AANPASSING LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTEBELASTINGEN 2014

Vergelijkbare documenten
Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente <gemeentenaam>

Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari 2014

Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente <gemeentenaam>

Besluit tot 4e wijziging van de leidraad invordering BWB

Wijziging Leidraad Invordering Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 juni 2013, nr.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Haren - Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haren;

Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente <gemeentenaam>

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente <gemeentenaam>

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Wijzigingsbesluit Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 juli 2018

A. In artikel wordt na de tekst bij het tweede gedachtestreepje ingevoegd: - echtgenoot: de echtgenoot, bedoeld in artikel 3 Wwb;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Rapport Datum: 23 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/153

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Bijlage: wijziging Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen 1 e halfjaar Artikel I

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Tweede wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 juli 2015

Rapport. Beslag op beslag

Wijzigingen Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari 2016

VASTSTELLEN REGELING GECOMBINEERDE AANSLAG EN AUTOMATISCHE INCASSO 2012

Wijziging Leidraad Invordering 2008

Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk;

B In artikel wordt na het vijfde gedachtestreepje van de opsomming een gedachtestreepje ingevoegd, luidende:

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Rapport. Rapport van een klacht over de Belastingdienst/Oost-Brabant. Datum: 11 december Rapportnummer: 2012/196

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Beleidsregels KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE HEFFINGEN GEMEENTE SCHER- PENZEEL. vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, Gelezen het voorstel van de directeur der Gemeentebelastingen van 6 februari 2006;

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.

uw kenmerk ons kenmerk ECFE/U Lbr.15/065 regeling zelf (en in de toelichting daarop) wijzigingen aangebracht:

Rapport. Rapport over een klacht over de invorderingsambtenaar en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongeradeel.

Beleidsregels terugvordering & verhaal WIJ

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn; hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet;

Een onderzoek naar de wijze waarop de Belastingdienst heeft gereageerd op een verzoek om berekening beslagvrije voet na een overheidsvordering

WIJZIGING LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTELIJKE BELASTINGDIENST DEN HAAG 2005

SUBSIDIEREGELING IMPULS BUURTHUIS VAN DE TOEKOMST DEN HAAG 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Onderwerp: BEC vaststelling leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2013

In bijlage I worden alle wijzigingen weergegeven en de gehele gewijzigde leidraad is als bijlage II toegevoegd.

Beslagvrije voet met terugwerkende kracht vaststellen door de Belastingdienst

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:

De zinsnede De ontvanger moet hierbij rekening houden met wordt vervangen door: Daarnaast houdt de ontvanger rekening met.

In verband hiermee kan het college nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen.

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013,

Besluit van 16 februari 2011, nr. DGB2010/7493M, Staatscourant 24 februari 2011, nr. 3275

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Oost-Brabant te Oss. Datum: 2 oktober Rapportnummer: 2013/138

WIJZIGING LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTELIJKE BELASTINGDIENST DEN HAAG 2005

Incassoreglement Noordelijk Belastingkantoor

Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Kwijtschelding voor ondernemers Dienst Belastingen

2. Indienen van een aanvraag Een aanvraag om kwijtschelding moet worden ingediend middels een daartoe vastgesteld aanvraagformulier.

REGELING GECOMBINEERDE AANSLAG EN AUTOMATISCHE INCASSO 2005

Bepalingen over de ouderbijdrage

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging Leidraad Invordering 1990

Gelet op het bepaalde in artikel 16, boek 1 van het Burgerlijke Wetboek en de artikelen 1 tot en met 4 van het Besluit burgerlijke stand 1994.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari 2019

Invorderen vanuit de rijksoverheid. Geert-Jan Dümmer FISCALE INVORDERING. RIJKSINCASSO - op internet. RIJKSINCASSO - inleiding

Beleidsregels Terugvordering WWB, IOAW & IOAZ

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

VASTSTELLING REGELING GESCHILLEN WSW- EN CAO WELZIJN-PERSONEEL 2011

Belastingteruggaven en toeslagen op één bankrekeningnummer

Incassoreglement Noordelijk Belastingkantoor

Gemeente Borger-Odoorn, Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2010 per 1 januari 2017

Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

SUBSIDIEREGELING CONCIËRGES OP BASISSCHOLEN DEN HAAG Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING PARTICIPATIEWET GEMEENTE HELLEVOETSLUIS

2. De door de gemeente Dongeradeel vanaf 2001 opgelegde aanslagen gemeentelijke belastingen heeft mevrouw W. steeds betaald.

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

GEMEENTEBLAD VAN HELMOND

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregel UWV Opschorting betaling bij vertrek naar onbekende bestemming

ECLI:NL:RVS:2012:BY5907

Rapport Oordeel Datum: 19 februari 2018 Rapportnummer: 2018/006

Wijziging van enkele onderwijswetten om deze meer te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht

Rapport. Rapport over een klacht over het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn (GBLT) te Zwolle.

Gezien het vorenstaande stellen wij u voor, overeenkomstig het eenstemmige advies van de commissie voor Financiën, het volgende besluit te nemen:

Zorgverzekeringswet. Zorgverzekeringswet

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 september 2014;

NOTA BESTUURSRECHTELIJKE GELDSCHULDEN

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE ASSEN 2015.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Beleidsregels kwijtschelding gemeentelijke belastingen. 1. Op het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid is artikel 26 (zijnde de artikelen 26.

Incassoreglement gemeentelijke heffingen Almere

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Westland 2015

Transcriptie:

Gemeente Den Haag Ons kenmerk PBS/2014.93 RIS 272524 AANPASSING LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTEBELASTINGEN 2014 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, - overwegende dat de Leidraad Invordering Gemeentebelastingen 2012 aangepast dient te worden aan de huidige stand van de wet en regelgeving - gelet op, - de artikelen 231 en 249 van de Gemeentewet; - de Invorderingswet 1990; - de uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Besluit: I. Vast te stellen de in de bijlage van dit besluit opgenomen wijzigingen op de Leidraad Invordering Gemeentebelastingen Den Haag 2012. II. Dat de in de bijlage opgenomen wijzigingen van de Leidraad Invordering Gemeentebelastingen Den Haag 2012 in werking treedt de eerste dag na publicatie. III. Dat dit besluit wordt gepubliceerd in gemeenteberichten van week 21 van 2014 en met ingang van 22 mei 2014, inclusief toelichting en bijlagen, terug te vinden zal zijn op de site www.denhaag.nl/bestuurlijkestukken, onder risnummer 272524. Den Haag, 20 mei 2014 Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester, mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen Postadres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Telefoon: 14070 Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Internetadres: www.denhaag.nl

PBS/2014.93 2 Toelichting Bij de invordering van gemeentelijke belastingen sluiten wij zoveel mogelijk aan bij de leidraad invordering die voor de rijksbelastingdienst geldt. Waar bepalingen niet van toepassing zijn voor de gemeente, hebben wij dat in het besluit vermeld (onderdelen E, O, Q, W en X). De onderdelen B, D, G en L bevatten tekstuele verduidelijkingen of wijzigingen van redactionele aard. De in onderdeel A opgenomen wijziging regelt dat de ontvanger onherroepelijk vaststaande belastingaanslagen waarvoor geen ambtshalve herziening meer mogelijk is, desgevraagd marginaal toetst alvorens invorderingsmaatregelen te nemen. Deze verplichting vloeit voort uit het feit dat de ontvanger binnen de kader van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur opereert. Tot 1 januari 2010 was dit in het Besluit ambtshalve verlenen van verminderingen of teruggaven geregeld en was het de inspecteur die de regeling effectueerde. Hoewel de ontvanger op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur nog steeds de verplichting tot marginale toetsing heeft in genoemde situaties, bleek hierover in de uitvoeringspraktijk onduidelijkheid te bestaan. Tevens bevat de wijziging een verduidelijking van het beleid rond de verplichting tot marginaal toetsen door de ontvanger. Aanleiding is een rapport van de Nationale ombudsman van 23 oktober 2013 (nr. 153). De marginale toetsing beperkt zich tot feiten die de ontvanger bekend zijn op het moment dat hij tot invordering overgaat. Invorderingsmaatregelen die op het moment van een verzoek om marginale toetsing inmiddels zijn genomen, draait de ontvanger dus niet terug tenzij het gaat om een invorderingshandeling, waaronder begrepen verrekening, die binnen een maand voor indiening van het verzoek plaats vond. Onderdeel C houdt verband met het feit dat het niet meer mogelijk is bij een postkantoor te betalen. Onderdeel F hangt samen met de Wet basisregistratie personen die op 6 januari 2014 in werking is getreden. Onderdeel H vult de inhoudsopgave aan met de overheidsvordering. Dit houdt verband met het nieuwe artikel 19.4 dat in onderdeel J van dit besluit is opgenomen. Wanneer in gemeenschap van goederen is getrouwd kan beslag worden gelegd op vorderingen van de echtgenoot van de belastingschuldige. Onderdeel I verduidelijkt dat de ontvanger bij een vordering ten laste van de echtgenoot van de belastingschuldige de beslagvrije voet toepast alsof de echtgenoot de belastingschuldige was, voor zover het periodieke uitkeringen betreft die onder de opsomming van artikel 19, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 vallen. De echtgenoot is namelijk geen schuldenaar in de zin van artikel 475d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Onderdelen J en K houden verband met het rapport Paritas Passé (Kamerstukken II 2012/13, 24 515, nr. 255). De wijzigingen zien op toepassing van de beslagvrije voet door de ontvanger als deze een loon- of andere vordering dan wel overheidsvordering heeft gedaan. Onderdeel M houdt verband met het nieuwe artikel 7b van de Invorderingswet 1990. Het beleid inzake uitstel van betaling naar aanleiding van een bezwaarschrift tegen een belastingaanslag is aangevuld met een regeling waardoor eenmaal verleend uitstel binnen vier maanden kan worden (her)beoordeeld op het punt van de te stellen zekerheid (onderdeel N). De Wet werk en inkomen kunstenaars is na de overgangsperiode per 1 juli 2012 vervallen. Het beleid t.a.v. wikkers kan hierdoor vervallen (onderdeel R). Het bedrag voor de berekening van het inkomen van een student is per 1 januari 2013 gewijzigd en het bedrag van de onderwijsretributie uit artikel 26.2.12 is geschrapt, omdat dit bedrag kan worden afgeleid uit de regelgeving van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (onderdeel S). Met ingang van 1 januari 2013 (Rijksbelastingplan 2012) is een nieuwe renteregeling ingevoerd. De hoogte van de rente is de wettelijke rente voor niet-handelstransacties (3% sinds 1 januari 2013). Hierdoor hoeft het rentepercentage niet meer ieder kwartaal aangepast te worden. In de onderdelen U en V zijn de wijzigingen als gevolg van deze nieuwe regeling opgenomen. In onderdeel W wordt de disculpatie voor bestuurders, leiders en vaste vertegenwoordigers geregeld. De onderdelen Z en AA, geven aan wat de ontvanger doet na beëindiging van de WSNP zonder schone lei, door intrekking of wanneer de WSNP tussentijds is beëindigd.

PBS/2014.93 3 Bijlage WIJZIGING LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTEBELASTINGEN 2014 De Leidraad invordering gemeentelijke belastingen wordt gewijzigd als volgt. A De laatste alinea van artikel 1.1.5 komt te luiden: Naast het zoveel mogelijk handelen in overeenstemming met de Awb moet de ontvanger bij zijn handelen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht nemen, ook als sprake is van privaatrechtelijke handelingen (beslag, executoriale verkoop en dergelijke). Dit betekent onder meer dat als de belastingschuldige in een verzoek aan de Belastingdienst aannemelijk heeft gemaakt dat er gegronde twijfels zijn bij de verschuldigdheid van een onherroepelijk geworden belastingaanslag, de ontvanger de belastingaanslag marginaal toetst. Onder een onherroepelijk vaststaande belastingaanslag wordt in dit verband verstaan een belastingaanslag waartegen geen bezwaar of beroep meer open staat en waarvoor evenmin een ambtshalve beoordeling mogelijk is in verband met termijnoverschrijding. Wanneer bij de marginale toetsing blijkt dat een belastingaanslag in materiële zin niet verschuldigd kan worden geacht, neemt de ontvanger voor een dergelijke aanslag geen invorderingsmaatregelen. Onder invorderingsmaatregelen worden niet alleen dwangmaatregelen zoals de tenuitvoerlegging van een dwangbevel, maar ook de verrekening van een belastingaanslag met belastingteruggaven begrepen. Uitgangspunt hierbij is dat de marginale toetsing zich beperkt tot feiten die de ontvanger bekend zijn op het moment dat hij tot invordering overgaat. De verrekening van een belastingaanslag waarvan is gebleken dat die in materiële zin niet verschuldigd is met een belastingteruggave wordt niet ongedaan gemaakt, tenzij het verzoek daartoe heeft plaatsgevonden binnen één maand nadat de verrekening is bekendgemaakt. B In artikel 2.1 wordt in de derde alinea Hoofdstuk IV vervangen door: Hoofdstuk VI. C In de opsomming van artikel 7.1 vervalt het tweede gedachtestreepje en de bijbehorende tekst Bij betaling op het postkantoor dag van de storting of pin-transactie; D In artikel 7a.1 wordt rekeningnummer in de titel en tekst telkens vervangen door: bankrekeningnummer. E Na Art. 7a.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 7b Cessie- en verpandingsverbod uitbetalingen inkomstenbelasting F In artikel 13.1.1 wordt Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens telkens vervangen door: basisregistratie personen. G In artikel 14.2.9, vierde alinea, vervalt in de tekst achter het eerste gedachtestreepje het woord volledig.

PBS/2014.93 4 H Aan de opsomming vóór artikel 19.1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, een gedachtestreepje toegevoegd, luidende: de overheidsvordering, bedoeld in artikel 19, vierde lid, van de wet. I Na artikel 19.1.7 wordt een artikel ingevoegd, luidende: 19.1.8. Vordering ten laste van de echtgenoot Als de echtgenoot van de belastingschuldige recht heeft op gelden, penningen of periodieke betalingen die in de huwelijksgemeenschap vallen, dan kan de ontvanger een vordering ten laste van de echtgenoot doen. De bekendmaking van de vordering dient zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen acht dagen na het doen van de vordering, te geschieden aan de belastingschuldige en de echtgenoot afzonderlijk. Voor zover het periodieke uitkeringen betreft die onder de opsomming van artikel 19, eerste lid, van de wet vallen, past de ontvanger de beslagvrije voet toe alsof de echtgenoot de belastingschuldige is. J Artikel 19.3.4 wordt als volgt gewijzigd: 1. Aan de tweede alinea wordt een volzin toegevoegd, luidende: Als de belastingschuldige vervolgens de gevraagde informatie alsnog verstrekt, wijzigt de ontvanger de beslagvrije voet en past deze toe vanaf de eerstvolgende inhouding, dus zonder terugwerkende kracht. 2. Na de tweede alinea wordt een alinea toegevoegd, luidende: In situaties waarin de ontvanger de beslagvrije voet heeft vastgesteld zonder vooraf informatie over inkomsten en uitgaven op te vragen bij de belastingschuldige, herstelt de ontvanger de beslagvrije voet als door de belastingschuldige wordt aangetoond dat deze te laag is vastgesteld. Als de belastingschuldige kan aantonen dat de beslagvrije voet al op een eerder moment op een te laag bedrag was vastgesteld, gebeurt dit met terugwerkende kracht. K Na artikel 19.3.8 wordt een artikel ingevoegd, luidende: 19.4. Beslagvrije voet en overheidsvordering Als de belastingschuldige aannemelijk maakt dat hij vanwege de toepassing van de overheidsvordering, bedoeld in artikel 19, vierde lid, van de wet, een lager bedrag aan bestaansmiddelen overhoudt dan overeenkomt met de voor hem geldende beslagvrije voet, maakt de ontvanger de overheidsvordering op verzoek van de belastingschuldige in zoverre ongedaan met inachtneming van hetgeen hierna volgt. Bij het verzoek verstrekt de belastingschuldige naast de gegevens die van belang zijn voor de vaststelling van de beslagvrije voet een overzicht van de banktegoeden, waaronder begrepen spaartegoeden, waarover de belastingschuldige onmiddellijk na de overheidsvordering kon beschikken. Ongedaanmaking blijft beperkt tot de laatste overheidsvordering voorafgaand aan het verzoek van de belastingschuldige. Als sprake is van een belastingschuldige als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de wet, berekent de ontvanger de beslagvrije voet met inachtneming van het bepaalde in artikel 19, eerste lid, laatste volzin van de wet. Het bepaalde in artikel 19.1.7 van deze leidraad is hierbij van toepassing. Voordat de ontvanger tot teruggaaf overgaat, gaat hij na of de belastingschuldige op het moment dat de overheidsvordering is gedaan, beschikte over banktegoeden, waaronder begrepen spaartegoeden.

PBS/2014.93 5 Als het totaal van de banktegoeden waarover de belastingschuldige onmiddellijk na de overheidsvordering kon beschikken groter is dan de voor hem geldende beslagvrije voet, vermindert de ontvanger de teruggaaf met het meerdere. L Artikel 22a en artikel 23 eerste volzin, vervalt. M Aan artikel 24.6.3, derde alinea, wordt een volzin toegevoegd, luidende: In verband met het cessie- en verpandingsverbod van artikel 7b van de wet geldt dit niet voor uitbetalingen inkomstenbelasting. N Na artikel 25.2.7 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende als volgt: Artikel 25.2.7A. Nadere voorwaarden bij herbeoordeling verleend uitstel Als de ontvanger bij het verlenen van het uitstel geen nadere voorwaarden heeft gesteld, kan hij uiterlijk binnen vier maanden vanaf de datum dat het uitstel is verleend voor het ingediende bezwaarschrift schriftelijk aan de belastingschuldige nadere voorwaarden stellen. Bij een herbeoordeling van het verzoek kijkt de ontvanger of de looptijd voor het afdoen van het bezwaarschrift in relatie tot de hoogte van het bestreden bedrag van de aanslag daartoe aanleiding geeft. Indien de belastingschuldige tijdig voldoet aan deze voorwaarden, continueert de ontvanger het uitstel. De ontvanger trekt het uitstel in als de belastingschuldige niet aan deze voorwaarden voldoet. O Na artikel 25.4.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende: 25.4.5. Uitstel van betaling erfbelasting bij verkrijging eigen woning door broers of zussen van de erflater P Artikel 25.5.3, onderdeel b, vervalt. Q Na artikel 25.7.5 worden twee artikelen ingevoegd, luidende: Artikel 25a Uitstel van betaling exitheffingen 25a.1. Beoordeling zekerheid bij uitstel van betaling ter zake van exitheffingen R De artikelen 26.2.9 en 26.2.18 vervallen.

PBS/2014.93 6 S Artikel 26.2.12 wordt als volgt gewijzigd: In onderdeel A wordt 57 vervangen door 59. In onderdeel B wordt de zinsnede met een forfaitair bedrag voor boeken en leermiddelen groot 52 en met het bedrag aan onderwijsretributie groot 88,75 vervangen door: met een forfaitair bedrag voor boeken en leermiddelen groot 52 en met het bedrag aan onderwijsretributie. T Onder artikel 26.3 wordt ter inleiding een zin toegevoegd, luidende: Met ingang van 2012 is in Den Haag de genoemde regeling uitgebreid. Met ingang van deze datum kunnen ook ondernemers, waaronder ZZP'ers, die een uitkering ontvangen op basis van het besluit Bijstandverlening Zelfstandigen 2004 (BBZ) in aanmerking komen voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. het gaat dan alleen om de privé belastingen, niet om belastingen die verband houden met de uitoefening van het bedrijf. U De artikelen 28.4, 28.5 en 28.7 vervallen. V Na artikel 28.8, wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende als volgt. Artikel 28a en artikel 28b Er zijn in deze leidraad op artikel 28a en artikel 28b van de wet geen beleidsregels gemaakt. W Na artikel 33.6 wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende als volgt. Artikel 33.7. Disculpatie bestuurders, leiders en vaste vertegenwoordigers Bestuurders van lichamen zonder rechtspersoonlijkheid of van een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam dat niet volledig rechtsbevoegd is alsmede leiders van een vaste inrichting van een niet in Nederland gevestigd lichaam dan wel de in Nederland wonende of gevestigde vaste vertegenwoordiger van dat lichaam, zijn niet aansprakelijk voor zover zij bewijzen dat de niet-betaling niet aan hen is te wijten. Niet-verwijtbaarheid wordt naar redelijkheid en billijkheid beoordeeld, waarbij veel afhankelijk is van de feitelijke omstandigheden. Zo kan van niet-verwijtbaarheid sprake zijn als een ondernemer, hoewel hij de nodige voorzieningen heeft getroffen om eventuele tegenslagen in zijn bedrijf het hoofd te bieden, toch wordt geconfronteerd met niet te voorziene calamiteiten. Daaronder is begrepen een sterk verslechterde economische situatie van zodanige omvang dat hij ondanks zijn voorzorgen niet meer in staat is zijn betalingsverplichtingen na te komen. Ook kan plotseling betalingsonmacht ontstaan door een bijzondere gebeurtenis, bijvoorbeeld een niet voorzienbare, omvangrijke miscalculatie of door het faillissement van een belangrijke debiteur. Bij dit laatste geldt echter dat een ondernemer die zijn bedrijf uitoefent op een te zwakke financiële basis zich niet gemakkelijk op niet-verwijtbaarheid zal kunnen beroepen.

PBS/2014.93 7 X Na artikel 48 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 48a Aansprakelijkheid van derden voor uitbetaalde bedragen inkomstenbelasting of omzetbelasting Y Na artikel 58.2 wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende als volgt. Artikel 58.3. Invorderingsonderzoek tijdens faillissement Z In artikel 73.2.2 wordt het opschrift vervangen door: De WSNP is beëindigd met een schone lei. AA Na artikel 73.2.2 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende als volgt. Artikel 73.2.3. De WSNP is beëindigd zonder schone lei of de schone lei is ingetrokken De WSNP kan ook eindigen zonder schone lei (artikel 358, tweede lid, Fw) en de reeds verstrekte schone lei kan worden ingetrokken (artikel 358a, eerste lid, Fw). In die situaties kan de ontvanger de invordering hervatten. Artikel 73.2.4. De WSNP is tussentijds beëindigd Als een schuldsaneringsregeling tussentijds wordt beëindigd in de zin van artikel 350, vijfde lid, Fw, blijft omzetting in faillissement achterwege als er geen baten beschikbaar zijn. In die situatie geldt het invorderingsbeleid voor natuurlijke personen bij opheffing van een faillissement wegens gebrek aan baten (artikel 73.4.14).