Samenvatting. Samenvatting

Vergelijkbare documenten
Nederlandse samenvatting. Het in kaart brengen en bespreken van de kwaliteit van leven van adolescenten met type 1 diabetes in de reguliere zorg

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN BIJ ADOLESCENTEN

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Nederlandse samenvatting

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Richtlijn Zindelijkheid van urine en feces (2011)

Nederlandse samenvatting

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy

Kindergeneeskunde. De Poeppoli.

Samenvatting. Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

OBSTIPATIE FRANCISCUS VLIETLAND

Samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting

Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen

De relatie tussen incontinentie, toiletgangvaardigheden en morbiditeit in verpleeghuizen.

Samenvatting. Samenvatting

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

but no statistically significant differences

Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Samenvatting. Effectiviteit van geïsoleerde lage-rugtraining

Neuropsychiatrische symptomen bij Nederlandse verpleeghuispatiënten

CHAPTER. Samenvatting

Samenvatting SAMENVATTING

Prevention of cognitive decline

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

Samenvatting. Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese. Een 3-jarige follow-up studie

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen

Factoren die kunnen en willen doorwerken tot 65 beïnvloeden

Samenvatting 181. Samenvatting

Kennislacunes NHG-Standaard Depressie

Nederlandse Samenvatting

Samen Beter met het Ziekenhuis. Mariken Gruppen, kinderarts EKZ Lisette t Hart-Kerkhoffs, kinder- en jeugdpsychiater de Bascule en EKZ

Verminderen van de impact van geriatrische aandoeningen door fysieke activiteit


Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Werkstress is fysieke, mentale of sociale spanning die voortkomt uit werk. Werkstress kan nadelige

Het belangrijkste doel van dit onderzoeksproject was de interventie-studie van Nezu et

CHAPTER 10 NEDERLANDSE SAMENVATTING

samenvatting Opzet van het onderzoek

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Dutch Summary - Nederlandse Samenvatting

Deel I Het startpunt van het Vital@Work onderzoek

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Psychiatrische aandoeningen behoren wereldwijd tot de meest invaliderende en ernstige ziektebeelden, en de hiermee gepaard gaande ziektelast zal naar

Werkwijze kinderen met een aangeboren darmafwijking

Onderzoek naar de geestelijke gezondheid van levende nierdonoren. Lotte Timmerman

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

NEDERLANDSE SAMENVATTING. Dutch Summary

samenvatting 127 Samenvatting

Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Het gebruik van e-mental health door behandelaren in de GGZ. De barrières en mogelijke oplossingen inzichtelijk

Nederlandse samenvatting

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2

Kwetsbaarheid bij ouderen: een uitdaging Risicofactoren, meetinstrumenten en samenhangende zorg

B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Buikpijn, obstipatie en fecale incontinentie bij kinderen

Samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting

Meten van ziekteprogressie in MS: komen de perspectieven van

Handreiking signalering en begeleiding GGZ-problematiek bij diabetes

Behandeling informatie.

hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 4 & 7 hoofdstuk 3 & 6 hoofdstuk 2 hoofdstuk 5 Hoofdstuk 2 tot en met 5 hoofdstuk 6 en 7 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 hoofdstuk

The Systematic Activation Method: a Nursing Intervention study for patients with Late Life Depression.

Nederlandse samenvatting

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING Depressie en verzuim Voorspellers voor verzuim en werkhervatting hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting voor niet-ingewijden

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Nederlandse samenvatting. Chapter 11

Transcriptie:

De diagnose functionele obstipatie is gebaseerd op een complex van symptomen in de afwezigheid van een organische oorzaak. De belangrijkste kenmerken van obstipatie zijn onregelmatige, harde en pijnlijke ontlasting, dat gepaard gaat met onvrijwillig ontlastingverlies (fecale incontinentie). Functionele obstipatie is de belangrijkste klacht in 3% van de bezoeken aan kindergeneeskundige poliklinieken. Dit percentage stijgt tot 25-45% in specifieke kindergeneeskundige gastro-intestinale motiliteitscentra. Er wordt verondersteld dat functionele obstipatie het resultaat is van het samenspel tussen biologische, psychologische en sociale factoren (de zogenaamde biopsychosociale benadering). Ophoudgedrag vanwege angst voor pijnlijke ontlasting wordt gezien als de belangrijkste factor bij de ontwikkeling en instandhouding van functionele obstipatie bij kinderen. Door dit ophoudgedrag wordt de ontlasting harder, groter en pijnlijker om uit te scheiden wat leidt tot meer angst en vermijding van het ontlasten. Bovendien veroorzaakt de vastgehouden ontlasting chronische uitzetting van het rectum wat vervolgens leidt tot overloopincontinentie. Dit is een vreselijk symptoom voor zowel ouder als kind. De weerstand van het kind om het toilet te bezoeken en de continue fecale incontinentie kan een bron van conflict zijn tussen ouders en kind wat vervolgens bijdraagt aan de instandhouding van de obstipatie. Emotionele- en gedragsproblemen komen veelvuldig voor bij kinderen met functionele obstipatie. Succesvolle behandeling van functionele obstipatie wordt vaak in verband gebracht met een verbetering van het gedrag. Dit suggereert dat emotionele en gedragsproblemen het gevolg zijn van functionele obstipatie. Niettemin blijft de vraag bestaan of de emotionele en gedragsproblemen het gevolg zijn van functionele obstipatie of vice versa. Kinderartsen behandelen geobstipeerde kinderen met een combinatie van een laxerende behandeling en gedragsmatige adviezen zoals educatie over de aandoening en toilettraining. Lange termijn follow-up studies laten echter zien dat ondanks deze intensieve medische behandeling functionele obstipatie aanhoudt tot in de jonge volwassenheid in een derde van de patiënten. Eerdere studies lieten enig bewijs zien dat wanneer gedragsmatige interventies toegevoegd werden aan laxerende therapie de fecale incontinentie bij kinderen met functionele obstipatie meer afnam dan bij laxerende therapie alleen. Hoewel er aanzienlijk wat studies rapporteren over het effect van gedragsmatige interventies is het vergelijken van resultaten onderling lastig, omdat de interventies niet duidelijk worden omschreven. Gedragsmatige aanbevelingen en educatie over de aandoening gegeven door artsen moeten worden onderscheiden van het geven van gedragstherapie. Gedragstherapie is een vorm van psychotherapie waarbij systematisch specifieke technieken die volgen uit de leertheorie toepast worden om het gedrag van de patiënt constructief te veranderen. De werkzaamheid van een gedetailleerd beschreven gedragstherapie gecombineerd met laxerende therapie ten opzichte van de conventionele behandeling is nooit eerder geëvalueerd in gerandomiseerde gecontroleerde studies. Pediatrische psychologen van de Psychosociale Afdeling van het Emma Kinderziekenhuis/AMC in Amsterdam ontwikkelden een geprotocolleerde gedrags-therapie voor de behandeling van functionele obstipatie bij kinderen. Het protocol is gebaseerd op literatuur, klinische ervaring en de leertheorie (leerprincipes van klassieke en operante conditionering). Het primaire doel van dit proefschrift was om de werkzaamheid van deze gedragstherapie gecombineerd met laxerende therapie te vergelijken met de conventionele behandeling in een gerandomiseerde gecontroleerde studie. Dit resulteerde in de volgende onderzoeksvraag: 125

1. Is gedragstherapie met laxeermiddelen in vergelijking met de conventionele behandeling (laxerende therapie gecombineerd met toilettraining en educatie over de aandoening) meer succesvol in het behandelen van functionele obstipatie, ophoudgedrag en emotionele- en gedragsproblemen? Het secundaire doel van dit proefschrift was om de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven, emotionele- en gedragsproblemen bij kinderen met functionele obstipatie, en ouderlijke opvoedingsattituden te onderzoeken. De volgende onderzoeksvragen werden geformuleerd: 2. 3. 4. Hoe is de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven bij kinderen met functionele obstipatie, en is er een verband tussen klinische kenmerken van functionele obstipatie en de gerapporteerde gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven? Hoe vaak komen emotionele- en gedragsproblemen voor bij kinderen met functionele obstipatie, en is er een verband tussen klinische kenmerken van functionele obstipatie en emotionele- en gedragsproblemen? Is er verband tussen ouderlijke opvoedingsattituden en functionele obstipatie? Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Een werkmodel (het zogenaamde SORC model), dat vaak gebruikt wordt door gedragstherapeuten, wordt gepresenteerd om functionele obstipatie uit te leggen. De behandelingstechnieken van de geprotocolleerde gedragstherapie volgen uit dit SORC model. Bovendien werd dit SORC model gebruikt als een biopsychosociaal onderzoeksmodel van waaruit de onderzoeksvragen zijn afgeleid. Hoofdstuk 2 voorziet in een overzicht van de literatuur over functionele obstipatie. Vervolgens wordt het gedragstherapeutische protocol gepresenteerd dat gebruikt werd in de gerandomiseerde gecontroleerde studie waarin de werkzaamheid van gedragstherapie in vergelijking met conventionele behandeling werd onderzocht. Het gedragstherapeutische protocol bestaat uit twee leeftijdspecifieke modules (4-8 jaar; 8 jaar) die een vergelijkbare inhoud hebben. De angstreductie procedure door middel van speltherapie werd alleen gebruikt voor de jongere kinderen. Bij de oudere kinderen werd zelfstandigheid bevorderd ten opzichte van de toiletgang. In hoofdstuk 3 worden de resultaten gepresenteerd van de gerandomiseerde gecontroleerde studie waarin de effectiviteit van gedragstherapie met laxerende therapie in vergelijking met de conventionele behandeling werd onderzocht. Honderdvierendertig kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar met functionele obstipatie werden aselect toegewezen aan 22 weken gedragstherapie (12 zittingen) of aan de conventionele behandeling die dezelfde duur en intensiteit had. De uitkomsten werden bekeken aan het einde van de behandeling en zes maanden na het einde van de behandeling. De resultaten laten zien dat gedragstherapie vergeleken met de conventionele behandeling even succesvol is in het behandelen van functionele obstipatie. Echter, de conventionele behandeling resulteerde in een hogere ontlastingsfrequentie dan de gedragstherapie en de gedragstherapie was superieur in het aanpakken van emotionele- en gedragsproblemen. 126

Hoofdstuk 4 beschrijft de emotionele en sociale impact van fecale incontinentie door functionele obstipatie bij kinderen van 8 jaar en ouder. De steekproef omvatte de kinderen van 8 jaar en ouder die deelnamen aan onze interventie studie en therapieresistente kinderen die hadden deelgenomen aan een andere studie die de werkzaamheid van rectale klysma s onderzocht. De gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven van deze 114 kinderen werd gemeten met een ziektespecifieke vragenlijst, de DDL. Uit analyse van de verschillende items van de vragenlijst kwam naar voren dat de meerderheid van de kinderen meer emotionele zorgen dan sociale gevolgen rapporteerde. Het hebben van meer momenten van fecale incontinentie werd in verband gebracht met een lagere kwaliteit van leven op emotioneel en sociaal vlak. De mate waarin de frequentie van fecale incontinentie de variantie in gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven verklaarde was echter beperkt. Hoofdstuk 5 beschrijft de resultaten met betrekking tot emotionele- en gedragsproblemen bij kinderen met functionele obstipatie. Deze studie maakte gebruik van de voormeting van 133 kinderen die deelnamen aan de interventie studie. Gedragsproblemen kwamen drie tot vier maal meer voor bij kinderen met functionele obstipatie in vergelijking met de Nederlandse algemene populatie. Klinische kenmerken van functionele obstipatie hielden verband met de gedragsproblemen. Vooral een lange duur van behandeling had een sterk verband met gedragsproblemen. Kinderen met nachtelijke incontinentie voor urine hadden ook meer kans op gedragsproblemen. Fecale incontinentie en de productie van grote hoeveelheden ontlasting, twee prominente kenmerken van functionele obstipatie, hielden uitsluitend verband met externaliserende gedragsproblemen. In hoofdstuk 6 worden de resultaten gepresenteerd van een onderzoek naar de relatie tussen ouderlijke opvoedingattituden en functionele obstipatie in de kindertijd. Dit onderzoek maakte ook gebruik van de voormeting van de 133 kinderen die deelnamen aan de interventiestudie. De studie toonde aan dat ouderlijke opvoedingsattituden in verband staan met prominente symptomen van functionele obstipatie. Kinderen met chronische obstipatie waarvan de ouders ofwel weinig dan wel sterk gericht waren op het aanmoedigen van autonomie bij het kind hadden een lagere ontlastingsfrequentie en meer fecale incontinentie dan kinderen met functionele obstipatie waarvan de ouders geen specifieke nadruk legden op deze ouderlijke opvoedingsstijl. Kinderen van ouders met een sterke overbezorgde opvoedingsattitude of een sterke zelfmedelijdende opvoedingsattitude hadden ook meer fecale incontinentie. Het verband tussen ouderlijke opvoedingsattituden en functionele obstipatie werd specifiek gevonden voor oudere kinderen (leeftijd 6 jaar). Ten slotte, worden in de algemene discussie in hoofdstuk 7 de resultaten van dit proefschrift samengevat en besproken in het licht van de methodologische beperkingen van deze studie. Een methodologisch nadeel van onze interventie studie was ondermeer dat het additieve effect van de gedragstherapie niet naar behoren kon worden gemeten. De pediatrische psychologen waren deels verantwoordelijk voor de aanpassing van laxerende doseringen tijdens de gedragstherapie wat mogelijk heeft geresulteerd in een verschil in laxeertherapie tussen de interventies. Verder is veralgemenisering van de bevindingen naar de algemene praktijk beperkt. De onderzoekspopulatie bestond uit geobstipeerde kinderen verwezen naar een tertiair centrum voor behandeling. Daarnaast was de kwaliteit van de conventionele behandeling ongewoon hoog. Hieruit werden de volgende belangrijke boodschappen en aanbevelingen afgeleid: 127

De medische behandeling dient de behandeling van eerste keuze te zijn voor functionele obstipatie in de kindertijd. Kinderen met functionele obstipatie dienen niet routinematig te worden behandeld met gedragstherapie voor functionele obstipatie. Het is nodig om de emotionele- en gedragsproblemen bij kinderen met functionele obstipatie te behandelen. Een gezamenlijke aanpak waarbij de medische en psychologische behandeling wordt geïntegreerd, wordt aanbevolen voor kinderen met obstipatie die tevens gedragsproblemen hebben. Zorgaanbieders moeten geobstipeerde kinderen met gedragsproblemen verwijzen voor gedragstherapie, terwijl de zorgverlener verantwoordelijk blijft voor de laxerende therapie. Daarom moet een screening voor emotionele- en gedragsproblemen worden opgenomen in de diagnose- en indicatiestelling van functionele obstipatie op de kinderleeftijd. Wanneer screenings instrumenten niet beschikbaar zijn, moeten zorgaanbieders zich ervan bewust zijn dat wanneer geobstipeerde kinderen: (1) therapieresistente obstipatie hebben, (2) nachtelijke incontinentie voor urine hebben of (3) zeven jaar en ouder zijn, er een hogere kans bestaat dat er emotionele- en gedragsproblemen zijn. Periodieke evaluatie en bespreking van de ziektespecifieke gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven moet een integraal onderdeel van de medische zorg voor kinderen met obstipatie worden. Psychosociale barrières kunnen in vroeg stadium worden vastgesteld en een gepaste interventie kan worden verstrekt. Wanneer de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven niet standaard gescreend kan worden, moet de emotionele en sociale impact van fecale incontinentie worden besproken door de zorgverlener tijdens controle bezoeken. Dit betreft vooral gepest worden. Omdat de zorgverlener samenwerkt met de ouders om de functionele obstipatie van het kind te behandelen, zouden moeilijkheden in de opvoeding moeten worden besproken. Zorgverleners zouden algemene opvoedingskwesties en specifieke problemen met betrekking tot de toiletgang van het kind systematisch moeten bespreken. Dit stimuleert positief opvoeden en helpt mogelijk de ouders om betere strategieën te ontwikkelen voor de conflicten die zich ontwikkeld hebben rondom het ontlasten en de toiletgang van het kind. Bovendien zal bespreken van de opvoeding en het ouderschap ook kunnen resulteren in vroegtijdige herkenning van disfunctioneel ouderschap. Doorverwijzing naar de geestelijke gezondheidszorg is nodig wanneer opvoedingsproblemen de behandeling belemmeren of wanneer de ouder-kind relatie in gevaar is. 128