Rapport Lid ONRI ISO-9001: 2000 gecertificeerd Concept Theoretische studie naar de invloed van het nieuwbouwplan aan de Zijdstraat en het Molenpad op het windaanbod van molen De Leeuw te Aalsmeer Rapportnummer WG 16318-1 d.d. 9 februari 2009 Opdrachtgever: Van Berkel Aannemers Leimuiden BV te Leimuiden Peutz bv Paletsingel 2, Postbus 696 2700 AR Zoetermeer Tel. (079) 347 03 47 Fax (079) 361 49 85 info@zoetermeer.peutz.nl www.peutz.nl Peutz bv Lindenlaan 41, Molenhoek Postbus 66, 6585 ZH Mook Tel. (024) 357 07 07 Fax (024) 358 51 50 info@mook.peutz.nl www.peutz.nl Peutz bv L. Springerlaan 37, Groningen Postbus 7, 9700 AA Groningen Tel. (050) 520 44 88 Fax (050) 526 31 78 info@groningen.peutz.nl www.peutz.nl Peutz GmbH Düsseldorf, Bonn info@peutz.de www.peutz.de Peutz SARL Paris, Lyon Info@peutz.fr www.peutz.fr Rapportnummer: WG 16318-1 Datum: 9 februari 2009 Peutz bv London info@peutz.co.uk www.peutz.co.uk Daidalos Peutz bvba Leuven Info@daidalospeutz.be www.daidalospeutz.be Ref.: AA/BLi/LvI/WG 16318-1-RA Köhler Peutz Geveltechniek bv Zoetermeer Info@gevel.com www.gevel.com Alle opdrachten aan ons bureau worden aanvaard, uitgevoerd en berekend volgens 'De Nieuwe Regeling 2005; Rechtsverhouding opdrachtgever-architect, ingenieur en adviseur' (DNR 2005). Ingeschreven KvK onder nummer 12028033. BTW identificatienummer NL004933837B01
Inhoud pagina 1. INLEIDING 3 2. SITUATIE 4 3. MOLENBIOTOOP 5 4. WINDKLIMAAT OP DE LOCATIE 7 5. BEOORDELING INVLOED NIEUWBOUWPLAN 9 5.1. Molenbiotoop 9 5.1.1. Bestaande bebouwingssituatie (figuur 5) 9 5.1.2. Geplande bebouwingssituatie (figuur 6) 9 5.2. Windklimaat 10 5.3. Bestemmingsplan 10 6. CONCLUSIE 11 BIJLAGEN: FIGUUR 5 EN 6 WG 16318-1-RA 2
1. INLEIDING In opdracht van Van Berkel Aannemers Leimuiden BV te Leimuiden is een theoretische studie verricht met betrekking tot de invloed van de geplande nieuwbouw aan de Zijdstraat en het Molenpad te Aalsmeer op het windaanbod van de nabijgelegen molen De Leeuw. De nieuwbouw betreft een winkel- en appartementencomplex. In onderstaande figuur 1 is een afbeelding van de betreffende molen weergegeven. Figuur 1: molen De Leeuw In dit rapport zal door middel van een theoretische beschouwing nader op de molenbiotoop, het windklimaat en het bestemmingsplan betreffende de molen en omgeving worden ingegaan. WG 16318-1-RA 3
2. SITUATIE Teneinde een indruk te verkrijgen van de situering van de nieuwbouw en de molen is in figuur 2 een luchtfoto met de stedenbouwkundige omgeving weergegeven. Het nieuwbouwplan is gesitueerd ten noorden van de molen op een afstand van circa 35 tot 115 meter. Figuur 2: Luchtfoto situatie Zijdstraat en Molenpad t.o.v. de molen De hoogte van de onderste punt van de verticaal staande wiek is gegeven als zijnde 8,00 meter boven het maaiveld. In het betreffende gebied zijn geen merkbare hoogteverschillen aanwezig. Derhalve wordt er geen gebruik gemaakt van NAP-hoogtes maar van hoogtes ten opzichte van het maaiveld. Deze gegevens worden gehanteerd voor het berekenen van de molenbiotoop, zie hoofdstuk 3. WG 16318-1-RA 4
3. MOLENBIOTOOP Door de gemeente Aalsmeer wordt het monumentenbeleid van de provincie Noord- Holland gehanteerd. Binnen het Monumentenbeleid worden de beschermde status van molens en hun biotopen geregeld. De richtlijn zoals vermeld in het beleidsstuk bevat criteria die van toepassing zijn voor de molenbiotoop van De Leeuw en luiden als volgt: Binnen 100 meter rond de molen mag geen bebouwing of beplanting hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek worden opgericht. Binnen een afstand van 100 tot 400 meter rond de molen, moet wat betreft bebouwing en beplantingen het volgende geregeld worden: de hoogte mag niet meer bedragen dan 1/100e van de afstand tussen de bouwwerk/beplanting en molen, gerekend van de onderste punt van de verticaal staande wiek (1 op 100 regel). Daar waar de bebouwde kom een windmolen zo dicht nadert dat de 1 op 100 regel niet meer volledig kan worden toegepast, dient met de molenbiotoop zoveel mogelijk rekening te worden gehouden. In tabel 1 zijn de berekende maximaal toelaatbare obstakelhoogtes weergegeven voor De Leeuw. Tot in ieder geval 100 meter afstand van de molen dienen obstakels niet hoger te zijn dan de hoogte van de onderzijde van de wieken. Afstand tot molen Maximale toegestane obstakelhoogte (t.o.v. MV) 0 tot 100 meter 8,0 meter 100 meter 9,0 meter 150 meter 9,5 meter 200 meter 10,0 meter 250 meter 10,5 meter 300 meter 11,0 meter 350 meter 11,5 meter 400 meter 12,0 meter Tabel 1: Maximaal toelaatbare obstakelhoogtes volgens molenbiotoop De Leeuw. WG 16318-1-RA 5
In tabel 2 zijn de verschillende gebouw- en obstakelhoogtes weergegeven welke zijn vastgesteld met behulp van het beschikbare materiaal, waaronder bouwkundige tekeningen (Bouwaanvraag fase 1 d.d. 13-01-2009) en fotomateriaal. Gebouw/obstakel Nieuwbouw Blok1 Nieuwbouw Blok2 Nieuwbouw Blok3 Nieuwbouw Blok4 Nieuwbouw Blok5 Bestaande begroeiing (variërend) Tabel 2: Gebouw/obstakelhoogtes. hoogte t.o.v. MV 9 meter 10 meter 12 meter 13 meter 9 meter 10-15 meter In hoofdstuk 5 wordt een beoordeling van de situatie gegeven op basis van deze gegevens. WG 16318-1-RA 6
4. WINDKLIMAAT OP DE LOCATIE Voor beschouwingen van het windklimaat op de locatie van de molen wordt gebruik gemaakt van een windstatistiek. Hiervoor kan worden uitgegaan van de NPR 6097:2006 Toepassing van de statistiek van de uurgemiddelde windsnelheden voor Nederland. Met behulp van de bij deze NPR behorende applicatie is voor de specifieke locatie een windstatistiek berekend op basis van meteogegevens van een groot aantal meteostations en gegevens omtrent terreinruwheden tot 6 km afstand van het project. In figuur 3 wordt de terreinruwheid van de omgeving van de molen gecategoriseerd weergegeven. Uit de windroos (figuur 4) en de windstatistiek (tabel 3) vastgesteld conform de NPR 6097 blijkt dat op de onderhavige locatie met name bij wind uit het zuidwesten (windrichtingen 210 en 240 ) hogere windsnelheden optreden en dat de wind ca. 32% van de tijd uit deze richtingen komt. Tevens blijkt uit de windroos dat bij de molen de wind uit het noord- tot noordwesten (330-360 ), corresponderend met de positie van de geplande nieuwbouw, tussen de 10% en 11% van de tijd voorkomt. Figuur 3: Categorisering omliggend gebied volgens Figuur 4: Windroos van de betreffende locatie op basis NPR 6097 (de kleur geeft de terreinruwheid aan; rood van de NPR 6097 staat bijvoorbeeld voor stedelijk bebouwd gebied, Z 0 =1,6 m) WG 16318-1-RA 7
Tabel 3: Windstatistiek van de betreffende locatie volgens NPR 6097 WG 16318-1-RA 8
5. BEOORDELING INVLOED NIEUWBOUWPLAN 5.1. Molenbiotoop In bijgevoegde figuren 5 en 6 zijn voor het geplande nieuwbouwproject de oriëntatie ten opzichte van de molen en de maximale obstakelhoogte volgens de molenbiotoop en volgens het bestemmingsplan schematisch weergegeven. Tevens is hierin de bouwhoogte van de huidige en geplande bebouwing weergegeven. 5.1.1. Bestaande bebouwingssituatie (figuur 5) De bestaande bebouwing binnen het plangebied overschrijdt op enkele punten, in geringe mate, de molenbiotoop. De molenbiotoop wordt tevens door de bestaande begroeiing overschreden. Van deze begroeiing zijn geen exacte hoogtes bekend maar aangenomen is dat de diverse bomen een hoogte hebben van circa 10 tot 15 meter. Dit zou een overschrijding van de molenbiotoop betekenen van circa 2 tot 7 meter. 5.1.2. Geplande bebouwingssituatie (figuur 6) De geplande bebouwing aan de Zijdstraat en het Molenpad is op circa 35 115 meter afstand aan de noordzijde van de molen gepland. De belemmering van de aanstromende wind bij de molen ten gevolge van de geplande nieuwbouw beslaat een maximale sector van 68. De nieuwbouw overschrijdt de maximale obstakelhoogte van de molenbiotoop over vrijwel de gehele sector van 68. De overschrijding van de molenbiotoop door het nieuwbouwplan varieert van circa 1 tot 5 meter. Bij een bouwhoogte van 13 meter (blok 4) wordt de molenbiotoop overschreden met circa 5 meter waar een bouwhoogte conform de molenbiotoop van maximaal 8 meter is toegestaan. Een gedeelte van het nieuwbouwplan, blokken 4 en 5, komt tussen de bestaande bebouwing te staan. Aangezien de hoogte van deze blokken geenszins boven de naastgelegen bestaande bebouwing uitkomt mag ondanks overschrijding van de biotoop de daadwerkelijke invloed van deze bebouwing verwaarloosd worden. Blok 4 krijgt wel een grotere diepte dan het naastliggende gebouw en kan daardoor voor enige extra belemmering zorgen. WG 16318-1-RA 9
Een groot deel van de bomen zal gerooid worden ten behoeve van de geplande nieuwbouw. De belemmering van de windvang van de molen als gevolg van de nieuwbouw zal in ieder geval ten dele gecompenseerd worden door het weghalen van de aanwezige begroeiing. 5.2. Windklimaat Gezien het globale karakter van het onderzoek wordt voor de windaanstroom bij de molen, uit de richting van de nieuwbouw, uitgegaan van de windrichtingen 330 en 360 van de windstatistiek. Deze windrichtingen uit de windstatistiek kennen een sectorgrootte van 30, tezamen 60, en zijn representatief voor de windrichtingen tussen 315 en 15. Het nieuwbouwplan beslaat een wat grotere sector (68 ) maar aangezien blok 5 de naastgelegen bebouwing niet overstijgt kan uitgegaan worden van de overige bebouwing, blokken 1-4, welke een kleinere sector (50 ) beslaan. De wind uit deze sector komt volgens de windstatistiek circa 10,8% van de tijd voor (zie tabel 3). Hiervan is binnen de grenzen waar binnen molenbedrijf mogelijk is (5 15 m/s op ashoogte) slechts circa 25% bruikbaar. Hieruit volgt dat het bruikbare windaanbod voor de molen uit deze richtingen circa 2 à 3% bedraagt. De invloed van de nieuwbouw bedraagt derhalve maximaal circa 2 à 3% van de totale draaicapaciteit van de molen. Gezien de reeds aanwezige belemmering ten gevolge van de bestaande begroeiing zal de invloed van de nieuwbouw in de praktijk veel lager uitvallen dan 2 à 3%. Bij een molen is niet alleen de aankomende wind van belang doch ook de mogelijkheid van de wind om achter de molen weg te komen. Dit speelt bij de beoordeling voor wind uit zuidelijke richtingen. Hiervan mag echter gesteld worden dat de afstand van de geplande nieuwbouw tot de molen zodanig is dat hiervan geen negatieve invloed verwacht behoeft te worden. 5.3. Bestemmingsplan Opgemerkt dient te worden dat er in het bestemmingsplan een toegestane maximale bouwhoogte is bepaald op respectievelijk 9, 10, 11 en 13 meter. Deze bouwhoogtes zijn tevens met een grijs gekleurde lijn aangegeven in de figuren 5 en 6. De maximaal toegestane bouwhoogte volgens het bestemmingsplan wordt door het nieuwbouwplan nog overschreden met 1 meter ter plaatse van blok 3. Wanneer alleen uitgegaan wordt van het bestemmingsplan, zal de geringe toename in bouwhoogte ten opzichte van de volgens het bestemmingsplan toegestane hoogte een beperkte invloed hebben op het windaanbod van de molen. Het verwijderen van de bestaande begroeiing zal een meer positief effect hebben. WG 16318-1-RA 10
6. CONCLUSIE In opdracht van Van Berkel Aannemers Leimuiden BV te Leimuiden is een theoretische studie verricht met betrekking tot de invloed van de geplande nieuwbouw aan de Zijdstraat en Molenpad te Aalsmeer op het windaanbod van de nabij gelegen molen De Leeuw. De nieuwbouw betreft een winkel- en appartementencomplex. Door de gemeente Aalsmeer wordt het monumentenbeleid van de provincie Noord- Holland gehanteerd. Binnen het monumentenbeleid worden de beschermde status van molens en hun biotopen geregeld. In dit rapport is nader op de molenbiotoop, het windklimaat en het bestemmingsplan betreffende de molen en omgeving ingegaan. Uit de resultaten van het onderzoek kunnen de volgende conclusies getrokken worden: De bestaande bebouwing binnen het plangebied overschrijdt op enkele punten, in geringe mate, de molenbiotoop. De molenbiotoop wordt tevens door de bestaande begroeiing overschreden met circa 2 tot 7 meter. De geplande nieuwbouw overschrijdt de maximale obstakelhoogte van de molenbiotoop met circa 1 tot 5 meter. De invloed van de nieuwbouw bedraagt, uitgaande van de representatieve windstatistiek voor de bouwlocatie, maximaal circa 2 à 3% van de totale draaicapaciteit van de molen. Gezien de lagere bouwhoogte van de geplande nieuwbouw ten opzichte van de bestaande begroeiing zal de invloed van de nieuwbouw in de praktijk veel lager uitvallen dan 2 à 3%. Wanneer uitgegaan wordt van het bestemmingsplan, zal de geringe toename in bouwhoogte ten opzichte van de volgens het bestemmingsplan toegestane hoogte een nog beperktere invloed hebben op het windaanbod van de molen. De maximale bouwhoogte volgens het bestemmingsplan wordt door het nieuwbouwplan aan de noordzijde (hoogte 12 meter) slechts plaatselijk overschreden met 1 meter. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat in deze rapportage is uitgegaan van een theoretische (globale) inschatting. Een meer gedetailleerde benadering kan alleen gegeven worden door het verrichten van een onderzoek aan een schaalmodel in de windtunnel. Een en ander wordt, gezien de te verwachten beperkte maximale invloed van 2 à 3%, vooralsnog echter niet noodzakelijk geacht. Mook, Dit rapport bestaat uit: 11 pagina's en 2 figuren WG 16318-1-RA 11
Molenpad doorsnede 322 Molen 'De Leeuw' 68 Zijdstraat doorsnede 344 Windsector richting 322 en 344 Schaal 1:1000 ca. 7m ca. 4m ca. 2m ca. 2m bestemmingsplan 1,5m Molen 'De Leeuw' 100m MV Doorsnede richting 322 Schaal 1:1000 1,5m 5m 3m bestemmingsplan Molen 'De Leeuw' 100m Doorsnede richting 344 = max. obstakelhoogte (molenbiotoopbeleid N-H) = max. bouwhoogte (bestemmingsplan) = bestaande bebouwing = geplande bebouwing = begroeiing Molen 'De Leeuw', Aalsmeer Nieuwbouwplan aan de Zijdstraat en Molenpad Bestaande situatie: - windsector richting 322 en 344 - doorsnede richting 322 en 344 Schaal 1:1000 WG 16318-1-RA Figuur 5
Molenpad doorsnede 322 Molen 'De Leeuw' Blok1 Blok2 Blok3 68 Blok5 Blok4 Zijdstraat doorsnede 344 Windsector richting 322 en 344 Schaal 1:1000 h=9m 2m h=10m 4m h=12m bestemmingsplan 1,5m Molen 'De Leeuw' <10m 35m 100m 135m MV Doorsnede richting 322 Schaal 1:1000 1,5m 5m 5m h=13m 4m h=12m bestemmingsplan Molen 'De Leeuw' <10m 70m 100m MV Doorsnede richting 344 Schaal 1:1000 = max. obstakelhoogte (molenbiotoopbeleid N-H) = max. bouwhoogte (bestemmingsplan) = bestaande bebouwing = geplande bebouwing = begroeiing Molen 'De Leeuw', Aalsmeer Nieuwbouwplan aan de Zijdstraat en Molenpad Geplande situatie: - windsector richting 322 en 344 - doorsnede richting 322 en 344 WG 16318-1-RA Figuur 6