G e z o n d h e i d s r a a d. Aan de voorzitter van de Tweede Kamer

Vergelijkbare documenten
Gezond heidsraad. Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. installatie vaste Commissie Ethiek en recht. Onderwerp Uw kenmerk Ons kenmerk

Gezond heidsraad. Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ik onderschrijf het advies van de Commissie Bevolkingsonderzoek.

G e z o n d h e i d s r a a d. Aan de minister van Infrastructuur en Milieu

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Gezondheidsraad. Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Gesprekken met Gezondheidsraad en in Tweede Kamer over MEadvies

Gezondheidsraad. Informatiebrochure voor commissieleden en voorzitter

Referentie: Regeling ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling bij commissies van Zorginstituut Nederland

Informatiebrochure voor commissieleden en voorzitter. Den Haag, februari 2017

ME/CVS Nr. 2018/07. Samenvatting

Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling bij de Rli 1

Het formulier zal na beoordeling openbaar worden gemaakt.

Informatiebrochure voor commissieleden en voorzitter. Den Haag, mei 2019

G e z o n d h e i d s r a a d. Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Gezondheidsraad. Informatiebrochure voor commissieleden en voorzitter

Vaccinatie tegen gordelroos. Nr. 2019/12, Den Haag, 15 juli Samenvatting

Belangenverklaring. Persoonlijke gegevens aanvrager

Belangenverklaring. Persoonlijke gegevens

Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling

WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen. Nr. 2018, Den Haag 12 juni Samenvatting

B elangenverklaring. Persoonlijke gegevens. Let op: Alle invulvelden, tot en met pagina 4, zijn verplicht. Zijn er geen ME/CVS

ME Vereniging Nederland

PERSBERICHT Groningen, Bunnik, Bussum, 11 april 2011

Betreft: procedure selectie en erkenning expertise centra voor zeldzame ziekten Nederland

Belangenverklaring. Persoonlijke gegevens. In het kader van de Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door

Onderdeel III sub d, aanpassing van de definitie beroepsbeoefenaar met toelichting:

B elangenverklaring. Persoonlijke gegevens

Belangenverklaring. Persoonlijke gegevens

Overzicht van onze activiteiten. resultaten in 2016

RAAD SPORT NEDER LANDSE. Reglement van orde van de Nederlandse Sportraad Hoofdstuk 2. De Nederlandse Sportraad, Gelet op:

B elangenverklaring. Persoonlijke gegevens aanvrager

Belangenverklaring. Persoonlijke gegevens. In het kader van de Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door

Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling

Op plaatsen waar het mogelijk is om binnen genoemde afstand van een antenne te komen, dienen maatregelen genomen te worden om dit te voorkomen.

Referentie: Reglement Wetenschappelijke Adviesraad Zorginstituut Nederland. De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland,

Ons kenmerk SV/AL/06/ Datum 30 maart 2006

B elangenverklaring. behorend bij de Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling

De staatssecretaris van Economische Zaken T.a.v. contactpersoon Nationale ombudsman Postbus EK DEN HAAG. Geachte xxx,

Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling

Belangenverklaring. Persoonlijke gegevens. In het kader van de Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door

Belangenverklaring. Persoonlijke gegevens

College Geneeskundige Specialismen

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over het nut van de griepprik (2011Z20885).

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek

College Geneeskundig Specialismen

Bezoekadres Kenmerk Bijlage(n) Samenvatting

Maat houden met medisch handelen. Nr. 2017/06. Samenvatting

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Het formulier zal na beoordeling openbaar worden gemaakt. Prof. dr. WJHM van den Bosch

Hersentumorcentrum Amsterdam

Belangenverklaring. Ptrsoon1ijke gegevens

B elangenverklaring. Persoonlijke gegevens

B elangenverklaring. Persoonlijke gegevens

Belangenverklaring. Persoonlijke gegevens. Commissie Werkgroep Werknemers en Kinkhoest: criteria voor vaccinatie

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek

B elangenverklaring. Persoonlijke gegevens

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek

Tweede Kamer der Staten-Generaal

B elangenverklaring. Persoonlijke gegevens aanvrager

Belangenverklaring. Persoonlijke gegevens. Commissie. Zelfredzaamheid bij ouderen

Het formulier zal na beoordeling openbaar worden gemaakt.

Reglement van orde van de Raad voor Cultuur 2014

Belangenverklaring. behorend bij de Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling

Belangenverklaring. Persoonlijke gegevens aanvrager

Het formulier zal na beoordeling openbaar worden gemaakt. Hoofdfunctie[s) Graag omvang perfunctie vermelden als u meerderefuncties heeft

Jubileum ME/CVS Stichting. 30 jarig Jubileum: viering op 13 oktober 2017

Het Bestuur van de Federatie van Gezondheidszorgpsychologen en Psychotherapeuten (FGzPt) besluit:

Richtlijnen Goede Voeding. Hoogleraar Voeding en Gezondheid, Vrije Universiteit (0,8 fte tot daarna 1,0 fte); betaald

Belangenverklaring. Persoonlijke gegevens. Let op: Alle invulvelden, tot en niet pagina 4, zijn verplicht. Zijn er geen. Naam lid.

behorend bij de Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling

B elangenverklaring. Persoonlijke gegevens. Naam lid. Prof. dr. ing. Jan Willem Erisman

Verklaring van belangen

Zorggebruikers zien patiëntenorganisatie als belangrijke bron voor lotgenotencontact Anne Brabers, Wouter van der Schors en Judith de Jong

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 mei 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Voorlopig governance-document. NIVEL Zorgregistraties eerste lijn

Rechten en plichten van de patiënt

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 maart 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Belangenverklaring. Persoonlijke gegevens. Naam lid. Stephan JL. Bakker. Hoogleraar Interne Geneeskunde. Geen nevenwerkzaamheden

De rechten en plichten van de patiënt

Het formulier zal na beoordeling openbaar worden gemaakt. Afdelingshoofd Maag-Darm-, Leverziekten, radboudumc

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Totstandkoming en methoden NHG-Standaard Depressie (M44)

Expertisecentra voor zeldzame aandoeningen Stuurgroep Weesgeneesmiddelen. Drs. J. Huizer, secretaris

gelet op artikel 60, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet en artikel 11 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen,

Vergelijking van IVF resultaten bij het gebruik van twee kweekvloeistoffen

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Beschikking van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en PG

Verklaring van belangen

B elangenverklaring. Persoonlijke gegevens. Commissie Werknemers en Kinkhoest: criteria voor vaccinatie (050) Naam lid. G.B.G.J.

Rechten en plichten van de patiënt

Belangenverklaring. Persoonlijke gegevens

Schriftelijke vragen en opmerkingen vanuit de fracties:

Besluit: Paragraaf 1 Algemene bepalingen

B elangenverklaring. behorend hij de Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling

tweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk Een kwestie van verschil:

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gezondheidsraad. Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Transcriptie:

G e z o n d h e i d s r a a d H e a l t h C o u n c i l o f t h e N e t h e r l a n d s Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Onderwerp : installatie Commissie ME/CVS Uw kenmerk : - Ons kenmerk : U-978194/NdN/bp/045-J n : 1 Datum : 2 juni 2016 Geachte voorzitter, Op 9 april 2015 heeft uw voorgangster mij gevraagd om een advies met betrekking tot de stand van de wetenschap omtrent Myalgische Encefalomyelitis (ME). Onlangs heb ik een commissie geïnstalleerd die het gevraagde advies zal opstellen. Met deze brief wil ik u op de hoogte stellen van de samenstelling van deze commissie en van de verkenning die aan de instelling ervan vooraf ging. Bij onze verkenning ter voorbereiding van de installatie van de commissie zijn wij uitgegaan van het rapport Beyond Myalgic Encephalomyelitis/Chronic Fatigue Syndrome: Redefining an Illness van het Amerikaanse Institute of Medicine (IoM), dat in januari 2015 verscheen. In dat rapport werden op basis van een analyse van de relevante wetenschappelijke literatuur de verschillende criteria voor het diagnosticeren van myalgische encefalomyelitis (ME) en chronische vermoeidheidssysndroom (CVS) aan een onderzoek onderworpen. De commissie die het rapport opstelde concludeerde dat er in de wetenschappelijke literatuur geen overeenstemming is over of ME en CVS twee verschillende aandoeningen zijn en dat vaak de overkoepelende termen ME/CVS of CVS/ME gebruikt worden. Ze constateerde dat de term chronische vermoeidheidssyndroom geen recht doet aan de centrale kenmerken van de ziekte en het ingrijpende karakter ervan, introduceerde zelf systemic exertion intolerance disease (SEID) als nieuwe naam voor de ziekte en formuleerde een (voorlopige) set diagnostische criteria om de diagnose SEID te stellen. Het IoM-rapport heb ik voorgelegd aan de negen wetenschappelijke (beroeps)verenigingen en twee patiëntenorganisaties die destijds betrokken waren bij de voorbereiding van de in februari 2013 verschenen multidisciplinaire Richtlijn Diagnose, behandeling, begeleiding en beoordeling van patiënten met het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS), en aan nog drie andere patiëntenorganisaties, waaronder de Groep ME-Den Haag, die bij uw Kamer het Burgerinitiatief B e z o e k a d r e s P o s t a d r e s P a r n a s s u s p l e i n 5 P o s t b u s 1 6 0 5 2 2 5 1 1 V X D e n H a a g 2 5 0 0 B B D e n H a a g E - m a i l : n i c o. d e. n e e l i n g @ g r. n l w w w. g r. n l T e l e f o o n ( 0 7 0 ) 3 4 0 5 7 1 0

G e z o n d h e i d s r a a d H e a l t h C o u n c i l o f t h e N e t h e r l a n ds Onderwerp : installatie Commissie ME/CVS Ons kenmerk : U-978194/NdN/bp/045-J Pagina : 2 Datum : 2 juni 2016 Erken ME indiende. De reacties op het IoM-rapport van de beroepsverenigingen liepen zeer uiteen, van uitgesproken negatief tot positief. De patiëntenorganisaties waren positief over de erkenning van de ziekte als ernstig en invaliderend, maar betreurden dat het IoM ME niet als zelfstandige ziekte had erkend. Uit de uiteenlopende reacties op het IoM-rapport dat uitdrukkelijk bedoeld was als analyse van de wetenschappelijke literatuur inzake de diagnostiek van ME/CVS werd duidelijk dat in Nederland, net als in vele andere landen, de stand van wetenschap omtrent ME heel verschillend wordt gepercipieerd. Op mijn verzoek noemden alle organisaties ook namen van deskundigen die naar hun inzicht een goede inbreng zouden kunnen hebben in een door de Gezondheidsraad in te stellen commissie. Met verschillende van hen voerde het secretariaat van de raad de afgelopen maanden verkennende gesprekken. Daarbij bleek dat er voldoende te goeder naam en faam bekend staande zorgverleners en onderzoekers in Nederland waren die bereid waren zich desgevraagd als lid van een Gezondheidsraadcommissie in te zetten voor een verzoening van de verschillende zienswijzen die rond ME/CVS in ons land bestaan. Tevens werd mij duidelijk dat bij een dergelijke poging tot verzoening ook de zienswijze van de patiëntenorganisaties, die streven naar erkenning van ME als zelfstandige ziekte, betrokken zou moeten worden. Twee vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties vond ik bereid om op persoonlijke titel in de in te stellen commissie plaats te nemen. Deze voorbereidende verkenningen hebben ertoe geleid dat ik op 25 maart jl. een Commissie ME/CVS heb kunnen installeren, die is samengesteld als volgt: prof. dr. M.H.H. Kramer, hoogleraar interne geneeskunde, VUmc, Amsterdam, voorzitter prof. dr. J.W. Cohen Tervaert, hoogleraar interne geneeskunde en immunologie, Maastricht UMC dr. A.J. van Dijk, revalidatiearts, Enschede drs. Y. Jansen, beleidsmedewerker werk & inkomen en patiëntenparticipatie, Steungroep ME en arbeidsongeschiktheid, Groningen dr. J.A. Knoop, klinisch psycholoog, hoofd Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid, Radboudumc, Nijmegen dr. T.C. olde Hartman, huisarts, Radboudumc, Nijmegen prof. dr. J.G.M. Rosmalen, hoogleraar levensloop psychiatrische epidemiologie van emotionele stoornissen, in het bijzonder de somatisatie stoornissen, UMCG, Groningen dr. M.G. Smits, neuroloog/somnoloog, Ziekenhuis Gelderse Valei, Ede B e z o e k a d r e s P o s t a d r e s P a r n a s s u s p l e i n 5 P o s t b u s 1 6 0 5 2 2 5 1 1 V X D e n H a a g 2 5 0 0 B B D e n H a a g E - m a i l : n i c o. d e. n e e l i n g @ g r. n l w w w. g r. n l T e l e f o o n ( 0 7 0 ) 340 5710

G e z o n d h e i d s r a a d H e a l t h C o u n c i l o f t h e N e t h e r l a n ds Onderwerp : installatie Commissie ME/CVS Ons kenmerk : U-978194/NdN/bp/045-J Pagina : 3 Datum : 2 juni 2016 prof. dr. N.M. Wulffraat, hoogleraar kinderreumatologie, UMC Utrecht R.H. Wijbenga, oud-voorzitter ME/cvs vereniging, hoofdredacteur ME Global Chronicle, Herwijnen L. van Kranendonk, MSc, VWS, Den Haag, waarnemer dr. J.N.D. de Neeling, Gezondheidsraad, Den Haag, secretaris Ik heb er vertrouwen in dat deze commissie de expertise in zich verenigt die nodig is om de vraag van uw Kamer te kunnen beantwoorden. De commissie weet dat zij zo nodig op specifieke onderdelen op expertise van buiten de commissie een beroep zal kunnen doen. In overeenstemming met de procedure ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling die ik onlangs in een brief aan de minister van VWS beschreef (zie bijlage), hebben alle leden bij de installatie openheid gegeven over hun belangen die mogelijkerwijs met hun deelname aan het werk van de commissie zouden kunnen interfereren. Daarbij kwamen geen belangen naar voren die een onafhankelijke, objectieve en evenwichtige advisering door de commissie in de weg zouden staan. De belangenverklaringen van de commissieleden zijn te vinden op de website van de raad (www.gezondheidsraad.nl). Ik stel het zeer op prijs dat het ministerie van VWS een waarnemer naar de commissie heeft afgevaardigd. De commissie streeft ernaar haar advies in het voorjaar van 2017 te kunnen uitbrengen. Met vriendelijke groet, prof. dr. W.A. van Gool, voorzitter B e z o e k a d r e s P o s t a d r e s P a r n a s s u s p l e i n 5 P o s t b u s 1 6 0 5 2 2 5 1 1 V X D e n H a a g 2 5 0 0 B B D e n H a a g E - m a i l : n i c o. d e. n e e l i n g @ g r. n l w w w. g r. n l T e l e f o o n ( 0 7 0 ) 340 5710

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Onderwerp : Nadere maatregelen om oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling te voorkomen Uw kenmerk : - n : - Geachte minister, In mijn brief van 22 juni jongstleden heb ik u aangekondigd dat de Gezondheidsraad zich opnieuw zou bezinnen op de balans tussen wetenschappelijke expertise en belangen en dat dit zou kunnen leiden tot een herijking van de rol van commissielid, adviseur en geraadpleegde deskundige. Dit naar aanleiding van de discussie die was ontstaan over de belangen van professor Meijer bij de advisering over het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker uit 2011. U heeft toegezegd de Tweede Kamer na de zomer te informeren over de consequenties in de organisatie van de Gezondheidsraad, waarbij u de wens heeft uitgesproken dat de positie van adviseur meer op afstand zou komen te staan. In deze brief zet ik uiteen welke nadere maatregelen de Gezondheidsraad heeft genomen om oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling te voorkomen. Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling Bij zijn advisering maakt de Gezondheidsraad gebruik van topexperts. Deze mensen leveren geregeld ook hun expertise aan andere instanties, zoals patiëntenorganisaties, overheden of het bedrijfsleven. Publiek-private samenwerking tussen overheid, industrie en wetenschap is een realiteit; de overheid stimuleert deze ook. Daarbij zijn strikte procedures nodig om oneigenlijke beïnvloeding te voorkomen en de onafhankelijkheid van de advisering te waarborgen. Hiertoe weegt de raad altijd bewust af of er een belangenconflict kan ontstaan, aan de hand van de uitgangspunten en de belangenverklaring uit de Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling, opgesteld in 2012. Daarnaast worden conceptadviezen opgesteld door deskundigen op verschillende wetenschapsgebieden en worden deze in zogeheten

Onderwerp : Nadere maatregelen om oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling te voorkomen Pagina : 2 beraadsgroepen getoetst door andere deskundigen. Ook dat draagt bij aan een evenwichtig en onafhankelijk advies. Naar aanleiding van de recente bezinning op de werkwijze past de raad zijn de procedures aan. Bij de beslissing over de rol die deskundigen kunnen spelen bij de totstandkoming van het advies zal meer maatwerk gehanteerd worden, waarbij de huidige adviseursrol verdwijnt. Verder vergroten we de transparantie over de belangen van de commissieleden. Daarnaast heeft de raad het initiatief genomen om met de opstellers van de Code leerervaringen uit te wisselen. 1 Vergroten van maatwerk De beoordeling of een deskundige kan deelnemen aan het commissieproces, al dan niet onder voorwaarden, wordt sterker dan nu het geval is een kwestie van maatwerk. Daarbij is het in de Code gehanteerde principe van proportionaliteit leidend. Bij de beslissing over deelname aan een commissie gelden de volgende uitgangspunten. Deskundigen die persoonlijk financieel gewin kunnen hebben bij de uitkomst van een advies, kunnen geen rol spelen in de totstandkoming van dat advies. Dat is nu al het geval, en dit verandert niet. Een deskundige die geen persoonlijk financieel belang heeft, maar wel een ander, scherp af te bakenen belang, kan lid worden van de commissie met de beperking dat hij buiten de beraadslaging wordt gehouden bij het onderwerp waarop zijn belang betrekking heeft. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om iemand die een onderzoeksbelang heeft, die deel uitmaakt van een onderzoeksinstituut met een belang of die als adviseur optreedt voor een bedrijf. Een deskundige die een (niet persoonlijk financieel) belang heeft dat niet scherp af te bakenen is, wordt geen lid van de commissie. Wel kan zo iemand geraadpleegd worden door de commissie. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren in de vorm van een hoorzitting, een interview of deelname aan een of meer vergaderingen op uitnodiging van de commissie. Deskundigen die werken bij een dienstonderdeel van een ministerie (ambtenaren) kunnen geen lid worden van de commissie. De Kaderwet adviescolleges staat daaraan in de weg. Wel kunnen zij, net als de vorige categorie deskundigen, geraadpleegd worden via een hoorzitting, interview of deelname aan een of meer vergaderingen op uitnodiging van de commissie. 1 De code is opgesteld door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, de Gezondheidsraad, het Centraal BegeleidingsOrgaan, het Nederlands Huisartsen Genootschap en de Orde van Medisch Specialisten. De tekst van de code is te vinden op de website van de Gezondheidsraad, onder Taak & werkwijze - Onafhankelijkheid.

Onderwerp : Nadere maatregelen om oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling te voorkomen Pagina : 3 Vertegenwoordigers van de opdrachtgevende ministeries zijn aan de commissie toegevoegd als waarnemer. Zij hebben geen zeggenschap en dragen geen verantwoordelijkheid voor het advies, maar leveren feitelijke informatie en toelichting op de adviesvragen aan. Ook vertegenwoordigers van (semi)overheidsorganisaties die betrokken zijn bij het adviesonderwerp (zoals de SER, de IGZ, het RIVM of het CBR) kunnen als waarnemer optreden. Deze rol verandert niet. Nieuwe commissies worden vanaf 1 november 2015 volgens deze uitgangspunten samengesteld. Versterken van de transparantie Openheid over belangen is een cruciaal onderdeel van de procedures om oneigenlijke beïnvloeding tegen te gaan. Daarom moeten deskundigen die een bijdrage leveren aan de advisering door de Gezondheidsraad een belangenverklaring invullen. Op grond daarvan beslist de voorzitter van de raad welke rol een deskundige kan spelen bij een advies, eventueel na raadpleging van de Presidiumcommissie. 2 De belangenverklaring is niet alleen bedoeld voor de (leiding van) de Gezondheidsraad zelf, maar wordt ook actief gedeeld met collega-commissieleden en met de buitenwereld. De procedures op dit gebied worden verder uitgebreid en aangescherpt. Nieuw is bijvoorbeeld dat de raad bij de installatie van een adviescommissie een brief stuurt aan de opdrachtgevende bewindspersoon over de samenstelling van de commissie en de keuzes die daarbij zijn gemaakt. Deze brief wordt gepubliceerd op de website van de raad vergezeld door de belangenverklaringen van de commissieleden. Verder zullen de belangenverklaringen nadrukkelijker dan nu het geval is, worden besproken in de commissievergaderingen. Bij de start van het adviesproces bespreekt de commissie alle verklaringen integraal. Verder keert het onderwerp op iedere vergaderagenda vast terug, zodat actualisering van de verklaringen meer aandacht krijgt en nagegaan kan worden of er onderwerpen op de agenda staan waarbij leden buiten de beraadslaging moeten blijven. Invullen en tussentijdse aanpassing van de belangenverklaringen wordt vereenvoudigd met behulp van digitale verwerking. In het advies wordt aangegeven wie als deskundigen zijn geraadpleegd. 2 In de Presidiumcommissie hebben naast de leiding van de raad de vicevoorzitters van de beraadsgroepen en de voorzitters van de vaste commissies zitting. De Presidiumcommissie treedt op als klankbord en denktank voor de voorzitter van de Gezondheidsraad met betrekking tot de algemene strategie en het totale functioneren van de raad.

Onderwerp : Nadere maatregelen om oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling te voorkomen Pagina : 4 Tot slot De Gezondheidsraad heeft een evenwichtige en betrouwbare advisering hoog in het vaandel staan. Bewaking van de onafhankelijkheid vraagt niet alleen strikte procedures om oneigenlijke beïnvloeding te voorkomen, maar ook voortdurende alertheid en open discussie. De genomen maatregelen dragen daaraan bij. Ik ga er dan ook van uit dat ze zullen zorgen voor een blijvend vertrouwen in de adviezen van de raad. Tegelijk realiseert de raad zich dat het waarborgen van zijn onafhankelijkheid een onderwerp is dat steeds in beweging is. Daarom moet de Code een levend instrument zijn en zal de raad zijn procedures op het terrein van belangen regelmatig tegen het licht houden. Met vriendelijke groet, prof. dr. W.A. van Gool, voorzitter