Richtlijn: het correct gebruik van niet-steriele handschoenen door verpleegkundigen IN DE RICHTLIJN LIGT DE FOCUS OP HET FORMULEREN VAN: 1. indicaties voor het gebruik van niet-steriele handschoenen in ziekenhuizen op verpleegeenheden heelkunde en interne geneeskunde; 2. aandachtspunten bij het gebruik van niet-steriele handschoenen; 3. instructies voor het aan- en uittrekken van niet-steriele handschoenen. INDICATIES 1. WANNEER DIENEN NIET-STERIELE HANDSCHOENEN GEDRAGEN TE WORDEN 1. Draag niet-steriele handschoenen bij (potentieel) contact met bloed, lichaamsvochten (uitgezonderd: transpiratie) en slijmvliezen. (B) 2. Draag niet-steriele handschoenen bij het hanteren of aanraken van visueel bevuild (verpleeg)materiaal en omgevingsoppervlakken die (mogelijk) in aanraking kwamen met bloed, lichaamsvochten (uitgezonderd: transpiratie) en slijmvliezen. (B) 3. Draag niet-steriele handschoenen bij elke directe patiëntenzorg en bij contact met (verpleeg)materiaal als je als verpleegkundige huidlaesies aan de handen vertoont die niet afgedekt kunnen worden. (B) 2. WANNEER DIENEN NIET-STERIELE HANDSCHOENEN VERWIJDERD TE WORDEN 1. Verwijder niet-steriele handschoenen onmiddellijk na het uitvoeren van een handeling die aanleiding gaf tot het aantrekken van de handschoenen. (B) 2. Verwijder (verwissel) niet-steriele handschoenen als de handschoenen beschadigd zijn en/of als de handschoenen sterk bevuild zijn. (B) 3. BIJKOMENDE HANDHYGIËNISCHE MAATREGELEN BIJ HET GEBRUIK VAN NIET-STERIELE HANDSCHOENEN 1. Voer onmiddellijk vóór het aantrekken van niet-steriele handschoenen een vorm van handhygiëne uit. (B)
2. Voer onmiddellijk ná het uittrekken van niet-steriele handschoenen een vorm van handhygiëne uit. (B) 4. INSTRUCTIES BIJ HET GEBRUIK VAN NIET-STERIELE HANDSCHOENEN 1. Vóór het aantrekken van niet-steriele handschoenen Voorafgaand aan het aantrekken van niet-steriele handschoenen wordt een vorm van handhygiëne toegepast. Indien de handen worden gewassen met water en zeep, moeten de handen goed gedroogd worden voor het aantrekken van niet-steriele handschoenen. Immers, transmissie van micro-organismen is groter in een vochtige omgeving in vergelijking met een droge omgeving. Vochtige handen als gevolg van het niet goed drogen van de handen kan aanleiding geven tot huidbeschadiging en bijgevolg tot een toename van bacteriën op de huid en de verspreiding van micro-organismen. Vingernagels (natuurlijke of kunstnagels) dienen kort te worden gehouden. Lange vingernagels, evenals ringen en andere juwelen verhogen de kans op het ontstaan van scheurtjes in handschoenen en leiden zo tot verlies van de protectieve barrière. Bovendien is in die omstandigheden correcte desinfectie van de handen onmogelijk zowel voor als na het gebruik van handschoenen. 2. Niet-steriele handschoenen aantrekken 1. Neem een niet-steriele handschoen uit de dispenserdoos. (fig. a ) 2. Trek de niet-steriele handschoen aan de linker- of rechterhand aan, zodat deze past in de palm. (fig. b) 3. Trek de manchet van de niet-steriele handschoen goed tot over de pols aan. (fig. c) 4. Herhaal dezelfde procedure voor de andere hand. (fig. d, e en f) 5. Controleer of de niet-steriele handschoenen naadloos passen. (fig. g) fig. a fig. b
fig. c fig. d fig. e fig. f fig. g 3. Niet-steriele handschoenen uittrekken Door de handschoenen volgens onderstaande methode uit te trekken wordt contact met de buitenkant van de handschoenen en contaminatie met daar aanwezige stoffen vermeden. 1. Neem de buitenkant van de handschoen bij de pols vast zonder daarbij de huid te raken. (fig. a) 2. Trek de handschoen binnenste buiten uit. (fig. b) 3. Vouw de handschoen tot een bal op en hou de handschoen in de andere (gehandschoende) hand vast. (fig. c) 4. Schuif de (wijs)vinger onder de rand van de nog aanwezige handschoen (binnenzijde). (fig. d) 5. Wikkel af vanuit de binnenzijde, waarbij een zak wordt gemaakt voor beide
Handschoenen. (fig. e en f) 6. Werp de handschoenen in een daarvoor bestemde afvalzak weg. (fig. g) fig. a fig. b fig. c fig. d fig. e fig. f fig. g
4. Na uittrekken van niet-steriele handschoenen Onmiddellijk na het verwijderen van niet-steriele handschoenen dienen de handen te worden ontsmet met een alcoholisch ontsmettingsmiddel of indien zichtbaar bevuild te worden gewassen met water en zeep gevolgd door het ontsmetten met een alcoholisch ontsmettingsmiddel. 5. Niet-steriele handschoenen zijn ontworpen voor eenmalig gebruik en mogen niet hergebruikt worden. Hergebruik niet-steriele handschoenen niet. (B)