Aanvullend onderzoek ecologie Angstel Quickscan ecologie t.b.v. uitvoering kadeversterking Angstel najaar 2013

Vergelijkbare documenten
Ecologisch werkprotocol

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM

Busbaan langs de Kruisvaart

Visseninventarisatie terrein Simon Loos

Laagraven Investment t.a.v. dhr. W. Toet Datum 27 juli 2017 Projectnummer Flora & fauna Liesbosch Nieuwegein

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie. 1 Aanleiding

Ecologisch Werkprotocol

Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD.

Quickscan flora en fauna in het kader van de realisatie van nieuwbouwwoningen in Wielwijk, deelgebied Parkrand, te Dordrecht

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven

Notitie. Quickscan natuuronderzoek. Parallelweg 9 in Neede. In het kader van de Flora- en faunawet. oktober rapportnr: 13477

Opdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer:

Adviesrapport. N203 groot onderhoud (Nesdijk) Aanvullend Natuuronderzoek

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9

Sthveglxkiziv# # # Eyxiyv# # # # # # # # # # # # # # N1#Qipmw# # R1Z1#Rihivperhwi#Kewyrmi## # Tswxfyw#495# #;733#EH#Hizirxiv#

Nieuwe bedrijfslocaties

Nader onderzoek vissen polder t Hoekje

Notitie flora en fauna

Oriënterend!onderzoek!naar!beschermde!flora!en! fauna!aan!de!dorpsstraat!94!te!aarlanderveen!!

Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Bomencheck Dorpsstraat 192-A (Lunteren)

/ Stadhuisplein, Veghel

Vleermuisonderzoek Houtakker II te Bemmel

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Quickscan DWL-De esch

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

Conform uw opdracht hebben wij een veldonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de weilanden en kassen gelegen achter Zwaagdijk-Oost 189.

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Gedragscode Flora- en faunawet voor de Waterschappen

Referentienummer Datum Kenmerk GM februari

Notitie quickscan beschermde soorten Prinsejagt-Driehoeksbos te Eindhoven

Figuur 1: Links: Luchtfoto plangebied (bron: Google Maps, maart 2016). Rechts: foto plangebied (juni 2014).

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen

Ordito Gilze B.V. t.a.v. dhr. C. van Kuijk Postbus ZH GILZE

6 Flora- en fauna quickscan

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Interne mededeling. Quick scan

PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016

Quickscan flora en fauna voor bestemmingsplan Oostpoort Februari 2014

2. Wet- en regelgeving en gemeentelijk groenbeleid. Quickscan Sloop & nieuwbouw in het Marco Poloplantsoen

Toetsing Flora- en faunawet Oude Rijngemaal Juli Inventarisatie van beschermde soorten.

NOTITIE Ruimte voor Advies

Nader onderzoek (jaarrond) beschermde broedvogels, rugstreeppad en vissen Technopolis TU Delft

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren. datum: 22 juni quick scan flora en fauna

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna

Quickscan flora en fauna

(Bouw)plannen en de Flora- en faunawet

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Gemeente Maastricht Veiligheid en Leefbaarheid. Behoort bij besluit van B&W d.d

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Ecologisch werkprotocol werkzaamheden Harselaar west, Barneveld

memo Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming.

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam

Flora- en fauna-inspectie Gelderdijk 15 te Sevenum (Gemeente Horst aan de Maas) door ir. Hans Hovens, Paul op het Veld en ir. G.

Datum : 4 november 2014 Opdrachtgever : Gemeente Nijmegen Ter attentie van :

Gemeente Noordwijk t.a.v. dhr. M. van Veen Postbus AG Noordwijk

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

QUICKSCAN BURGEMEESTER SLANGHENSTRAAT HOENSBROEK

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

memo datum: 22 juli 2011

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P )

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Flora- en fauna-inspectie locatie Heerweg-Berkenstraat te Blitterswijck door: ir. H. Hovens en ir. G. Hovens in opdracht van: Venterra

Natuurtoets Masterplan centrumgebied Hoogkarspel

Ecologisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan voor een terrein ten zuiden van Harmelen

NOTITIE Gemeente 's-hertogenbosch T. van Tol Postbus GZ s-hertogenbosch

Toets flora en fauna President Verhofstadtstraat Groeskuilenstraat en Virmundtstraat te Gemert

Notitie quickscan Flora en fauna

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Betreft : Toetsing Flora- en faunawet Blokhoeve Nieuwegein

Onderzoek flora en fauna

: Quickscan flora en fauna Salvador Allendelaan te Den Bosch

Validatie. faunaonderzoek. Rapportnummer: WRO125-FF-Def01. Kragten, 6 oktober 2016, Herten.

Transcriptie:

Aanvullend onderzoek ecologie Angstel Quickscan ecologie t.b.v. uitvoering kadeversterking Angstel najaar 2013 Waternet/Waterschap Amstel, Gooi en Vecht 16 april 2014 Definitief rapport BC2777-101-101

HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. RIVERS, DELTAS & COASTS Entrada 301 Postbus 94241 1090 GE Amsterdam +31 20 569 77 00 Telefoon Fax info@amsterdam.royalhaskoning.com E-mail www.royalhaskoningdhv.com Internet Amersfoort 56515154 KvK Documenttitel Verkorte documenttitel Status Aanvullend onderzoek ecologie Angstel Quickscan ecologie t.b.v. uitvoering kadeversterking Angstel najaar 2013 Definitief rapport Datum 16 april 2014 Projectnaam Projectnummer Opdrachtgever Referentie Kadeversterking Angstel BC2777-101-101 Waternet/Waterschap Amstel, Gooi en Vecht Auteur(s) Collegiale toets C.W. Kuijsten J. Groenendijk Datum/paraaf 16-04-2014 Vrijgegeven door S. Sjenitzer Datum/paraaf 16-04-2014 A company of Royal HaskoningDHV

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 1 1.1 Natuurbeschermingswet 1 1.2 Flora en faunawet 1 1.3 Ecologische Hoofdstructuur 2 1.4 Aanpak 2 2 RESULTATEN QUICK SCAN 3 2.1 Bestaande verspreidingsgegevens 3 2.2 Mogelijk aanwezige beschermde soorten 3 2.2.1 Waterspitsmuis 3 2.2.2 Rugstreeppad 4 2.2.3 Vleermuizen 4 2.2.4 Vissen 4 2.3 Ecologische kansen 5 3 VERVOLGONDERZOEK 6 3.1 Rugstreeppad 6 3.2 Vissen 6 3.3 Waterspitsmuis 6 4 CONCLUSIES 7 Blz. Definitief rapport 16 april 2014

1 INLEIDING Waternet is van plan de westelijke kade van de Angstel te versterken om te kunnen voldoen aan de eisen uit het HWBP. Het projectgebied ligt rondom Baambrugge (circa twee kilometer ten noorden en twee kilometer ten zuiden hiervan). Figuur 1. Ligging plangebied Een deel van de kadeversterking loopt vooruit op de planning, waardoor Waternet in het najaar van 2013 wil starten met de uitvoering van de kadeversterking op delen van het traject. Omdat dit niet eerder is voorzien heeft nog geen inventarisatie plaatsgevonden naar beschermde soorten, die genoemd zijn in het ecologische vooronderzoek uit 2009 van Grontmij (Grontmij, 2009). De conclusies uit het vooronderzoek zijn in de volgende paragrafen weergegeven. 1.1 Natuurbeschermingswet In het kader van de natuurbeschermingswet hoeven geen verdere procedures doorlopen te worden. 1.2 Flora en faunawet In het kader van de Flora- en faunawet hoeft geen ontheffing aangevraagd te worden voor tabel 1 soorten. Deze vallen binnen de vrijstellingsprocedure. Het treffen van mitigerende maatregelen is in het kader van de zorgplicht wel verplicht. Definitief rapport - 1-16 april 2014

In het kader van de Flora- en faunawet moet een inventarisatie uitgevoerd worden naar de waterspitsmuis, als er werkzaamheden langs de oevers worden uitgevoerd waar rietkragen staan. Mogelijk is een ontheffing noodzakelijk. Indien bomen gekapt worden dient in het kader van de Flora- en faunawet een vleermuisinventarisatie uitgevoerd te worden gericht op het vaststellen van verblijfplaatsen. Een ontheffing is mogelijk noodzakelijk. Om verstoring van broedvogels te voorkomen dienen de werkzaamheden buiten het broedseizoen uitgevoerd te worden of moeten maatregelen getroffen te worden ter voorkoming dat vogels gaan broeden in het plangebied en de directe omgeving. Indien er plannen zijn om bomen te kappen waarin mogelijk spechten of uilen broeden, dan moet een inventarisatie uitgevoerd worden. Mogelijk is dan een ontheffing noodzakelijk. In het kader van de Flora- en faunawet moet een inventarisatie uitgevoerd worden naar de rugstreeppad om overwinteringslocaties en voortplantingslocaties vast te stellen dan wel uit te sluiten als er aan de kades gewerkt gaat worden. Mogelijk is een ontheffing noodzakelijk. In het kader van de Flora- en faunawet moet een inventarisatie uitgevoerd worden naar de vissen, als er werkzaamheden in de binnenwateren worden uitgevoerd. Mogelijk is een ontheffing nodig voor het verstoren en (tijdelijk) vernietigen van leefgebied van bittervoorn en kleine modderkruiper. 1.3 Ecologische Hoofdstructuur In het kader van provinciaal beleid wordt aanbevolen, de werkzaamheden in de ecologische verbindingszone af te stemmen met de provincie Utrecht. Omdat geen wijzigingen plaatsvinden aan de kenmerken en waarden van de ecologische verbindingszone ter plaatse is dit echter geen verplichting 1.4 Aanpak Gezien de proceduretijd van een ontheffingsaanvraag (3 maanden) en het geschikte inventarisatieseizoen van een aantal soorten bestaat de kans dat er niet tijdig ontheffing zal zijn om te kunnen starten met de uitvoering in het najaar. Daarom is op maandag 25 maart een veldbezoek gebracht aan het plangebied. Tijdens dit veldbezoek is gekeken naar habitatgeschiktheid van beschermde soorten en mogelijkheden om het ontwerp en/of de uitvoering van de kadeversterking zodanig in te vullen dat geen negatieve effecten op beschermde soorten optreden. 16 april 2014-2 - Definitief rapport

2 RESULTATEN QUICK SCAN Om te bekijken of het mogelijk is om te starten met de werkzaamheden (zonder ontheffing) is op maandag 25 maart een veldbezoek gebracht in het projectgebied van de dijkversterking Angstel ter hoogte van Baambrugge. Tijdens dit veldbezoek hebben twee ecologen (Ilco van Woersem en Willem Kuijsten) samen met een bij het project betrokken civiel deskundige (Sjoerd Mannaerts) ecologische knelpunten en kansen besproken om de dijkversterking in het najaar van 2013 te kunnen starten. Er is gekeken naar de habitatgeschiktheid voor waterspitsmuis, rugstreeppad, vissen, jaarrond beschermde nesten van vogels en vleermuizen. De habitatgeschiktheid is in het veld besproken met de projectdeskundige zodat tegelijk het ontwerp en de uitvoeringswijze van de kadeversterking tegen het licht zijn gehouden. 2.1 Bestaande verspreidingsgegevens Er zijn gegevens van beschermde soorten uit de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) van 2008-2013 opgevraagd. De opgevraagde gegevens bestaan uit waarnemingen van vleermuizen, vogels, enkele varens en de platte schijfhoren. Uit de NDFF gegevens zijn geen waarnemingen van streng beschermde soorten (tabel 2 en 3 Flora- en faunawet). De waarnemingen van vleermuizen betreffen geen verblijfplaatsen maar foeragerende of langs vliegende dieren. De varens betreffen soorten die op muren, sluisdeuren en ander stenig substraat groeien en de platte schijfhoren is oostelijk van het plangebied in Polder Baambrugge Oostzijds aangetroffen. 2.2 Mogelijk aanwezige beschermde soorten Op basis van verspreidingsgegevens uit de NDFF en een habitatgeschiktheidsbeoordeling zijn conclusies t.a.v. waterspitsmuis, rugstreeppad, vleermuizen en vissen in de volgende paragrafen gerapporteerd. Voor wat betreft beschermde vaatplanten en platte schijfhoren kan uit verspreidingsgegevens van de NDFF en het veldbezoek van 25 maart geconcludeerd worden dat deze afwezig zijn in het plangebied. 2.2.1 Waterspitsmuis Er zijn drie locaties waar de waterspitsmuis mogelijke habitat heeft. Dit is de locatie vlak bij de molen (net ten zuiden van het houten huisje), rondom de tuin van Rijksstraatweg 10 (van iets ten noorden tot iets ten zuiden) en de groene dijk net ten noorden van de Donkervlietse Binnenweg. Bij de overige locaties is de habitat niet geschikt. Op die 3 mogelijke locaties achten de ecologen de kans ook erg klein dat de waterspitsmuis hier aanwezig is, dit kan echter niet volledig worden uitgesloten. Om de aan- of afwezigheid aan te tonen dient een inventarisatie naar de waterspitsmuis uitgevoerd te worden. Omdat Waternet wil starten met de kadeversterking in september, vindt deze inventarisatie bij voorkeur plaats in de maanden juli en augustus. Op deze manier bestaat duidelijkheid over het voorkomen voorafgaand aan de werkzaamheden. In de zomer (juli/augustus) kan er een inventarisatie plaatsvinden. Wanneer uit het onderzoek blijkt dat de soort niet aanwezig is, kan het project gewoon doorgang vinden. Indien de waterspitsmuis wel gevonden wordt, moeten voor deze Definitief rapport - 3-16 april 2014

maximaal drie locaties alsnog ontheffing aangevraagd worden met een looptijd van circa 13 weken. Dit zou betekenen dat op deze locaties niet gestart kan worden met de werkzaamheden in september. Voor wat betreft de locaties waar de habitat ongeschikt is voor waterspitsmuis kan het project in september gewoon uitgevoerd worden. 2.2.2 Rugstreeppad Het voorkomen van de rugstreeppad in en rondom het plangebied is niet uit te sluiten. Er dient daarom een inventarisatie plaats te vinden naar de soort. Dit kan in de periode ½ april ½ juni, wanneer de weersomstandigheden goed zijn. Indien ze niet gevonden worden, zijn er geen beperkingen. Als de rugstreeppad wel gevonden wordt, kan er in de zomer een padden werend scherm geplaatst worden op de delen waar de soort is aangetroffen, om te voorkomen dat de pad in de winter in de dijk overwinterd. Zonder dit scherm kan er niet in de wintermaanden gewerkt worden. 2.2.3 Vleermuizen 2.2.4 Vissen In het gebied komen veel vleermuizen voor. De bomen die mogelijk gekapt worden, zijn niet geschikt als verblijfplaatsen voor vleermuizen. Voor wat betreft de vleermuizen zijn er geen beperkingen in relatie tot te kappen bomen. Omdat de Angstel en de oevers van de Angstel wel gebruikt worden als foerageer- en vliegroute mag er niet s nachts of s avonds gewerkt worden in verband met verstoring van vleermuizen. Wanneer dit niet mogelijk is, dient vleermuisvriendelijke verlichting gebruikt te worden. In de Angstel komen mogelijk bittervoorn, kleine modderkruiper en rivierdonderpad voor. De kleine modderkruiper en rivierdonderpad zijn soorten van tabel 2 van de Flora- en faunawet, de bittervoorn geniet strengere bescherming en staat op tabel 3 van de Floraen faunawet. Wanneer op het droge gewerkt wordt, zijn effecten op vissoorten nauwelijks aan de orde en is een ontheffing van de Flora- en faunawet niet noodzakelijk. Omdat tijdens het veldbezoek duidelijk werd dat op delen van het traject ook in de oever gewerkt zal worden, zijn effecten op beschermde vissoorten niet uit te sluiten. De bittervoorn is een mobiele vissoort die bij verstorende werkzaamheden kan vluchten naar delen waar geen werkzaamheden plaatsvinden. De soort plant zich voort in de oeverzone als daar zoetwatermosselen aanwezig zijn en planten voldoende dekking bieden. In de winterperiode trekt de soort naar diepere delen van watergangen en bevindt de soort zich niet in de ondiepe oeverzone. Wanneer buiten het voortplantingsseizoen (april t/m augustus) van de soort wordt gewerkt zijn overtredingen van verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet niet aan de orde. Kleine modderkruiper en rivierdonderpad zijn minder mobiel. Voor deze soorten is een ontheffing van de Flora- en faunawet echter niet noodzakelijk voor de dijkversterking, mits gewerkt wordt conform de Gedragscode van de Unie van Waterschappen. Dit betekent dat: werkzaamheden in beginsel worden uitgevoerd tussen ½ juli en 1 november; oevervegetatie wordt voorafgaand aan de inrichtingswerken gemaaid, waardoor vis zich elders zal gaan ophouden; 16 april 2014-4 - Definitief rapport

stenen in de oever worden verwijderd voorafgaand aan de inrichtingswerken, zodat rivierdonderpad zich elders zal gaan ophouden; zoetwater mosselen worden waar nodig onder andere in verband met de bittervoorn terug geplaatst; Op de Groene kade ten noordoosten van de Donkervlietse binnenweg liggen op sommige locaties puinbestortingen. Dit is een zeer geschikte locatie voor de rivierdonderpad. In mei (gelijk met de inventarisatie van de rugstreeppad) kan dit dier worden geïnventariseerd. Voor de rivierdonderpad hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd, maar indien deze gevonden wordt, moet er gewerkt worden volgens de gedragscode voor waterschappen. Dit houdt in dat hij voorafgaand aan het werk gevangen moet worden. Een andere mogelijkheid is om de puinbestorting te laten liggen. 2.3 Ecologische kansen Naast mogelijke beperkingen vanuit beschermde soorten is er ook een aantal ecologische kansen. Op de groene kade ten noordoosten van de Donkervlietse binnenweg liggen een paar inhammen waar de dijk omheen ligt. Door vergaande verlanding staan deze inhammen momenteel droog. Wanneer de inhammen tot net onder de waterlijn (10 á 20 cm) ontgraven worden, ontstaan interessante paailocaties voor vis en voortplantingszones voor amfibieën. Daarnaast kunnen tal van andere diersoorten hiervan profiteren. Op deze manier kan met een relatief kleine inspanning meerwaarde voor de natuur gecreëerd worden, waarmee waternet zich kan profileren. Tevens sluit dit aan op de wensen van de Provincie Utrecht om een ecologische verbindingszone te realiseren langs de Angstel. Daarnaast liggen langs de Angstel in de bebouwde kom van Baambrugge enkele oeverlanden, die wanneer ze worden afgegraven enorme potentie hebben om zich te ontwikkelen tot mooie oeverlandjes. De eigendomssituatie van deze percelen is echter onbekend. Definitief rapport - 5-16 april 2014

3 VERVOLGONDERZOEK Op basis van het mogelijk voorkomen van beschermde soorten en de effecten die de kadeversterking kan hebben op deze soorten, zijn inventarisaties uitgevoerd naar rugstreeppad, rivierdonderpad en kleine modderkruiper. 3.1 Rugstreeppad 3.2 Vissen Op 3 mei, 21 mei, 3 juni en 25 juni zijn inventarisaties uitgevoerd naar de rugstreeppad. Het onderzoek vond plaats door bij geschikte weersomstandigheden te luisteren naar de roep van de rugstreeppad. De inventarisatie vond plaats door om de 500 meter langs de Angstel te luisteren naar roepende rugstreeppadden. Daarnaast is geluisterd op enkele punten langs de Kleiweg westelijk langs de Angstel. Tijdens geen van de bezoeken zijn rugstreeppadden aangetroffen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de soort niet voorkomt in het plangebied. Op 3 en 21 mei is onderzoek uitgevoerd naar vissen. Het onderzoek naar de rivierdonderpad vond plaats door met een sterke zaklamp de bodem van de Angstel langs de westoever te beschijnen. Deze inventarisatiemethode is voor de rivierdonderpad het meest effectief. Tijdens de inventarisaties is de rivierdonderpad niet aangetroffen. Naast het schijnen met de zaklamp zijn de Angstel en binnendijkse wateren onderzocht met een RAVON schepnet om bittervoorn en kleine modderkruiper aan te treffen, ook deze soorten zijn tijdens de inventarisatie niet aangetroffen. Dat betekent dat beide soorten ten tijde van het onderzoek, in de voortplantingsperiode, niet voorkwamen in de oeverzone van de Angstel. De Angstel is relatief breed en bittervoorn en kleine modderkruiper zijn niet per definitie aan de oeverzone gebonden. Dat betekent dat aanwezigheid in de gehele Angstel niet uitgesloten kan worden. De kans bestaat daarom dat beide soorten zicht tijdens de werkperiode van eind 2013 tot het najaar van 2014 zou kunnen vestigen in het werkgebied. Er worden daarom preventieve maatregelen voorgesteld om te voorkomen dat verbodsbepalingen overtreden zullen worden. 3.3 Waterspitsmuis Er is een inventarisatie van aanwezigheid van waterspitsmuis uitgevoerd in de periode juli-augustus. Tijdens het onderzoek zijn geen waterspitsmuizen aangetroffen. De aangetroffen soorten zijn bosspitsmuis, veldmuis en aardmuis. 16 april 2014-6 - Definitief rapport

4 CONCLUSIES Rugstreeppad en rivierdonderpad komen niet voor in de directe omgeving van het plangebied. Met deze soorten hoeft tijdens de werkzaamheden geen rekening te worden gehouden. Waterspitsmuis komt ook niet voor in het plangebied. Bittervoorn en kleine modderkruiper zijn niet aangetroffen en komen zodoende niet voor in de westelijke oeverzone van de Angstel ter hoogte van het plangebied. Vanwege de grootte van de Angstel kan afwezigheid van beide soorten in de Angstel niet met zekerheid gegarandeerd worden. Binnendijks komen beide soorten echter niet voor. Omdat de afwezigheid in de Angstel niet gegarandeerd kan worden, is het zinvol preventieve maatregelen te treffen om overtredingen van verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet te voorkomen. Het aanvragen van een ontheffing is dan niet nodig. Consequenties met betrekking tot planning en maatregelen: Werkzaamheden in de oeverzone worden bij voorkeur uitgevoerd buiten het voortplantingsseizoen van april t/m juni. Zoetwatermosselen die aangetroffen worden bij de kadeversterking worden teruggezet in de Angstel buiten de invloedsfeer van de werkzaamheden. Voor aanvang van het voortplantingsseizoen (in maart), op locaties waar in de oever gewerkt zal worden, worden oever- en onderwatervegetatie gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd. Voor aanvang van de werkzaamheden in de oeverzone in het voortplantingsseizoen, wordt het maaien van de oever- en onderwaterbegroeiing herhaald. Door het ontbreken van dekking zullen aanwezige vissen uit de oeverzone wegtrekken. Eventueel resterende individuen zullen naar verwachting zelfstandig vluchten naar open water zodra de werkzaamheden starten. Definitief rapport - 7-16 april 2014

Bijlage 1: Ecologisch Werkprotocol 16 april 2014-8 - Definitief rapport

Het ecologisch werkprotocol geeft een beschrijving van alle handelingen die gedaan of juist nagelaten worden om geen verbodsbepalingen van de Flora en faunawet te overtreden. Ook geeft het aan hoe te voldoen aan de zorgplicht, conform art. 2 van de Flora en faunawet. Deze geldt voor alle in het wild levende plant- en diersoorten in het plangebied, ongeacht hun al dan niet beschermde status in de Flora en faunawet. Schade aan alle aanwezige plant- en diersoorten dient, zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, voorkomen te worden. Het hoofddoel van een ecologisch werkprotocol is een leidraad bieden om te voorkomen dat verbodsbepalingen op de FF-wet geschonden worden, zodat er geen onnodige schade aan plant- en diersoorten optreedt. Uit het aanvullend onderzoek ecologie Angstel blijkt dat geen ontheffing van de Floraen faunawet nodig is omdat geen verbodsbepalingen worden overtreden. Wel dienen dan de volgende preventieve maatregelen uitgevoerd te worden: Alle soorten (zorgplicht) Voorafgaand aan de werkzaamheden, worden kade en oevers gemaaid. Hiermee wordt het werkgebied ongeschikt gemaakt voor verschillende zoogdieren en andere dieren. Het maaisel blijft ten minste één etmaal liggen zodat soorten in de gelegenheid zijn weg te vluchten. Vleermuizen Omdat de Angstel en de oevers van de Angstel gebruikt worden als foerageeren vliegroute wordt er niet s nachts of s avonds gewerkt in verband met verstoring van vleermuizen. Omdat vleermuizen in de periode van ½ november t/m ½ maart in winterslaap zijn, kan in deze periode wel s nachts worden gewerkt. Wanneer het noodzakelijk is in de actieve periode te werken in de avond- of nachturen, dient vleermuisvriendelijke verlichting gebruikt te worden. Vissen Er komen geen beschermde vissoorten voor. Als preventieve maatregel en in verband met de zorgplicht vinden werkzaamheden aan de oevers bij voorkeur plaats buiten de gevoelige voortplantingsperiode van vissen (van april t/m juni). Zoetwatermosselen die aangetroffen worden bij de kadeversterking worden teruggezet in de Angstel buiten de invloedsfeer van de werkzaamheden. Voor aanvang van het voortplantingsseizoen (in maart), op locaties waar in de oever gewerkt zal worden, worden oever- en onderwatervegetatie gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd. Voor aanvang van de werkzaamheden in de oeverzone (in het voortplantingsseizoen) wordt het maaien van de oever- en onderwaterbegroeiing herhaald. Door het ontbreken van dekking zullen aanwezige vissen uit de oeverzone wegtrekken. Eventueel resterende individuen zullen naar verwachting zelfstandig vluchten naar open water zodra de werkzaamheden starten. Definitief rapport - 9-16 april 2014

Vogels De oevers worden voorafgaand aan het broedseizoen van vogels (globaal ½ maart t/m ½ augustus) gemaaid en ontdaan van opgaande beplanting en ruigte. Op deze manier wordt de kans op vestiging van broedvogels geminimaliseerd. Voorafgaand aan de werkzaamheden wordt de oever langsgelopen en gecontroleerd op eventuele laat broedende vogelsoorten (fuut, dodaars, wilde eend, meerkoet etc.). =o=o=o= 16 april 2014-10 - Definitief rapport