Oosterlichtkerk Witte donderdag Water dat zuivert ds Jan Glazema orgel: Marten Terwal
Stilte Lied 565 Bemoediging en groet v. In de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige Geest: g. v. Hoor ons aan, Eeuwige God, g. hoor naar ons bidden! v. Gij, die ons hart aanziet, Gij, die onze diepten peilt, g. blijf ons niet verborgen! v. Wij herkenden U niet, wij zochten onszelf. g. Gij, Heer, vergeef ons! v. Doe ons herleven en maak ons weer nieuw, g. geef ons uw genade! v. Breng ons in het reine met U en met elkaar. g. Zegen ons met vrede en laat lichten uw aangezicht. Amen Kyriegebed (naar Psalm 116) 2
Zingen Psalm 81: 1, 3, 4, 6, 8, 9. 11 en 14 1. Jubelt God ter eer, Hij is onze sterkte! allen Juicht voor Isrels Heer, stem en tegenstem springen op voor Hem die ons heil bewerkte. 3. links 4. rechts 6. links 8. allen 9. rechts 11. links 14. allen Dit is ingezet als een eeuwig teken Jozef tot een wet, toen des Heren hand aan Egypteland machtig is gebleken. God heeft ons gezegd nooit gehoorde dingen. Heilig is t en recht nu en t allen tijd Hem die ons bevrijdt vrolijk toe te zingen. Antwoord gaf Ik u, antwoord uit het onweer. Toen zo goed als nu heb Ik u beproefd: waar ge Mij bedroeft roep Ik u tot omkeer. Ik ben HIJ DIE IS: God wil Ik u wezen. Uit de duisternis van de slavernij maakte Ik u vrij: hebt gij nog te vrezen? Leef uit mijn verbond. Vraag van Mij vrijmoedig. Open wijd uw mond. Al wat u ontbreekt, al waar gij om smeekt geef Ik overvloedig. Ga niet van Mij heen, volg Mij op Mijn wegen, sluit u hecht aaneen. Waar gij langs zult gaan maak Ik u ruim baan: niemand houdt u tegen. Keer terug tot Mij Israël, gij trotse en de woestenij zal weer bloeien gaan; Ik geef most en graan, honing uit de rotsen. Liturgische verbeelding 3
Het Woord Lezen: Johannes 13: 1 17 1 Het was kort voor het pesachfeest. Jezus wist dat zijn tijd gekomen was en dat hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan. 2 Jezus en zijn leerlingen hielden een maaltijd. De duivel had intussen Judas, de zoon van Simon Iskariot, ertoe aangezet Jezus te verraden. 3 Jezus, die wist dat de Vader hem alle macht had gegeven, dat hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan, 4 stond tijdens de maaltijd op. Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om 5 en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen en droogde ze af met de doek die hij omgeslagen had. 6 Toen hij bij Simon Petrus kwam, zei deze: U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer? 7 Jezus antwoordde: Wat ik doe, begrijp je nu nog niet, maar later zul je het wel begrijpen. 8 O nee, zei Petrus, míjn voeten zult u niet wassen, nooit! Maar toen Jezus zei: Als ik ze niet mag wassen, kun je niet bij mij horen, 9 antwoordde hij: Heer, dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd! 10 Hierop zei Jezus: Wie gebaad heeft hoeft alleen nog zijn voeten te wassen, hij is al helemaal rein. Jullie zijn dus rein maar niet allemaal. 11 Hij wist namelijk wie hem zou verraden, daarom zei hij dat ze niet allemaal rein waren. 12 Toen hij hun voeten gewassen had, deed hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn plaats. Begrijpen jullie wat ik gedaan heb? vroeg hij. 13 Jullie zeggen altijd meester en Heer tegen mij, en terecht, want dat ben ik ook. 14 Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. 15 Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen. 16 Waarachtig, ik verzeker jullie: een slaaf is niet meer dan zijn meester, en een afgezant niet meer dan wie hem zendt. 17 Je zult gelukkig zijn als je dit niet alleen begrijpt, maar er ook naar handelt. Lied 569: 1, 2, 3 en 4 Preek 4
Het Heilig avondmaal collecte Gebed over de gaven Nodiging hierna wordt een grote kring gevormd in de kerk vredegroet we wensen elkaar de vrede van Christus toe Tussentijds 130: 1 en 2 v. Verheft uw hart weest welgemoed. Verhoopt de dag die daagt voorgoed. Gedenkt uw Heer en zijn verbond in woord en brood, totdat Hij komt. allen: Totdat Hij komt, bestaan wij hier wakend en wetend dag noch uur. elkander dragend in geloof, Gods woord verwachtend van omhoog. Tafelgebed 5
Sanctus allen: Vervolg tafelgebed v. (na de instellingswoorden) samen zingen wij Tussentijds 157: allen: 1. Gedenken wij dankbaar de daden des Heren, zijn leven, zijn dood en verrijzenis, en dat wij oprecht tot Jezus ons bekeren die onze God en leidsman ten leven is. 2. Hoe hadden wij onze bestemming vernomen, was Jezus de weg niet ten einde gegaan? Wie zouden wij zijn, als Hij niet was gekomen om in zijn lichaam onze dood te doorstaan? 3. Hoe houden wij ooit voor elkaar kunnen leven, had Hij ons de liefde niet voorgeleefd, die tot de dood zich prijs heeft willen geven, die, Zoon van God, ons aller slaaf is geweest? 4. Gij eerste der mensen, die weerloos en eenzaam als graan in de aarde gestorven zijt, 6
Gij wordt ons brood, maak ons met U gemeenzaam, van harte maak tot wederdienst ons bereid. We bidden het Onze Vader v. Lam van God dat wegneemt het kwaad uit de wereld allen: laat ons vandaag uw lichaam zijn. v. Lam van God dat draagt het lijden van de wereld, allen: laat ons vandaag uw liefde zijn. v. Lam van God dat wegneemt de zonde van de wereld, allen: laat ons vandaag uw vrede zijn. Amen. Tussentijds 161 1. vg. 2. allen refrein: vg. allen vg. Refrein Gij hebt ons toegesproken tot in de diepste nood. Uw lichaam werd gebroken, uw woord is levend brood. O lichaam ons gegeven, o Heer van ons bestaan, geef dat wij van U leven en niet verloren gaan. 7
Heer, God hier in ons midden maak uw belofte waar. Nu laat uw woord geschieden en schenk ons aan elkaar. allen Refrein Delen van brood en wijn Tijdens het ronddelen van brood en wijn klinken de woorden van psalm 117: 1 laudate omnes gentes, op de melodie uit Taize: Loof de HEER, alle volken, prijs hem, alle naties er kan zachtjes (golvend) worden meegezongen. 8
Gebed na de maaltijd Nu wordt de avondmaalstafel in stilte afgeruimd. De paaskaars wordt brandend weggedragen. Vanaf dit moment is de stemming anders: De vreugde van Jezus aanwezigheid bij zijn leerlingen loopt uit in de stilte en de leegte van de nacht waarin Hij zal worden verraden. Johannes 14: 27 31 27 Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet. 28 Jullie hebben toch gehoord dat ik zei dat ik wegga en bij jullie terug zal komen? Als je me liefhad zou je blij zijn dat ik naar mijn Vader ga, want de Vader is meer dan ik. 29 Ik vertel jullie dit nu, voordat het gebeurt, zodat jullie het geloven wanneer het zover is. 30 Ik kan niet lang meer met jullie spreken, want de heerser van deze wereld is al onderweg. Hij heeft geen macht over mij, 31 maar zo zal de wereld weten dat ik de Vader liefheb en doe wat de Vader me heeft opgedragen. Kom, laten we hier weggaan. Lied 1010: 1, 2 en 3 De dienst eindigt in stilte Heer, blijf bij ons, want het is avond en de nacht zal komen. Blijf bij ons en bij uw ganse kerk aan de avond van de dag, aan de avond van het leven, aan de avond van de wereld. Blijf bij ons met uw genade en goedheid, met uw troost en zegen, met uw Woord en sacrament. Blijf bij ons wanneer over ons komt e nacht van beproeving en van angst, de nacht van twijfel en aanvechting, de nacht van de strenge, bittere dood. Blijf bij ons in leven en in sterven, in tijd en eeuwigheid. Amen. 9