1 Ontvangstbevestiging Veiligheidscoördinatie Ontwerp

Vergelijkbare documenten
Deel 1: Veiligheids- en gezondheidsplan

6 Documenten te bezorgen door aannemer bij zijn inschrijving

COORDINATIEVERSLAG V&G Datum: 24/03/2017 Fase ontwerp

1 Ontvangstbevestiging Veiligheidscoördinatie Ontwerp

COORDINATIEVERSLAG V&G Datum: 13/03/2017 Fase ontwerp

1 Ontvangstbevestiging Veiligheidscoördinatie Ontwerp

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN

Deel 1: Veiligheids- en gezondheidsplan

INTENTIEVERKLARING VAN DE AANNEMER. Ik (aannemer)

1 Ontvangstbevestiging Veiligheidscoördinatie Ontwerp

Task Safety Requirements Working at Height Scaffolding NL. Approved by: HSSE Manager

Deel 1: Veiligheids- en gezondheidsplan

COORDINATIEVERSLAG V&G Datum: 09/01/2017 Fase ontwerp

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN

1 Ontvangstbevestiging Veiligheidscoördinatie Ontwerp

COORDINATIEVERSLAG V&G Datum: 16/02/2017 Fase ontwerp

7 Documenten te bezorgen door aannemer bij zijn inschrijving

Veiligheids- en gezondheidsplan

1 Ontvangstbevestiging Veiligheidscoördinatie Ontwerp

Document werkwijze voorzien in artikel 30,1 van het KB TMB

1 Ontvangstbevestiging Veiligheidscoördinatie Ontwerp

Toolboxfiche U011 09/2016

Afbraakwerken Wettelijk kader. 17 maart 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO

FICHE UITRUSTING VAN DE ARBEIDSPLAATSEN

Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7)

1 Beschrijving. Figuur 1: Voorbeeld van een steiger als opvangvloer

BIJLAGE 1: RISICO-INVENTARISATIE EN ALGEMENE PREVENTIEMAATREGELEN

Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba

PREVENTIEMAATREGELEN ACTIVITEIT ARBEIDSMIDDELEN RISICO S AR RR NVT. Risicoanalyse : WERKEN OP HELLENDE DAKEN

UW DAK, UW EN ONZE VEILIGHEID! LIMBURG DAKWERKERS

1 Nieuwe, vereenvoudigde regelgeving TMB

De definities die hier gegeven zijn slaan enkel op deze projecten voor niet particuliere doelen

DEEL B : GEBOUWEN/RUWBOUW HOOFDSTUK 4 : GRONDWERKEN pagina 1

Werken op hoogte PREVENTIEMAATREGELEN

Vooraf gemelde examenvragen opleiding VC A en B op TMB

Task Safety Requirements Working at Height Roof Work NL. Approved by: HSSE Manager

Water, graag! Hoe bereidt u de wateraftakking voor wanneer u (ver)bouwt?

1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING

SPECIFIEK VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN RMT-GEB-VBP-SP PROVINCIE VLAAMS- BRABANT - PROVINCIEHUIS

COORDINATIEVERSLAG V&G Datum 20/03/2017 Fase ontwerp Verslag: 01

Veiligheidsaspecten bij bekistingswerken

1. Beschrijving. 1.1 Algemeen. 1.2 De verschillende soorten leuningen

COORDINATIE-DAGBOEK DE MANDATARIS VLAAMSE OVERHEID. Agentschap Facilitair Bedrijf Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30 bus Brussel

Veiligheid- en gezondheidsplan ontwerp

ABESCO ACTIVITEITEN SITUATIES PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES RISICO'S ALGEMENE RISICO S

1 Ontvangstbevestiging Veiligheidscoördinatie Ontwerp

STAD ANTWERPEN Stadsontwikkeling Openbaar domein

VEILIGHEIDSPLAN. DEEL C : AFWERKING & SPECIALE TECHNIEKEN HOOFDTUK 2 : ELEKTRICITEIT pagina 1

Vertegenwoordigd door: Dhr. Kris Eggermont, technisch directeur Hierna de opdrachtgever genoemd,

HOOFDSTUK 4 : FUNDERINGEN pagina 1/5

ANCO-TORENS TURNHOUT. VERKOOPSLASTENBOEK PARKEERGARAGE Fase

Bouwplaatsreglement. Definities:

Task Safety Requirements Working at Height Roof Work NL. Approved by: HSSE Manager

Veiligheid- en gezondheidsplan fase ontwerp

Werken op hoogte. Ladders en steigers

Dossier nr. Renovatie inkomhal Colomba Kortenberg

Infoavond nieuwe lokalen. Chirojongens Londerzeel BOUWT AAN DE TOEKOMST!

Inhoud. Inleiding. Wetgeving. Algemene Preventie. Situaties eigen aan IMEC. Ladders. Stellingen. Docent: Tony Devolder IMEC restricted

BIJZONDER VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN ONTWERP

OPMETING BEGRAAFPLAATS - RENOVATIE VAN DE CONCIËRGEWONING - OPDRACHT NR /A//2017.E077.01/BAT.OL-BH

Postinterventiedossier (PID) Bodemsaneringswerken van een verontreinigd terrein van een voormalig tankstation

VEILIGHEIDSADVIEZEN VOOR DE BOUWNIJVERHEID

VEILIGHEIDSPLAN. DEEL B: GEBOUWEN/RUWBOUW HOOFDSTUK 5 : FUNDERINGEN pagina 1

aangevuld en/of gewijzigd met de bepalingen van het KB dd

VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN. Bestek OV. Gemeente Epe

Bovenvermelde prijzen zijn geldig tot 3 maanden na offertedatum.

VEILIGHEIDSTIPS VOOR JOBSTUDENTEN

Toolboxfiche U014-14/2015

VALBEVEILIGING : WETTELIJKE VERPLICHTINGEN

Volledige golfterrein (huidig 9-holes)

ONTHAALBROCHURE WELKOM OP DE WERF THV SCHUMAN - JOSAPHAT

RISICO-INVENTARISATIE VEILIGHEID en GEZONDHEID ONTWERPFASE

-1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving? -1- Noem de twee vormen van overleg.

Samenvattende meetstaat ARTIKEL IND HOEV ARCH HOEV AANN EENHEIDSPR SOM OPMERKINGEN

(Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte

Veiligheidsadvies. Veiligheidsmateriaal. Opleidingen

Toolboxmeeting. Toolboxmeeting Werken op hoogte / Valbeveiliging

V&G Bouwproces. Wettelijk en maatschappelijk kader. V&G Bouwproces / d.d

Residentie De Burggraven. Voorstelling Residentie De Burggraven 1

07/06/ DELTA BATI N.V. Diestsesteenweg LINDEN 016/ FAX 016/ Lastvoorwaarden uitvoering. : - 1,00: voorzien Elektriciteit

Veilig omgaan met asbest

VEILIGHEIDSPLAN. DEEL B : GEBOUWEN/RUWBOUW HOOFDSTUK 2 : WERFINRICHTING. pagina 1

Veilig werken & doen veilig werken

Handleiding Vlonderframes

SOBANE methoden: Veiligheid (ongevallen, vallen, uitglijden ) NIVEAU 3: ANALYSE. INLEIDING Expertise

maatregelen worden getroffen om valgevaar te voorkomen (bv. door het gebruik van een steiger, borstwering, bordes, werkvloer, hekwerk etc.).

VERZEKERINGS- VOORSTEL VERZEKERING TIENJARIGE AANSPRAKELIJKHEID

34.0 BIJLAGEN SPECIFIEKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE SITES

Steigercontroleur (AV-022) Versie TC-K

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

In het kader van hogervermelde werken, geven wij u hierna enige informatie met betrekking tot het verdere verloop van de werken:

HOOFDSTUK IV: VOORBEREIDENDE WERKEN EN GRONDWERKEN

POST INTERVENTIE DOSSIER. Toepassingsgebied KB Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen voor bouwkundige werken binnen

VEILIGHEIDS-EN GEZONDHEIDSPLAN: ONTWERP

Hoofdstuk III: Technische bepalingen

-2- Noem voorbeelden van orde en netheid (good housekeeping). -2- Bij welke werkzaamheden kan een aanvullende werkvergunning nodig zijn?

MeerMagazijn. magazijninrichting nieuw & gebruikt. Grootvakstelling - montage instructie. magazijninrichting nieuw & gebruikt

ALUMINIUM RUWBOUWSTELLING

Transcriptie:

1 Ontvangstbevestiging Veiligheidscoördinatie Ontwerp Wij hadden graag dit document, (evt. afzonderlijk) ondertekend door elke partij, terug ontvangen. U kan dit terug bezorgen via de post, per fax (09 363 09 36) of via email (info@vetopartners.be) Project Bouwplaats Veiligheidscoördinatiebureau VC Ontwerp VC Verwezenlijking Opdrachtgever Bouwdirectie belast met ontwerp Verbouwen van een klooster tot zorgcampus Klooster Gerkenberg, Meeuwerkiezel 88, 3960 Bree V.E.T.O. & Partners NV Piet De Groote Piet De Groote, adj. Jurgen De Bruyn Houtemstraat 25-9860 Oosterzele Care Property Fund nv Parklaan 55 b 24-2300 Turnhout BURO II & ARCHI+I Bellevue 5-9050 Ledeberg Ondergetekende verklaart het veiligheids- en gezondheidsplan, inclusief de aanzet tot coördinatiedagboek en aanzet tot postinterventiedossier, te hebben ontvangen vanwege de veiligheidscoördinator ontwerp, en de inhoud ervan te begrijpen en toe te passen. Het veiligheidsplan, coördinatiedagboek en postinterventiedossier worden verder aangevuld tijdens en na de werken, door de veiligheidscoördinator verwezenlijking. Deze dient hiervoor de medewerking te krijgen van alle partijen, zodat de nodige informatie kan verzameld worden. Alle partijen worden hierover geïnformeerd via de werfverslagen en/of bijkomende briefwisseling. De opdrachtgever zorgt ervoor dat elke aannemer op tijd Deel 1: Veiligheids- en Gezondheidsplan ontvangt, zodat de aannemer rekening houdt met de preventiemaatregelen. De opdrachtgever en architect zullen er elk voor zorgen dat de veiligheidscoördinator verwezenlijking tijdig verwittigd wordt van de start, de reële planning en gekende aannemers. Datum ontvangst: 16 maart 2016 Voor ontvangst, Vermoedelijke startdatum: Opdrachtgever Bouwdirectie belast met ontwerp Care Property Fund nv BURO II & ARCHI+I VCO Bree, Zorgcampus.doc 1

2 Inleiding Betreft project: Verbouwen van een klooster tot zorgcampus Klooster Gerkenberg, Meeuwerkiezel 88, 3960 Bree Geachte, Wij danken U nogmaals voor het vertrouwen die U ons gegeven hebt voor het opmaken van het coördinatiedossier ontwerp, Dit dossier bestaat uit verschillende onderdelen, waarbij wij een verduidelijking geven over de te volgen werkwijze bij die verschillende delen en dat naar de aannemers toe. Dienend voor de aanbestedingen of prijsvraag van de verschillende posten krijgt iedere aannemer van U een kopie van het desbetreffende Deel 1: Veiligheids- en gezondheidsplan van het coördinatiedossier. Iedere aannemer dient met de gemaakte opmerkingen en risico s rekening te houden. De architect vraagt een aparte prijs indien bijkomende posten voorzien zijn op gebied van veiligheid welke dan zeker vermeld zijn in dit dossier. Dit kan veel discussies achteraf vermijden over de kostprijs van de preventiemaatregelen. Te bezorgen door aannemer, i.f.v. de offertebeoordeling: zie deel 1.6: intentieverklaring en prijsberekening. Gelieve de bijgevoegde verklaring van overdracht te ondertekenen en ons terug te bezorgen. Hopend op een prettige samenwerking voor de toekomst, verblijven wij, Met onze meeste hoogachting, Piet De Groote Veiligheidscoördinator Ontwerp V.E.T.O. & Partners NV www.vetopartners.be VCO Bree, Zorgcampus.doc 2

3 Inhoudstafel 1 ONTVANGSTBEVESTIGING VEILIGHEIDSCOÖRDINATIE ONTWERP... 1 2 INLEIDING... 2 3 INHOUDSTAFEL... 3 DEEL 1: VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN... 4 1 INLEIDING... 5 2 BESCHRIJVING VAN HET PROJECT... 6 2.1 Ontwerpplannen... 6 2.2 Asbestinventaris... 6 3 TIJDSBESTEDING VAN DE VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR VERWEZENLIJKING... 7 4 VERANTWOORDING MATERIALEN EN UITVOERINGSMETHODEN... 9 5 BESCHRIJVING VAN DE RISICO S EN DE PREVENTIEMAATREGELEN... 16 5.1 Aanwezigheid van verhoogde risico s volgens art. 26... 16 5.2 Specifieke preventiemaatregelen... 17 5.3 Algemene preventiemaatregelen... 26 6 DOCUMENTEN TE BEZORGEN DOOR AANNEMER BIJ ZIJN INSCHRIJVING... 29 6.1 Intentieverklaring... 30 6.2 Afzonderlijke prijsberekening conform art. 30... 31 6.3 Bijkomende uitleg bij Afzonderlijke prijsberekening conform art.30... 32 7 NOODOPROEPNUMMERS... 34 DEEL 2: COÖRDINATIEDAGBOEK... 35 1 LIJST TUSSENKOMENDE PARTIJEN... 36 2 VEILIGHEIDSDOCUMENTEN VAN DE AANNEMER... 36 2.1 Intentieverklaringen uitvoerende aannemers... 36 2.2 De werfmelding... 36 2.3 Het werfinrichtingsplan... 36 2.4 De planning... 36 2.5 Opleidingsattesten van de arbeiders voor specifieke taken... 36 3 VERSLAGEN VAN DE VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR... 37 4 VERSLAGEN VAN DE WERFVERGADERINGEN... 37 5 BRIEFWISSELING... 37 6 FOTO S... 37 7 ANALYSES VAN INCIDENTEN EN ONGEVALLEN... 37 DEEL 3: POSTINTERVENTIEDOSSIER... 38 1 INLEIDING... 39 2 WETTELIJK KADER... 40 3 INFORMATIE BETREFFENDE DE STRUCTURELE EN ESSENTIËLE ELEMENTEN VAN HET BOUWWERK... 41 3.1 Algemene informatie... 41 3.2 Ruwbouw... 41 3.3 Dakwerken... 42 3.4 Buitenschrijnwerk... 42 3.5 HVAC en sanitair... 43 3.6 Elektro... 44 3.7 Riolering en buitenaanleg... 44 3.8 Afwerking... 45 3.9 Lift... 45 VERKLARING VAN OVERDRACHT VAN POSTINTERVENTIEDOSSIER... 46 VCO Bree, Zorgcampus.doc 3

Deel 1: Veiligheids- en gezondheidsplan Beschrijving project: Verbouwen van een klooster tot zorgcampus Klooster Gerkenberg, Meeuwerkiezel 88, 3960 Bree Opdrachtgever: Care Property Fund nv Parklaan 55 b 24 2300 Turnhout / / Ontwerper: BURO II & ARCHI+I Bellevue 5 9050 Ledeberg 09/210 17 10 info@b2ai.com Veiligheidscoördinatoren: Veiligheidscoördinator ontwerp: Piet De Groote Veiligheidscoördinator verwezenlijking: Piet De Groote, adj. Jurgen De Bruyn V.E.T.O. & Partners N.V. Houtemstraat 25 9860 Oosterzele 09 362 04 40 info@vetopartners.be www.vetopartners.be VCO Bree, Zorgcampus.doc 4

1 Inleiding In overeenstemming met het KB TMB Art. 3.6, Art. 4sexies en bijlage I, deel A, Afdeling II, bevat het veiligheidsplan: De inventarisatie van de in ontwerpfase gekende en te voorziene risico s + bijhorende preventiemaatregelen als gevolg van: o De aard van het bouwwerk. o De wederzijdse inwerking van activiteiten van de diverse tussenkomende partijen op een tijdelijke en mobiele bouwplaats wanneer een tussenkomst, na beëindigen ervan, risico s laat bestaan voor de andere tussenkomende partijen die later zullen tussenkomen. o De wederzijdse inwerking van alle installaties of andere activiteiten op of in de nabijheid van de site waar de tijdelijke of mobiele bouwplaats is gevestigd, inzonderheid het openbaar of privaat goederen- of personenvervoer, het aanvatten of de voortzetting van het gebruik van de bestaande situatie of de voortzetting van eender welke exploitatie. o De uitvoering van mogelijke latere werkzaamheden aan het bouwwerk. De voor veiligheid en gezondheid kritieke fasen waarop de veiligheidscoördinator verwezenlijking ten minste op de bouwplaats aanwezig moet zijn. De lijst met tussenkomende partijen. In overeenstemming met de wet van 4 augustus 1996 (welzijnswet) Art.15 zijn de personen die op enigerlei wijze betrokken zijn bij de verplichtingen in verband met werkzaamheden op een tijdelijke en mobiele bouwplaats, er toe gehouden de algemene preventiemaatregelen bedoeld in Art.5 van dezelfde wet (welzijnswet) toe te passen. In overeenstemming met het KB TMB Art.4 en Art. 17 ziet de bouwdirectie belast met de aanstelling van de veiligheidscoördinator erop toe dat de verschillende tussenkomende partijen samenwerken en hun activiteiten coördineren, ten einde aan de veiligheidscoördinator de bevoegdheid, de middelen en de informatie te verzekeren ter vervulling van zijn taken. Hij moet Er voor zorgen dat de verschillende aannemers voor aanvang van de uitvoering van het bouwwerk hun specifieke risicoanalyses bezorgen aan de veiligheidscoördinator-verwezenlijking en meewerken aan de coördinatie van deze risicoanalyses en bijhorende preventiemaatregelen onder leiding van de veiligheidscoördinator-verwezenlijking. In overeenstemming met het KB TMB Art.22 en Art.3.6 zal de veiligheidscoördinator-verwezenlijking o.a. instaan voor de aanpassingen van het veiligheidsplan, het bijhouden en aanvullen van het coördinatiedagboek, het aanvullen van het post interventiedossier met het oog op de goede de coördinatie op het vlak van V&G tussen de verschillende partijen in uitvoering van het bouwwerk. Doel van het VGM-plan Voorkomen van menselijk leed en materiële schade. Het bevorderen van gezonde arbeidsomstandigheden. Het verbeteren van het arbeidsklimaat. Het beter op elkaar afstemmen van de werkzaamheden op het gebied Welzijn. VCO Bree, Zorgcampus.doc 5

2 Beschrijving van het project Verbouwen klooster tot zorgcampus. Verbouwen bestaande gebouwen + nieuwbouw zorghotel. Dit overeenkomstig het bestek opgesteld door opdrachtgever of zijn aangestelde ontwerper. 2.1 Ontwerpplannen (Ontwerpplannen toe te voegen) 2.2 Asbestinventaris (Indien van toepassing) Dit is de versie voordat de werken zijn uitgevoerd. Een update na de werken is aangewezen. VCO Bree, Zorgcampus.doc 6

3 Tijdsbesteding van de veiligheidscoördinator verwezenlijking De veiligheidscoördinator ontwerp maakt een inschatting van de tijdsbesteding waarin de veiligheidscoördinator verwezenlijking zijn taken dient uit te voeren. Gemiddelde tijdsbesteding: De tijd die tijdens de uitvoeringsfase aan de coördinatieopdracht wordt besteed, bedraagt gemiddeld een uur per twee werkweken. Hierin zijn begrepen: het uitvoeren van werfbezoeken en bijwonen van noodzakelijke vergaderingen; het opmaken van verslagen en adviezen; administratie en briefwisseling; aanvullen, aanpassen en afwerken van de coördinatie instrumenten (veiligheidsplan en postinterventiedossier). Kritieke fasen / werfbezoeken: De veiligheidscoördinator verwezenlijking dient minimaal 1 werfbezoek uit te voeren tijdens de volgende bouwfasen: De aanvang der werken De afbraakwerken De funderingswerken De ruwbouw aanvang en werken op hoogte De dakwerken Plaatsing technieken Afwerking Kritieke fasen worden eveneens bezocht zijde de tijdstippen waarop bepaalde aannemers op het einde zijn van hun prestaties of wanneer meerdere aannemers tegelijkertijd aanwezig zijn op de bouwplaats. De opdrachtgever houdt de veiligheidscoördinator op de hoogte van de planning en verwittigt de VC minstens 1 week op voorhand van de start van bovenvermelde verhoogde risico s. Bovenvermelde bouwfasen zijn het absolute minimum. Uiteraard dienen er bijkomende bezoeken uitgevoerd te worden, naargelang de stand en de vooruitgang van de werken. De werfbezoeken worden bij voorkeur at random en onaangekondigd uitgevoerd. Dit om een correct beeld te krijgen van de situatie. Opmerkingen dienen ter plaatse met de verantwoordelijken besproken te worden. Nadien wordt een verslag opgemaakt. Dit verslag wordt verstuurd naar de opdrachtgever, de ontwerper en betrokken aannemers. Elke partij moet binnen zijn mogelijkheden gevolg geven aan de opmerkingen. Indien blijkt dat aannemers hun verantwoordelijkheid niet opnemen, dient de opdrachtgever in te grijpen. De opdrachtgever blijft immers verantwoordelijk voor alles wat gebeurt in het kader van de gegeven opdrachten aan de aannemers. Vergaderingen: Wettelijk gezien bestaan er wettelijk opgelegde veiligheidsvergaderingen. Deze vallen onder de coördinatiestructuur. Deze coördinatiestructuur is verplicht in het geval dat - én er minstens 3 aannemers tegelijk op de werf zullen aanwezig zijn - én - of de raming van het geheel van de werken minimaal 2.500.000 bedraagt - of het vermoedelijk werkvolume de 5.000 mandagen zal overschrijden VCO Bree, Zorgcampus.doc 7

Deze veiligheidsvergadering / coördinatiestructuur wordt samengeroepen op gemotiveerd verzoek van de veiligheidscoördinator verwezenlijking, de opdrachtgever, de architect of de aannemer. Deze vergadering wordt voorgezeten door de veiligheidscoördinator verwezenlijking. VCO Bree, Zorgcampus.doc 8

4 Verantwoording materialen en uitvoeringsmethoden Met betrekking tot het ontwerp, het concept en de uitvoeringsmethode van het project adviseert de veiligheidscoördinator ontwerp om rekening te houden met volgende punten: Expertise: De opdrachtgever stelt een architect aan, die zowel het ontwerp maakt als controle uitoefent tijdens de werken. Indien noodzakelijk wordt een stabiliteitsingenieur aangesteld, in het bijzonder in geval van: - Afbraak dragende elementen in een bestaand gebouw / constructie. Voor alle collectieve beschermingsmiddelen (CBM s), die van nut zijn voor personeel van de toekomstige gebruiker, dient de betrokken preventieadviseur ook zijn uitdrukkelijke goedkeuring te geven. Dit gaat over leuningen, levenslijnen, omkastingen asbest, bescherming tegen biologische of chemische risico s, (KB 30/8/2013). Ook voor andere zaken die tijdelijk (werffase) of definitief een invloed hebben op de veiligheid van personeel van de gebruikers, dient de betrokken preventieadviseur zijn goedkeuring te geven (interferentie evacuatieroutes, interactie risico s, ). Te maken afspraken met aannemers: De opdrachtgever en / of architect bezorgt dit veiligheidsplan aan de aannemers, voordat een contract wordt afgesloten. De opdrachtgever wordt geadviseerd om duidelijke afspraken te maken omtrent de algemene werfinrichting: Werforganisatie: - Werfomheining: moet aanwezig zijn vanaf de start van de werken totdat de gevarenzone permanent en definitief afsluitbaar is. - Sanitair en werfkeet: moet beschikbaar zijn voor elke arbeider van elke aannemer. - De opdrachtgever wordt geadviseerd om de nodige afspraken te maken in verband met de constructie van tijdelijke leuningen. Uit ervaring blijkt dat in de meeste gevallen leuningen verdwijnen als de ruwbouwaannemer de werf verlaat. Gelieve als opdrachtgever de nodige stappen te ondernemen zodat er altijd leuningen blijven staan, van het begin van de werf totdat de definitieve leuningen geplaatst zijn. Een leuning dient voorzien te worden op alle plaatsen waar een vrije val van 2 m of meer mogelijk is. De leuning dient te bestaan uit een bovenleuning op 1 à 1,2m, een tussenleuning op 40 à 50 cm en een plint van 15 cm. De leuning dient afdoende stevig te zijn. - Stellingen: worden best slechts 1x opgebouwd, en dit voor de volgende werken: gevelsteen, alle dakwerken, dakgoten en gevelafwerking (voegen, ). - Verlichting: de doorgangen en trappen moeten altijd kunnen verlicht worden. In kelders en andere locaties die moeilijk te verlaten zijn, moet noodverlichting aanwezig zijn. Ook tijdens de werffase. De onderstaande punten dienen afgesproken te worden tussen de opdrachtgever en de aannemers. Werfinrichting: gelieve voor de start van de werken het werfinrichtingsplan voor te leggen aan de veiligheidscoördinator. Gelieve hierbij aandacht te hebben voor - Werfinrichting zelf: de werfomheining, werfketen, sanitair, toegang van de werf, - Verkeer: intern aannemersverkeer (lossen van vrachtwagens, betonmolens, ) intern bedrijfsverkeer (van opdrachtgever: personeelsleden, bewoners, VCO Bree, Zorgcampus.doc 9

Afbraak : leveranciers, bezoekers, ) extern verkeer (voetgangers, fietsers, algemeen verkeer, doorgangen, ). - Uitgravingen: waar komt er beschoeiing en waar onder talud (zone aanduiden die wordt uitgegraven + helling). Dit dient ruim op voorhand goedgekeurd te worden door de veiligheidscoördinator. De zone direct rond de bouwput moet vrij blijven: geen bomen, struiken, bemaling, leidingen, afpalingen van de landmeter en andere obstakels, zodat er voor de grondwerker voldoende ruimte is om onder talud uit te graven. - Bestaande constructies, zowel op het eigen terrein als aanpalende terreinen: De bestaande evacuatiemogelijkheden moeten behouden blijven. Indien dit echt niet haalbaar is, moet er eerst een alternatief voorzien worden. De bestaande toegangsmogelijkheden van de brandweer (4m doorgang) moeten behouden blijven. Indien dit echt niet haalbaar is, moet er eerst een alternatief voorzien worden. Bescherming bestaande constructies, glaspartijen, : De nodige beveiliging moet geplaatst worden om een interactie met de bestaande constructies te vermijden. In het bijzonder moet er aandacht zijn voor glaspartijen in de onmiddellijke buurt van de werkzone. Het nodige moet gedaan worden om te vermijden dat bij een technische of menselijke fout tijdens het hijsen, de gebruikers van het direct aanpalend bouwwerk gevaar lopen. Een lichte tik van een hijslast kan immers voor een grote hoeveelheid rondvliegende glasscherven zorgen. Opties als bescherming: het plaatsen van stofwanden, aanbrengen van speciale folie, plaatsen van bescherming tussen de werfzone en het glas - Trappentoren: zo geplaatst dat deze snel, gemakkelijk en veilig kan gebruikt worden. - Bij werken in onmiddellijke nabijheid van bouwwerken die nog in gebruik / bewoond zijn: Gelieve een werfomheining te voorzien die volledig dicht is, en minimaal 1,8 m hoog. Bij transporten (laden en lossen) van vrachtwagens dient er minstens 1 iemand extra aanwezig te zijn om het verkeer en de voetgangers in het oog te houden. Die begeleider moet direct in contact staan met de vrachtwagenbestuurder (oogcontact, walkie talkie, geen GSM! ) Er mag nooit gehesen worden boven gebouwen die in gebruik zijn. - Dit werfinrichtingsplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de veiligheidscoördinator verwezenlijking, ruim vóór de aanvang van de werken. Asbest: indien men als opdrachtgever geen absolute zekerheid heeft over de volledige afwezigheid van asbest, dient de opdrachtgever een asbestinventarisatie aan te vragen. Het asbest dient afgebroken te worden conform het KB asbest. Tijdens de afbraak van asbest mogen er geen andere werkzaamheden uitgevoerd worden. Het asbest dient verwijderd te worden voor de eigenlijke afbraak. Het asbest mag nooit onbeheerd op de werf achtergelaten worden. Voor men de afbraak werken aanvat dient men er voor te zorgen dat alle nutsleidingen zichtbaar afgekoppeld zijn zodat deze geen gevaarlijke situatie s meer kan veroorzaken bij de eigenlijke sloop Bij afbraak van bouwwerken vlak naast te behouden bouwwerken moet de stabiliteitsstudie aan de veiligheidscoördinator overhandigd worden voordat de afbraakwerken mogen starten.. Het rooien van bomen mag enkel door specialisten ter zake. In een cirkelzone, met straal = hoogte van de boom, mogen geen derden komen. Verkeer desnoods tijdelijk tegenhouden. VCO Bree, Zorgcampus.doc 10

Vermijden van valgevaar door ontwerp van het project: Er wordt geadviseerd om rondom een stelling te plaatsen, die tevens kan gebruikt worden als collectieve valbeveiliging voor de dakwerkzaamheden. De stelling dient te blijven staan totdat de dakwerkzaamheden en gevelwerkzaamheden beëindigd zijn. Hoogte leuningen voor openbare gebouwen en publieke ruimten volgens de wetgeving: - Leuningen aan binnen- en buitenzijde: leuninghoogte minstens 1,2 meter. Hoogte van de leuningen volgens de norm NBN B 03-004: Minimale beschermingshoogten H en H r van de borstweringen [mm]. Hoogte Dunne borstweringen (dikte 200 mm) Dikke borstweringen 200 < dikte 400 mm dikte > 400 mm H 1100 1100 (0,5 x dikte) 900 Hr 900 800 700 Hoogte Borstweringen geplaatst op een hoogte van 12 m, gemeten vanaf het bovenste gedeelte van de borstwering tot op het niveau van de vloer onderaan H en Hr 1200 1200 - Hr = hoogte van de bijkomende leuning, als deze op een opstapbaar element van minder dan 450mm hoogte staat. Zie ook tekening hiernaast. - Leuningen verplicht vanaf een valhoogte van 1m. - Bij voorkeur geen horizontale spijlen, om de mogelijkheid van er op te klimmen (kinderen ) te vermijden. - Opening tussen de verticale spijlen: maximaal 110mm. - Opening tussen de horizontale spijlen: In de onderste 450mm: geen openingen groot genoeg om een voet op te zetten. Boven de onderste 450mm: maximaal 180mm. - Het bovenstaande is een korte samenvatting en vervangt geenszins de volledige norm. Voor meer details dient men de norm te raadplegen. Trappen: - Gelieve de trappen tegelijkertijd met de verdiepen op te trekken. Zo kunnen de verdiepen op een veilige manier gebruikt worden. Indien dit niet mogelijk is, is een trappentoren aan te raden. Zo kunnen de mensen veilig het verdiep bereiken, ook indien ze materiaal meedragen. - Aan de trapopeningen en vide is een borstwering te voorzien om het risico op valgevaar te vermijden. Het is echter aan te raden om te opteren voor een borstwering met verticale spijlen op voldoende dichte afstand i.p.v. een borstwering met horizontale tussenrails (dit nodigt uit om beklommen te worden). Het doel van de plint (of opstand) is te voorkomen dat voorwerpen van op het platform naar beneden kunnen rollen. De allerbeste oplossing is een volle muur of wand. - Bij de materiaalkeuze en het concept van deze trap dient men te vermijden dat de trap glad wordt (antislipneuzen) - Onderhoud in de trappenzaal: Men moet vermijden om lichtpunten, ramen en koepels VCO Bree, Zorgcampus.doc 11

Liftkokers: Plat dak: boven de trappen te voorzien (vervanging van de lampen, ). Een ladder kan immers moeilijk op een trap geplaatst worden. - Bovenaan de liftkoker dient een verankeringshaak onafhankelijk van de hijshaak te worden ingebetonneerd zodat bij de installatiewerken en bij de latere onderhoudswerken hieraan een leeflijn kan worden bevestigd. - De lift dient aan het KB liften te voldoen. - Voor een levenslijn, dient de constructie berekend te worden door een expert op vlak van stabiliteit en valbeveiliging. Een berekeningsnota moet voorgelegd worden. Het ontwerp van de inplanting van de levenslijn behoort tot de taken van de bouwdirectie belast met ontwerp. Deze laatste maakt een voorstel op, de veiligheidscoördinator geeft advies op de keuze van de inplanting. De stabiliteitsberekeningen zijn volledig voor rekening van een expert ter zake. De levenslijn heeft bij voorkeur een afstand van 2 à 3m tot het valgevaar. Zo vormt de levenslijn een fysieke grens tussen de veilige en onveilige zone. In de veilige zone is het gebruik van een harnas niet nodig. - Indien als valbeveiliging gekozen wordt voor een systeem van doodgewichtankers (genre Biboblock, Vario, Mobifor, ), worden deze ook best verankerd. Deze onverankerde systemen zijn immers niet veilig bij vorst, daar deze gewichten alsnog kunnen beginnen glijden. Dit terwijl men bij vorst juist zeker die beveiliging nodig heeft wegens valgevaar na uitglijden. - Toegang: Met het oog op onderhoudswerken, is het aan te bevelen het plat dak toegankelijk te maken via een luik in het dak (eventueel te combineren met een rookof lichtkoepel). Indien dit niet mogelijk is dienen op regelmatige afstand ankerpunten te worden voorzien in de gevel voor het verankeren van ladders/stellingen nodig voor onderhoudswerken aan het plat dak. Hellend dak: - Toegang: Met het oog op onderhoudswerken, is het aan te bevelen het hellend dak toegankelijk te maken via een luik in het dak (eventueel te combineren met een rookof lichtkoepel). Indien dit niet mogelijk is kan worden gekozen voor een kooiladder op de gevel. Minstens dienen op regelmatige afstand ankerpunten te worden voorzien in de gevel voor het verankeren van ladders/stellingen nodig voor onderhoudswerken aan het hellend dak. - Er wordt geadviseerd om in het hellend dak ladderhaken te voorzien. - Met het oog op een veilige uitvoering van onderhoudswerken aan de goten, is het aan te raden om op regelmatige afstand in de gevelvlakken verankeringshaken te voorzien voor het verankeren van stellingen en/of ladders. Indien de hiervoor vermelde punten een probleem vormen, zullen de onderhoudswerken aan het hellend dak en de goten van het hellend dak dienen uitgevoerd te worden m.b.v. een hoogwerker (te bedienen door een hiervoor opgeleid persoon). In dit opzicht dient dan ook rekening te worden gehouden met de bereikbaarheid voor een hoogwerker. - Waar delen enkel toegankelijk zijn via een hoogwerker, moet er onderaan een verharde zone voorzien zijn. Zo kan de hoogwerker stabiel opgesteld worden. - Voor de afwerking van de onderzijde van de dakoversteken dient bij de materiaalkeuze gestreefd te worden naar een afwerkingsmateriaal dat een minimum aan onderhoud vereist. Zonnepanelen: gelieve er rekening mee te houden dat men deze moet reinigen om een optimaal rendement te behouden. Ladderhaken zijn hierbij aangewezen. Ramen: - Ramen op de verdiepen: Het is aan te raden deze ramen uit te voeren met opendraaiende raamvleugels. Zo kunnen de ramen veilig van binnenuit onderhouden & gereinigd worden. Ter plaatse van verdiepingshoge opendraaiende ramen of VCO Bree, Zorgcampus.doc 12

schuiframen waarbij de borstwering minder is dan 95 cm is een extra borstwering te voorzien. Glazen deuren / Glaspartijen / Schuifdeuren gelijkvloers tot op de grond: Gelieve markeringen aan te brengen zodat deze geen volledige doorzichtigheid bieden maar aanzien worden als een obstakel. Voor de ramen tot op de vloer, of minder dan 90 cm boven vloerniveau wordt geadviseerd om veiligheidsglas te voorzien. Alle beglazing die dienst doet als borstwering, dient hoe dan ook veiligheidsglas te zijn, vb. ramen op verdiep dat start op minder dan 1m boven de vloer. Het ontwerp of opstellen van een voorstel hieromtrent is een taak van de ontwerper. Technieken: Leidingen, zoals elektriciteit, gas, water, in muren: deze dienen steeds verticaal in de muur te zitten, ter hoogte van een stopcontact, lichtschakelaar, kraan, zodat de locatie voorspelbaar is. Leidingen die schuin lopen of te midden een muur, lopen het risico om later doorboord te worden bij het ophangen van kasten, toestellen, In bergingen en technische ruimtes kan men ervoor kiezen om zoveel mogelijk in opbouw te plaatsen, om latere beschadigingen door doorboringen te vermijden. In de technische lokalen moeten de scherpe hoeken van de installaties afgeschermd worden door de aannemer technieken of zijn hoofdaannemer. Het betreft de scherpe hoeken waarbij een reële kans op hoofdletsel is, tijdens het onderhoud door de uitbater. Dus bijvoorbeeld bij doorgangen, op hoofdhoogte (1m50 2m10). Dit risico kan men vermijden door scherpe hoeken af te ronden, isolatie errond te plaatsen of materialen te gebruiken die minder letsel veroorzaken (plastieken omkasting, ). Ontwerp van luchtkanalen: Inrichting: - Debieten: zie EPB-studie of studiebureau. - Voor gemakkelijk onderhoud hebben stijve, ronde, gladde, metalen kanalen de voorkeur. Geribbelde, flexibele of smalle kanalen (minder dan 60mm diameter) worden afgeraden. Flexibele kanalen zijn erg moeilijk te reinigen en worden best om de 10 jaar vervangen. - De ligging van de toegangsopeningen moet zo gekozen worden dat er tussen twee opeenvolgende openingen maximum 4 bochten van 45 (of meer) aanwezig zijn. Tussen twee toegangsopeningen mag er maar 1 obstakel zijn (vb. regelklep, geluidsdemper, ). - Ventielen: Toe- en afvoerventielen moeten steeds demonteerbaar blijven voor reiniging; soepele afdichtingsvoegen (siliconen, acryl, ) zijn af te raden. Indien ze toch gebruikt worden, moeten ze bij elk nazicht of onderhoud immers doorgesneden worden; de definitieve afstelstand van het ventiel moet stevig vastgezet worden; idealiter worden het ontwerpdebiet, de afstelstand en de naam van de ruimte op het ventiel zelf vermeld, zodat na elk onderhoud of schilderwerk het ventiel correct kan teruggeplaatst worden. Binnenschrijnwerk: geadviseerd om alle deuren (ook binnendeuren) minstens 90cm breed te maken. Dit kan handig zijn indien later zich iemand tijdelijk of permanent met een rolstoel moet voortbewegen. Inplanting vast meubilair: Bij de inplanting van vast meubilair (vb. het bad, ) is het aan te raden om dit vast meubilair niet onder ramen te voorzien. Dit met het oog op een veilige uitvoering van onderhoudswerken aan deze ramen. Buitenomgeving: Buitenverharding: Er moet gekozen worden voor een materiaal dat niet glibberig wordt. Indien VCO Bree, Zorgcampus.doc 13

gedacht wordt aan houten bevloeringen, dient men rekening te houden met de oriëntatie m.b.t. blootstelling aan zon en wind i.f.v. het snel opdrogen van de houten bevloering. Bij houten bevloeringen is een gefrijnd oppervlak aangewezen. Riolering: Op de riolering is het aan te raden op regelmatige afstanden toezichtputten te voorzien, voldoende groot van afmeting zodat de rioleringen op een ergonomisch verantwoorde manier bereikbaar zijn. Noodsituaties: Op locaties met veel aanwezigen, wordt geadviseerd om een AED (Automatic External Defribrilator) te voorzien. Evacuatie: - Gelieve er voor te zorgen dat alle deuren van de evacuatiewegen opendraaien naar buiten, richting redding, buitenomgeving of gelijkvloers. - Binnendeuren sanitair en badkamer: gelieve deze deuren opendraaiend naar buiten te voorzien. Bij bewustzijnsverlies kan het slachtoffer voor de deur liggen, waardoor deze niet open kan. Brandpreventie: - Gebouwen voor professioneel gebruik of appartementen: Het ontwerp dient ter goedkeuring aan de brandweer te worden voorgelegd. Dit in functie van het bepalen van het aantal en aard van de te voorziene brandbestrijdingsmiddelen, te voorziene nooduitgangen en vluchtroutes en de bereikbaarheid voor de hulpdiensten, - De brandbestrijdingsmiddelen zijn jaarlijks te onderwerpen aan een controle door een erkende dienst. De voorkeur wordt gegeven aan poederblussers of water. CO2- blussers zijn enkel nuttig voor elektrische installaties, maar kunnen wel vrieswonden of verstikking veroorzaken. - Geadviseerd om rookdetectoren te voorzien in de belangrijkste ruimten. Branddetectie moet in een lokaal steeds zo hoog mogelijk geplaatst worden. Gelieve aangepaste detectie te plaatsen, om valse alarmen te vermijden. Gelieve hiervoor overleg te plegen met een specialist. - Woningen in Vlaanderen: bij nieuwbouw of renovatie is niet-ionische branddetectie verplicht. - Ionische branddetectie: Alhoewel op de rookdetectoren geen teken van radioactiviteit meer staat aangeduid, bevat deze toch nog een kleine hoeveelheid radioactieve stof. De leverancier en/of producent dient te worden doorgegeven aan de veiligheidscoördinator. Bij latere afbraakwerken dienen de rookdetectoren terug te worden ingeleverd bij de leverancier. - Brandcompartimentering: indien er verschillende doorvoeringen moeten gebeuren (verschillende keer eenzelfde soort leiding of verschillende soorten leidingen), dan mogen er enkel producten geplaatst worden die gezamenlijk een brandattest volgens NBN 713020 of EN 1366-3:2009 ondergaan hebben, of een technisch advies van Isib. Met andere woorden: de coördinator van de technieken (architect, studiebureau technieken, ) dient er op te letten dat de gebruikte producten mogen gecombineerd worden, en voldoen aan de praktisch omstandigheden. Vb 1. Een product dat geschikt is voor 1 gasleiding, is niet noodzakelijk geschikt voor 10 gasleidingen in eenzelfde opening. Vb 2: een product voor een gasleiding, en een product voor een elektrische leiding, mogen niet altijd samen gebruikt worden, zeker niet als van het verschillende producenten komt (gezamenlijk attest?). Vb 3: een REI-schuim om voegen te beveiligen, is niet geschikt om openingen mee op te vullen. Bij twijfel: laat een gespecialiseerde aannemer komen om alle REI-dichtingen uit te voeren. VCO Bree, Zorgcampus.doc 14

Noodverlichting: - Evacuatieverlichting: vlotte evacuatie tot en met het verzamelpunt. Bijkomende verlichtingspunten t.h.v. kruispunten, niveauverschillen, richtingsverandering, brandbestrijdingsmiddelen, Ook evacuatieverlichting buiten voorzien. - Hoogte: minstens 2m hoog. Indien hoog risico op hevige rookontwikkeling: bijkomende verlichting tegen de vloer. Gas: In de ruimtes met open verbranding wordt geadviseerd om een CO detector te voorzien Voor een verdere verantwoording van de gemaakte keuzes wordt verwezen naar de keuzes die gemaakt worden door de opdrachtgever en de architect. De keuzes en motivatie worden het best vastgelegd in het verslag van de architect. VCO Bree, Zorgcampus.doc 15

5 Beschrijving van de risico s en de preventiemaatregelen 5.1 Aanwezigheid van verhoogde risico s volgens art. 26 KB Art. 26 Werkzaamheden met vergrote risico s Activiteit 1. Bedelving, wegzinken of vallen a. Sleuven / putten dieper dan 1,2m b. drijfzand of slib c. Valgevaar groter dan 5m hoog Bijzondere aandachtspunten VT Preventiemaatregelen: Zie risicoanalyses hierna. NVT Preventiemaatregelen: Zie risicoanalyses hierna. VT Preventiemaatregelen: Zie risicoanalyses hierna. 2. Blootstelling aan chemische en NVT Preventiemaatregelen: Zie risicoanalyses hierna. biologische agentia 3. Ioniserende straling NVT Preventiemaatregelen: Zie risicoanalyses hierna. 4. Nabijheid hoogspanning NVT Preventiemaatregelen: Zie risicoanalyses hierna. 5. Risico op verdrinking NVT Preventiemaatregelen: Zie risicoanalyses hierna. 6. Ondergrondse werken en tunnelwerken NVT Preventiemaatregelen: Zie risicoanalyses hierna. 7. Werkzaamheden met duikuitrusting NVT Preventiemaatregelen: Zie risicoanalyses hierna. 8. Werkzaamheden in overdruk NVT Preventiemaatregelen: Zie risicoanalyses hierna. 9. Springstoffen NVT Preventiemaatregelen: Zie risicoanalyses hierna. 10. Montage of demontage van geprefabriceerde elementen VT Preventiemaatregelen: Zie risicoanalyses hierna. Wanneer deze wettelijk bepaalde verhoogde risico s aanwezig zijn, dienen hiervoor extra inspanningen gedaan te worden. De aannemer doet al het nodige om de blootstelling aan dergelijke risico s te vermijden. Hij voorziet hiervoor de nodige middelen, zowel op het vlak van logistiek, personeel als financieel. Indien er alsnog praktische problemen zouden naar voor komen, dient de aannemer voldoende op voorhand de veiligheidscoördinator verwezenlijking hierover in te lichten. Het is de morele en wettelijke plicht van elke aannemer om zijn personeel te behoeden voor elke blootstelling aan verhoogde en andere levensgevaarlijke risico s. Bij overtredingen kan de aannemer in gebreke gesteld worden en verplicht worden om alsnog het nodige te organiseren. VCO Bree, Zorgcampus.doc 16

5.2 Specifieke preventiemaatregelen Inventaris bestaande risico s: Asbest (gebonden en los) Asbestwerken in zone (asbest los) Bestaande putten (regenwater, septisch, ) of rioleringen Gevaarlijke openingen, kokers, in bestaande constructie Afbraak en verwijderen milieugevaarlijke stoffen (batterijen, TL-verlichting, ) Grondwerken in de buurt van ondergrondse leidingen allerhande - Vorming van kankers op lange termijn - Milieuvervuiling. - Vorming van kankers op lange termijn - Milieuvervuiling. - Evacuatieproblemen. - Asbestinventarisatie (op te stellen door opdrachtgever) - Opruiming laten gebeuren door gespecialiseerde firma. Alle arbeiders moeten de nodige opleidingen gekregen hebben. De opleidingsattesten zijn ter plaatse beschikbaar. - Volledige werkzone afbakenen met linten + vermelding risico asbest - Stofvorming ten koste van alles voorkomen (nat maken, zeker niet in boren, slijpen, zagen, breken, niet mee gooien, voorzichtig behandelen ). - De nodige PBM s dragen: stofmasker P3, stofdichte handschoenen, tyvekpakken, - Opslaan in hermetische afgesloten bigbags en laten ophalen door erkende firma. Asbestafval mag niet samen afgevoerd worden met ander afval. De scheiding dient op de werf te gebeuren. - Na de werken: attesten bezorgen van afgevoerd asbest. Het werfadres moet duidelijk in het attest vermeld staan. (niet nadien bijgeschreven) - Na de werken: vrijgave attest; aanpassing van de asbestinventaris. Indien al het asbest weg is: bevestiging dat de zone asbestvrij is. - Metingen: minimaal 1; minstens wekelijks te herhalen op de meest kritische locatie. Rapporten direct bezorgen aan de veiligheidscoördinator. - Zie ook algemeen punt Asbest hierboven. - Evacuatie uit de zone (door afbreker) of evacuatie door de zone (door gebruiker aanpalende lokalen): cuttermes plakken op het plastiek, zodat in geval van nood een gat kan gesneden worden. - Bij risico op brand (vb. slijpen in de zone): zone opbouwen uit onbrandbare of brandvertragende materialen. Dit geldt eveneens voor het plastiek zeil! - Aandacht voor elektrische vuurtjes: geen contact maken met plastiek. - Tijdens opbouw / afbraak zone, als de ventilatie niet werkt: luchtkwaliteit garanderen, dus niet zomaar vb. warmtekanon op gas of mazout gebruiken (verbruikt zuurstof + produceert giftige gassen) in de zone. - Risico op bedwelming. >>> Zie : Omgeving > Werken in besloten ruimten. - Valgevaar - Beveiligen van alle bestaande risico s, voordat de werken starten. Het plaatsen van deze beveiligingen moet ook veilig gebeuren. - Milieuvervuiling - Milieugevaarlijke stoffen op voorhand selectief inzamelen. - Gezondheidsrisico s - Voorzichtig werken, breuk vermijden. - Raken van leidingen (gas, elektriciteit, water, ) - Lichamelijk letsel - Materiële schade - Calamiteit - Gebruik van handschoenen. - Opvragen van plannen aan de eigenaar van het terrein - Opvragen van plannen aan de nutsmaatschappijen en / of via KLIP / KLIM - Bij gevaarlijke leidingen (gas, elektriciteit, ) pleegt de aannemer overleg met de nutsmaatschappijen. Er mag geen enkele twijfel bestaan over de interpretatie van de plannen. Tijdens dat overleg worden alle potentieel gevaarlijke locaties aangeduid, waar er een proefput of proefsleuf moet komen. - Manueel graven van proefsleuven VCO Bree, Zorgcampus.doc 17

- Detectie van leidingen - Zoveel mogelijk leidingen buiten dienst laten stellen, of omleiden. - Leidingen nooit machinaal verplaatsen, tenzij door daarvoor gespecialiseerd personeel. - Bestaande markeringen, lokalisatiemiddelen (paaltjes, ) of waarschuwingsmiddelen (ingegraven linten, netjes, platen, ) behouden en herstellen. - Zowel oude als nieuwe leidingen (gas, hoogspanning, ) in de grond aankondigen via een aangepast lint, netje, platen,. Dus diegene die de sleuven of putten weer aanvult, duidt alle zichtbare leidingen aan, volgens de regels. - Bij het ontdekken van leidingen die niet op plan staan, of verkeerd op plan staan: de betrokken uitbater verwittigen, zodat deze zijn plannen kan aanvullen. - De belasting op risicovolle leidingen moet beperkt worden: geen stockage van grond, opstellen van kranen, Aanpassingen aan elektrisch net - Elektrocutie - De regels van het AREI blijven onverminderd geldig. - Elektrische installatie buiten dienst stellen en beveiligen tegen terug in dienst stellen (slot, ). Plakband is geen optie. - Indien de elektrische installatie niet volledig buiten dienst kan worden gesteld, moeten minstens alle betrokken kringen buiten dienst worden gesteld. Eerst uitschakelen, beveiligen tegen inschakelen (slot, ; geen plakband!) en nagaan of dat de stopcontacten enz. wel degelijk buiten dienst zijn. (uitmeten, lamp in stopcontact steken, ). - Bij aanwezigheid zonnepanelen of noodgeneratoren: verzekeren dat deze geen stroom kunnen steken op de installatie. - Schriftelijk bevestigen dat leidingen / installaties vrijgegeven zijn. - Duidelijk communiceren en signaleren welke leidingen wel nog in dienst (kunnen) zijn. Werken in de buurt van een hoogspanningsleiding in de grond (Elia / Eandis / ) Werken in de buurt van een HS cabine Bestaande nutsleidingen allerhande die moeten omgeleid worden of buiten dienst gesteld Aanbrengen signalisatie op openbare weg Aanwezigheid naburige gebouwen in gebruik - Elektrocutie - Opvragen instructies bij Elia / Eandis / (veiligheidsafstand is afhankelijk van de leidingen) - Strikt volgen van de instructies - Exacte locatie opzoeken door voorzichtig manueel te graven. - De belasting op risicovolle leidingen moet beperkt worden: geen stockage van grond, opstellen van kranen, - Elektrocutie - Stroomuitval (economische schade) - Slechte communicatie of informatiedoorstroming - Beschadigingen - Explosies - Doorgaand verkeer, voetgangers, fietsers - Dragen aangepaste kledij - Aanvragen ondertekende vergunning - Interactie door de werf op evacuatie en toegang brandweer - Opvragen instructies bij netwerkbeheerder. - Strikt volgen van de instructies van netwerkbeheerder. - Werken mogen enkel uitgevoerd worden door opgeleid en ervaren personeel. - Indien installaties spanningsloos worden gezet: zorgen voor schriftelijke vrijgave. - De nutsmaatschappijen bezorgen aan de algemene hoofdaannemer een duidelijke en ondubbelzinnige bevestiging dat de werkzone wordt vrijgegeven. De aannemer krijgt ook de aangepaste asbuiltplannen, desnoods de schetsen. - De hoofdaannemer houdt een eenvoudige overzichtslijst bij van de ontbrekende vrijgaves. - Het studiebureau houdt in zijn verslag een eenvoudige overzichtslijst bij van de ontbrekende vrijgaves. Zo kent iedereen de veronderstelde situatie en kunnen de nutsmaatschappijen verwittigen bij verkeerde veronderstellingen. - De nutsmaatschappijen verzorgen het doorknippen van oude leidingen. - Oude leidingen worden verwijderd, om latere verwarring en fouten te vermijden. - De bestaande noodzakelijke evacuatiemogelijkheden moeten maximaal behouden blijven. - De bestaande noodzakelijke toegangsmogelijkheden voor de brandweer (4m doorgang) moeten maximaal behouden blijven. - Als het bovenstaande niet mogelijk is, vooraf overleg met de veiligheidscoördinator, zodat er samen kan gezocht worden naar een oplossing. VCO Bree, Zorgcampus.doc 18

Bewoners, omwonenden Uitbating: personeel, klanten, leveranciers, Afbraakwerken: Afbraakwerken - Circulatie op werf door onbevoegden - Onbevoegden zonder werfervaring worden blootgesteld aan de werfrisico s - Circulatie op werf door personeel van opdrachtgever - Personeel zonder werfervaring wordt blootgesteld aan de werfrisico s - Val van personen - Val van voorwerpen - Extra stevige vandaalbestendige omheining voorzien (bij voorkeur vast in grond). - Herassen aan elkaar vast te maken met klemmen. Ter hoogte van inritten een kettingslot. - Afscherming van alle werkplekken, geen gevaarlijke activiteiten (schrijnwerk, ) in de gebruikte / bewoonde gedeelten - Sensibilisatie - Signalisatie verboden toegang + oplijsting van de risico s & PBM s (pictogrammen) - De werkplek moet altijd veilig achtergelaten worden. Putten dicht, machines weg, risico s wegnemen, restrisico s afschermen, - Afscherming van alle werkplekken - Sensibilisatie van personeel van opdrachtgever - Werfafsluiting. - Afbakenen van zone waar puin kan vallen + signalisatie van risico (vallend puin). - PBM s: helm, stofmasker (P2 of P3), handschoenen, veiligheidsbril, gehoorbescherming - Verboden onder de werken door te lopen. - Doorgangen vrij houden. Ruimte vrijhouden rond werfmachines van min 80 cm. - Bezorgen stabiliteitsstudie en sloopplan aan veiligheidscoördinator, vóór de werken. - Preventiemaatregelen nemen tegen stof (benevelen, ventilatie, stofmasker, ) - Preventiemaatregelen nemen te gen lawaai (knippen ipv uitschieten, gehoorbescherming, ) Afvoer van puin en afval - Milieuvervuiling - Plaatsen van containers voor het sorteren van het puin aparte containers. - Scheiding van afvalstromen op de werf. - Puin regelmatig afvoeren naar erkende stortplaats. Grondwerken / wegeniswerken: Delven van putten / sleuven - Grondverzakking - Val van personen in de put /sleuf - Hoofdletsels - Beschermen tegen afkalven. Dit kan door 1 of meerdere van de volgende maatregelen (in dalende volgorde van voorkeur): * Plaatsen beschoeiing * Uitgraving onder een helling van 45 * Uitgraving onder een helling volgens de richtlijnen van het NAVB (kan bij ons verkregen worden). Hierbij dient een stabiliteitsingenieur de helling te bepalen op basis van de grondsonderingen. - De aannemer legt ruim op voorhand een plan voor met daarop de aanduiding welke techniek zal gebruikt worden (beschoeiing of welke helling). - Zo snel mogelijk dichten van de putten en sleuven - Leuningen plaatsen en behouden tot volledige eliminatie van het risico - Dragen van een helm in de ruime omgeving van de graafkraan Werken rond bouwputten - Instabiliteit van de wanden van de bouwput - Geen zware lasten direct op of naast de kelderwanden. In bijzonder bij secanspalen dient men hiervoor aandacht te hebben. Geen opstelling van zware vrachtwagens, betonpompen, kranen, tenzij de stabiliteitsingenieur hiervoor schriftelijk toelating geeft (verdeling lasten, voorwaarden, ) Werken op hoogte: Werken op hoogte / Rond openingen in constructie, traphallen, kokers, (valhoogte 2m of meer) - Val van personen/voorwerpen - Valbeveiliging verplicht vanaf 2 meter valhoogte. Bij lagere hoogtes ook aan te raden. Volgorde van voorkeur: >> Elimineren aan de bron: openingen opvullen, definitieve roosters, >> Afschermen: openingen dichtleggen, complete stelling zetten, gevaarlijke zone ontoegankelijke maken met heras of afbakening, VCO Bree, Zorgcampus.doc 19

Werken op grote hoogte Dakwerken Werken op hellende daken >> Collectieve beveiliging: valnetten, leuningen,. Bij kokers is het aangewezen om 2 wapeningsstaven in te storten of in te metselen als permanente borstwering. >> Plaatsen vangvloer: bouwen van een stelling / constructie, die op zich niet dient als werkvloer, maar wel als middel om de grootste valdiepte te beperken (vb. onderaan hellend dak bij werken aan schoorstenen, gevelbekleding boven lager dak, ) >> Persoonlijke beveiliging: valharnas,. AANDACHT: Tijdens vorst mogen onverankerde doodgewichtankers niet gebruikt worden! >> Bijkomend: signalisatie, instructies, - Leuningen: hoogte op 1 à 1,2m, tussenleuning (op 0,5m) en stootplint (15cm hoog, tegen werkvloer) - Voorlopige of definitieve werkvloeren of vloerelementen moeten direct stevig vastgelegd worden, en beveiligd tegen wegschuiven, kantelen, breken of vallen. - Borstweringen en andere beschermingsmaatregelen in stand houden tot definitieve eliminatie van het risico. - Valnetten: vastgemaakt op alle hoeken en om de 2,5m, max. valhoogte vanaf rand = 3m; net mag max. 6m doorhangen; geen openingen tussen netten en rand. - Ook tijdens het plaatsen, aanpassen of verwijderen van beveiligingen moet men zelf ook beveiligd zijn (hoogtewerker, valharnas, ). - De maximale afstand tussen een vloer en een gevel, goot, bedraagt 20cm. Bij grotere afstanden: consoles ter hoogte van de werken, compleet leuningsysteem op andere plaatsen. - Een ladder is geen veilige werkvloer. Werken waarvoor men beide handen nodig heeft, mogen nooit uitgevoerd worden vanop ladders. - Val van personen/voorwerpen - Afbakenen van de zone onder de werken - Stelling plaatsen - Indien de stelling van de ruwbouwwerken niet kan behouden blijven, dient te worden gezorgd voor een collectieve valbescherming (stelling, borstwering, ). - De verdiepen (incl. dak) moeten bij voorkeur toegankelijk gemaakt worden via een trap: de definitieve trap of een trappentoren. Enkel voor het - op dat moment bovenste verdiep / dak is een ladder een aanvaardbare oplossing. - Een trappentoren dient te worden geplaatst indien de te overbruggen hoogte minstens 6 meter bedraagt. - Val van personen of voorwerpen over de dakrand of door openingen - Ladders: stabiel opstellen en vastmaken tegen omkantelen of wegglijden. - Zie figuur / EN 13374. Valhoogte = hoogteverschil tussen punt waarop slachtoffer begint te vallen/glijden en het punt waar de leuning staat. - Dit geldt ook indien stellingen worden gebruikt als valbeveiliging van hellende daken. In geval van situaties B & C: de stellingen moeten bestand zijn tegen dynamische krachten (klasse D). - Klasse C: * Mag gebruikt worden als de dakhelling of minder is dan 45 of minder is dan 60 EN de valhoogte minder dan 5 meter bedraagt * Opvangen van grote dynamische krachten (iemand die reeds grote snelheid heeft gemaakt tijdens het vallen / glijden. * Openingen in leuningen: er mag geen bal met diameter 10cm door de openingen kunnen. - Klasse B: * Mag gebruikt worden als de dakhelling of minder is dan 30 of minder is dan 60 EN de valhoogte minder dan 2 meter bedraagt * Opvangen van dynamische krachten (iemand die reeds snelheid heeft gemaakt VCO Bree, Zorgcampus.doc 20

Werken op het plat dak (roofing, installaties, ) Werken op stellingen - Val van personen of voorwerpen over de dakrand of door openingen - Val van personen of voorwerpen tijdens het omhoog klimmen naar het dak - Val van verplaatste voorwerpen - Val van personen - Omvallen van de stelling Werken vanop rolstellingen - Val van verplaatste voorwerpen - Zie ook de algemene regels van stellingen. tijdens het vallen / glijden. * Openingen in leuningen: er mag geen bal met diameter 25cm door de openingen kunnen. - Klasse A: * Mag gebruikt worden al de dakhelling minder is dan 10. * Opvangen van statische krachten (iemand leunt er tegen of iemand die ernaast wandelt struikelt ertegen). * Openingen in leuningen: er mag geen bal met diameter 47cm door de openingen kunnen. - Randbeveiliging verplicht indien er gewerkt wordt in een zone van 2m of minder, te meten vanaf de dakrand. Indien de afstand meer dan 2m bedraagt, moet men door middel van kettingen, linten, deze veilige zone + de toegang afbakenen. - De randbeveiliging bestaat bij voorkeur uit een stelling of leuning. - Dragen van een veiligheidshelm - Stabiliteitsberekening voor stellingen + keuring+ stellingkaart aan de stelling - Verbod van doorgang onder de werken - Stelling verankeren aan voldoende stevige vaste constructie. - Bij aanpassingen aan de stelling (vb. verplaatsen consoles, verwijderen of terugplaatsen leuningen, ): valharnas dragen zolang er een valgevaar bestaat. - Tijdens het bouwen, afbreken of wijzigen van de stelling dragen alle stellingbouwers een veiligheidsharnas. Zo kunnen ze zich direct vastmaken wanneer nodig. - Keuring vóór indienstname, wekelijkse (interne) herkeuring tijdens de werken. Tijdens de keuring worden minimaal de volgende zaken gecontroleerd: * De stelling staat op een stevige ondergrond. Nooit op bakstenen zetten. * Leuningen: bovenleuning op 1m, tussenleuning op 0,5m en kantplank van 15cm hoog. * Alle vloeren zijn compleet, stevig en sluiten aan op de leuningen. * Alle werkniveaus zijn veilig bereikbaar. Bij een hoogte van 6m of meer: stellingladders of trappentoren voorzien. Bij een hoogte van 10m of meer: trappentoren voorzien. * De maximale afstand tussen de stellingvloer en de constructie is 30cm. Indien meer: leuningen plaatsen aan binnenzijde. * Diagonalen: te voorzien in de 3 dimensies. De normale diagonale voorzien op elk verdiep. 1 serie met diagonalen beveiligd 2 vakken, zowel links als rechts. Dus maximaal 4 open vakken tussen 2 zones met diagonalen. * Vrije hoogte op elke werkvloer: streven naar minimaal 190cm vrije hoogte. * De maximale hoogte van de stelling = 3x de breedte. Indien hoger: steunpoten plaatsen of stevig verankeren. * Verankeringen: als er geen stellingdoeken hangen: 1 aan elk uiteinde, per 2 verdiepen. Bijkomend verankering in de middenzone: 1 per 20m² of conform instructies. Indien er wel stellingdoeken hangen; dubbel zoveel verankeringen. * Nakijken of er bijkomende maatregelen nodig zijn voor de veiligheid van de passanten onder of naast de stelling. - Stellingen worden altijd volledig en in 1keer opgebouwd of afgebroken. Met andere woorden: elke aanwezige stelling dient compleet en veilig te zijn. Bij grote stellingen (meerdere dagen stellingbouwwerk) : s avonds dient wat er staat ook conform de regels te zijn. Met andere woorden: geen half opgebouwde / afgebroken verdiepen enz. - Stellingen worden verdiep per verdiep volledig opgebouwd / afgebroken. - Bij voorspelling van zware storm (meer dan 80km/u) dienen stellingdoeken van de stelling verwijderd te worden (verwijderen, oprollen, ). VCO Bree, Zorgcampus.doc 21