Beleid en WHO-code, Scholing, Zwangerenvoorlichting (indien de organisatie zwangeren bereikt), Ketenzorg

Vergelijkbare documenten
B1.2 Zijn het beleid en aanverwante protocollen in overeenstemming met de meest recente wetenschappelijke inzichten? ja o nee o

B1.2 Zijn het beleid en aanverwante protocollen in overeenstemming met de meest recente wetenschappelijke inzichten? ja o nee o

Uittreksel van de nieuwe Baby Friendly Nederland Standaarden voor Verloskundige Praktijken

Uittreksel van de nieuwe Baby Friendly Nederland Standaarden voor Kraamzorg en Ziekenhuis

Uitbreiding & verbreding

Een gids voor organisaties die geaccrediteerd willen worden of opgaan voor recertificering in 2017 of later.

Een gids voor organisaties die geaccrediteerd willen worden of opgaan voor recertificering in 2017 of later.

Borstvoedingsbeleid New Care Kraamzorg

Model plan-van-aanpak voor verbetering van het borstvoedingsbeleid met als uitgangspunt de Tien vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding

checklist borstvoeding

INFORMATIEAVOND BORSTVOEDING

Criteria en Interne Beoordeling voor de verloskundige praktijk

Model plan-van-aanpak voor verbetering van het borstvoedingsbeleid van de verloskundige praktijk

Criteria en Interne Beoordeling voor de kraamzorg

Om het specifieke beleid bij de elke vuistregel te beschrijven worden zij hieronder nader toegelicht.

BORSTVOEDINGSBELEID. Borstvoedingsbeleid Kraamburo ZorgSaam. Versie 2.1

Borstvoeding. Goede begeleiding werkt!

Richtlijn Borstvoeding (2015, multidisciplinair)

Criteria en Interne Beoordeling voor de kraamzorg

Ketenprotocol. Borstvoeding bij gezonde zuigeling. Auteurs: V. Botterman, J.R. van der Burg, C. Moerman

Lactatiekundige. Hulp bij borstvoeding

AZ Sint-Lucas, een hart voor borstvoeding

Borstvoedingsbeleid MC Zuiderzee

Borstvoeding in het TweeSteden ziekenhuis

KNOV-Visie. Voeding van de pasgeborene. Utrecht 2015

INFORMATIE OVER BORSTVOEDING FRANCISCUS VLIETLAND


Tips voor gesprekken met moeders

BORSTVOEDING. in een babyvriendelijk ziekenhuis

Borstvoedingsbeleid MC Zuiderzee

Model plan-van-aanpak voor verbetering van het borstvoedingsbeleid

Informatie over. borstvoeding & kunstvoeding

ja / nee O smak geluidjes O wakker worden En voeden op verzoek

Moeders worden binnen een uur na de geboorte van hun kind geholpen met borstvoeding geven

Verloskunde Als uw baby extra zorg nodig heeft.

WEGWIJZER BORSTVOEDING

Afdeling Kind & Jeugd/ verloskunde INFORMATIE OVER BORSTVOEDING DE EERSTE WEKEN

Borstvoedingsbeleid verloskundig collectief Noordwest Twente

Borstvoeding is... INFORMATIE VOOR PATIËNTEN

Borstvoeding en werk

Welke voeding gaat u uw baby geven?

Het is belangrijk dat de baby binnen 1 uur na de geboorte aan de borst wordt gelegd

Praktische informatie bij de start van borstvoeding

Voedingsboekje voor ouders

BORSTVOEDING FRANCISCUS GASTHUIS & VLIETLAND

Borstvoeding bij te vroeg geboren baby s. Adviezen voor ouders en verzorgers.

borstvoeding, het gaat lukken Gertie Roberts lactatiekundige IBCLC

Borstvoeding. de beste start. Informatiebrochure patiënten

Afkolven van moedermelk

Borstvoeding binnen MAM's kinderopvang

Borstvoeding. borstvoeding. Geachte (aanstaande) ouders,

Déborstvoeding bestaat niet Borstvoeding is een proces van geven en nemen 2 danspartners 1 coach 1 leerproces

VOEDINGSBELEID Leiden, maart 2017

Kunstvoeding geven aan uw baby

Flesvoeding. In blijde verwachting? Gefeliciteerd!

Informatiebrochure voor ouders. Borstvoeding. De beste start

Borstvoeding. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Beleid zuigelingenvoeding

Lactatiekundige zorg Professionele begeleiding bij borstvoeding

Borstvoedingspaspoort

Borstvoeding en diabetes

Borstvoeding. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

PATIËNTEN INFORMATIE. Borstvoeding en diabetes

Afkolven van moedermelk

De gezinssuite bij St. Antonius Alnatal

Patiënteninformatie. Informatie over het geven van flesvoeding

Borstvoeding en een baan

Borstvoeding op de afdeling Neonatologie

De KNOV-gedragscode Vervangingsmiddelen voor moedermelk

Richtlijn Begeleiding bij Borstvoeding 1 e en 2 e lijn

Borstvoeding aan de premature baby

Voor je ligt een folder met de belangrijkste informatie over borstvoeding. Wij vragen je deze folder nauwkeurig door te lezen. Indien je vragen hebt,

Borstvoeding Borstvoeding

Uw baby voeden. Speciale dieetvoeding. Borstvoeding

Borstvoeding aan de premature baby

Afkolven van moedermelk

Informatie over het geven van flesvoeding

Onderzoek naar de keuze voor borst/kunstvoeding bij jonge moeders

Borstvoeding geven aan een meerling

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding

Borstvoeding en diabetes mellitus

Borstvoeding en diabetes mellitus

Samenvatting Masterclass Borstvoeding

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Borstvoeding. Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Waarom borstvoeding? Wanneer voor het eerst voeden?

Afkolven van moedermelk

Op zowel de kraamafdeling als de kinderafdeling wordt gewerkt volgens de Tien vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding.

Voedingsbeleid (voor kinderen in de eerste twee levensjaren)

Inleiding Tien vuistregels Bijzondere eigenschappen van moedermelk

Borstvoeding geven aan een randpremature en/of dysmature baby

Patiënteninformatie. Diabetes en Borstvoeding

Kennismaken met uw baby De fysiologische blauwdruk van uw baby

Flesvoeding Praktische tips

Inleiding Soort voeding Starten met de voeding

Borstvoeding voor een prematuur geboren baby

Borstvoeding opbouwen, bijvoeding afbouwen

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding

Vragenlijsten diepte-interviews

Kunstvoeding. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Peiling van de patiëntentevredenheid op Materniteit. Ziekenhuis X

Transcriptie:

Standaard 1 Beleid en WHO-code, Scholing, Zwangerenvoorlichting (indien de organisatie zwangeren bereikt), Ketenzorg B1.1 Hanteert de organisatie een beleid met betrekking tot voeding en voorlichting over pijnbestrijding bij de partus waarin alle vijf stappen expliciet aan de orde komen? B1.2 Zijn het beleid en aanverwante protocollen in overeenstemming met de meest recente wetenschappelijke inzichten? B1.3 Staat in het beleid hoe contacten plaatsvinden tussen de kunstvoedingsindustrie en de organisatie met wie, op wiens initiatief, met welke frequentie en met welk doel. (Contacten horen zo georganiseerd te worden dat personeelsleden die een rol hebben in het zorgproces geen contact hebben met de industrie). B1.4 Staat beschreven hoe registratie van geschenken, kortingen, scholingen of ander voordelen die worden aangeboden plaatsvindt: het aanbod, aan wie het aanbod werd gedaan, wat werd aangeboden, of het aanbod werd aangenomen of geweigerd. B1.5 Heeft de organisatie beleid geformuleerd voor eigen werkneemsters over kolven en/of voeden op de werkplek bij hervatting van het werk na het bevallingsverlof? B1.6 Is het voedingsbeleid beschikbaar, zodat alle betrokken medewerkers het kunnen raadplegen? B1.7 Handelen alle medewerkers in overeenstemming met het beleid? B1.8 Is het voedingsbeleid duidelijk kenbaar en in begrijpelijke taal op alle afdelingen van de organisatie waar moeders, baby's en/of kinderen worden geholpen? B1.9 Bestaat er een procedure om de effectiviteit van het voedingsbeleid te evalueren? B1.10 Wordt de tevredenheid van cliënten met de begeleiding bij voeding geëvalueerd?

B1.11 Krijgen aanstaande ouders voorlichting over manieren van niet-medische pijnbestrijding tijdens de baring en het vermijden van risico s? B1.12 Weigert de zorgorganisatie gratis leveranties van kunstmatige zuigelingenvoeding of leveranties tegen een gereduceerd tarief en wordt voor deze voeding tenminste 80% van de detailhandelsprijs betaald? B1.13 Wordt er geen reclamemateriaal voor kunstmatige zuigelingenvoeding, flessen, spenen of fopspenen uitgestald of uitgedeeld aan zwangeren en ouders van zuigelingen en jonge kinderen? B1.14. Weigert de organisatie cadeaus, niet-wetenschappelijke literatuur, materialen of voorzieningen, geld of steun voor nascholing of evenementen van producenten of distributeurs van producten die onder de Code vallen? B1.15 Zorgt de organisatie ervoor dat zij aan de zwangere vrouwen, moeders of hun familieleden geen reclamemateriaal, monsters of felicitatiepakketten met daarin kunstmatige zuigelingenvoeding, flessen, spenen, fopspenen, andere benodigdheden voor babyvoeding of kortingsbonnen geeft? B1.16 Begrijpen medewerkers waarom het belangrijk is om aan moeders geen gratis monsters kunstmatige zuigelingenvoeding of reclamemateriaal van fabrikanten van kunstmatige zuigelingenvoeding te geven? S1.1 Zijn alle medewerkers zich bewust van de bijzondere eigenschappen van borstvoeding en zijn zij geschoold in het beleid en de werkwijze van de organisatie, waardoor borstvoeding wordt beschermd, bevorderd en ondersteund? S1.2 Zijn alle zorgverleners in de moeder- en kindzorg, ook de invalkrachten, bij hun indiensttreding op de hoogte gesteld van het voedingsbeleid van de organisatie? S1.3 Krijgen alle zorgverleners in de moeder- en kindzorg bijscholing in de begeleiding bij voeding binnen zes maanden na hun indiensttreding? S1.4 Behandelt de bijscholing of opleiding alle Vijf Standaarden? S1.5 Omvat de scholing in de begeleiding bij voeding voldoende aandacht voor praktijkbegeleiding en communicatie?

Z1.1 Krijgen alle zwangere vrouwen die worden gezien door de organisatie voorlichting over de behoeften van een baby, de eigenschappen van borstvoeding en over de praktijk ervan, zoals het belang van ongestoord huid-op-huidcontact meteen na de bevalling, voedingssignalen en rooming-in? Z1.2 Krijgen vrouwen die niet van plan zijn borstvoeding te geven een open gesprek met een zorgverlener met betrekking tot het belang van de voedingskeuze. Z1.3 Wordt voorkomen dat zwangere vrouwen worden blootgesteld aan promotie van kunstmatige zuigelingenvoeding, hetzij mondeling of schriftelijk? K1.1 Bestaat er een structureel interdisciplinair voedingsoverleg met andere organisaties en betrokken bij de zorg rond moeder en kind? K1.2 Is dit overleg van een zodanig niveau dat gesproken kan worden van wederzijdse inspanningsverplichting? K1.3 Worden (aanstaande) moeders altijd gewezen op mogelijkheden voor moeder-totmoedercontact en borstvoedingorganisaties? K1.4 Zijn de medewerkers op de hoogte van de specifieke rol die de borstvoedingorganisaties en andere moeder-tot-moedercontacten kunnen vervullen bij de ondersteuning van (borst)voeding?

Standaard 2 Goede start. Standaard 3 Informatie en praktijk van voeden 3.1 Zijn de meeste vrouwen die borstvoeding geven in staat te laten zien hoe zij hun baby op de juiste manier aanleggen? 3.2 Zijn de meeste vrouwen die voeding per fles geven in staat te laten zien hoe zij hun baby op de juiste manier laten aanhappen en ingaan op signalen van voldaan zijn en niet passende stroomsnelheid van de fles? 3.3 Krijgen vrouwen die borstvoeding geven uitleg over afkolven, ook met de hand, of krijgen ze informatie en advies hoe ze daarbij hulp kunnen krijgen, mocht het nodig zijn? 3.4 Krijgen vrouwen die voeding per fles geven uitleg over veilig bereiden en bewaren van de voeding? 3.5 Is er iemand (eventueel extern) beschikbaar die een specialistische opleiding in de begeleiding bij borstvoeding heeft gevolgd? 3.6 Krijgt een vrouw die nog nooit borstvoeding heeft gegeven of die er eerder problemen mee heeft ondervonden extra aandacht en ondersteuning van de zorgverleners? 3.7 Laten de zorgverleners merken hoe belangrijk voeden op verzoek is, door geen beperkingen op te leggen aan de frequentie en de duur van de voedingen? 3.8 Krijgen de moeders het advies hun baby te voeden volgens de fysiologische blauwdruk van de baby? 3.9 Krijgen de moeders het advies hun baby in principe aan de borst te laten drinken zo lang hij wil? 3.10 Wordt moeders uitgelegd hoe zij hun melkproductie voldoende op peil kunnen houden? 3.11 Zijn de zorgverleners op de hoogte van de voor- en nadelen van fopspeengebruik? 3.12

Krijgen moeders uitleg over de verschillende voor- en nadelen van fopspeengebruik? 3.13 Wordt bij pijn bij het voeden een specifiek advies gegeven afgestemd op de oorzaak ervan? 3.14 Weten moeders wat regeldagen zijn? 3.15 Weten ouders waar ze terechtkunnen met vragen over nachtvoedingen, tandjes die doorkomen, onrustige periodes, spugen en kwijlen. 3.16 Krijgen moeders standaard het advies contact op te nemen met de JGZ voordat ze eventueel beslissen kunstvoeding (bij) te gaan geven? 3.17 Krijgen moeders standaard het advies contact op te nemen met de JGZ voordat ze eventueel beslissen te wisselen van soort kunstvoeding? 3.18 Zijn de moeders op de hoogte gesteld van mogelijkheden voor extra JGZcontactmomenten indien de situatie dat vereist? 3.19 Voelen ouders zich geholpen bij vragen over de ontwikkeling van hun kind.

Standaard 4 Bijvoeding en voeding voor het oudere kind 4.1 Is het beleid voor eigen medewerkers om borstvoeding met werk te combineren actief, uitnodigend en stimuleert om werk en borstvoeding of kolven te combineren? 4.2 Staat in het beleid dat het kind tot de leeftijd van ongeveer zes maanden over het algemeen geen andere voeding nodig heeft dan moedermelk en dat de borstvoeding, gecombineerd met andere voedingsmiddelen, daarna kan doorgaan zolang moeder en kind dat wensen? 4.3 Staat in het beleid dat de baby tot de leeftijd van zes maanden over het algemeen geen andere voeding nodig heeft dan kunstvoeding. Vaste voeding wordt aangeboden volgens de in Nederland geldende richtlijnen? 4.4 Krijgen borstgevoede baby s de eerste vier tot zes maanden geen andere voeding dan moedermelk, noch extra vocht, tenzij op medische indicatie? uitsluitend moedermelk andere voeding of vocht, zonder medische indicatie 4.5 Wordt aan vrouwen die kiezen voor borstvoeding uitleg gegeven over het belang van uitsluitend moedermelk tot ongeveer zes maanden? 4.6 Wordt hun uitgelegd dat borstvoeding na zes maanden een volwaardige melkbron blijft in een gevarieerd menu? 4.7 Wordt vrouwen die hun baby kunstvoeding geven het advies gegeven om vast voedsel uit te stellen tot de baby ongeveer zes maanden oud is, dan wel welke bijzondere aanleiding er is om eerder te beginnen met vaste voeding? 4.8 Wordt bij de voedingsadvisering rond de drie à vier maanden rekening gehouden met het feit dat de Nederlandse groeicurven niet gebaseerd zijn op uitsluitend borstgevoede kinderen? 4.9 Wordt de keuze voor borstvoeding na het eerste levensjaar professioneel ondersteund? 4.10 Worden vrouwen voorgelicht over de verschillende mogelijkheden om borstvoeding te combineren met werk of studie buitenshuis? 4.11 Worden vrouwen voorgelicht over de verschillende manieren van kolven en over de apparatuur die daarvoor beschikbaar is?

4.12 Wordt informatie verstrekt over de Arbeidstijdenwet en het recht op onderbreking van de werktijd gedurende de eerste negen maanden voor het geven van borstvoeding of om te kolven? 4.13 Worden moeders (wie dit betreft) op de hoogte gesteld van het feit dat dit mag, zo vaak en lang als nodig is, maar in totaal tot maximaal een kwart van de arbeidstijd en dat de werkgever verplicht is deze tijd door te betalen?

Standaard 5 Hechting en zeggenschap. 5.1 Staat in het beleid dat de organisatie gezinsgerichte zorg levert? de organisatie de visie uitdraagt dat moeder en baby gedurende het eerste half jaar een eenheid vormen? 5.2 Staat in het beleid dat ouders te allen tijde gestimuleerd worden om hun behoeften en wensen ten aanzien van de zorg kenbaar te maken en over de zorg mee te beslissen. 5.3 Krijgen alle vrouwen informatie over het belang van hechting en een responsieve relatie met hun kind. 5.4 Krijgen alle vrouwen informatie over wat de hechting bevordert. 5.5 Krijgen alle vrouwen informatie over het belang van rooming-in in het eerste half jaar. 5.6 Krijgen alle vrouwen uitleg over manieren van troosten. nee