie betreffende de eerste dagen tot weken na de operatie zeggen nog niets over het uiteindelijke eindresultaat. 3 Tot 6 maanden na de operatie is het merendeel van de patiënten continent, maar sommigen blijven ook daarna urineverlies houden. In het algemeen wordt na een jaar een stabiele situatie bereikt, waarna weinig verandering meer te verwachten is. Voor de operatie wordt u door de intakeverpleegkundige geïnformeerd. Meer informatie vindt u in de folder Bekkenbodemfysiotherapie rondom een prostaatoperatie. 17

Incontinentiemateriaal Als de katheter verwijderd is, krijgt u incontinentiemateriaal mee. Breng het incontinentieverband altijd zorgvuldig aan, zodat geen lekkage langs het verband optreedt. Hier krijgt u uitleg over. Seksualiteit De operatie heeft vaak gevolgen voor uw seksueel functioneren. Omdat de prostaat en zaadblaasjes verwijderd zijn, is het niet meer mogelijk een zaadlozing te krijgen. Het is nog wel mogelijk een orgasme te krijgen, maar omdat dit orgasme plaatsvindt zonder zaadlozing noemt men het ook wel een droog orgasme. Het kan voorkomen dat tijdens de operatie blijkt dat de zenuwen die op de prostaat zitten verwijderd moeten worden. Hierdoor kunnen erectiestoornissen optreden. Ook kunnen er erectiestoornissen optreden ondanks dat deze zenuwen gespaard zijn gebleven. Of erectiestoornissen optreden is ook afhankelijk van de mate van potentie voor de operatie. U moet er rekening mee houden dat het meestal niet lukt direct na de operatie om een erectie te krijgen. De zenuwen hebben meestal enkele maanden tot soms jaren nodig om te herstellen. Ook kunnen in het begin psychische spanningen leiden tot erectiestoornissen. Laat u zich niet ontmoedigen en bespreek uw verwachtingen en onzekerheden met uw partner. Ook kunt u uw ervaringen bespreken met uw uroloog, de verpleegkundig specialist of oncologieverpleegkundige, verbonden aan de polikliniek urologie. Als u daar behoefte aan heeft, zijn er mogelijkheden om de erecties met medicijnen of andere maatregelen ondersteunen, bespreek dit met uw uroloog of verpleegkundig specialist. Zie folder Kanker en Seksualiteit (KWF). 18

Werk en kanker De gevolgen van de behandeling raken ook tijdelijk uw werk. Er is geen pasklare formule om hier mee om te gaan. Iedereen reageert anders op de behandeling. Werkgever en werknemer moeten, eventueel met de bedrijfsarts, samen om tafel om een passende vorm te vinden. De bedrijfsarts begeleidt de terugkeer naar uw werk. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler verlopen als u de bedrijfsarts al vóór de ingreep informeert of zo spoedig mogelijk na de ingreep op de hoogte brengt. U kunt een gesprek voeren met uw bedrijfsarts op het arbeidsomstandigheden-spreekuur van de Arbodienst van het bedrijf of de organisatie waar u werkt. Het is mogelijk om contact te leggen tussen de bedrijfsarts en de behandelen arts voor afstemming van de behandeling en effecten voor het werk. Dit kan alleen met toestemming van u. Meer informatie kunt u vragen bij uw verpleegkundig specialist of vinden op de website www.kankerenwerk.nl Psychische klachten Soms hebben mannen na de behandeling tegen kanker moeite om hun leven weer op te pakken. Ze zijn bijvoorbeeld snel vermoeid, hun conditie is achteruit gegaan of ze hebben last van angst en somberheid. U kunt dit bespreekbaar maken bij uw uroloog of verpleegkundig specialist. Die kan eventueel zorgen voor een verwijzing naar het psycho-oncologisch loket. Lotgenotencontact ProstaatKankerStichting.nl is een patiëntenorganisatie die lotgenotencontact biedt, voorlichting geeft en de belangen behartigt van mannen met prostaatkanker en hun naasten. Meer informatie kunt u vinden in de informatieklapper of op de website www.prostaatkankerstichting.nl. 19

Wanneer moet u na ontslag met uw specialist contact opnemen? Als de blaaskatheter verstopt is Als de blaaskatheter eruit gevallen is Bij forse wondlekkage Bij koorts boven de 38,5 ºC Bij pijn die niet onder controle is met paracetamol. Neem in deze gevallen direct contact op met uw ziekenhuis. Contactgegevens CWZ Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen Telefoon (024) 365 76 57 Tijdens kantooruren belt u de polikliniek urologie (B28) Telefoon (024) 365 82 55 Buiten kantooruren belt u met de verpleegafdeling urologie (B44) Telefoon (024) 365 78 00 Website: www.urologie.cwz.nl 20

Voor patiënten uit het Catharina Ziekenhuis Eindhoven Algemeen (receptie) Telefoon (040) 239 91 11 Website: www.catharinaziekenhuis.nl Polikliniek urologie CZE (tijdens kantooruren) Telefoon (040) 239 70 40 Spoedeisende hulp CZE (buiten kantoortijden) Telefoon (040) 239 96 00 Oncologieverpleegkundigen polikliniek urologie is bereikbaar via polikliniek urologie en email: oncologische-urologie@catharinaziekenhuis.nl Voor patiënten uit het Radboudumc Telefoon (024) 361 11 11 Website: www.radboudumc.nl Polikliniek urologie Radboudumc (tijdens kantooruren) Telefoon (024) 361 38 03 Verpleegafdeling urologie C5 (buiten kantooruren) Telefoon (024) 361 34 20 Bij geen gehoor (024) 361 11 11 (centrale) Oncologieverpleegkundigen polikliniek Telefonisch spreekuur maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 9.00 uur via 06 11079558. Via email: verpleegkundigen.uro@radboudumc.nl (reactie binnen 2 werkdagen) 21

22

23

Bericht van verhindering Bent u op het afgesproken tijdstip voor poliklinisch onderzoek of opname verhinderd, meldt u dan zo snel mogelijk af bij de polikliniek urologie van het ziekenhuis waar u verwacht wordt. Er kan dan een andere patiënt in uw plaats komen. Adres en telefoonnummer Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen Telefoon: (024) 365 76 57 Catharina ziekenhuis Michelangelolaan 2 5623 EJ Eindhoven Telefoon (040) 239 91 11 Radboudumc Geert Grooteplein-Zuid 10 6525 GA Nijmegen Telefoon (024) 361 11 11 G538-Z / 09-16