Liturgie voor de dienst op Witte Donderdag 29 maart 2018 in de Vestingkerk

Transcriptie

1 Liturgie voor de dienst op Witte Donderdag 29 maart 2018 in de Vestingkerk Voorganger : ds. Dick ter Horst Ouderlingen : Karel Schaafsma, Lijnie Speijer Diakenen : Wim Fortuin, Hans Visser Organist : Aart v.d. Gronden m.m.v. : cantorij Hellevoet

2 Orgelspel Welkom en mededelingen Voorbereiding Stil moment Bemoediging V: Onze hulp is in de Naam van de HEER A: die de Schepper is van alle dingen V: Bewaar ons HEER vandaag A: in uw genade en in uw vrede Drempelgebed V:.. en doe ons wonen in uw zegen. A: Amen Zingen met cantorij: Als ik in deze stille tijd Lied 393 : 1(a), 2(c) en 3(a)

3 2. Als er tot Uw gedachtenis de viering van het nachtmaal is en Gij het brood des levens zijt, de beker van de dankbaarheid o Heer dat Gij gelijk het graan te gronde gaat om op te staan. 3. Gij deelt met mij de laatste nacht en breekt tot alles is volbracht; en dit is het genadebrood, Gij hebt mij lief tot in de dood; en dit is de genadewijn, Gij zult voorgoed mijn gastheer zijn. Gebed, afgesloten met Zingen: Kyrië Taizé 4 Het Woord Groet: V: De HEER zij met u A: Ook met u zij de HEER

4 Gebed Lezing: Johannes 13 : 1-15 Zingen met cantorij: God heb ik lief Lied 116 : 1, 2 (c), 4 en 8 (a) 2. Toen de benauwdheid dreigend op mij viel en angsten voor het doodsrijk mij bekropen, heb ik de naam des Heren aangeroepen en weende: Heer mijn God, bewaar mijn ziel. 4. O God, mijn God, die van de dood mij redt, mijn tranen afwist! Voor het oog des Heren mag ik weer vrij in s levens land verkeren, geen steen die stoot waar ik mijn voeten zet. 8. Voor t oog van al de zijnen zal ik Hem offers van dank naar mijn beloften brengen, in s Heren voorhof mijn gejubel mengen met uw lofprijzingen, Jeruzalem. Verkondiging

5 Zingen: Gedenken wij dankbaar. Tussentijds 157 : 1 en 4 4. Gij eerste der mensen, die weerloos en eenzaam als graan in de aarde gestorven zijt, Gij wordt ons brood, maak ons met U gemeenzaam, van harte maak tot wederdienst ons bereid. De Maaltijd Binnenbrengen van brood en wijn Nodiging

6 Zingen: Brood hier gedeeld Iona (1), Beker, gereikt vanuit vreugde, wijn ingekleurd door de pijn, teken dat het Hem verheugde kwetsbaar te zijn, om in Gods naam de weg ten leven te gaan. 3. Handen, bereid om te delen, mensen, geplaatst in het licht, teken dat breuken wil helen, tot ons gericht, om in Gods naam de weg van de liefde te gaan.

7 De lofprijzing V: De HEER zal met u zijn A: De HEER zal u bewaren V: Laten we de HEER onze God dankzeggen met alles wat in ons is A: want Hij verdient onze dank V: U komt onze dank toe. Zingen: Midden in de dood Lied 566 : 1-3 (c), 4-6 (a) 2. Dood is ons bloed, dood voor onze ogen, maar Hij geeft ons moed, dat wij leven mogen met de dood in t bloed. 3. Dat wij uit de dood opstaan om te leven, etend van het brood dat Hij heeft gegeven midden in de dood.

8 4. Lamp voor onze voet, licht voor onze ogen, geef ons levensmoed met de dood voor ogen, met de dood in t bloed. 5. Jezus, uit de dood opgestaan tot leven, wees voor ons het brood, dat wij in U leven midden in de dood. 6. Wees voor ons de wijn, dat wij van U drinken. Wees voor ons de pijn, dat wij in U zinken, dat wij in U zijn. Onder het naspel van dit lied vormen we een kring Gebed en Onze Vader Vredegroet V: De vrede van Christus Wens elkaar de vrede

9 We delen brood en wijn en ondertussen zingen we met de Cantorij Ubi Caritas Lied 568a Gebed na het delen Naar de Goede Vrijdag

10 Zingen: In stille nacht Lied 571 : 1-3 (c), 4 en 5 (a). 2. Waarom blijft niet het laatste lied in onze harten hangen? De lofzang klonk, maar is verstomd. De dood houdt ons omvangen. 3. Een beker vol van vreugdewijn heeft Hij met ons gedronken. Een bittere kelk vol eenzaamheid hebben wij Hem geschonken. 4. In stille nacht heeft Hij volbracht de doortocht voor ons leven. De nieuwe morgen van Gods trouw heeft Hij aan ons gegeven. 5. Tot aan het einde van de tijd zal ik zijn wachtwoord horen: Waak dan en bid! Zo blijft Hij mij, en ik Hem toebehoren.

11 De tafel wordt in stilte afgeruimd Lezen: Johannes 14 : 30v Cantorij zingt: So gibst du nun mein Jesu gute Nacht (J.S. Bach) We verlaten in stilte de kerk

12