Toelichting op het Financieel Besluit Wmo



Vergelijkbare documenten
Toelichting op het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2013

Financieel Besluit Wmo 2009 (Nadere financiële regels over maatschappelijke ondersteuning) 4.17a

1.1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van belanghebbende.

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING. Gemeente Hof van Twente 2011

Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Slochteren.

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING. Gemeente Hof van Twente 1 maart 2011

Besluit voorzieningen Wmo gemeente Veere Vastgesteld in de collegevergadering van 17 december 2013

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast;

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

GEMEENTE OOSTZAAN 2014

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

BIJLAGE Ib. Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning ISD De Rijnstreek

CONCEPT (model)besluit BEHORENDE BIJ DE VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011,

In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Aan deze folder kunnen geen rechten worden ontleend.

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Toelichting. Artikel 2

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING EN JEUGDHULP. Gemeente Hof van Twente 2015

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011

Financieel Besluit Wmo. Onderdeel Maatschappelijke Ondersteuning

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015, versie 2

Financieel besluit bij de bij de verordening en nadere regels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp 2016

NADERE REGELS BEHORENDE BIJ DE VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE WIJDEMEREN 2013

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT)

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint- Oedenrode 2015, versie 2 30 juni 2015

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2016

In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Aan deze folder kunnen geen rechten worden ontleend.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delfzijl Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Tarieventabel bij Verordening maatschappelijke ondersteuning De Wolden 2017: bij artikel 11 en 12 over Pgb en Eigen Bijdragen

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING EN JEUGDHULP. Gemeente Hof van Twente 2016

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ALKMAAR.

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Toelichting Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente DenHaag

Financieel besluit Maatschappelijke Ondersteuning en Jeugdhulp 2017

gelet op artikel van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ede. 8 februari 2011

Financieel Besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Grootegast 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2013

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Financieel Besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Grootegast 2015

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011

besluiten vast te stellen het volgende BESLUIT MAATSCHAPPELIJK ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2015

Tarieventabel bij Verordening maatschappelijke ondersteuning 2017: bij artikel 11 en 12 over Pgb en Eigen Bijdragen

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Beemster 2013,

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING. Gemeente Hof van Twente 2014

Artikel 1. Begripsbepalingen

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING RHENEN 2013

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek;

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst 2016

BESLUIT WMO GEMEENTE WERKENDAM

Financieel besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Leek september. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009

a. op grond van aanwijzingen het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget;

MEMO van college aan de raad

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Wmo. Toelichting Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Kerkrade Afdeling Zorg

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel,

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ermelo 2015

Bijlage bij het raadsbesluit van 29 juni 2017: Conceptwijzigingen Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Emmen

Besluit maatschappelijke ondersteuning De Ronde Venen Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget (pgb).

Gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldambt 2017; Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldambt 2018

Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woudenberg

Bijlage 1 van de nadere regels maatschappelijke ondersteuning. Uitleg eigen bijdrage systematiek

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

HOOFDSTUK 3 VOEREN VAN EEN GESTRUCTUREERD HUISHOUDEN

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Inhoudsopgave

Besluit maatschappelijke ondersteuning. gemeente Nunspeet 2010

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Achtkarspelen 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning Hoogeveen 2015

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017.

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008

Financieel besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Leek Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Echt-Susteren 2016

Financieel Besluit maatschappelijk ondersteuning Zuidhorn 2015 (gewijzigd)

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2012.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2015 Nr

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING EN JEUGDHULP. Gemeente Hof van Twente 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2017

Besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning Doetinchem 2015

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Wmo Woensdrecht Vastgesteld in de collegevergadering van 17 september 2013

Financieel besluit maatschappelijk ondersteuning Leek september Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest januari 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ermelo Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo;

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning Hoogeveen 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2016

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk > 2011

GEMEENTEBLAD. Nr januari Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel

Transcriptie:

Toelichting op het Financieel Besluit Wmo Inleiding. Naast een Verordening maatschappelijke ondersteuning en het Verstrekkingenboek Wmo is er ook een gemeentelijke Financieel Besluit Wmo. In dit besluit zijn bij elkaar gebracht alle bedragen, die op basis van de verordening moeten worden vastgesteld Het voordeel van het opnemen van alle bedragen in een besluit is dat bij wijziging van de bedragen (bijvoorbeeld omdat er aan de hand van de prijsindex een bijstelling van bedragen plaatsvindt) niet de verordening gewijzigd moet worden waarvoor de bevoegdheid bij de gemeenteraad ligt. Bijstelling van het Besluit door het college kan aanzienlijk sneller plaatsvinden. Ook dit Wmo-besluit volgt de indeling van de Wmo-verordening. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen Deze begrippen zijn voldoende omschreven. Zij behoeven geen nadere toelichting. Hoofdstuk 2. Hulp bij het huishouden Artikel 3 persoongebonden budget Het persoonsgebonden budget (PGB) is de tegenhanger van een voorziening in natura. Bij een voorziening in natura gaat het om een voorziening die de kosten (eventueel na aftrek van een eigen bijdrage) volledig dekt. Ook een PGB dient zodanig te worden vastgesteld dat daarmee een adequate voorziening kan worden ingekocht. Verstrekking van een PGB vindt plaats op verzoek van de zorgvrager. Dit vormt normaliter onderdeel van de aanvraag. Een belanghebbende komt in eerste instantie in aanmerking voor een algemene voorziening. Is die niet adequaat, dan kan de zorgvrager een individuele voorziening ontvangen. Daarna kan op verzoek van de zorgvrager verstrekking in de vorm van een PGB plaatsvinden. In dit artikel is onder het eerste lid de hoogte van het bruto PGB per klasse vastgelegd. In onderstaande tabellen zijn de berekeningen van de hoogte van de PGB voor HH1 en voor HH2 weergegeven. Klasse 1 Klasse 2 Klasse 3 Klasse 4 Klasse 5 Klasse 6 Omvang in uren 0-1,9 2-3,9 4-6,9 7-9,9 10-12,9 13-15,9 Gem. tarief aanbesteding HH 1 14,43 14,43 14,43 14,43 14,43 14,43 Gemiddeld aantal uren per jaar 51,88 156,16 286,51 442,93 599,35 755,77 75% tarief 561 1690 3.100 4793 6486 8.179 Percentage toeslag 13% 73 219 403 623 843 1.063 Totaal 634 1909 3.503 5.416 7329 9242 1

PGB bedragen Hulp bij het Huishouden 2 (HH 2) Klasse 1 Klasse 2 Klasse 3 Klasse 4 Klasse 5 Klasse 6 Omvang in uren 0-1,9 2-3,9 4-6,9 7-9,9 10-12,9 13-15,9 Gem. tarief aanbesteding HH 2 19,05 19,05 19,05 19,05 19,05 19,05 Gemiddeld aantal uren per jaar 51,88 156,16 286,51 442,93 599,35 755,77 75% tarief 742 2.232 4.095 6.329 8.564 10.799 Percentage toeslag 13% 97 291 533 823 1.114 1.404 Totaal 839 2523 4.628 7.152 9678 12.203 Op deze tarieven is reeds een percentage in mindering gebracht, omdat de budgethouder ten opzichte van een zorgaanbieder geen of minder overheadkosten heeft. Hierdoor is het niet noodzakelijk het tarief op 100% te stellen, maar is deze vastgesteld op 75%. Hierboven op wordt een toeslag van 13 % berekend voor kosten die de budgethouder maakt, zoals werkgeverslasten, kosten van administratie e.d. Het budget wordt in algemene zin voldoende geacht om op de markt een zorgleverancier te vinden. Marktprijzen verschillen per leverancier. Om de budgethouder zijn of haar verantwoordelijkheid waar te kunnen laten maken is bewust gekozen voor dit percentage omdat dit aansluit bij de AWBZ-praktijk. Aan de budgethouder wordt het bruto PGB toegekend en uitgekeerd. Het Centaal Administratie Kantoor (CAK) berekent en int de eigen bijdrage. De berekeningswijze van de eigen bijdrage is vastgelegd in artikel 5 van het Wmo-besluit. Bruto PGB minus de eigen bijdrage is het netto PGB. In het 5 e lid is wederom aansluiting gezocht bij de AWBZ-systematiek. Ook in de AWBZ is een deel van het netto PGB voor huishoudelijke hulp is vrij besteedbaar om te kunnen voorzien in kosten die moeilijk te specificeren zijn (telefoonkosten, administratiekosten, kosten voor het inwinnen van deskundig advies, vakantiegeld, af en toe een bloemetje). In de AWBZ gold deze vrijstelling voor het gehele PGB-budget, dus niet enkel voor de huishoudelijke verzorging. In de Wmo wordt deze vrijstelling dus beperkt..vrijstelling betekent dat het vrij te besteden deel van het PGB niet verantwoord hoeft te worden door de budgethouder. Artikel 4 Betalingsschema Uitgangspunt is dat het PGB vooraf wordt uitbetaald. Op die manier wordt voorkomen dat de zorgvrager kosten moet maken en deze pas achteraf vergoed krijgt. Het aantal keren dat een deel van het PGB wordt uitbetaald, is afhankelijk gesteld van de hoogte van het bedrag. In geval een PGB voor huishoudelijke hulp door omstandigheden vroegtijdig wordt beëindigd (zoals permanente opname in een AWBZ instelling of overlijden), loopt de budgethouder risico voor de doorlopende werkgeversverplichtingen. Het PGB wordt per het eerstvolgende kwartaal beëindigd. De budgethouder moet de werkgeversverplichtingen nakomen. Ingeval van misbruik verspeelt de cliënt het recht op een PGB. Het ten onrechte verstrekte (deel van het) budget wordt dan volledig teruggevorderd. 2

Artikel 5 Eigen bijdrage In dit artikel is de berekeningsmethodiek van de eigen bijdrage opgenomen. Deze wijze komt overeen met het landelijke Besluit maatschappelijke ontwikkeling (2 oktober 2006, stb. 450) Artikel 6 Kostprijs van de voorziening De eigen bijdrage kan nooit hoger zijn dan de werkelijke kosten van de HH. Dit betekent dat, behalve de maximum berekende eigen bijdrage volgens artikel 5, ook de werkelijke kosten als het ware een maximumgrens aan de te betalen bijdrage door de zorgvrager stellen. Dit is vooral van belang voor die zorgvragers die de inkomensafhankelijke toeslag van 15% verschuldigd zijn en geïndiceerd zijn voor een beperkt aantal uren zorg. Om die reden zijn in het eerste lid de uurtarieven voor HH1 en HH2 vermeld. Gekozen is om de tarieven te baseren op de gemiddelde uurprijs zoals die door de 3 zorgaanbieders die ook de HH in natura leveren, is geoffreerd. Bestaat recht op 1 uur HH1 per week, dan zijn de daadwerkelijke kosten per periode 1 uur x 4 weken x 14,43 = 57,72. Indien de berekende eigen bijdrage per periode 85,- zou zijn, dan wordt de eigen bijdrage neerwaarts dus bijgesteld tot de werkelijke kosten, i.c. 57,72. Hoofdstuk 3 Woonvoorzieningen Artikel 7 Persoonsgebonden budget Woonvoorzieningen kunnen in de vorm van een financiële tegemoetkoming, in natura en als een PGB worden verstrekt (artikel 13 Wmo-verordening). Natura-voorzieningen worden veelal in bruikleen verstrekt. De gemeente Haaksbergen heeft hiervoor een overeenkomst met Hulpmiddelen Centrum Noord Oost Nederland (HCNON), als het gaat om o.a. losse douche- en toiletmiddelen en tilliften. Met Liftenfabriek Otto Ooms BV is een contract afgesloten voor de levering van diverse soorten trapliften. In beide overeenkomsten zijn vaste prijzen afgesproken voor voorzieningen. Een tweede vorm is de toekenning van een financiële tegemoetkoming in de kosten van een bouwkundige aanpassing. Voor de hoogte van deze tegemoetkoming is uitgangspunt een door het college goedgekeurde kostenbegroting. Kiest een cliënt voor een PGB, dan wordt eveneens aangesloten bij een door het college goedgekeurde offerte. Het PGB kan dan worden aangewend voor realisatie van een andere dan de goedkoopst adequate voorziening. Hierop uitgezonderd is de situatie dat een PGB wordt gevraagd voor een voorziening waarvoor wij met hetzij HCNON hetzij Otto Ooms BV een contract hebben afgesloten. Ook indien het een woonvoorziening in een huurwoning betreft waarbij vaste prijsafspraken met de desbetreffende huurder zijn gemaakt, geldt een andere regeling. In deze gevallen vormt het prijsniveau in deze overeenkomsten het uitgangspunt bij de berekening van het PGB. Enkele woonvoorzieningen zijn genormeerd, namelijk de tegemoetkoming in verhuiskosten en de woningsanering. Deze voorzieningen worden als PGB toegekend, waarbij de hoogte ervan in het Wmo-besluit is vastgelegd. Het PGB is, blijkens de Verordening Maatschappelijke ondersteuning, de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate te verstrekken voorziening in natura. In de Wvg werden diverse woonvoorzieningen in natura in bruikleen verstrekt. Hiervoor zijn, na 3

een europese aanbesteding leveranciers gecontracteerd. Voor diverse woonvoorzieningen is dit de firma HCNON te Goor. Indien een zorgvrager ervoor kiest voorzieningen, die vallen onder de contracten met genoemde bedrijven, verstrekt te krijgen in de vorm van een PGB, dan wordt de hoogte van het PGB bepaald op de contractprijs, dat wil zeggen de prijs waartegen de gemeente de voorziening kan inkopen (dus inclusief de bedongen korting). Beschikbaarheid van voorzieningen uit het depot wordt buiten beschouwing gelaten. De belanghebbende heeft vrijheid in de keuze van een erkende leverancier bij wie hij de voorzieningen wenst aan te kopen. De gemeente stelt wel nadere eisen aan de kwaliteit en bruikbaarheid van het hulpmiddel: Zo moet een aan te kopen voorziening voorzien zijn van bijvoorbeeld een CE- of GQkeurmerk; De voorziening dient nieuw aangeschaft te worden in de reguliere handel, waarbij internet aanschaffingen (Marktplaats bijvoorbeeld) uitgesloten worden. Uitgangspunt hierbij is dat het moet gaan om een verantwoorde verstrekking; Bij beschikking kunnen extra voorwaarden worden gesteld. Bovenstaande impliceert ook dat het PGB niet in alle gevallen kostendekkend is. Immers, het kan zijn dat een zorgvrager niet dezelfde korting kan bedingen als de gemeente. Echter, omdat het niet de bedoeling is dat kosten van een PGB hoger zijn dan een gelijkwaardige verstrekking in natura, achten wij dit inherent aan de keus voor een PGB en derhalve acceptabel. Instandhoudingskosten: Voor kleine reparatiekosten en, indien een voorziening periodiek moet worden onderhouden, onderhoudskosten, wordt een bedrag, zijnde instandhoudingskosten, toegekend. De hoogte van deze kosten worden gebaseerd op prijzen zoals opgenomen in de overeenkomsten met de gemeentelijke leveranciers. De overige artikelen van dit hoofdstuk spreken voor zich en worden niet nader toegelicht. Hoofdstuk 4 en 5 Vervoervoorzieningen en rolstoelen Bij de toekenning van een (individueel) vervoermiddel of rolstoel kan de zorgvrager kiezen tussen een voorziening in natura en een PGB. De gemeente Haaksbergen heeft een overeenkomst met HCNON te Goor voor de levering van vervoermiddelen in natura. Kiest een zorgvrager voor een voorziening in natura, dan wordt de voorziening aangeschaft bij HCNON, zo mogelijk uit depot, en in bruikleen verstrekt. Kiest de zorgvrager voor een PGB, dan moet een budget worden toegekend zodat de zorgvrager zelf een adequate voorziening kan aanschaffen en gedurende een periode in stand kan houden. De goedkoopst adequate voorziening in natura kan worden bepaald op a. de contractprijs met HCNON voor wat betreft de levering van nieuwe voorzieningen of b. de economische boekwaarde van voorzieningen in het depot. 4

In het contract tussen gemeente Haaksbergen en HCNON zijn voor diverse voorzieningen in diverse productgroepen prijzen afgesproken waartegen de desbetreffende voorziening (nieuw) wordt geleverd. In deze prijzen zijn aanzienlijke kortingpercentages verwerkt. Het kan zijn dat op het moment dat een zorgvrager een PGB voor een vervoermiddel kan worden toegekend, een adequaat middel in het depot is opgeslagen. De boekwaarde van een voorziening uit het depot ligt aanmerkelijk lager dan de prijs van een nieuwe voorziening. Bovendien is de gebruiksduur ervan korter. Teneinde de bepaling van het PGB eenduidig vast te stellen, is ervoor gekozen het PGB baseren op de aanschaf van een nieuwe voorziening conform de contractprijzen (dus inclusief bedongen korting). Beschikbaarheid van voorzieningen uit het depot wordt buiten beschouwing gelaten. Een sportrolstoel kan alleen worden toegekend in de vorm van een PGB. De hoogte ervan is vastgelegd in artikel 16 van het Besluit. De belanghebbende heeft vrijheid in de keuze van een erkende leverancier bij wie hij de voorzieningen wenst aan te kopen. De gemeente stelt nadere eisen aan de kwaliteit en bruikbaarheid van het hulpmiddel. Zo moet een aan te kopen voorziening voorzien zijn van bijvoorbeeld een CE- of GQkeurmerk; De voorziening dient nieuw aangeschaft te worden in de reguliere handel, waarbij internet aanschaffingen (Marktplaats bijvoorbeeld) uitgesloten worden. Uitgangspunt hierbij is dat het moet gaan om een verantwoorde verstrekking; Bij beschikking kunnen extra voorwaarden worden gesteld. Instandhoudingskosten Indien nodig wordt het aanschafdeel van het PGB voor een individuele voorziening opgehoogd met instandhoudingkosten, zoals kosten voor onderhoud, reparatie en verplichte verzekeringen, verrekend op basis van de economische levensduur van de toegekende voorziening. Voor een berekening van deze kosten wordt verwezen naar de contractprijzen, zoals die zijn afgesproken met HCNON. Dit zijn marktconforme prijzen. Instandhoudingskosten worden voor maximaal 5 jaar vastgesteld. Noodzakelijke verzekering wordt vanaf de datum ingebruikname van de voorziening in aanmerking genomen. Voor kosten van onderhoud en reparatie geldt dat deze na het verstrijken van de garantieperiode. 5

6