Onderzoek Flora- en faunawet Weustinkweg 14 te Enschede

Vergelijkbare documenten
Quickscan Flora- en faunawet twee locaties Schuilenburgerweg 31, Gemeente Hellendoorn

Verkennend onderzoek Flora- en faunawet Eeftink

Flora- en faunawetonderzoek Savendonk, Boxtel

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Quickscan Flora- en faunawet Rondweg Wierden

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

MEMO. Vleermuizen Sportlaan 2 4 te Gemert

Quick-scan Flora- en faunawet HOV West Hengelostraat Gemeente Enschede

Kinderdagverblijf en belevingstuin

Flora- en faunaonderzoek Horstweg 5 en Deventerweg 79, Laren (Gld)

BJZ.NU T.a.v. de heer W. Bekke Twentepoort Oost RG ALMELO. Goor, 17 februari 2010

Samenvatting quickscan natuurtoets

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari Auteur Veldonderzoek Projectcode

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

QUICKSCAN FLORA & FAUNA CATHARIJNESTEEG 10 BARNEVELD ADVISEUR HENK JANSEN VERSIE 1.0

Notitie quickscan Flora en fauna

Tabel 1: Inventarisatieschema onderzoek Waterspitsmuis.

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad

Quickscan flora en fauna. Woonhuis Wijststraat 3 te Heesch

Quickscan Flora- en faunawet twee locaties Veldhuizenweg, Gemeente Hellendoorn

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Nigtevechtseweg 64, Vreeland

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Nader onderzoek. Vleermuizen. V.S.O. School de "Keerkring" Woerden. Gemeente Woerden Ecologisch onderzoek en advies.

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

Quick-scan Flora- en faunawet Kleen Esch, Hoge Hexel

Toets flora en fauna Molenstraat 59c te Gemert

Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk

Notitie aanvullend onderzoek

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet bomen Hoofdweg, Harderwijk

Verkennend onderzoek Flora- en faunawet Diekman Sport Gemeente Enschede

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Natuurtoets MCS. Planteam Groen, Recreatie en Water

Buro Maerlant. Gemert Heuvel 21. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Uilenonderzoek Kleen Esch, Hoge Hexel

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Quickscan Flora- en faunawet Van Pallandtlaan, Wezep

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Quickscan flora en fauna. Kilderseweg 2a te Zeddam

Project Status Datum. Rood voor Rood Duivendansweg 10 definitief 24 maart Auteur Veldonderzoek Projectcode

Onderzoek Flora- en faunawet Katingerveld Balkbrug, gemeente Hardenberg

Quickscan flora en fauna

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

Quickscan natuurtoets Middelweg, Alphen aan den Rijn

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH

Quickscan flora en fauna

Toets flora en fauna Tempeliersweg 46 te Haaren

Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6. Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen

Toets flora en fauna Kolping te Nijmegen

Quickscan Flora- en faunawet Wethouder Petterweg, Ommen

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Quickscan flora en fauna

Buro Maerlant. Rotterdam Marinestraat. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

notitie drs. M.J. Schilt 1. ONDERDEEL ECOLOGIE

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Quickscan Flora- en faunawet "Het Brunink, woonvelden 3, 4 & 7" (Enschede)

Notitie flora en fauna

Veldinventarisatierapport t Hof 12 te Uddel. Opdrachtgever: Van Beijnum Architecten. 18 mei projectnummer

TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Erasmuslijn Den Haag. Quick scan ecologie en vleermuisonderzoek. Movares Nederland B.V. drs. T.P. Seip Kenmerk MNO-TS Versie 1.

Quickscan natuurwetgeving Haarsweg, Ommen

Quickscan flora en fauna. Hoogstraat / t Dorp te Heesch

6 Flora- en fauna quickscan

Quickscan Flora- en Faunawet. t.b.v. sloop Opstallen. Oude Maasstraat 18 gemeente Uden

Buro Maerlant. Heesch Wijststraat 15. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Quickscan samenvatting gemeentewerf Ouverturebaan 1, Harderwijk

Vleermuizenonderzoek Middenweg te Heerhugowaard

Quickscan natuurtoets samenvatting Realisatie stadsboerderij Hertenkamp, Ommen

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Eelerwoude B.V. S. Semmekrot Mossendamsdwarsweg AB GOOR. Datum 12 augustus 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Quickscan samenvatting natuurtoets Westpolder/Bolwerk, deelplan 5 bouwstroom F1 en G, Berkel en Rodenrijs.

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Onderzoek flora en fauna

Briefrapport. Globale ligging plangebied. AANLEIDING EN METHODE. De heer E.J. Overbeek. datum: 16 september quick scan flora en fauna

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Toets flora en fauna President Verhofstadtstraat Groeskuilenstraat en Virmundtstraat te Gemert

Quick-scan Stationlaan Zevenbergen

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

Toets flora en fauna Heuvel te Gemert

Quick-scan Flora- en faunawet Haaksbergerstraat, Enschede

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Transcriptie:

Onderzoek Flora- en faunawet Weustinkweg 14 te Enschede Opdrachtgever: Dhr. H.B.J. van Lochem Weustinkweg 12 7544 RK Enschede Tel: 053-4769879 Opdrachtnemer: Eelerwoude Mossendamsdwarsweg 3 7472 DB Goor Postbus 53, 7470 AB Goor Tel.: 0547-263515 Fax: 0547-263315 e-mail: info@eelerwoude.nl http://www.eelerwoude.nl Project nr. 1945 Opgesteld door Gecontroleerd Datum Merijn Volkers Marionne van de Klashorst 19 juni 2007

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 1.1 Aanleiding en doel...1 1.2 Leeswijzer...1 1.3 Afbakening...1 2. SITUATIE EN PLANVORMING...2 2.1 Gebiedsbeschrijving...2 2.2 Beleidskader...2 2.3 Ruimtelijke ontwikkelingen...2 3. ONDERZOEKSRESULTATEN EN ANALYSE...3 3.1 Methode...3 3.2 Flora en vegetatie...3 3.3 Fauna...3 4. CONCLUSIES EN ADVIES...4 4.1 Effecten...4 4.2 Conclusies...4 LITERATUUR BIJLAGEN

Onderzoek Flora- en faunawet Weustinkweg 30 te Enschede 1 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding en doel In opdracht van de de heer van Lochem is op zijn erf aan Weusinkweg 12 nabij Enschede een onderzoek in het kader van de Flora- en faunawet uitgevoerd. In het kader van de Rood voor rood-regeling zullen de op zijn terrein aanwezige (agrarische) bedrijfsgebouwen worden afgebroken. De historische schuur (schöppe) zal worden gerenoveerd, het huidige woonhuis en het nieuwe bijgebouw zullen gehandhaafd blijven. Het terrein is op de avond van 13 juni 2007 bezocht. Doel van het onderzoek is om een beeld te krijgen van de aanwezige terreintypen en eventueel voorkomende beschermde soorten. Aan de hand hiervan kunnen uitspraken worden gedaan over de (mogelijke) effecten van de voorgenomen sloop en herinrichting op de aanwezige beschermde soorten. De veldgegevens zijn aangevuld met informatie afkomstig uit verspreidingsatlassen over beschermde soorten. 1.2 Leeswijzer In deze rapportage wordt in hoofdstuk 2 het projectgebied kort beschreven en ingegaan op het beleidskader en de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 de onderzoeksresultaten besproken en geanalyseerd, gevolgd door conclusies en advies in hoofdstuk 4. Figuur 1. Ligging van de projectlocatie ten zuiden van Enschede. geen aansprakelijkheid voor de inhoud, interpretaties of conclusies indien gebruik wordt gemaakt van deelaspecten uit deze rapportage. Tevens aanvaardt Eelerwoude geen aansprakelijkheid voor kosten en vertraging die optreden als gevolg van het voorkomen van beschermde flora en fauna. 1.3 Afbakening Het terrein maakt geen onderdeel uit van een in het kader van de Natuurbeschermingswet begrensd gebied. Dit onderzoek beperkt zich tot een toetsing in het kader van de Flora- en faunawet. De initiatiefnemer of opdrachtgever is verantwoordelijk voor het gebruik van de rapportage. Eelerwoude aanvaardt dan ook

Onderzoek Flora- en faunawet Weustinkweg 30 te Enschede 2 2. SITUATIE EN PLANVORMING 2.1 Gebiedsbeschrijving Het projectgebied ligt in het buitengebied ten zuiden van Enschede aan de Weustinkweg. De locatie (figuur 2) bestaat uit een woonhuis, een oude historische schuur (Schöppe), een oude loopstal, een machineloods en een nieuw bijgebouw. Een tweetal gebouwen, nr 6 en 7 van figuur 2, waren tijdens het veldbezoek reeds gesloopt. Rondom het woonhuis is een siertuin met enkele volwassen eiken en een gazon aanwezig. De grond waar de reeds gesloopte gebouwen stonden is geëgaliseerd en nog onbegroeid. Achter de stal staat een struweel van berk, els en geoorde wilg en liggen enkele hopen grond in depot, welke zijn begroeid met ruigtekruiden. Verder is het erf verhard en liggen er bouwmaterialen opgeslagen. 2.2 Beleidskader Flora- en faunawet De Flora- en faunawet voorziet in de bescherming van een aantal planten- en diersoorten en gaat hierbij uit van het nee, tenzij -beginsel. Centraal hierbij staat de zorgplicht. De zorgplicht houdt in dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving. Samengevat kan worden gesteld dat alle vogels, zoogdieren, amfibieën en reptielen en een aantal, meest zeldzame planten, vlinders, libellen, vissen en ongewervelden beschermd zijn. In de praktijk betekent dit dat bepaalde handelingen ten aanzien van dieren en planten slechts onder bepaalde voorwaarden mogelijk zijn. De Floraen faunawet heeft in die zin dan ook de nodige consequenties bij ruimtelijke ontwikkelingen. Voor een nadere toelichting op de Flora- en faunawet wordt verwezen naar bijlage 1. Figuur 2. Overzicht onderzoekslocatie 2.3 Ruimtelijke ontwikkelingen Binnen het project wordt het bestaande erf heringericht. Het woonhuis en bijbehorende berging zullen gehandhaafd blijven. De naastgelegen historische schuur (schöppe) zal worden gerenoveerd. De overige gebouwen worden gesloopt, daarvoor in de plaats zal een nieuw woonhuis en berging worden neergezet. Verder zal het terrein worden ingericht met groenstructuren. Tussen de twee nieuw ontstane erven komt een bosje en achter de schöppe is een boomgaard gesitueerd. Verder komt er een weide en zullen nog enkele solitaire bomen worden aangepland. Voor de verdere inrichtingsschets zie bijlage 2.

Onderzoek Flora- en faunawet Weustinkweg 30 te Enschede 3 3. ONDERZOEKSRESULTATEN EN ANALYSE 3.1 Methode Op 13 juni 2007 is in de avond het projectgebied bezocht. Hierbij is geïnventariseerd op de aanwezigheid van beschermde planten- en diersoorten of sporen daarvan. Het onderzoek heeft in de avond plaatsgevonden, zodat eventueel aanwezige rust- of verblijfplaatsen van uilen of vleermuizen konden worden vastgesteld. Vleermuizen werden geïnventariseerd met behulp van een batdetector. 3.2 Flora en vegetatie Ook uilen of sporen daarvan zijn niet in of rond de schuren waargenomen of aangetroffen. Rond de oude loopstal is wel een zwarte roodstaart met jongen aangetroffen. Deze soort heeft hoogstwaarschijnlijk een nestlocatie gehad in de loopstal. Op en rond het erf is een aantal algemene broedvogels zoals merel, vink, zanglijster, witte kwikstaart, putter en koolmees waargenomen. Enkele van deze soorten kunnen ook hun nestlocatie in de af te breken bebouwing hebben. Verder zijn de schuren en het erf mogelijk geschikt als verblijfplaats voor de beschermde steenmarter. Rondom de schuren is deze soort of sporen daarvan niet aangetroffen. Het projectgebied is grotendeels verhard en vormt dan ook geen groeiplaats voor plantensoorten. Ook het gazon vormt geen groeiplaats voor beschermde soorten en in de tuin zijn hoofdzakelijk gecultiveerde soorten aanwezig. Verder staan er rondom het terrein nog enkele ruigte kruidenvegetaties en wat struweel. Binnen het projectgebied zijn geen (strikt) beschermde plantensoorten aangetroffen. 3.3 Fauna Gezien de aanwezige terreintypen en het huidige gebruik wordt slechts een beperkt aantal beschermde soorten in het plangebied verwacht. Het gaat om algemeen voorkomende soorten als mol, gewone pad, huisspitsmuis en egel. Verder kan het terrein deel uitmaken van het leefgebied van beschermde soorten met een groter leefgebied zoals ree, vos, bunzing en haas. Tijdens het avondbezoek zijn enkele foeragerende vleermuizen waargenomen op of rond het erf. Het gaat hier om enkele exemplaren van de gewone dwergvleermuis. De aangetroffen exemplaren hadden echter geen binding met de af te breken of te renoveren gebouwen.

Onderzoek Flora- en faunawet Weustinkweg 30 te Enschede 4 4. CONCLUSIES EN ADVIES 4.1 Effecten Flora Zoals in het voorgaande hoofdstuk al is aangegeven zijn op en rond de projectlocatie geen (strikt) beschermde plantensoorten aangetroffen of te verwachten. De voorgenomen ontwikkelingen hebben daarom geen invloed op het duurzaam voortbestaan van (populaties van) beschermde plantensoorten. Fauna Uit het veldbezoek is gebleken dat het projectgebied deel uit maakt van het leefgebied van een beperkt aantal beschermde diersoorten. Het gaat om algemeen voorkomende soorten. De voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen hebben naar verwachting geen negatieve effecten op het duurzaam voortbestaan van (populaties van) deze aanwezige beschermde soorten. Voor de aanwezige gebouwbewonende vogelsoorten als zwarte roodstaart en witte kwikstaart zal de sloop van de schuren wel een (tijdelijke) vermindering betekenen van het aantal potentiële nestlocaties in de omgeving. De bouw van een nieuwe woning en berging kan voor nieuwe nestlocaties zorgen. Tijdens de avondronde zijn geen uitvliegende vleermuizen waargenomen. Ook de aanwezigheid van een belangrijke vliegroute of foerageergebied voor deze dieren is niet vastgesteld. Alleen een klein aantal foeragerende exemplaren is aangetroffen. Voor de aanwezige fauna zal de aanleg van nieuwe erfbeplanting zoals een bosje en boomgaard per saldo een verbetering opleveren, aangezien nieuw biotoop ontstaat. beschermde planten- en diersoorten hebben de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen naar verwachting geen (wezenlijk) negatieve effecten. Wijzigingen in de planvorming kunnen echter van invloed zijn op deze conclusies. Voor alle beschermde, inheemse (ook de algemeen voorkomende) vogelsoorten geldt vanuit de Flora- en faunawet een verbod op handelingen die nesten of eieren beschadigen of verstoren. Ook handelingen die een vaste rust- of verblijfplaats van beschermde vogels verstoren zijn niet toegestaan. In de praktijk betekent dit dat verstorende werkzaamheden alleen buiten het broedseizoen 1 uitgevoerd mogen worden. Verder vormt het gebruik van erf en/of straatverlichting een aandachtspunt bij de inrichting van de nieuwe erven. Het plangebied ligt in het buitengebied, waar kunstmatige verlichting beperkt aanwezig is. Het verlichten van de (toekomstige) erven (en de omgeving) kan negatieve effecten hebben op in de omgeving voorkomende, voor verlichting gevoelige, nachtactieve soorten als uilen en vleermuizen. Geadviseerd wordt om bij het eventueel aanbrengen van verlichting hiermee rekening te houden en buitenverlichting tot een minimum te beperken. 4.2 Conclusies Naar aanleiding van dit onderzoek wordt geconcludeerd dat het projectgebied deel uitmaakt van het leefgebied van een beperkt aantal algemeen voorkomende beschermde soorten. Op de populaties van (strikt) 1 In het kader van de Flora- en faunawet wordt voor het broedseizoen geen standaardperiode gehanteerd. Van belang is of een broedgeval verstoord wordt, ongeacht de datum. Globaal gaat het echter om de periode half maart tot half juli.

LITERATUUR Bode, A.D., Dijkstra, A.J., Hoekstra, B; Hoeve, R., Zollinger, R., Bureau Natuurbalans/Limes Divergens, 1999. De zoogdieren van Overijssel. Voorkomen, verspreiding en ecologie van de in het wild levende zoogdieren. Waanders Uitgevers, Zwolle. Broekhuizen, S., Hoekstra, B., Laar, V. van, Smeenk, C, & J.B.M. Thissen, 1992. Atlas van de Nederlandse zoogdieren. KNNV / Contactgroep Zoogdiereninventarisatie, Utrecht / Arnhem. Limpens, H., K. Mostert & W. Bongers, 1997. Atlas van de Nederlandse vleermuizen; onderzoek naar verspreiding en ecologie. KNNV Uitgeverij, Utrecht. Soons, P.J.A. & M. Huber, 2003-2006. Flora- en faunawet; banden 1 t/m 4. Koninklijke Vermande Uitgevers, Den Haag.

BIJLAGE I: WETGEVING Flora- en faunawet Inleiding Per 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. In deze wet, gepubliceerd op 14 juli 1998 in het Staatsblad 402, is de soortbescherming geregeld van in Nederland inheemse in het wild voorkomende dier- en plantensoorten. De wet sluit aan op de Europese natuurregelgeving (Natura 2000). De wet is in plaats gekomen voor de Jachtwet, de Vogelwet 1936, de soortenparagraaf uit de Natuurbeschermingswet, de Wet bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten en de soortbeschermingscomponent uit de Europese Habitatrichtlijn en de Europese Vogelrichtlijn. Deze Europese soortenbescherming heeft met de Flora- en faunawet dus een Nederlandse vertaling gekregen. Zorgplicht De Flora- en faunawet gaat over de bescherming van ongeveer 500 planten- en diersoorten, van de 36.000 soorten die in Nederland voorkomen. Het uitgangspunt van de wet is dat geen schade mag worden gedaan, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan (het nee, tenzij-principe ). Centraal staat hierbij de zorgplicht, wat inhoudt dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende dieren en planten en hun leefomgeving. De wet erkent hierbij de intrinsieke waarde van de in het wild voorkomende dier- en plantensoorten. Alle soorten hebben een eigen rol in het ecosysteem en dragen bij aan de biodiversiteit. Dat betekent dat voor de wet alle dieren en planten van onvervangbare waarde zijn en dat daar dus zorgvuldig mee omgegaan moet worden. Het gevolg is onder andere, dat iedereen die redelijkerwijs weet of kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor beschermde dier- of plantensoorten worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten, dan wel naar redelijkheid alle maatregelen te nemen om die gevolgen te voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Beschermde soorten Via de Flora- en faunawet worden de volgende planten- en diersoorten beschermd: ruim 100 inheemse plantensoorten die van nature in Nederland in het wild voorkomen; alle soorten vogels die van nature op het grondgebied van de lidstaten van de EU in het wild voorkomen; alle zoogdieren die van nature in Nederland in het wild voorkomen, met uitzondering van de bruine rat, de zwarte rat en de huismuis; alle amfibieën en reptielen die van nature in Nederland in het wild voorkomen; vissen, en schaal- en schelpdieren voor zover ze niet onder de Visserijwet vallen; bepaalde soorten insecten (bijvoorbeeld vlinders, libellen en mieren); Als beschermde inheemse soort kunnen door middel van algemene maatregel van bestuur worden aangewezen. Het gaat om soorten die van nature in Nederland voorkomen en: die in hun voortbestaan bedreigd of gevaar lopen in hun voortbestaan bedreigd worden; mogelijk in hun voortbestaan bedreigd worden door overmatige benutting en die uit Nederland zijn verdwenen, maar waarvan de kans op terugkeer reëel is.

Verbodsbepalingen Om de instandhouding van de wettelijk beschermde soorten te waarborgen, moeten negatieve effecten op die instandhouding voorkomen worden. Welke negatieve effecten dat precies zijn, kan niet in een lijst opgesomd worden. Dat is afhankelijk van soort, locatie en aard van de ingreep. Om die bescherming toch enigszins concreet te maken, zijn een aantal voor planten en dieren schadelijke handelingen als verbodsbepalingen in de Flora- en faunawet opgenomen. De belangrijkste artikelen zijn: Artikel 8: het is verboden beschermde planten te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Artikel 9: het is verboden beschermde dieren te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Artikel 10: het is verboden beschermde dieren opzettelijk te verontrusten. Artikel 11: het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde dieren te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Artikel 12: het is verboden eieren van beschermde dieren te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen. Ontheffing Bij werkzaamheden waarbij een schadelijk effect optreedt voor beschermde soorten, is een ontheffing of vrijstelling nodig op de in de wet gestelde verbodsbepalingen (artikel 8 tot en met 18). In artikel 75 van de Flora- en faunawet wordt de mogelijkheid geboden om ontheffing aan te vragen op de verbodsbepalingen. De bevoegdheid om een ontheffing te verlenen in het kader van artikel 75 van de Flora- en faunawet, ligt bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Een aanvraag tot ontheffing kan worden ingediend bij Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Bij de ontheffingverlening gelden, afhankelijk van de status van de soort, verschillende voorwaarden waaraan voldoen moet worden. Onderscheid wordt gemaakt in een lichte toets en een uitgebreide toets. De lichte toets geldt voor algemene soorten en overige soorten (categorie 1 en 2; zie vrijstelling). De lichte toets houdt in dat de werkzaamheden het voortbestaan van de soort niet in gevaar mogen brengen (doet geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding). De uitgebreide toets geldt voor soorten die in bijlage IV van de Habitatrichtlijn zijn opgenomen, voor soorten van bijlage 1 AMvB artikel 75 en voor beschermde vogelsoorten (categorie 3; zie vrijstelling). De uitgebreide toets houdt in dat: de werkzaamheden het voortbestaan van de soort niet in gevaar mogen brengen (doet geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding) en er geen alternatief is voor de activiteiten en er sprake is van groot maatschappelijk belang (zoals volksgezondheid, openbare veiligheid et cetera) en de werkzaamheden zodanig worden uitgevoerd dat er sprake is van zorgvuldig handelen. Vrijstelling In het Besluit houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet en enkele andere wijzigingen, ook wel AMvB artikel 75 genoemd, zijn (onder andere) een aantal wijzigingen rondom ontheffingen en vrijstellingen beschreven. In het kort houdt de wijziging in dat niet altijd meer een ontheffing noodzakelijk is. De vrijstellingsregeling bevat vrijstellingen voor activiteiten die vallen onder: bestendig beheer en onderhoud (ook in landbouw en bosbouw), bestendig gebruik en ruimtelijke ontwikkeling en inrichting.

Welke voorwaarden verbonden zijn aan de vrijstelling hangt af van de dier- of plantensoorten die voorkomen. Hierbij is onderscheid gemaakt in drie categorieën, waarin soorten zijn ingedeeld op basis van zeldzaamheid en kwetsbaarheid. Tabel 1 Algemene soorten Voor deze soorten geldt de lichtste vorm van bescherming. Als de werkzaamheden of activiteiten vallen onder de hierboven beschreven activiteiten, dan geldt een vrijstelling van de verbodsbepalingen van Artikel 8 tot en met 12 van de Flora- en faunawet. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld. De aanvraag wordt beoordeeld volgens de lichte toets. Uiteraard geldt wel de algemene zorgplicht. Tabel 2 Overige soorten Deze soorten genieten een zwaardere bescherming. Er geldt alleen een vrijstelling als sprake is van werkzaamheden of activiteiten zoals hierboven beschreven én indien gehandeld wordt volgens een, door de Minister van LNV, goedgekeurde gedragscode. Indien niet gewerkt wordt volgens een gedragscode, kan het aanvragen van een ontheffing noodzakelijk zijn. De aanvraag wordt beoordeeld volgens de lichte toets. Tabel 3 Soorten, genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en in bijlage 1 AMvB artikel 75 Deze soorten genieten de zwaarste bescherming. Ook al is sprake van werkzaamheden zoals hierboven beschreven, dan hangt het van de precieze aard van de werkzaamheden af of een vrijstelling met gedragscode geldt, of een ontheffing noodzakelijk is. Voor ruimtelijke ontwikkeling en inrichting geldt altijd dat voor deze soorten een ontheffing moet worden aangevraagd. De aanvraag wordt beoordeeld volgens de uitgebreide toets. Vogels Vogelsoorten zijn niet opgenomen in de hierboven genoemde categorieën. Alle vogels in Nederland zijn gelijk beschermd, conform de Vogelrichtlijn. Werkzaamheden of gebruik van ruimte waarbij vogels worden gedood of verontrust, of waarvoor nesten of vaste- rust en verblijfplaatsen worden verstoord, zijn verboden. Voor werkzaamheden of activiteiten zoals hierboven genoemd geldt een vrijstelling, indien gehandeld wordt volgens een, door de Minister van LNV, goedgekeurde gedragscode. Indien niet gewerkt wordt volgens een gedragscode, is het aanvragen van een ontheffing noodzakelijk. De aanvraag wordt beoordeeld volgens de uitgebreide toets.

BIJLAGE II: INRICHTINGSSCHETS