Schetsversie Deel 18



Vergelijkbare documenten
Verhaal: Jozef en Maria

Spreekbeurt Dag. Oglaya Doua

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Verteld door Schulp en Tuffer

Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen


Eerste druk, september Tiny Rutten

3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco.


Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Krabbie Krab wordt Kapper

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen.

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn

Bert staat op een ladder. En trekt aan de planten die groeien in de dakgoot. Hij verstopt de luidspreker en het stopcontact achter de planten.

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Een gelukkige huisvrouw

Andrea Voigt. Augustus in Parijs. Uitgeverij De Geus

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1


We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

September 2008 Door: Charlotte Storm van s Gravesande. Bijbehorende foto's: zie onderaan de tekst. Hallo mede dierenvrienden,

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"

Anna en Alex nemen het op tegen de valsemunters

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

De jongen weet dat hij niet in slaap moet vallen. Want dan zullen dieven zijn spullen stelen. Ook al is het nog zo weinig wat hij heeft.

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

FLIPPEN. Naam: Ruben van Dijk Datum van inlevering: 28/11/06 Klas: M1C Tutorgroep: 2

FOTOREGELS. Uitleg en regels rondom het gebruik van foto s. Het auteursrecht. Als ik een foto koop, krijg ik dan ook de rechten op de foto?

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

Neus correctie Aanleiding. Intake gesprek. Stap 1: Wat gaan we doen

Mijn mond zat vol aarde

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Iris marrink Klas 3A.

De tijd die ik nooit meer

DE RIJKE MAN, DE ARME MAN

NOACH EN DE ZONDVLOED

Klein Kontakt. Jarigen. in april zijn:

ROSANNE. Oh, oh, oh. Van Aemstel Produkties - De leukste uitjes van Amsterdam -

Ze moet wel twee keer zo veel eten als Anne, en altijd weer die pillen vooraf.

2

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.

Op hun knieën blijven ze wachten op het antwoord van Maria. Maar het beeld zegt niets terug.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Inhoud. Woord vooraf 7. Het allereerste begin 9. Oervaders 19. Israël als moeder 57. Wijsheid voor ouders en kinderen 83. Koninklijke vaders 113

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

HET VERHAAL VAN KATRIN

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

Kom erbij Tekst: Ron Schröder & Marianne Busser Muziek: Marcel & Lydia Zimmer 2013 Celmar Music / Schröder & Busser

Opening van zondag 19 april Gerda van Leeuwen Thea Peters Carla de Kievid

NOACH EN DE ZONDVLOED

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te

Hoe ik talent voor het leven kreeg

tje was saai. Haar ouders hadden een caravan, waarmee ze ieder jaar in de zomer naar Frankrijk gingen. Ook voor deze zomer was de camping al

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Bijbel voor Kinderen. presenteert DE VERLOREN ZOON

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

!!!!! !!!!!!!!!!!! Uit: Glazen Speelgoed (Tennesse Williams)! (zacht) Hallo. (Ze schraapt haar keel)! Hoe voel je je nu? Beter?!

Jezus kreeg de straf voor onze zonden, wij ontvangen vergeving en vrede. Jesaja 53:4-6 en 1 Petrus 2:24

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

De kerker met de vijf sloten. Crista Hendriks

Inhoud. Het leven van Escher. Weiland wordt vogel. Kringloop metamorfose. De wereld op z n kop.

De magische deur van KASTEEL013

Suzanne Peters. Blijf bij me! liefdesroman

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

Op bezoek. bij Sam op de Intensive Care

't gummybeertje le journal D' Hoge School redactie: Tom & Senne jaargang 3 nr. 7 frankieweyns@hotmail.

KINDEREN VAN HET LICHT

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier

Weer loop ik door de draaideur van het Lucasziekenhuis.

Design Document If This Then That. HSP moodlight Liad Damhuis G&I1B Game Art

Bijbellezing: Johannes 2 vers Bruiloftsfeest

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Vlinder en Neushoorn

Wees niet jaloers! Intro. Wat is jaloersheid? blok E - nivo 1 - avond 6

Je mag stralen je mag huilen je mag dwalen je mag schuilen je mag vragen je mag dromen je mag klagen je mag komen Hij wacht op jou

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Knabbel en Babbeltijd.

Charles den Tex VERDWIJNING

Aan het werk! Kijkwijzer voor het VMBO bij de tentoonstelling Mens en Werk

Hans Kuyper. F-Side Story. Tekeningen Annet Schaap. leopold / amsterdam

Roodborstje tikt tegen 't raam, tik, tik, tik laat mij erin, laat mij erin. 't Is hier te guur en te koud naar mijn zin Laat mij er in, ja er in.

Kikkertje en de geheime schatkistjes

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

De hoed van Oom Nacho

Transcriptie:

Schetsversie Deel 18

De Deal Dat mijn woonsituatie niet helemaal perfect was, bleek onder andere uit een akkefietje dat ik had met de VPRO. Dat ik voor de VPRO geen totale onbekende was, mag zijn gebleken uit het feit dat het affiche, behorend bij de originele uitgave van de graphic novel, zoals het later zou worden omschreven, nu nog gewoon stripverhaal «Herinneringen» als wandversiering in een tv-programma verscheen. Toevallig was ik abonnee van de VPRO-gids. Op de achterkant van die gids, genoemd 'Achterwerk' mochten kinderen hun verhaal vertellen. Af en toe las ik de verhalen die de kinderen te vertellen hadden maar deed er verder niets mee. Het is zoiets dat je even doet en dan leg je de gids weer op tafel waar zijn plaats is. Die dag las ik een aangrijpend verhaal van een meisje van negen dat zich niet begrepen voelde door haar ouders. Ik had onmiddellijk met dat kind te doen. Projectie en identificatie, hier ben ik. Er zijn van die momenten dat je, om welke reden dan ook, uit je cocon stapt en iets onderneemt. Het hoeft niet altijd positief te zijn maar het is meestal een reactie op de eigen emoties. Om diezelfde redenen heb ik ooit na de dood van John F. Kennedy het condoleance-register in het Amerikaanse consulaat getekend. Nu wilde ik iets voor dat kindje doen en ik schreef toen een brief, iets in de geest van dat haar ouders het goed bedoelen maar dat dit niet altijd goed overkomt en om te laten zien dat het altijd nog erger kan, stuurde ik een exemplaar van «Herinneringen» mee, al was ik niet helemaal zeker of het wel geschikt was voor een negenjarige. Dagen later kreeg ik een brief van de VPRO waarin werd aangegeven dat ze mijn brief hadden geopend om zeker te gaan dat ik niet de een of andere viezerik was en ze hadden ook mijn album gezien en vroegen zich af of ik niet af en toe een tekening wilde maken voor hun serie 'Door de ogen van...' die altijd met een plaatje op de tweede pagina van de gids verscheen. Oh, dat wilde ik wel, al was ik niet zeker of ik daar wel de geschikte persoon voor was. Er werd gecommuniceerd per telefoon en een week later stuurde ik mijn eerste tekening op. Het thema was de Tour de France, waarop ik reageerde met een plaatje van wielrenners op tv en we zagen iemand in een luie stoel die net een pilsje pakte. Men vond het een geslaagd plaatje en zo kwam ik een korte tijd in de VPRO-gids terecht. Als ze weer een plaatje wilden hebben, belden ze altijd. Dat ging altijd goed en ik had volledige vrijheid en het leverde ook nog geld op ook, helemaal mooi dus. Dat ging zo tot op de dag dat ik niet thuis was toen de VPRO belde. De heer des huizes nam de telefoon aan, hoorde VPRO en raakte volledig in paniek.

Een paar dagen later herinnerde hij zich ineens dat er voor me was gebeld. "Oh, wie was het?" - "Dat weet ik niet zo goed meer..." - "Waar ging het dan over?" - "Dat kon ik niet verstaan. Het enige dat ik verstond was iets van VPRO, maar dat zal het wel niet geweest zijn." Ik belde onmiddellijk de VPRO-gids. Men verontschuldigde zich dat de communicatie niet goed was gegaan. Ze hadden weer iemand a la minuut nodig voor een plaatje, maar ze konden de persoon die de telefoon had opgenomen, niets aan zijn verstand brengen. Het werd allemaal te ingewikkeld... Ik hoorde nooit meer iets van de VPRO. Op zich was dat geen ramp maar het gaf wel aan dat het langzaam tijd werd voor een andere woon-werksituatie. Toch nam ik het de oudjes niet kwalijk. Zij hadden geen idee waarmee ik bezig was of wie mijn klanten waren. Zijzelf belden slechts zelden en raakten in de regel in paniek als er gebeld werd en het waren niet de kinderen of kleinkinderen en andere contacten hadden ze eigenlijk nauwelijks. En zo kwam de dag van het grote drama. Af en toe, als ik ergens was geweest en weer thuis kwam op een 'christelijk' tijdstip en zag dat ze nog op waren, klopte ik weleens zachtjes aan hun kamerdeur om te melden dat ik er weer was. De oude man riep me even binnen en ik vertelde hem hoe de dag was gegaan. Zijn vrouw zat in de stoel aan 'mijn' kant van de kamer te slapen. Ik praatte dus zachtjes om haar niet wakker te maken. Op een gegeven moment hoorde ik een zachte zucht en keek naar haar, eigenlijk om zeker te zijn dat ik haar niet wakker had gemaakt. Toen zag ik dat haar gebit half uit haar mond hing en wist het gelijk, hersenbloeding. "Bel de dokter, dit gaat niet goed!" zei ik. Hij begreep het niet onmiddellijk maar belde toch de dokter. Omdat ik bang was dat ze uit de stoel zou vallen, hebben we haar voorzichtig op de vloer gelegd. Dat was nog een hele klus want ze was geen klein en mager vrouwtje. Nadat ze een kussen onder haar hoofd had, belde al de dokter aan de deur. Ik deed open en de dame die blijkbaar in de buurt woonde, zag het in één oogopslag. Hier kon ze niets meer doen. Het ziekenhuis werd gebeld en daarna de familie. Toen de ambulance weer vertrok, waren enkele familieleden gearriveerd. Ze namen de oude heer gelijk mee opdat hij niet alleen zat in dat huis. Ik ging naar mijn kamer om het gebeurde even te laten bezinken. Ineens was de heer de huizes dus alleen. Ik vroeg me af hoe dat verder zou gaan. Hij was niet het persoon om innig contact mee te onderhouden. Er zou dus een oplossing gevonden moeten worden. Na enkele dagen was de huisbaas er weer, want hij kon niet zonder zijn huis, dacht hij. Maar het was zijn huis niet meer want in zijn huis hoorde zijn

vrouw thuis, die het eten voor hem maakte, zijn kleren waste en alles wat een vrouw van die generatie zo doet. En ik was niet van plan die taak over te nemen. Hij heeft genoeg familie, bedacht ik, ze zoeken het maar uit met hem. Ik ging wel vragen hoe het ging, hoe hij zich in die situatie redde. Het ging wel, verzekerde hij me maar vermoedelijk was dat grootspraak want ineens was hij vertrokken. Hij was bij zijn dochter en schoonzoon ingetrokken, want die hadden van Jezus een groot huis gekregen en hielden van verzorgen, althans zo leek het in eerste instantie. Maar hij was totaal niet christelijk ingesteld en mocht zijn schoonzoon ook niet echt. Later hoorde ik dat hij zich in de buurt van de familie in een bejaardenhuis had in laten schrijven waar toevallig een plaatsje vrij was gekomen. Ineens was ik dus de enige bewoner van de pastorie. Bij Evert en Maria werd de situatie uitgebreid besproken. "Je moet zorgen dat je hoofdhuurder wordt," was het advies. Op de dag dat ik normaal de huur aan de huisbaas betaalde, maakte ik de totale huur aan de kerkvoogdij over. Natuurlijk wist ik dat hij van de kerk nooit mocht onderverhuren maar iedereen wist, ook de kerkvoogdij, dat hij dat wel deed. En omdat de kerk geen onderhoud aan de pastorie pleegde - hij was immers timmerman, al deed hij ook niets aan de onderhoud - was de huur laag. Maar nu weigerde de kerk de huur want ze wilden van de pastorie af. Elke maand maakte ik braaf de huur over en elke maand stortte de kerk de huur weer terug op mijn rekening. Maar omdat ik er al enkele jaren woonde en iedereen dat inmiddels wel wist, konden ze me er ook niet zomaar uit smijten, zeker niet als kerkvoogdij. Op een goede dag kreeg ik een brief van de kerkvoogdij waarin mij het huis en de grond werd aangeboden voor 175.000 gulden. Natuurlijk had ik geen 175.000 gulden en ik kon ook geen bank vinden die een hypotheek van een dergelijk volume aan mij wilde verlenen, zeker met mijn onzekere inkomsten. Met Evert gingen ik naar de grootste aannemer in Alkmaar om een berekening te laten maken wat de opwaardering van de grond zou kosten want het huis was een bouwval en er was geen riolering. Alle vloeibare afval verdween in een ondergrondse septic tank. Het bleek na berekening dat aansluiting op de riolering nog eens 175.000 gulden ging kosten. De grond van de pastorie lag namelijk lager dan de gemeentelijke riolering. Er moest dus een afwateringspomp aan te pas komen. Daarbij liepen de buizen van de gemeentelijke riolering niet naast het huis maar zo'n vijftig meter er vandaan. Ik was eigenlijk een beetje einde raad. Toen kwam Evert met een voorstel: "Als jij het niet koopt, mag ik het dan kopen?"

Dat heeft enige uitleg nodig. Ik kreeg het aangeboden voor 175.000 gulden, omdat ik er in zat. In principe was de grond alléén het al waard en kreeg ik het gebouw voor niets. Evert was al gaan informeren naar het bestemmingsplan en volgens de Gemeente was men van plan de buurt van kerk en pastorie tot beschermd dorpsgezicht te verklaren. Dat hield dus in dat er niets meer veranderd mocht worden. Dat hield dus tevens in dat er niet ineens allemaal woningen op die plek mochten worden neer gezet. Wie die grond dus kocht, kon er dus van op aan dat de omgeving bleef zoals die was. Dat haalde gelijk ook een streep door plannen van Evert om de tuin tot bungalowpark te maken. Ik moest dus even over Everts voorstel nadenken. Ik besprak de zaak met Margreet en die zei gelijk: "Dan moet er ook iets voor jou uitspringen want jij moet een nieuwe woning hebben en dat kost ook geld." De volgende dag ging ik weer naar de Cantina om met Evert te spreken. Ik kreeg gelijk een maaltijd aangeboden. "En?" vroeg Evert nieuwsgierig. "Zou je het ook nog doen als ik er met 10.000 gulden tussen zat?" vroeg ik voorzichtig. "Oh, natuurlijk," zei Evert, "Ik had het eigenlijk zelf voor moeten stellen, want jij krijgt natuurlijk ook kosten. Misschien kan je wel een huis in Alkmaar kopen." En zo is het gegaan. Op een zonnige ochtend liepen Evert en ik een notariskantoor in Alkmaar binnen. Evert had alles al geregeld. Ik hoefde alleen maar een handtekening te zetten en was eigenaar van de pastorie en de grond en een kwartier later had ik hetzelfde perceel voor 185.000 gulden verkocht aan Evert, die de overdrachtskosten betaalde. Ik was in een kwartier 10.000 gulden rijker. Voorlopig bleef ik gewoon zitten waar ik zat. Ik betaalde zelfs geen huur meer. Ik bleef aan het werk in mijn kamers terwijl Evert en zijn zoon begonnen met het opknappen van het huis. Alles was verwaarloost. De elektrische leidingen zaten nog in metalen buizen en waren geïsoleerd met stofisolatie en dreven in het water dat langs de binnenmuren naar beneden liep. De elektricien liet lachend zien dat zelfs de muren onder stroom stonden. Die man had zelden zulk plezier gehad. "Dat gaat weer flappen kosten!" riep hij steeds triomfantelijk. Op een goede dag kwam Evert met een mededeling: "Er staat in Alkmaar een huis te koop in de Snaarmanslaan, echt iets voor jou." We gingen samen kijken. Het was een klein, uitgewoond arbeiderskrot dat aan de buitenkant ook nog door een verkeerde verbouwing aan stijl was kwijt geraakt. Het had één voordeel: Het was goedkoop. Voor 59.000 gulden was het van mij.

En weer ging ik naar een bank voor een hypotheek. Nu kon ik 10.000 gulden aanbetalen, dat maakte alles goed. De bank schreef een hypotheek uit van 69.000 gulden, want dan kon ik 10.000 gulden aan het opknappen en inrichten besteden. Het huis in de Snaarmanslaan. Jammer van het raam. Misschien dat ik er ooit weer twee ramen van kon laten maken want dit was geen gezicht.

De situatie was ideaal. Ik hoefde niet a la minuut te verhuizen maar kon eerst rustig het huis opknappen. Onder de vloer zat vocht. Toen alle wanden waren behangen, zag je het vocht tegen de muur op kruipen. Dat kwam, omdat het een tijd niet meer bewoond was geweest, legde Evert uit. "Als je eenmaal begint met stoken, heb je daar op een gegeven moment geen last meer van." De heer Coblens die nog wel eens contact had met Wim Overmars, hoorde van hem dat ik een huis had gekocht. Wim belde me op: "Joup Coblens, ken je die nog? Nou, die doet meubels uit zijn kantoor weg. Hij heeft nog een oude witte kast en vraagt mij of je die wil hebben voor je nieuwe huis." Natuurlijk wilde ik die hebben. Ik knapte de benedenverdieping op zodat er te wonen was. Skip kwam langs en bekeek mijn tuin. Ja, die was er ook. Het was geen tuin, het was een stuk grond vol kreupelhout. Er was al tientallen jaren niets aan gedaan. Skip ging de tuin voor me aanleggen. "Een tuin waar je niets aan hoeft te doen maar waar je wel in kan zitten als je daar tijd voor hebt." Skip bezig in de tuin. Hij kon het wel, wist ook precies wat hij deed, welke planten aandacht nodig hadden en welke niet. En toen kwam de dag van de verhuizing. Skip en achternicht Heidi hebben de spullen helpen verhuizen. Ik had alles keurig in dozen gepakt en na een dag slepen stond de hele woonkamer vol dozen. Alleen de kast van Joup Coblens stond op zijn plaats en verborg het optrekkend vocht. Van Ruud uit Zaandam had ik ooit in Koedijk een enorme notenhouten tafel uit de jaren dertig gekregen. Die was onder de kartonnen dozen gedeeltelijk begraven. Nadat iedereen was vertrokken, sleepte ik alle dozen naar de bovenverdieping en verdeelde ze zo goed

mogelijk over het vloeroppervlak om niet de hele lading op een goed moment naar beneden te zien komen. Toen kon ik zitten, had twee stoelen aan de tafel en een bed om in te slapen. Hier moest ergens het bed komen want de kamer er naast moest de werkplaats voor het handwerk worden. Uiteindelijk moesten alle dozen eerst op zolder worden gestapeld om beneden ruimte te maken. Sommige dozen zijn nooit meer uitgepakt.

Het duurde veertien dagen voordat ik weer normaal kon functioneren. Veel dozen heb ik nooit uitgepakt. Van nu af aan woonde ik dus in Alkmaar, een flinke steenworp verwijderd van de Cantina, een straat verwijderd van het station, een drukkerij op de hoek en vijf minuten fietsen van het centrum. Van nicht Heidi had ik haar transportfiets gekregen nadat zij er zodanig mee was gevallen dat ze al dacht er blijvend letsel aan over te hebben gehouden. Op de transportfiets. Hij is ooit naar mijn stiefzoon gegaan. Die heeft er nog jaren op gereden. De fiets verhuisde ooit mee naar Zandvoort, waar hij werd gestolen. Toen Skip klaar was me de tuin, had ik die ook en op den duur heb ik er zelfs gebruik van gemaakt. Op een goede dag belde Wim Overmars en vroeg of ik al een huisdier had, want bij een huis hoort in ieder geval een huisdier. Eigenlijk wilde ik geen huisdier want die dingen hebben in de regel verzorging nodig en aandacht. Maar in dit geval wilde ik wel mijn mening bijstellen. De kat kwam van Erik de Vries. Hij was opgenomen in de kliniek, zijn bezittingen waren grotendeels verkocht door de moeder van zijn ex-vriendin en nu bleven er twee katten onverzorgd achter. De Perzische kat had gelijk een nieuw tehuis maar de toxedo (zwarte kat met wit kraagje en witte poten) met drie poten, nee, die wilde niemand hebben, die was niet compleet. En zo kwam Huppel in huis. Huppel was een absolute scheet. Ze was erg lief en een beetje gestoord. Er ging het verhaal dat ze vroeger met de Pers vissen uit de Zaan had gevangen. Huppel was razendsnel als zij liep. Die poot was ze al als jong katje kwijt geraakt en dacht nu vermoedelijk dat het zo hoorde. Voor Huppel maakte ik een soort kippentrap aan de voorgevel waarlangs zij via het raam dat altijd open stond, naar binnen kon. Dat raam stond 's zomers en 's winters op een kier, wijd genoeg voor Huppel. Een gespannen stroomdraad

wekte de suggestie dat de boel elektrisch beveiligd was. Het was een rustig straatje zonder gemotoriseerd verkeer. Ik wilde Huppel niet in huis gevangen houden. Huppel zocht de meest vreemde plaatsen op, boven op een krat die als extra boekenkast dienst deed of in de aflegbak op de printer...... en natuurlijk in de tuin en de tuinstoel, zoals het hoort...... maar ook in haar buitenhuis, waterdicht gemaakt met grondzeil. Het was een vreemde vogel!

Ik was amper ingeburgerd, toen er werd gebeld. Ene Hans Schoonemeijer uit Alkmaar belde en vroeg of ik zin had in een gesprek. Een gesprek kan niet echt kwaad. Misschien viel er iets te verdienen en dat zou niet verkeerd zijn, want de inrichting van de woning had mijn reserves redelijk geplunderd. De Snaarmanslaan vanaf het Scharloo gezien. De werkplek binnen en de werkplek buiten, in de tuin. Het werd een lange, hete zomer dat jaar.

Mijn vervoer vanuit de Snaarmanslaan was weer eens een Jawa. meer geld was er niet na de aankoop van een huis en de inrichting, een Jawa California 350 cc, een soort uit de krachten gegroeide brommer, maar nu met oliepomp en -tank, hoewel niet helemaal betrouwbaar. Dit concept wordt tegenwoordig als milieu-onvriendelijk gekenmerkt. En nog eens mijn werkplek in de tuin, met de Psion op de klaptafel en de stroomtoevoer via het bovenraampje. Op die Psion in de tuin van mijn huis in de Snaarmanslaan heb ik een boek geschreven in die tijd: «Een Kwestie van Jeuk»! De PSION heeft toen 1000 gulden gekost en was een van de eerste palmtops ter wereld.

HP Design Op de afgesproken dag en tijd verscheen ik in het kantoor van Hans Schoonemeijer. Uiterlijk was Hans Schoonemeijer een soort dikke Willie of nog beter Göring, ook qua optreden. Hij was inderdaad ook Duitser, had in de Bundeswehr gediend als officier van de Panzerwaffe. Hij was zo'n figuur dat bij een tank uit het mangat kijkt en de touwtjes in handen houdt. Maar hij was absoluut geen nazi in spe zoals dikke Willie met zijn warme herinneringen aan de Hitlerjugend. Bovendien was Hans Schoonemeijer creatief en bovenmatig intelligent. Maar hij bleek ook iemand te zijn die absoluut geen kijk op zichzelf had. Hij was in een bijna bespottelijke manier en graad geëgocentreerd, om het netjes uit te drukken. Toch kon ik tot op zekere hoogte met hem samenwerken omdat ik mij concentreerde op zijn betere eigenschappen. En als creatieveling had hij een eigenaardige en wankele balans gevonden tussen droom en praktisch realiteitsgevoel. Naast Hans Schoonemeijer werkte op dat kantoor in eerste instantie zijn echtgenote die hij zijn broer afgepikt bleek te hebben waardoor hij bij zijn familie niet langer in goede aarde viel. Dan werkte er ook nog Axel die hij met stugge volharding Alex bleef noemen omdat Axel stripverhalen verzamelde. Voor degenen die nog nooit een stripverhaal hebben in gekeken: Alex is een stripfiguur van schrijver-tekenaar Jacques Martin in zijn verhalen over het Romeinse Rijk. Schoonemeijers Alex kon van alles wat, maar hij blonk alleen uit in geduld en een soort cynische trouw. Je herkende Axels onuitgesproken mening aan de manier waarop hij keek of dingen zei. Hij hoorde ook tot de vriendenkring van Hans Schoonemeijer wat absoluut niets betekende. Ik heb die positie steeds geweigerd in te nemen omdat ik Hans Schoonemeijer vanaf de puur menselijke kant niet mocht. Hij had misschien toch iets teveel van een Göring. Ter illustratie een verhaal van Axel.

Als het warm was in de zomer, wist Axel zich te herinneren, kwam er een extra koelkast voor frisdrank in de kantoorruimte. Op een goede dag was Hans Schoonemeijer blijkbaar bezorgd om de hoeveelheid aanwezige verfrissing. Geleund op de koelkast die het vocht koud moest houden, riep hij de zaak in: "Rita, is er nog voldoende frisdrank in huis?" Rita, zijn echtgenote, stond van haar plaats achter in het kantoor, op en liep door de zaak naar de koelkast die op dat moment aan dikke Hans steun verleende, schoof zijn arm die de deur gedeeltelijk blokkeerde, iets opzij, opende de koelkast, keek er even in en zei: "Volgens mij wel." Na deze inspectie deed ze de deur van de koelkast weer dicht en ging terug naar haar plaats achter in het kantoor. Ja, inderdaad, toch iets teveel Göring, hoewel Göring zoo erg misschien niet eens was. De verse Schoonemeijers op huwelijksreis, foto opgediept ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum. Ter gelegenheid van een feestje, gegeven door de heer Schoonemeijer in de Lindeboom, zijn 'stamkroeg', moest een programma worden samengesteld en uitnodigingen verstuurd. De vraag aan mij was of ik een karikaturale tekening van de heer Schoonemeijer kon vervaardigen. Ik zelf had er geen probleem mee. Toen ik het resultaat ter beoordeling liet zien, was hij niet blij. Ik heb verdere bewerking gelijk geweigerd. Je kon in zijn opdracht geen karikatuur tekenen, zijn ijdelheid liet het eigenlijk niet toe. Hans Schoonemeijer, baas van HP Design, wat niets met het computermerk te maken had maar met de man waarmee hij ooit de zaak had opgezet, ene Paul, liet mij eerst enkele proeftekeningen maken om te zien hoe ik materiaal

De twee verblijfplaatsen van de Schoonemeijers, links hun woonhuis uit de 16de eeuw, gerestaureerd tot de eisen van deze tijd, rechts het kantoor en later ook woning, al dit op een uitnodigingskaart voor eventuele Duitse bezoekers en gasten. De plattegrond is deel van Alkmaars centrum, zo ongeveer het oudste deel van de stad. Bij restauratiewerkzaamheden kwam in het kantoor een muur uit de vijftiende eeuw te voorschijn die men later achter glas bewaarde.

weergaf. Daar bleek niets aan te mankeren. Nadat ik de werkstukken van niets had laten zien, kwam de aap uit de mouw. Hans Schoonemeijer wilde niet alleen met de tijd mee gaan, hij wilde voorop lopen. "Kan je op een computer tekenen?" was de brandende vraag van het moment. Dat kwam goed uit. Maar dat hield wel in dat ik niet langer thuis zat te werken maar daar op kantoor. Hij wilde controle uitoefenen, een niet zo aanlokkelijke gedachte. We spraken af dat hij een computer ter beschikking stelde en een werkplek waar ik halve dagen zou kunnen werken voor een voor mij redelijke vergoeding. Dat met controle houden over wat er gebeurt, heeft niet alleen maar met wantrouwen te maken. Vermoedelijk had Hans Schoonemeijer een diep geworteld minderwaardigheidsgevoel maar tegelijkertijd voelde hij zich beter dan wie dan ook, met die vergissing probeerde hij zich staande te houden en nam afstand van de noodzaak, zelf dingen te gaan doen. Hij liet dingen doen. Maar doordat hij de mogelijkheid had gecreëerd om elk moment in te kunnen grijpen, huldigde hij het idee dat hij het allemaal zelf deed. Hij was vaak zeer content met wat ik deed en had voor zichzelf het beeld geschapen dat ik één van de vakkundigste visualizers in Nederland, zo niet in Europa was. Maar omdat hij de voortdurende mogelijkheid had toezicht te houden en in te grijpen, was niet ik die tekenaar maar feitelijk hijzelf. Hij kon voor zichzelf zeggen: "Kijk, dit kan ik allemaal, want dit heb ik in huis en ik ben daar de baas." Voor hem was ik een soort werktuig dat hij bediende. Je kan dat erg vinden, maar je kan ook gewoon je werk doen en leren. Hans Schoonemeijer was op twee gebieden actief: hij ontwierp 'design' kantoorartikelen die in aluminium werden uitgevoerd in zijn eigen werkplaats en bedacht en ontwierp medische calculators, in eerste instantie voornamelijk voor farmaceut MSD. Wat de fabricage van luxe kantoorartikelen aanging, had hij alleen maar professionele en dure apparatuur waar menig metaalbewerker trots en blij mee zou zijn geweest. Alle onderdelen werden in huis gefabriceerd. Daarvoor had hij twee extra werknemers in dienst, een vakman, die met de apparatuur kon omgaan en een Manusje-van-alles die hand- en spandiensten verrichtte. Toen de zaken wat beter gingen, kwam er nog een Italiaanse architecte bij die geld wilde verdienen maar het aangeboden werk liever niet deed maar toch voor de noodzaak door de knieën ging.

Hans Schoonemeijer was met zijn zaak bijna failliet geweest als een bekende niet geld had geleend dat die inderdaad terug kreeg. Dus toen ik bij de heer Schoonemeijer een deel van mijn vrijheid in een uurloon omzette, was hij bijna weer schuldvrij. Hans Schoonemeijer was het soort man die zijn handen niet vuil maakte, hij werkte bijna uitsluitend met zijn hoofd. Hij kon met zijn handen ook niet eens zoveel, vermoed ik, want hoewel het kantoor vol stond met computers, kon hijzelf nog geen letter typen. Daarvoor had hij dus mensen in dienst. Ik ging slechts halve dagen voor hem werken; dat had tot voordeel dat ik uit kon slapen en tot nadeel dat ik thuis alleen maar in de avond kon werken als ik nog iets voor mezelf wilde doen. Omdat de heer Schoonemeijer niet kon wat ik kon, had ik redelijk vrij spel hoe ik de dingen tekende. En ik probeerde altijd het onderste uit de kan te halen. In zover was ik dan kunstenaar en mijn gereedschap was de PC. De achtergrond van Hans Schoonemeijer was een beetje vaag. Hijzelf was Duits en had ook in Duitsland de militaire dienst doorlopen en zelfs een officiersopleiding genoten maar zijn vader kwam uit Nederland. Die heeft in de oorlog een zeer dubieuze rol gespeeld, want hij was curator bij het Rijksmuseum in Amsterdam en heeft daar de bezetter geholpen de betere kunstwerken mee naar huis te nemen. Daarvoor is hij bij verstek veroordeeld toen de oorlog eenmaal was afgelopen en de bezetter weer naar huis was terug gekeerd. De familie was tegen het einde van de oorlog naar België gevlucht, in zover ik dat juist van Axel heb vernomen en onthouden. Daarna is men door gereisd naar Duitsland waar onze Hans de Duitse nationaliteit kreeg. Hij is echter niet door zijn ouders maar door een tante opgevoed, wat doet vermoeden dat het met de Schoonemeijers minder gunstig is afgelopen. Hijzelf sprak er nooit over en was in de Gemeente en kennissenkring algemeen gerespecteerd. Hij had zelfs vrienden, waarvan sommige gelukkig niet op hem leken. De aardigste die ik ooit heb mogen ontmoeten, was directeur bij MSD geweest en heeft onze Hans vermoedelijk ooit uit de problemen geholpen. Nu even het antwoord op de vraag hoe dat nu zat met de calculators voor MSD. Hier komen we weer een situatie tegen die erg lijkt op de eerder besproken zoetstof-affaire. De farmaceutische industrie is een slagveld apart. De concurrentie is moordend want het gaat om veel geld en dus is een grote klantenkring van het grootste belang. Wat deden de vertegenwoordigers van al die merken in het verleden dus? Ze kochten doktoren, specialisten en ziekenhuizen,

zowel als verzekeringsmaatschappijen om. Zo kon het gebeuren dat ook Nederlandse politici reclame maakten voor een zeker geneesmiddel om dat goedgekeurd te krijgen door de verzekeringsmaatschappijen. Daarmee is juist MSD op een gegeven moment tegen de lamp gelopen omdat een zekere VVD-politicus zich in had gezet voor een geneesmiddel dat niet zonder problemen was. En toen greep de regering in en kwam er een wet die het omkopen van medici en medische instanties niet langer toestond. Dat was vervelend en dus bedacht men iets anders: cadeautjes. Daar werd de wet op aangepast. Cadeautjes mochten wel als ze praktische hulpmiddelen bij de uitoefening van medische taken waren. Toen ik bij de heer Schoonemeijer en HP Design kwam werken, had men daar net de eerste medische calculator bedacht. Het idee kwam van MSD. Het probleem was als volgt. Als een patiënt met zware verwondingen, bij voorbeeld uit een verkeersongeluk, de intensive care werd binnen gebracht, moest er zo snel mogelijk een beslissing worden genomen over de vraag: Kan de patiënt in deze toestand worden geopereerd of is het risico van overlijden tijdens de operatie te groot? Daarvoor was een computerprogramma geschreven. Dat programma had een half uur nodig om met een conclusie te komen aan de hand van ingevoerde waarden. Dat programma kostte toen 30.000 dollar met het gevolg dat veel ziekenhuizen dat programma niet hadden. Dat programma heette 'Apache'. De vraag van MSD was nu: kan dat niet goedkoper en in een calculator die in elk ziekenhuis aanwezig kan zijn? Nu had Hans Schoonemeijer een neef en die neef was computer-programmeur. Deze neef kreeg van MSD de gegevens die de originele Apache berekende. In DOS schreef de jongeman een grafisch programma dat precies deed wat Apache I ook berekende, alleen je hoefde geen gegevens in te geven, want dit programma begon met de basis-gegevens van een gezond persoon en met twee knoppen hoefde je alleen maar hoger of lager te kiezen totdat je de gemeten gegevens had. En zo werkte men een tiental gegevens af en kwam met een eindcijfer en dat eindcijfer gaf aan of een patiënt in deze conditie geopereerd kon worden of niet. Hans Schoonemeijer heeft vervolgens een schermschema op laten maken waarin elke waarde was vertegenwoordigd. Hij bedacht dat de calculator maar vijf knoppen nodig had: Een aan- en uit-knop, een correctieknop, een 'hoger'-knop, een 'lager'-knop en een 'enter'-knop. Toen moest het DOS-programma worden vertaald voor de te gebruiken processor en klaar was 'Apache II'. De

calculator kostte 30 dollar en de berekeningen waren binnen enkele minuten te doen. Natuurlijk werd die calculator een wereldwijd succes en heeft in de loop der tijd vermoedelijk velen het leven gered. Dit werd dus de eerste calculator die ik heb getekend, nog in CorelDraw 9 dat ik van huis had mee genomen. Inmiddels zijn er velen van dat soort calculators in de wereld maar geen heeft de eenvoud van Hans Schoonemeijers ontwerp. Want hij ging ervan uit dat in een intensive care situatie snel fouten kunnen worden gemaakt als men met een toetsenbord van knoppen cijfers moest ingeven. Na MSD kwamen ook andere farmaceutische bedrijven die calculator's wilden hebben. De meeste berekenden aan de hand van ingevoerde gegevens de hoeveel medicijn die een patiënt bij een bepaalde ziekte moest nemen. Maar ik moest ook een soort tabel gaan maken die aangaf wat de kans op het oplopen van een bepaalde ziekte, gerelateerd aan leeftijd en roken of niet-roken, aangaf. Boven links: 'Apache II', daarnaast creatinine-calculators, Body mass index (BMI) calculators, maar ook currency calculators en Euro-calculators. Die calculators met overeenkomend uiterlijk waren standaardmodellen van Tronica waar alleen een eigen ontwerp knoppen werden toegevoegd; dat scheelde enorm in de prijs. Dat hekje onderaan links is een hartritmemeter.

Als een bepaald product was ontworpen dan maakten de mannen in de werkplaats vaak eerst een grof model. Dat ging dan, samen met de tekening van mij en een drukbestand voor de zeefdrukker, naar China, waar vervolgens ook eerst een proefmodel werd gemaakt en dan moest ik aan de Chinezen in het Engels uitleggen wat er allemaal aan hun proefmodel mankeerde. Het werken met Chinezen vroeg vaak om een flinke portie geduld. Chinezen hebben andere tradities en regels als wij. Het begint al bij het feit dat ze op de vraag of ze iets kunnen maken, nooit 'nee' zullen zeggen, ook al weten ze zeker dat ze het niet kunnen. 'Nee' is onbeleefd. Je neemt de opdracht aan en probeert er het beste van te maken. En anders schuif je de opdracht door aan een ander bedrijf en lijdt desnoods verlies. Vormgeving begrepen de Chinezen ook niet. 'Design' was een begrip die aan hen niet was uit te leggen. Bij de kantoorartikelen hoorde een gewone calculator van gepolijst en geadoniseerd aluminium. Het moederbord en de knoppen, zeg maar de kale calculator, kostte 1 dollar. Zelfs de baas van dat grote Chinese elektronicabedrijf Tronica begreep niet dat mensen 40 dollar betaalden voor een calculator van 1 dollar in een aluminium omhulsel. De kever is een print op een nieuwe generatie DDC, Dikke Directeur Calculator. Het gebruik van kleuren werkte bij hen ook anders als bij ons. Voor de Chinees heeft een bepaalde kleur een bepaalde betekenis. Ze gebruikten nooit wit omdat wit de kleur van de dood voor hen is. Zij gebruikten eigenlijk alleen maar rood, groen, goud en zwart. Toen ze van ons leerden dat men in de rest van de wereld kleuren niet op hun manier gebruikte, gingen zij op een gegeven moment ook met alle kleuren aan de gang, zolang het maar niet voor henzelf was. Maar het bleek toen dat ze onze manier van kleurgebruik niet begrepen en kwamen met spullen die zo smerig van kleur waren dat je ze niet eens in je etalage zou willen hebben. Zij misten wat wij 'kleurgevoel' noemen totaal.