Federatie KNMG Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst A.C. Nieuwenhuijzen Kruseman, voorzitter W.P. Rijksen, algemeen directeur Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht Postbus 20051, 3502 LB Utrecht tel. 030 2823 800 fax 030 2823 326 info@fed.knmg.nl www.knmg.nl Federatiepartners KAMG Koepel Artsen Maatschappij en Gezondheid mw. F.P. Koning-van den Berg van Saparoea, voorzitter R. Duzijn, directeur tel. 030 6868 772 kamg@cantrijn.nl www.kamg.nl LAD Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband J.G. van Enk, voorzitter C. van den Brekel, directeur tel. 030 6702 702 bureau@lad-info.nl www.artsennet.nl/lad LHV Landelijke Huisartsen Vereniging S.R.A. van Eijck, voorzitter L. Hennink, algemeen directeur tel. 030 2823 723 lhv@lhv.nl www.lhv.nl NVAB Nederlandse Vereniging voor Arbeidsen Bedrijfsgeneeskunde P.E. Rodenburg, voorzitter C. van Vliet, directeur tel. 040 2481 322 nvab@planet.nl www.nvab-online.nl NVVG Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde H.J. Hullen, voorzitter mw. C.F.M. Woldberg, directeur tel. 030 6868 764 secretariaat@nvvg.nl www.nvvg.nl OMS Orde van Medisch Specialisten F.H.G. de Grave, algemeen voorzitter B.J. Heesen, directeur tel. 030 2823 650 secr@orde.nl www.orde.nl Verenso Specialisten in ouderen geneeskunde mw. G.M. Draijer, voorzitter F.J. Roos, directeur tel. 030 2823 481 info@verenso.nl www.verenso.nl Han Hullen, voorzitter NVVG De curatieve keten: de ideale poortwachter De verzekeringsarts wordt gezien als de poortwachter van de sociale zekerheid; de verzekeringsarts is van de claimbeoordeling. Ik heb in deze column al meerdere malen betoogd dat de verzekeringsarts ook sociaal geneeskundige is en daarom preventie tot zijn taak moet rekenen. Preventie in de zin van arbeid betekent dat een patiënt moet kunnen blijven deelnemen aan de maatschappij, in alle rollen die voor een patiënt gelden. Een prominente rol is de rol van werknemer of werkende. Preventie voor een werkende betekent zorgen dat de werkende kan blijven functioneren, preventie dus van uitval uit het arbeidsproces. Traditioneel wordt deze rol toegedicht aan de bedrijfsarts en secundair de verzekeringsarts. Dat ook de curatieve collega s een wezenlijke rol hebben bij preventie van uitval, anders geformuleerd bij behoud van participatie, wordt minder benoemd. voorzitterscolumn De conceptrichtlijn Reumatoïde artritis en participatie in arbeid geeft hier voor patiënten met reumatoïde artritis handvatten voor, die onverkort voor alle chronische aandoeningen of aandoeningen met gevolgen voor participatie kunnen gelden. Uitgangspunt daarbij is dat vanzelfsprekend primair een goede behandeling moet worden gegeven. Dit blijkt echter niet voldoende om ook participatie te garanderen. Bij chronische aandoeningen zijn juist de persoonlijke kenmerken van de patiënt, zoals de eigen verwachtingen, de copingstijl en het gedrag van grote betekenis voor behoud van participatie. Het beïnvloeden van deze factoren kan bijdragen aan een eerdere of betere terugkeer in de maatschappij. Dit moet daarom vanaf het prille begin deel uitmaken van de behandeling en begeleiding door huisarts, specialist en paramedici. De simpele vraag of iemand problemen heeft bij werk, en of er ondersteuning nodig is bij terugkeer naar werk, kan al een grote invloed hebben op het gedrag en de keuzes van de patiënt. In de richtlijn is opgenomen dat iedere behandelaar regelmatig vraagt naar problemen met arbeid, en vraagt naar de wens of noodzaak tot hulp om aan het werk te blijven. Vervolgens is op indicatie een activerende aanpak gewenst om de gedragsstijl van de patiënt zo te modificeren dat deze werkt aan behoud van participatie. De behandelketen moet activeren. De richtlijn is besproken op de voorjaarsvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie, en is door de aanwezige reumatologen positief ontvangen. Het is goed dat zij de aandacht voor participatie noodzakelijk vinden voor hun patiënt. Voorwaarde is wel dat er een goede communicatie is met de andere behandelaars, inclusief bedrijfsarts en verzekeringsarts. Eigenlijk zouden daarvoor nog systeemveranderingen moeten plaatsvinden, waardoor de bedrijfsarts dichter en herkenbaarder aan de curatieve keten wordt gekoppeld. Ook binnen het huidige stelsel is die communicatie met goede wil te verwezenlijken, bijvoorbeeld via de patiënt. Het is het belang van de patiënt dat met deze keten wordt gediend. Preventie van uitval uit arbeid is een taak voor alle behandelaars Dus preventie van uitval uit arbeid is een taak voor alle behandelaars. Als iedereen hierin het maximale doet, heeft onze patiënt de sociale zekerheid niet nodig. Het optimale poortwachterschap! Beeld: De Beeldredaktie, Maarten Hartman 67 nr. 6 10 februari 2012 Medisch Contact 361
column KNMG en Federatiepartners Algemene vragen? 030 2823 911 info@fed.knmg.nl www.knmg.nl Bankrekeningnummer ABN Amro 45 64 48 969 Bel de KNMG Artseninfolijn tel. 030 2823 322 over n juridische en medisch-ethische onderwerpen n inhoudelijke informatie over beleidsterreinen van de KNMG n loopbaanvragen n lidmaatschap, wijzigingen in persoonlijke gegevens artseninfolijn@fed.knmg.nl www.knmg.nl/artseninfolijn Loopbaanbureau www.knmg.nl/loopbaanbureau tel. 030 2823 322 Vragen over districten tel. 030 2823 866 Vragen over studentenzaken tel. 030 2823 399 Persvragen? Tel. 030 2823 843 communicatie@fed.knmg.nl Bibliotheek en documentatie service tel. 030 2823 370, fax 030 2823 326, bibliotheek@fed.knmg.nl KNMG Opleiding en Registratie tel. 030 2823 398 F.C. Raasveldt, directeur CGS College Geneeskundige Specialismen tel. 030 2823 281 mw. mr. V.J. Schelfhout-van Deventer, secretaris HVRC Huisarts, Verpleeghuisarts en arts voor verstandelijk gehandicapten Registratie Commissie J. Stolk, secretaris MSRC Medisch Specialisten Registratie Commissie dr. P. Blok, dr. R. Braams en dr. L. Verschoor, secretarissen SGRC Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie mw. mr. P.A. Hadders, secretaris Bureau MSRC/HVRC/SGRC tel. 030 2823 833 mw. D. Hennevelt-Wolters, bureauhoofd Vragen over: n opleiding: tel. 030 2823 905 n eerste registratie: tel. 030 2823 903 n herregistratie: tel. 030 2823 906 n erkenningen: tel. 030 2823 904 n buitenlands gediplomeerden: tel. 030 2823 389 Vragen over arbeidsvoorwaarden? LAD, tel. 030 6702 701 / 6702 702 / 6702 704 op werkdagen tussen 9.30 en 12.30 uur. Serviceverlening Werkgelegenheid Geneeskundigen Serviceverlening Werkgelegenheid Genees kundigen Arts en Werk, tel. 030 6702 750 of info@swg.nl; www.swg.nl Europese Bonuskaart voor dokters Toen ik afgelopen zaterdag de wekelijkse boodschappen afrekende, bleek dat ik 4,71 euro korting op mijn aankopen kreeg. Een aardig bedrag, zeker nu alles duurder wordt. Die korting had ik te danken aan de Bonuskaart. U kent m vast wel: een blauwe plastic kaart op creditcardformaat die wordt uitgegeven door een grootgrutter uit de Zaanstreek die-op-dekleintjes-let. Hij let niet alleen op de kleintjes, maar hij let ook op mij. Zo weet meneer A.H. te Z. dat ik kinderen heb. Dat mijn kinderen dagelijks melk mee naar school nemen. Dat ik geen huisdieren heb. En bij welke bank ik bankier. Hoe weet meneer A.H. dit allemaal? Meneer A.H. brengt mijn aankoopgedrag in kaart. Al veertien jaar lang. En binnenkort gaat hij mij zelfs op maat aanbiedingen voorschotelen. Aanbiedingen van producten die ik regelmatig koop of die bij mijn wensen zouden aansluiten, aldus een woordvoerder. Nu wordt het interessant. Want hoe weet meneer A.H. dat mijn kinderen liever cola dan melk mee naar school zouden willen nemen? Of dat ik stiekem best een hond zou willen? Nog een paar jaar en de registratiecommissie weet alles van u Ik moest aan de Bonuskaart denken toen ik de recente voorstellen las van de Europese Commissie om de mobiliteit van burgers binnen Europa te vergroten. Uit een Europees onderzoek blijkt dat 28 procent van de burgers in de EU overweegt in het buitenland te gaan werken. Om dat makkelijker te maken introduceert de Europese Commissie de Europese beroepskaart. Wat betekent dit voor artsen? Stel u wilt zich als huisarts vestigen in Engeland. U gaat dan niet naar de Britse registratieautoriteit, maar wendt zich tot de registratiecommissie van de KNMG. Uw gegevens over uw opleiding tot arts, uw specialisatie, waarnemingen en bij -en nascholing worden door de registratiecommissie op uw digitale Europese beroepskaart geplaatst en naar Engeland gestuurd. U identificeert zich met uw persoonlijke DigiD en betaalt de registratiekosten met behulp van ideal. U hoeft de deur niet uit om te kunnen migreren! Nog een paar jaar geduld en de registratiecommissie weet alles van u. Hoeveel uur u werkt, waar en wanneer u hebt waargenomen, dat u jaarlijks naar Zwitserland gaat voor de vereiste nascholing en of u van plan bent om zich elders in Europa te vestigen. Al deze gegevens staan straks op uw Europese beroepskaart, voor het geval u besluit uw praktijk in Nederland te sluiten en morgen in Engeland aan de slag te gaan. Of in Bulgarije. Of in Zweden. Als u zorgt dat de registratiecommissie alles van u weet, blijft u een heleboel rompslomp bespaard. De registratiecommissie zorgt er op haar beurt voor dat zij u persoonlijke aanbiedingen doet. Door u te attenderen op vacatures. Of u te wijzen op voor u relevante bij- en nascholing. Dat uw gegevens ook worden gebruikt om migratiestromen en vervroegde uittreding in kaart te brengen, kan niemand bezwaarlijk vinden. De Europese Bonuskaart: voor u en de registratiecommissie een winwinsituatie! Toch? Rudi van Reenen, hoofd stafbureau opleiding & registratie KNMG Reageren kan op www.knmg.nl/columns. 362 Medisch Contact 10 februari 2012 67 nr. 6
Intervisie voor vrouwelijke bestuurders in de zorg Een instrument voor deskundigheidsbevordering federatienieuws Steeds meer professionals maken gebruik van intervisie voor het vergroten van hun kennis en vaardigheden op hun vakgebied. Dat het ook een uitstekend instrument is voor persoonlijke ontwikkeling en zelfs voor organisatieontwikkeling, is minder bekend. Intervisie is een uitstekend instrument voor deskundigheidsbevordering, waarbij professionals of medewerkers met elkaar meedenken over vraagstukken uit de eigen werksituatie. Dit meedenken gebeurt niet door het aandragen van oplossingen, maar door het stellen van vragen met behulp van een intervisiemethode. Zo wordt inzicht verkregen op het ingebrachte probleem en op de wijze waarop gehandeld kan worden. Intervisie laat zien dat persoonlijke en professionele groei onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Ben jij een vrouwelijke manager of bestuurder in de zorg? En zie jij intervisie als een meerwaarde voor de dagelijkse praktijk? Geef je dan nu op voor het intervisieaanbod van de KNMG in samenwerking met Match & Mentor. Hoe werkt intervisie? Bij intervisie wordt gewerkt: via een methodische aanpak; onder begeleiding van een facilitator/mentor van Match & Mentor; met een groep van zes tot acht personen; met een door de deelnemers ingebracht vraagstuk uit de werkpraktijk; om inzicht te krijgen in handelingsmogelijkheden en acties; om via een actieve rol van de deelnemers inzicht te krijgen in het vraagstuk. Kijk voor meer informatie op www.knmg.nl/intervisie of mail naar congresbureau@fed.knmg.nl. CARRIÈREBEURS 2012 Welke medische vervolgopleiding moet ik kiezen? Kom naar de grootste medische carrièrebeurs van Nederland en laat je informeren over jouw artsenloopbaan. Mis dit evenement niet en meld je nu aan! Zaterdag 31 maart 2012 www.knmgcarrierebeurs.nl / www.facebook.com/fed.knmg Van 10.00 tot 17.30 uur Twitteren over de carrièrebeurs? Gebruik #cbknmg Beatrixgebouw Utrecht 67 nr. 6 10 februari 2012 Medisch Contact 363
Debatavond Jongensbesnijdenis ontmoedigen? En hoe dan? District Amsterdam Tot nu toe verwijzen veel artsen, zonder er diep over na te denken, bij een verzoek tot jongensbesnijdenis naar het ziekenhuis of de besnijdeniskliniek. Maar in 2010 publiceerde de KNMG een standpunt over jongensbesnijdenis met als kernboodschap: Mede in het licht van de complicaties die tijdens of na de circumcisie kunnen ontstaan, is circumcisie om redenen anders dan medisch-therapeutische, niet te rechtvaardigen. De KNMG roept verwijzende artsen op om ouders/verzorgers die niet-therapeutische circumcisie voor minderjarige jongens overwegen, nadrukkelijk op de hoogte te brengen van de kans op complicaties en het ontbreken van overtuigende medische voordelen. Mooi gesproken, maar hoe werkt het in de praktijk? Moet u als arts de discussie wel aangaan? En als dat al moet, hoe doet u dat dan? Begeeft u zich als arts niet in culturele en religieuze domeinen, waar u liever buiten blijft? Over het KNMG-standpunt in de dagelijkse praktijk organiseert KNMG-district Amsterdam in samenwerking met KNMG-landelijk een debatavond op 13 maart om 19.30 uur in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis. Inleiders zijn: Gert van Dijk, ethicus en medeauteur van het KNMGrapport; Lex Klijn, oprichter en directeur besnijdeniskliniek Amsterdam; Tom de Jong, hoogleraar kinderurologie. Kees Melcherts en Naziha Eddaoudi, respectievelijk huisarts en praktijkassistente van de Parkstad kliniek, zullen als eerste een reactie geven op de inleidingen. Daarna is het woord aan u. datum : 13 maart locatie : Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam aanvang : 19.30 uur aanmelden : districten@fed.knmg.nl Voor deze bijeenkomst is accreditatie aangevraagd. U kunt deze bijeenkomst ook bijwonen bij KNMG District Den Haag op 24 mei. Andere districten die interesse hebben om de avond te organiseren kunnen zich melden bij de KNMG. Informeer naar de mogelijkheden via districten@fed.knmg.nl. Nieuw programma LHV Academie biedt veel keus Met de LHV Academie biedt de LHV haar leden praktische, geaccrediteerde nascholing. De cursussen behandelen actuele onderwerpen die onder praktijkvoering en -organisatie vallen. Ook dit jaar is er weer een gevarieerd aanbod workshops. Anke de Boer, die namens de LHV de praktische kant organiseert, geeft een toelichting bij het nascholingsprogramma van dit jaar. Anke de Boer: Veel ruimte voor eigen inbreng. e LHV biedt haar leden Dvolledig onafhankelijk, praktische en praktijkgerichte nascholing, legt De Boer uit. We kiezen goede trainers die bekend zijn met het huisartsenvak. Het praktische komt terug in de manier waarop de workshops zijn opgebouwd. Er is veel ruimte voor eigen inbreng van de deelnemers, vertelt De Boer. Men kan een eigen casus inbrengen en daar gaan we actief mee aan de slag. Je krijgt dus meteen antwoord op je vragen. Vragen van leden De keuze voor de onderwerpen wordt bepaald door vragen die bij de leden leven. De Boer: Zo kreeg de LHV veel vragen over beoordelingsgesprekken en of leden daarbij ondersteund konden worden. Daaruit is de Workshop Beoordelingsgesprekken ontstaan. Daarnaast bleek dat bij de deelnemers ook behoefte aan een Workshop Functioneringsgesprekken bestond. Die is nu ook opgezet, en de eerste vindt op 2 februari plaats. Hoewel de LHV Academie primair workshops aan haar huisarts-leden aanbiedt, zijn ook praktijkmanagers die voor LHV-leden werken welkom. Niet-leden (huisarts of praktijkmanager) kunnen zich ook aanmelden, maar betalen een hogere deelnameprijs. Meer informatie op www.lhv.nl of per telefoon: 030 2823 792. 364 Medisch Contact 10 februari 2012 67 nr. 6
Medisch specialist verantwoordelijk voor productie, kwaliteit en veiligheid federatienieuws Het is belangrijk dat ook medisch specialisten in dienstverband hun kosten en baten in het ziekenhuis inzichtelijk maken, zodat de productie duidelijk is. Registratie en organisatie zijn belangrijk. In een nieuwe AMS moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over een levensfasebewust personeelsbeleid, dat niet alleen gericht is op de oudere groep medisch specialisten, maar ook voorziet in de behoeften van de jongere groep medisch specialisten. Hoe kunnen we een oplossing vinden voor de hand over hand toenemende dienstendruk, waarbij het draaien van diensten en een goede hersteltijd beter in evenwicht zijn? Dit zijn slechts een paar onderwerpen die tijdens de eerste AMS-bijeenkomsten in Groningen, Tilburg, Ede en Nijmegen zijn besproken. De hoge opkomst maakt opnieuw duidelijk dat de positie van de medisch specialisten in dienstverband verbeterd moet worden. LAD en OMS willen dit vastleggen in een vernieuwde Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten in dienstverband (AMS). RVE s, levensfasebeleid en dienstendruk Nu de zorgverzekeraars selectiever worden in hun inkoopbeleid, is het nog belangrijker dat ziekenhuizen kunnen aantonen welke productie zij realiseren tegen welke kosten. Elke vakgroep moet inzicht hebben in de eigen productie. Ook de verrichtingen die ten behoeve van andere specialismen worden gedaan, moeten in beeld komen. Daarnaast moeten raden van bestuur randvoorwaarden bieden, te beginnen met (management)informatie. Dit zou kunnen door het invoeren van resultaatverantwoordelijke eenheden (RVE s). De verantwoordelijkheid voor de vakgroep komt hiermee meer in handen van de medisch specialist. Een verantwoordelijkheid voor de drie-eenheid van productie, kwaliteit en veiligheid. Het belangrijkste doel is het versterken van de (onderhandelings)positie van de medisch specialist in dienstverband in het veranderende krachtenveld binnen het ziekenhuis, in relatie tot de raad van bestuur en de zorgverzekeraar. Dit is ook een belangrijk onderwerp in de onderhandelingen met de NVZ vereniging van ziekenhuizen. Ook aan tal van arbeidsvoorwaardelijke onderwerpen moet volgens LAD en OMS in de nieuwe AMS aandacht worden besteed, zoals levensfasebewust personeelsbeleid en de dienstendruk die medisch specialisten ervaren. Tot eind maart gaan OMS en LAD langs de ziekenhuizen om met de medisch specialisten in discussie te gaan over een vernieuwde AMS. Wilt u ook een bijeenkomst bijwonen? Meld u dan aan via info@amsvernieuwing.nl. Op amsvernieuwing.nl vindt u de data en locaties. Verenso-beurs voor onderzoek Het jaar 2012 wordt een bijzonder jaar voor Verenso. Op 30 november 2012 bestaan wij 40 jaar! Om dit te vieren stelt Verenso een beurs in. Deze beurs heeft als doel de onderbouwing van ons vakgebied, de ouderengeneeskunde, te bevorderen. Het aanvragen van een subsidie uit de beurs staat open voor specialisten ouderengeneeskunde, sociaal geriaters en specialisten ouderengeneeskunde in opleiding, die lid zijn van Verenso. Denk hierbij aan een promotieonderzoek, onderzoek over specifieke aandoeningen in de praktijk van de specialist ouderengeneeskunde of de onderbouwing van practice based geneeskunde. Verschillende vormen van onderzoek zijn dus mogelijk. Beurs in stand houden Verenso stelt op haar verjaardag 10.000 euro beschikbaar voor dit doel. Daarnaast zullen we ons inzetten om fondsen te werven voor het in stand houden van de beurs. Organisaties of personen die de beurs een warm hart toedragen, kunnen een bijdrage storten op het Verenso-rekeningnummer 48.80.57.159 t.n.v. beurs Verenso. Iedere bijdrage is welkom. Op 30 november, tijdens het Verenso Jaarcongres, maken wij bekend wat de bestemming van de beurs in 2012 wordt. Tot die tijd houden wij u op de hoogte van alle inzendingen via www.verenso.nl. Ingezonden subsidie-aanvragen die voldoen aan de voorwaarden voor de beurs, worden hier kort beschreven. Deadline projectvoorstel Aanvragen voor een subsidie dienen uiterlijk maandag 1 oktober 2012 in het bezit te zijn van Verenso. Uw aanvraag dient te voldoen aan de eisen zoals gesteld in het document Voorwaarden toekenning subsidie uit Verenso-beurs. Dit document vindt u op www.verenso.nl. 67 nr. 6 10 februari 2012 Medisch Contact 365
Nieuwe normen radiotherapie borgen kwaliteit bestraling van kankerpatiënten De Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie heeft normen vastgesteld waaraan bestaande en nieuw op te richten afdelingen Radiotherapie moeten voldoen. Hierdoor vindt borging plaats van complexe zorg aan patiënten met kanker. Het ministerie van VWS, de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de Nederlandse Federatie van Kankerpatiënten organisaties en de zorgverzekeraars ondersteunen deze normen. Randvoorwaarden voor goede patiëntenzorg De normen omschrijven de materiële en personele eisen aan radiotherapeutische afdelingen. Zo is beschreven hoeveel bestralingstoestellen aanwezig moeten zijn, maar ook de omvang van de verschillende beroepsgroepen die betrokken zijn bij de behandeling. De normen schrijven ook voor dat radiotherapeuten twee tot drie aandachtsgebieden hebben. Voorbeelden van deze aandachtsgebieden zijn: behandeling van borstkanker, longkanker en prostaatkanker. Hierdoor ontstaat superspecialisatie, die de kwaliteit van zorg aan de patiënt nog hoogwaardiger maakt. Om goede kwaliteit van zorg te borgen schrijven de normen ten slotte voor dat een instelling ten minste 1200 nieuwe patiënten per jaar behandelt. Regulering door beroepsgroep Tot begin dit jaar verleende de overheid vergunningen aan radiotherapeutische centra, op basis van de Wet Bijzondere Medische Verrichtingen (WBMV). Met het vervallen van deze vergunningverlening werd het noodzakelijk te omschrijven aan welke kwaliteitseisen radiotherapeutische centra moeten voldoen. Kwaliteitsnorm Ter voorbereiding op het opstellen van de normen is een inventarisatie uitgevoerd naar de kwaliteit van de afdelingen Radiotherapie. Deze wees uit dat de kwaliteit van radiotherapeutische zorg van hoog niveau is. Alle afdelingen voldoen aan de kwaliteit zoals die in de normen wordt omschreven. Een gering aantal afdelingen heeft op dit moment nog niet de benodigde stafomvang om het brede aanbod van alle aandachtsgebieden aan te bieden. Deze afdelingen stellen binnen drie maanden een plan op om aan deze norm te voldoen. Het jaar 2012 wordt beschouwd als overgangsjaar, zodat per 1 januari 2013 alle afdelingen voldoen aan de kwaliteitsnormen. zaterdag 21 april Kijk voor meer informatie over de workshops en aanmelden op www.dejongeorde.nl/aiosdag * Bereid je nu voor op jouw toekomst: workshops voor startende aios én aios die bijna klaar zijn met hun opleiding * Workshops met praktische tips & adviezen * Door professionals en (aankomend) medisch specialisten 366 Medisch Contact 10 februari 2012 67 nr. 6