Een exemplaar van de teksten van de (voor)ontwerpen kunt u aanvragen bij

Op stapel 2011-07 8 juli 2011 In de rubriek Op stapel geven de collega's van Onderwijsorganisatie en -personeel kort toelichting bij regelgeving die eerstdaags wordt gepubliceerd. De toelichting geeft de stand van zaken weer bij de onderhandelingen in Sectorcomité X. Definitief uitsluitsel kan uiteraard alleen de tekst geven die in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd. Voor bijkomende inlichtingen kunt u terecht bij: GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Onderwijsorganisatie en -personeel Guido Liessens E-mail: guido.liessens@g-o.be Tel: 02/790 93 51 Een exemplaar van de teksten van de (voor)ontwerpen kunt u aanvragen bij Willy Dessers E-mail : willy.dessers@g-o.be Tel: 02/790 93 57 In deze aflevering: - 1/5 loopbaanonderbreking; - geboorteverlof (omzetting bevallingsverlof bij overlijden of ziekenhuisopname van de moeder); - verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte; - terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling: verrichtingen in scholengemeenschappen en Medex- en re-integratiedossiers; - basisonderwijs: telling leerlingen levensbeschouwelijke vakken; - secundair onderwijs: vervanging bedrijfsstages; - secundair volwassenenonderwijs: nieuwe opleidingsprofielen; - CLB: mandaat van directeur. 1

Ontwerp-BVR betreffende de loopbaanonderbreking van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding Het gaat om de uitvoering van CAO-bepalingen. De overheid maakt van de gelegenheid gebruik om het besluit van 16 december 1997, dat de loopbaanonderbreking tot nog toe regelde, helemaal te herschrijven. Inhoudelijk gezien heeft dat geen, of beperkte, implicaties. Elk statutair personeelslid dat aangesteld is in een ambt met volledige prestaties kan vanaf volgend schooljaar ook loopbaanonderbreking voor palliatieve zorg nemen voor 1/5. Loopbaanonderbreking voor palliatieve zorg is de loopbaanonderbreking om gedurende één maand (verlengbaar voor één maand) iemand in een terminale fase van een ongeneeslijke ziekte medisch, sociaal, administratief en psychologisch bij te staan en te verzorgen. Tot nog toe kon loopbaanonderbreking volledig zijn, of gedeeltelijk, met behoud van een halftijdse betrekking. Voor wie voltijds aan de slag is, kan het nu dus ook gedeeltelijk met behoud van 4/5 van zijn betrekking. Binnen de aangevraagde periode (1 maand) kan het volume van de loopbaanonderbreking niet worden gewijzigd. De loopbaanonderbreking is een recht. Elk statutair personeelslid dat aangesteld is in een ambt met volledige prestaties kan vanaf volgend schooljaar ook loopbaanonderbreking voor medische bijstand nemen voor 1/5. Loopbaanonderbreking voor medische bijstand is de loopbaanonderbreking om een familielid tot de tweede graad of een gezinslid bij een zware ziekte te verzorgen en bij te staan. De loopbaanonderbreking wordt genomen voor minimaal één maand en maximaal drie maanden. Tot nog toe kon loopbaanonderbreking volledig zijn, of gedeeltelijk, met behoud van een halftijdse betrekking. Voor wie voltijds aan de slag is, kan het nu dus ook gedeeltelijk met behoud van 4/5 van zijn betrekking. De totale duur per patiënt (al dan niet aaneengesloten) bedraagt twaalf maanden (volledige loopbaanonderbreking) of vierentwintig maanden (gedeeltelijke loopbaanonderbreking). Binnen de aangevraagde periode kan het volume van de loopbaanonderbreking niet worden gewijzigd. De loopbaanonderbreking is een recht. Elk statutair personeelslid dat aangesteld is in een ambt met volledige prestaties kan vanaf volgend schooljaar ook loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof nemen voor 1/5. Loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof is de loopbaanonderbreking om voor een kind te zorgen. De loopbaanonderbreking moet ingegaan zijn op de dag dat het kind twaalf wordt (21 voor een kind met 66% invaliditeit of minstens 4 punten in pijler I van de medisch-sociale schaal voor de kinderbijslagregeling). Tot nog toe kon loopbaanonderbreking volledig zijn, of gedeeltelijk, met behoud van een halftijdse betrekking. Voor wie voltijds aan de slag is, kan het nu dus ook gedeeltelijk met behoud van 4/5 van zijn betrekking. Loopbaanonderbreking wordt in één keer aangevraagd voor maximum drie (volledige loopbaanonderbreking) of zes (gedeeltelijke loopbaanonderbreking) maanden. Die worden aaneengesloten genomen. Daarop is één uitzondering. Als de loopbaanonderbreking wordt genomen in aansluiting op het bevallingsverlof, het verlof wegens moederschapsbescherming, het onbezoldigd ouderschapsverlof, het verlof met het oog op adoptie of pleegvoogdij of het geboorteverlof (omzetting van nabevallingsverlof naar de vader - of naar de partner - bij overlijden of ziekenhuisopname van de moeder) en niet later dan een maand na het begin van de loopbaanonderbreking begint de vakantieperiode in juli en/of augustus, dan kan een nieuwe aanvraag worden ingediend voor de resterende dagen onmiddellijk aansluitend op de vakantie. De loopbaanonderbreking is een recht. Ook wat de gewone gedeeltelijke loopbaanonderbreking betreft (maximum 72 maanden tijdens de loopbaan) of, voor vastbenoemden of wie tot de proeftijd is toegelaten, de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 jaar, wordt 1/5 onderbreking mogelijk voor wie 2

voltijds aan de slag is. Hier gaat het niet om een recht van het personeelslid (ook geen geconditioneerd recht zoals bij de gewone voltijdse en halftijdse loopbaanonderbreking en bij de halftijdse loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 jaar, waarbij het schoolbestuur de loopbaanonderbreking moét toestaan als er een kandidaat-vervanger is met een vereist bekwaamheidsbewijs die voldoet aan de eisen van het opvoedingsproject van het schoolbestuur). Het schoolbestuur kan dus weigeren. De weigering moet schriftelijk worden gemotiveerd. De (principiële) ingangsdatum voor de gewone voltijdse en gedeeltelijke loopbaanonderbreking en de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 jaar blijft 1 september of 1 oktober, maar de onderbreking loopt over het hele schooljaar. Dat betekent dat een volumewijziging na een maand niet (langer) kan. (Het administratief personeel, het statutair meesters-, vak- en dienstpersoneel en de administratief medewerkers van het beleids- en ondersteunend en het ondersteunend personeel blijven hun eigen regeling behouden: voor hen kan de loopbaanonderbreking ingaan op elke eerste van de maand en ze wordt aangevraagd voor minstens zes maanden en ten hoogste een jaar.) De 1/5 loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 jaar kan op 1 september worden uitgebreid tot een halftijdse loopbaanonderbreking. Personeelsleden die op 31 augustus 2011 halftijdse loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 jaar hebben, kunnen eenmalig op 1 september 2011 overstappen naar 1/5 loopbaanonderbreking. Nog dit: - bij gedeeltelijke loopbaanonderbreking wordt het nog te presteren volume afgerond naar de hogere lestijd of het hogere (les)uur; - ook in de zogenaamde ondeelbare ambten is deeltijdse vervanging mogelijk. De ondeelbaarheid slaat dus (enkel) op het oprichten van de betrekking; - personeelsleden met een 1/5 loopbaanonderbreking vanaf 50 jaar die op 1 september overstappen naar een halftijdse loopbaanonderbreking (of personeelsleden met een halftijdse loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 jaar die op 1 september 2011 overstappen op een 1/5 loopbaanonderbreking, verliezen daardoor niet het recht op een aanmoedigingspremie van de Vlaamse Gemeenschap (wat personeelsleden die uit hun loopbaanonderbreking stappen en ze later opnieuw opnemen, wél doen). Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap gaat akkoord met het ontwerp: het besluit schrijft de CAO-afspraken in de regelgeving in. Maar het handhaaft tegelijk ook de bestaande regels. Het GO! klaagt al langer de wilgroei aan verlofstelsel aan, de aangroei van bijkomende modaliteiten, instapdata en mogelijkheden om opdrachten te fractioneren. Die maken het voor de scholen altijd maar moeilijker het onderwijs nog op een ordentelijke manier georganiseerd te krijgen. Het is trouwens ook voor het personeelslid zelf vaak een hele klus er achter te komen met welke van de diverse stelsels en modaliteiten het nu het meest is gebaat. Het GO! neemt er dan ook akte van dat de overheid tijdens de onderhandelingen nog eens heeft bevestigd dat de verlofregelingen in het onderwijs, en de compatibiliteit ervan met een goede schoolorganisatie, aan bod moeten komen in het aanstaande loopbaandebat. 3

Ontwerp-BVR tot wijziging van het BVR van 3 juli 2009 betreffende het omstandigheidsverlof, het verlof wegens overmacht, het onbezoldigd ouderschapsverlof en het vaderschapsverlof voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het BVR van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, wat betreft de invoering van het geboorteverlof De regelgeving voorzag al dat een vader na de geboorte van zijn kind het resterende bevallingsverlof (of een gedeelte ervan) van de moeder kon overnemen, als die overleed, of meer dan zeven dagen aaneensluitend in het ziekenhuis was opgenomen. Het kind moet het ziekenhuis hebben verlaten, en het vaderschapsverlof kan pas ingaan vanaf de achtste dag vanaf de geboorte. Het vaderschapsverlof eindigt hoe dan ook op de dag na het ontslag van de moeder uit het ziekenhuis. Het verlof heeft betrekking op alle opdrachten van het personeelslid. De maatregel wordt nu uitgebreid tot de (met haar) samenwonende partner van de (biologische) moeder. Dat hoeft dus niet de vader te zijn, het hoeft ook geen man te zijn. Vandaar dat er nu niet langer sprake is van vaderschapsverlof, maar van geboorteverlof in geval van overlijden of hospitalisatie van de moeder. Het gaat om een uitvoering van een CAO-bepaling. Er kan wel maar één iemand gebruik maken van de maatregel. De nieuwe regel gaat in op 1 september 2011. Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap gaat akkoord met het ontwerp. BVR tot wijziging van het BVR van 8 december 1993 betreffende de controle op de afwezigheid wegens ziekte en het BVR van 15 februari 2008 betreffende het ziekteverlof, het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte en de terbeschikkingstelling wegens ziekte voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, wat betreft het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte Het hele stelsel van het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte (VVPz) wordt hervormd, conform de afspraken in CAO IX. Aansluitend op afwezigheid wegens een ernstige of langdurige ziekte [in voorkomend geval, voor een personeelslid (vastbenoemd, of toegelaten tot de proeftijd) dat ter beschikking is gesteld wegens ziekte en halftijds terug aan de slag is gegaan, ook na uitputting van zijn contingent haltijdse prestaties] kan het personeelslid deeltijds werken met behoud van salaris. Zijn prestaties bedragen minstens 50 % van een voltijdse betrekking. Het percentage wordt vastgelegd in een plan dat wordt 4

opgemaakt door de behandelende arts en dat goedgekeurd moet worden door het controleorgaan, dat om de twee maanden controleert of voortzetting van het VVPz zoals in het plan gestipuleerd, is aangewezen. Het percentage blijft ongewijzigd tijdens de hele duur van de uitvoering van het plan. Het verlof wordt aangerekend op het contingent bezoldigd ziekteverlof à rato van een halve dag per dag waarop van het stelsel gebruik wordt gemaakt als het personeelslid prestaties levert onder de 75%, à rato van een kwart dag, als het personeelslid prestaties levert voor 75% of meer. VVPz beoogt wel uitdrukkelijk op termijn de totale herintegratie van het personeelslid in zijn opdracht. Verlof voor verminderde prestaties kan worden opgenomen door alle statutairen: tijdelijken, zolang ze recht hebben op bezoldigd ziekteverlof en vastbenoemde en tot de proeftijd toegelaten personeelsleden, zolang ze niet in de stand terbeschikkingstelling wegens ziekte zijn gezet. De regels gelden ook voor mandaathouders. De prestaties die nog worden geleverd, worden naar boven toe afgerond op de volle lestijd of het volle (les)uur - op de prestaties in de CLB s na, die hoe dan ook (al) in percentages worden uitgedrukt. Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap gaat akkoord met het ontwerp. BVR tot wijziging van diverse bepalingen van het BVR van 29 april 1992 betreffende de verdeling van de betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage Bij de bepaling over de samenstelling van de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap (artikel 12bis) wordt gepreciseerd dat ze wordt gevormd op basis van de samenstelling van de scholengemeenschap in september (de bestaande regeling voor gesloten instellingen in artikel 25bis blijft behouden). Alvast in het basisonderwijs zijn er hier en daar reaffectaties en wedertewerkstellingen gebeurd in reaffectatiecommissies die waren gevormd volgens de oude samenstelling. Die worden wel geregulariseerd (nieuw artikel 52 ). De verplichting om in Medex- en re-integratiedossiers weder tewerk te stellen in organieke betrekkingen van het ondersteunend en beleids- en ondersteunend personeel en de verplichting voor de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap om in die dossiers ook weder tewerk te stellen over de personeelscategorieën heen (verplichtingen die zouden ingaan op 1 september 2011) worden met een jaar uitgesteld. Eigenlijk gaat het om een opschorting van de maatregelen, in afwachting van een deugdelijke grondige regeling. Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap gaat akkoord met het ontwerp. Het GO! is er tevreden over dat de Medex- en re-integratiedossiers alvast volgend schooljaar niet moeten worden 5

behandeld zoals in dit ontwerpbesluit ongenuanceerd en structureel staat beschreven. Het GO! vindt het wel géén goed idee dat de overheid regelgeving schrijft met uitgestelde ingangsdatum, met als enige bedoeling zichzelf en de sociale partners onder druk te zetten om een afgesproken einddatum te halen voor het uitwerken van een grondige stabiele regeling. De finaliteit van regelgeving is het bieden van rechtszekerheid. Het vastleggen en publiceren van regels waarvan de overheid op voorhand weet dat ze in die vorm niet zullen moeten worden uitgevoerd, dreigt die doelstelling te banaliseren. Ontwerp-BVR tot wijziging van artikel 15 van het BVR van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs Wegwerking van een hiaat in de regelgeving. Het uitgangspunt voor de financiering van de levensbeschouwelijke vakken is de telling van het aantal leerlingen in de meestgevolgde cursus op de eerste schooldag van februari van het vorige schooljaar. Scholen waarvan alle leerlingen vrijgesteld waren van het volgen van een levensbeschouwelijk vak, konden het schooljaar nadien dus geen financiering krijgen voor levensbeschouwelijke vakken. Daarom wordt nu in de regelgeving opgenomen dat, in scholen waarvan alle leerlingen vrijgesteld waren, voor de financiering van de levensbeschouwelijke vakken in het volgende schooljaar wordt geteld bij de start van dat schooljaar. De maatregel heeft uitwerking vanaf 1 september 2010. Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap gaat akkoord met het ontwerp. BVR tot wijziging van artikel 2, 3 en 6 van het BVR van 29 mei 2009 betreffende personeelsleden in het secundair onderwijs die op bedrijfsstage gaan Vervanging van personeelsleden in het secundair onderwijs die op bedrijfsstage zijn, is ook volgend schooljaar mogelijk. Aan de mechaniek voor het aanwenden van vervangingseenheden verandert niets (wel aan het aantal vervangingseenheden dat globaal ter beschikking wordt gesteld). De vervangingseenheden kunnen worden gebruikt om er een personeelslid mee te vervangen dat op bedrijfsstage is, maar er kan ook (zover de toegekende vervangingseenheden reiken) iemand doorlopend mee worden aangesteld. Die kan dan binnen het samenwerkingsverband instaan voor de vervanging van personeelsleden die bedrijfsstage lopen in de periode van zijn aanstelling. Tegen 2012-2013 wil de overheid haar professionaliseringsbeleid herzien. Of de vervanging voor bedrijfsstages in de bestaande of een andere vorm overeind zal blijven, is dus onzeker. 6

Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap gaat akkoord met het ontwerp. Ontwerp-BVR s volwassenenonderwijs voor het studiegebied chemie volwassenenonderwijs voor het studiegebied decoratieve technieken volwassenenonderwijs voor het studiegebied grafische technieken volwassenenonderwijs voor het studiegebied juwelen volwassenenonderwijs voor het studiegebied koeling en warmte volwassenenonderwijs voor het studiegebied land- en tuinbouw volwassenenonderwijs voor het studiegebied lederbewerking volwassenenonderwijs voor het studiegebied muziekinstrumentenbouw volwassenenonderwijs voor de studiegebieden bouw, handel en personenzorg, en de indeling van studiegebieden in opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs BVR tot wijziging van het BVR van 7 oktober 1997 betreffende de nuttige ervaring als bekwaamheidsbewijs voor personeelsleden van het onderwijs, het BVR van 1 september 2006 betreffende de ambtshalve concordantie, het 7

BVR van 19 maart 2010 betreffende de individuele concordantie in het secundair volwassenenonderwijs en het BVR van 23 april 2010 betreffende de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen voor de personeelsleden van de centra voor volwassenenonderwijs Het gaat om het vastleggen van de nieuwe opleidingsprofielen met ingang van 1 september 2011, de bijhorende ambtshalve toekenning van onderwijsbevoegdheid en de overgangsmaatregelen en concordanties. Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap gaat akkoord met de ontwerpen. Ontwerp-BVR tot wijziging van het BVR van 26 januari 2001 betreffende de mandaten van directeur, algemeen directeur en coördinerend directeur in het niet-tertiair onderwijs, het BVR van 21 november 2003 houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden van het onderwijs en het BVR van 12 december 2003 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen van de personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding De wijzigingen aan het BVR van 26 januari 2001 regelen het verlof om het mandaat van directeur uit te oefenen en de geldelijke toestand van mandaathouders met of zonder een onderliggend ambt. De overige wijzigingen hebben betrekking op de gelijkwaardigverklaring van buitenlandse diploma s, die vanaf 1 september 2011 volgens een nieuwe procedure verloopt (onderwijsdecreet XXI) en op het opheffen van de verplichte vorming voor de directeur van het CLB als onderdeel van het bekwaamheidsbewijs. Het vereiste bekwaamheidsbewijs voor het mandaat van directeur omvatte (naast een ten-minste-masterdiploma) een verplichte door de overheid erkende specifieke vorming inzake leidinggeven van minimum honderd uur en een permanente vorming van drie dagen of twintig uur per schooljaar. Onderwijsdecreet XXI heeft die verplichte vormingen met ingang van 1 september 2011 geschrapt. De bijwedde (niet-verworven salarisschaal) in het ambt van directeur CLB, die samenhing met die verplichte vorming, verdwijnt. Ze wordt opgenomen in het reguliere salaris: met ingang van 1 september 2011 krijgt de directeur van het CLB salarisschaal 599 (met beginwedde 31,977, 22, drie jaarlijkse verhogingen van 748, 76 en elf tweejaarlijkse verhogingen van 1 361, 41 ). Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap gaat akkoord met het ontwerp. 8