VESPER op woensdag 16 maart 2016 in de Dorpskerk te Bloemendaal aanvang: 19.15 uur Liturgen: Marianne van Riessen en Frank Jacobs Pianist: Herman Schippers Thema: 'De vreemdeling in ons midden' STILTE VOOR DE VESPER A.U.B. Muziek Introïtus (de gemeente gaat staan) l: Heer, open mijn lippen. a: Mijn mond zal zingen van uw eer. l: O God, kom mij te hulp. a: Heer, haast u mij te helpen. Openingslied: Lied 172
2 Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd, is komen uit het water en staan in de woestijn, geen god onder de goden, geen engel en geen dier, een levende, een dode, een mens in wind en vuur. Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd, dat is de dood aanvaarden, de vrede en de strijd, de dagen en de nachten, de honger en de dorst, de vragen en de angsten, de kommer en de koorts. 4 Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd, dat is de Geest aanvaarden die naar het leven leidt: de mensen niet verlaten, Gods woord zijn toegedaan, dat is op deze aarde de duivel wederstaan. (Gemeente gaat zitten) Psalmgebed: Psalm 69: 2-4, 14-16 (l = liturg; a = allen) l: 2 Red mij, God, het water staat aan mijn lippen, ik zink weg in bodemloos slijk en vind geen grond voor mijn voeten, ik ben in diep water geraakt, de stroom sleurt mij mee. 2
a: 4 Uitgeput ben ik van het roepen, mijn keel is schor geschreeuwd, mijn ogen zijn verzwakt van het uitzien naar mijn God. l: 14 En nu, HEER, richt ik mijn gebed tot u, laat dit een uur zijn van mededogen. Groot is uw ontferming, God, antwoord mij, toon uw trouw en red mij. a: 15 Trek mij uit het slijk voordat ik wegzink, laat mij ontkomen aan wie mij haten, haal mij uit dit diepe water. 16 Laat de stroom mij niet meesleuren, het slijk mij niet verzwelgen, de afgrond zijn muil niet boven mij sluiten. 900 Nada te turbe Tekst naar Theresia van Ávila Muziek Jacques Berthier Vertaling: Laat niets je verontrusten of wanhopig maken, Wie zich aan God vasthoud komt niets tekort, God alleen is genoeg.
Schriftlezing: Mattheüs 25: 5-45 5 Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, 6 ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe. 7 Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken gegeven? 8 Wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en opgenomen, u naakt gezien en gekleed? 9 Wanneer hebben wij gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar u toe gekomen? 40 En de koning zal hun antwoorden: Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan. 41 Daarop zal hij ook de groep aan zijn linkerzijde toespreken: Jullie zijn vervloekt, verdwijn uit mijn ogen naar het eeuwige vuur dat bestemd is voor de duivel en zijn engelen. 42 Want ik had honger en jullie gaven mij niet te eten, ik had dorst en jullie gaven me niet te drinken. 4 Ik was een vreemdeling en jullie namen mij niet op, ik was naakt en jullie kleedden mij niet. Ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie bezochten mij niet. 44 Dan zullen ook zij antwoorden: Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien of dorstig, als vreemdeling of naakt, ziek of in de gevangenis, en hebben wij niet voor u gezorgd? 45 En hij zal hun antwoorden: Ik verzeker jullie: alles wat jullie voor een van deze onaanzienlijken niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor mij niet gedaan. Zingen: Lied 600 4
2 Licht, geschapen, uitgesproken, Licht, dat straalt van Gods gelaat, Licht uit Licht, uit God geboren groet ons als de dageraad! 4 Licht, verschenen uit den hoge, Licht, gedompeld in de dood, Licht, onstuitbaar, niet te doven, zegen ons met morgenrood! Licht, aan liefde aangestoken, Licht, dat door het donker brandt, Licht, jij lieve lentebode, zet de nacht in vuur en vlam. 5 Licht, straal hier in onze ogen, Licht, breek uit in duizendvoud, Licht, kom ons met stralen tooien, ga ons voor van hand tot hand! Deelthema: Zorg voor de vluchteling Verhaal van een vluchteling Gedicht: De Vluchteling Herman van Veen Toen de vijand is gekomen als dieven in het donker werd mijn land vertrept en liet ik alles achter Ik ben mijn naam vergeten heb vrouw en kind verloren maar ik ben niet alleen de bergen zijn mijn vrienden Een boerin heeft mij verborgen onder kolen in de kelder toen de vijand kwam ze stierf zonder iets te zeggen Voor wie vlucht is elke scaduw een soldaat of een verrader en er is steeds de angst die je nooit alleen laat Nu de arde is besmeurd en de hemel wordt verscheurd door geschreeuw om hulp is het leven zinloos
En in Warschau of in Praag 1940 of vandaag er is geen verschil voor wie op de vlucht is Hoor de wind, de wind die fluistert en beloofd als je goed luistert dat er vrede komt misschien vandaag of morgen Muziek: Dank sei Dir, Herr Aafje Heynis Dank sei Dir Herr, Du hast dein Volk Mit Dir geführt, Dein is nun das Land. Eh diese feinde uns auch bedroh'n Deine Hand schutzte uns; In Deiner gnade gabst Du uns Heil. Dank sei Dir, Herr, Du hast Dein volk Miet Dir geführt, Dein ist nut das Land. Dank sei Dir, Herr, Du hast Dein volk Mit dir geführt, In deiner gnade gabst Du uns Heil. Moment van stilte Voorbeden en Onze Vader na elke intentie zingen we: 6
Slotlied (staande): Lied 941: 1 t/m 4 2 Gij maakt mij steeds meer vreemdeling. Ontvreemdt Ge mij dan, ding voor ding, al t oude en vertrouwde? O blinde schrik, / mijn God, mag ik niet eens mijzelf behouden? Want ik zie voor mij kruis na kruis mijn weg langs en geen enkel huis waar ik nog rust zou vinden. Kom ik zo echt / bij U terecht, ben ik wel uw beminde? 4 Spreek Gij dan in mijn hart en zeg, dat het zo goed is, dat die weg ook door uw Zoon gegaan is, en dat uw land / naar alle kant niet ver bij mij vandaan is. 7
Zegenbede: l De Heer zegene en behoede ons De Heer doe zijn aangezicht over ons lichten en zij ons genadig De Heer verheffe Zijn aangezicht over ons en geve ons vrede a Amen Pianomuziek We verlaten in stilte de kerk Bij de uitgang kunt u uw gift achterlaten voor Vluchtelingenwerk 8