Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Brussel, 5 februari 2002

Monti Regeling VOORWOORD TOELICHTING MONTI-REGELING

Tweede Kamer der Staten-Generaal

L 129/52 Publicatieblad van de Europese Unie

Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE

Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43

Positieve impact nieuwe groepsvrijstellingsverordening blijft volgens laatste verslag autoprijzen voorlopig uit

Het beoogd toekomstig mededingingsrechtelijk kader voor de motorvoertuigensector

Beleid inzake verticale overeenkomsten

Leveranciers en afnemers mogen samenwerken, maar er zijn grenzen

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN

De Landsverordening inzake Concurrentie. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd

Het Kartelverbod. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie over het kartelverbod uitgelegd

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toezicht ACM op verticale afspraken

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

Integraal mededingingsrecht

2010-Crash course mededingingsrecht

Eerste Kamer der Staten-Generaal

C 138/16 Publicatieblad van de Europese Unie

Deeleconomie De FOD Economie in het midden van de puzzel

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. ONTWERP-VERORDENING (EG) Nr.../.. VAN DE COMMISSIE. van

ONTWERP. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Eerste Kamer der Staten-Generaal

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Gelet op artikel 21, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en artikel 5d van de Mededingingswet;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

L 162/20 Publicatieblad van de Europese Unie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VERKLARENDE BROCHURE

FAIR TRADE AUTHORITY CURACAO - WAAR ONDERNEMINGEN OP MOETEN LETTEN IN DE STRIJD VOOR EERLIJKE CONCURRENTIE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BESLUIT. Zaaknummer Betreft zaak: AKO ONLINE vs. KVB. I. II. Inleiding

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

Artikel 3 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

A8-0189/ Voorstel voor een richtlijn (COM(2016)0758 C8-0529/ /0374(CNS)) Door de Commissie voorgestelde tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vragen over de verkoop van nieuwe motorvoertuigen

EUROPEAN CAR SPECIALIST ASSOCIATION Vereniging van merk specialisten

Autoprijzen: ondanks prijsconvergentie blijft kopen in buitenland vaak nog interessant

Aanbestedingen & het Kartelverbod. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie over aanbestedingen en het kartelverbod uitgelegd

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zaak T-29/92. Vereniging van Samenwerkende Prijsregelende Organisaties in de Bouwnijverheid e. a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

e-commerce en mededinging Congresmiddag Fashion & IE 12 februari 2015 Martijn van de Hel

Het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur wordt als volgt gewijzigd:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MINISTERIE VAN HANDEL EN INDUSTRIE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verticale overeenkomsten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2. Voor de voorgestelde insolventierichtlijn geldt de gewone wetgevingsprocedure.

EUROPEES PARLEMENT. Economische en Monetaire Commissie. Economische en Monetaire Commissie. Rapporteur: Christoph Werner Konrad

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming

Staatssteun nr. N 14/ België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen

Schriftelijk overleg over het initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van de Mededingingswet ter versterking van de positie van leveranciers uit het mkb

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Inleiding. Op de volgende pagina s leest u aan welke eisen uw afspraken over duurzaam produceren en leveren moeten voldoen.

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 juli 2014 (OR. en)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zaak T-65/98. Van den Bergh Foods Ltd tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Publicatieblad van de Europese Unie L 93/17

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DE NIEUWE MEDEDINGINGSREGELS VOOR DE AUTOMOTIVE SECTOR PER 1 JUNI 2010

Vertaling C-23/14-1. Zaak C-23/14

Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE TIJDELIJKE GEMENGDE COMMISSIE SUBSIDIARITEITSTOETS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MEDEDINGINGSBELEID RECHTSGRONDSLAG DOELSTELLINGEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Antwoorden op de vragen van lid Crone en lid Van Dam (beiden PvdA) over de overname van Orange door T-Mobile

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 april 2017 (OR. en)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Roaming-prijzen: naar huis bellen wordt opnieuw goedkoper - maar internationaal sms en (nog) niet

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 22 093 Mededingingsbeleid Nr. 16 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 2 juli 2003 Naar aanleiding van het Algemeen Overleg van 16 april 2003 van de vaste commissie voor Economische Zaken en mijn voorganger de heer Hoogervorst stuur ik u hierbij de in dat overleg toegezegde brief over twee onderwerpen: 1) de economische gevolgen van de nieuwe autodistributie verordening 1 en 2) de rechtszekerheid van bedrijven onder het nieuwe handhavingsysteem 2 van de Europese mededingingsregels. Op beide beleidsterreinen zijn verordeningen reeds aangenomen. De brief geeft antwoord op de vraag van de heer Hessels of de Minister van Economische Zaken de prijsstijging van de Nederlandse auto s een gewenste ontwikkeling vindt en hoe zich dit verhoudt tot de motie- Hofstra. Daarnaast gaat de brief in op de opmerking van de heer Aptroot dat de nieuwe autodistributie verordening negatieve gevolgen heeft voor de consument. Ten slotte wordt ingegaan op de vraag van de heer Douma of bedrijven voldoende duidelijkheid kunnen krijgen door het schrappen van het register van overeenkomsten. 1) De economische gevolgen van de nieuwe autodistributie verordening Algemeen 1 Verordening (EG) Nr. 1400/2002 van de Commissie van 31 juli 2002 2 Verordening (EG) Nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 Concurrentiebeperkende overeenkomsten zijn in principe verboden door het kartelverbod van art. 81 van het EG-Verdrag. Het Gemeenschapsrecht biedt echter de mogelijkheid om groepen overeenkomsten van hetzelfde type, bijvoorbeeld distributieovereenkomsten, vrij te stellen van het kartelverbod. Door middel van de nieuwe verordening betreffende autodistributie verleent de Commissie vrijstelling voor verticale overeenkomsten betreffende koop of verkoop van: a) nieuwe voertuigen, b) reserve-onderdelen en c) herstellings- en onderhoudsdiensten. Voor deze verticale overeenkomsten, dit wil zeggen tussen nietconcurrenten, geldt een vrijstelling van het kartelverbod, omdat deze KST69224 0203tkkst22093-16 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 2003 Tweede Kamer, vergaderjaar 2002 2003, 22 093, nr. 16 1

overeenkomsten per saldo de concurrentie bevorderen en voordelen hebben voor de consumenten. De criteria voor vrijstelling, vastgelegd in artikel 81 lid 3 van het EG-Verdrag, zijn dat de overeenkomsten bijdragen tot de technische vooruitgang, verbetering van de distributie of tot bevordering van de economische vooruitgang én dat een billijk aandeel van de voordelen aan de gebruikers ten goede komt. Efficiëntievoordelen voortvloeiend uit overeenkomsten tussen enerzijds fabrikanten en anderzijds dealers en herstellers bestaan uit betere coördinatie tussen de deelnemende ondernemingen; in het bijzonder kunnen zij tot een vermindering van de transactie- en distributiekosten van de partijen leiden en tot optimalisering van de hoogte van hun verkoop en investeringen 1. De gedachte achter de vrijstelling van het kartelverbod uit artikel 81 EG-Verdrag is dat de voordelen voor de economie en de consument opwegen tegen de nadelige effecten. Mededingingsverstoringen worden niet vrijgesteld indien een situatie ontstaat waarin ondernemingen niet worden aangemoedigd te concurreren. Zij spannen zich dan niet langer in om nieuwe producten of diensten van een hoge kwaliteit voor een aantrekkelijke prijs aan te bieden, omdat het voor hen gunstiger is zich te beperken tot het gebruik maken van de situatie waarin de klant niet kan kiezen tussen verschillende prijzen, soorten producten of distributiewijzen. Daaruit volgt dat ze niet worden aangemoedigd om hun producten te innoveren noch om hun productiekosten omlaag te brengen. Derhalve produceren zij verouderde producten of diensten tegen te hoge prijzen 2. Evaluatierapport In november 2000 publiceerde de Commissie een evaluatierapport 3 waarin een aantal problemen van de oude regeling werd geïdentificeerd. De hoofdconclusies waren: de Europese verbruikers komt geen billijk aandeel van de uit de regeling voortvloeiende voordelen ten goede, de concurrentie tussen dealers is niet sterk genoeg en de dealers zijn te afhankelijk van de autofabrikanten. De klanten hebben in de praktijk ook geconstateerd dat zij moeilijk gebruik kunnen maken van hun recht uit hoofde van de interne markt om voordeel te behalen uit prijsverschillen tussen de lidstaten door een voertuig te kopen waar dit het goedkoopst is. De oude verordening was dus niet geschikt om daadwerkelijk concurrentie te bevorderen. De gevolgen van de nieuwe verordening a) Nieuwe voertuigen 1 Zie overweging 5 van de Verordening (EG) Nr. 1400/2002 van de Commissie van 31 juli 2002. 2 Zie pag. 11 van «Het concurrentiebeleid in Europa en de burger», Europese Gemeenschappen, 2000. 3 Report on the evaluation of regulation (EC) No 1475/95 on the application of Article 85(3) [now 81(3)] of the Treaty to certain categories of motor vehicle distribution and servicing agreements, 15.11.2000 COM(2000)743. De nieuwe groepsvrijstelling bevat meerdere, voor de consument positieve, effecten. Deze effecten zien met name op: a.1) Actieve verkoop en vrijheid openen van nieuwe verkooppunten In het oude systeem was het toegestaan de dealer een verplichting op te leggen zich te richten op het lokale marktgebied en was actieve verkoop buiten het toegewezen gebied niet toegestaan (deze beperking heet het vestigingsbeding). De huidige regels zullen het mogelijk maken dat dealers actief verkopen binnen de hele Europese Unie en nieuwe showrooms openen op andere plaatsen in de gemeenschappelijke markt. Consumenten vinden baat bij deze actieve verkoop en nieuwe showrooms, want distributeurs uit landen met lage prijzen kunnen gebruik maken van zakelijke mogelijkheden door bijvoorbeeld verkooppunten te openen in Tweede Kamer, vergaderjaar 2002 2003, 22 093, nr. 16 2

a.2) a.3) a.4) andere lidstaten met hogere prijzen. Het verbod op het vestigingsbeding treedt op 1 oktober 2005 in werking. De verkoop van meerdere merken De nieuwe verordening maakt het voor dealers makkelijker meerdere merken te verkopen binnen één showroom. De verkoop van meer dan één merk binnen een verkooppunt is een distributiewijze die tegemoetkomt aan de wensen van de consument. Consumenten kunnen makkelijker kiezen tussen verschillende soorten auto s doordat bijvoorbeeld een dealer meerdere merken four wheel drives verkoopt. Ontkoppeling verkoop en reparatie/onderhoud Krachtens de oude regeling was elke dealer ertoe verplicht naast verkoopactiviteiten ook service na verkoop te verrichten indien de autofabrikant dit eist. Hij kon niet kiezen voor de ene of de andere activiteit hetgeen zijn vrijheid aanzienlijk beperkt. In de nieuwe regeling kan een dealer die zich wenst te specialiseren in de verkoop van auto s ervoor kiezen de service na de verkoop zelf te verrichten of uit te besteden aan een erkende hersteller die voor zijn klanten gemakkelijk bereikbaar is. De dealer kan in de nieuwe situatie voor de meest efficiënte optie kiezen ten behoeve van zijn klant. Grensoverschrijdende aankoop De nieuwe regels zorgen ervoor dat consumenten kunnen besparen door te profiteren van de prijsverschillen binnen de Europese Unie. Een Nederlandse consument kan makkelijker in bijvoorbeeld Luxemburg of Denemarken een goedkopere auto kopen. Grensoverschrijdende aankoop kan alleen geschieden als fabrikanten de parallelhandel van nieuwe auto s niet verhinderen. Dit is dan ook verboden. Zo heeft bijvoorbeeld Opel Nederland BV in 2000 een boete gekregen van 43 miljoen voor het belemmeren van de export van auto s 1. In februari 2003 heeft de Commissie een nieuw verslag over de autoprijsverschillen gepubliceerd 2. De conclusie was dat de prijsverschillen voor nieuwe auto s nog steeds groot zijn. Uit deze cijfers blijkt dat concurrentie tussen dealers uit verschillende lidstaten en grensoverschrijdende aankopen nog steeds niet voldoende concurrentiedruk uitoefenen op automobielproducenten en dat markten relatief gefragmenteerd zijn. De Europese Commissie zal dus streng toezien dat de nieuwe regels worden nageleefd. In april 2003 heeft de Commissie samen met de nationale mededingingsautoriteiten een reeks invallen gedaan bij autofabrikant Peugeot-Citroën. 1 Ook DaimlerChrysler AG kreeg in 2001 een boete van 72 miljoen en Volkswagen van 90 miljoen in 2000 voor soortgelijke vergrijpen. 2 Zie http://www.europa.eu.int/comm/ competition/car_sector/price_diffs/ Effect op de autoprijzen Het toestaan van actieve verkoop, het openen van meerdere verkooppunten, vergemakkelijken van grensoverschrijdende aankoop binnen de Europese Unie, de multi-merken verkoop en de ontkoppeling van verkoop en reparatie en onderhoud verhogen de onafhankelijkheid van dealers ten opzichte van de autofabrikant. De onafhankelijke positie van de dealer zal leiden tot meer concurrerend gedrag tussen dealers met dezelfde merken zowel op lokaal, nationaal als Europees niveau. Door verhoogde concurrentie zal de verkoop (distributie) van auto s efficiënter plaatsvinden en beter afgestemd zijn op de behoefte van de consument. De dealer wordt in staat gesteld innovatieve verkoopwijzen toe te passen. De Europese Commissie beoogt door middel van meer concurrentie een vergroting van de efficiëntie en daarmee een verlaging van de autoprijzen op de interne markt. Uiteindelijk zal onder de concurrentiedruk de Nederlandse consument hiervan profiteren door middel van lagere prijzen en meer keuze in de interne markt. Tweede Kamer, vergaderjaar 2002 2003, 22 093, nr. 16 3

Het totale effect van de nieuwe verordening op de autoprijzen moet nog worden afgewacht. De nieuwe verordening trad op 1 oktober 2002 in werking met een overgangsperiode van een jaar. Voor het grootste deel van de overeenkomsten gelden de nieuwe regels pas vanaf 1 oktober 2003. Het openen van extra verkooppunten is pas mogelijk vanaf 1 oktober 2005. In Nederland zijn de netto prijzen laag in relatie tot de overige lidstaten. Dit wordt mede veroorzaakt door de relatief hoge belasting op nieuwe auto s in Nederland. Producenten reageren strategisch op de hoge belastingtarieven om zo hun auto s betaalbaar te houden. De nieuwe regelgeving zal tot gevolg hebben dat de vraag naar Nederlandse goedkope auto s toe zal nemen. Door meer parallelhandel tussen lidstaten zullen de prijsverschillen voor belasting in Europa kleiner worden. Maar prijsverschillen zullen niet helemaal verdwijnen, omdat kenmerken van de Nederlandse markt (zoals de voorkeur voor de Opel en Peugeot) het prijsniveau blijven beïnvloeden. Tijdens het Algemeen Overleg met de Vaste Commissie voor financiën van 27 maart jongstleden heeft Staatssecretaris Van Eijck de Kamer de notitie beloofd, waarin naar aanleiding van motie-hofstra 1 verslag wordt gedaan van het onderzoek naar herziening van fiscale regels op het terrein van verkeer en vervoer. De verwachte invloed van de nieuwe verordening op de ontwikkeling van de Nederlandse autoprijs zal tweeledig zijn: meer vraag naar relatief goedkope Nederlandse auto s oefent een opwaartse druk op de autoprijs meer efficiëntie en concurrentie heeft een neerwaartse druk op de autoprijs. Onderstaande grafiek geeft de ontwikkeling weer van zowel de prijzen van auto s als van het totaal van alle goederen. De vrees van met name de dealerorganisaties dat de autoprijzen fors gaan stijgen naar aanleiding van de nieuwe regels worden tot op heden niet gestaafd door onderstaande tabel. De onderstaande tabel laat zien dat de autoprijzen minder hard stijgen dan de gemiddelde prijsstijging van alle goederen. Het verschil is vlak voor januari 2003 kleiner geworden. 1 Kamerstukken 2002 2003, 28 607, nr. 47, Tweede Kamer. Bron: het centraal bureau van de statistiek. Tweede Kamer, vergaderjaar 2002 2003, 22 093, nr. 16 4

De markt van reserve-onderdelen, herstellings- en onderhoudsdiensten is een belangrijke markt omdat kosten voor de service na de verkoop 40% van de totale kosten van het autobezit vormen. b) Reserve-onderdelen Onder de oude regelgeving had de consument geen enkele keuze ten aanzien van het gebruik van verschillende reserve-onderdelen in de reparatie werkplaats van de erkende reparateur. De automobielproducent leverde het merendeel van de reserve-onderdelen die door officiële reparateurs moesten worden gebruikt. De nieuwe regeling zorgt voor betere directe toegang tot, vaak goedkopere, reserve-onderdelen voor erkende reparateurs. De consument kan kiezen tussen «originele reserve-onderdelen» die geleverd worden door de automobielproducenten, of dezelfde «reserve-onderdelen» die geleverd worden door de producenten van reserve-onderdelen, of de zogenaamde gelijkwaardige reserve-onderdelen die geleverd worden door een andere producent van reserve-onderdelen. c) Herstellings- en onderhoudsdiensten Erkende herstellers Onafhankelijke herstellers kunnen in de nieuwe regeling erkende herstellers worden indien zij voldoen aan de criteria van de autofabrikanten hetgeen de service voor de consument en de territoriale dekking zal verbeteren. De producent kan het aantal erkende reparateurs niet meer beperken en kan niet meer besluiten waar ze zich moeten vestigen. Toegang tot technische informatie De toegang tot technische informatie is verbeterd met inbegrip van opleiding, gereedschap en uitrusting voor reparatiewerkplaatsen. De toegang tot technische informatie is aangepast aan de moderne technologie. Dit stelt bijvoorbeeld de onafhankelijke reparateur in staat meer verschillende motorvoertuigen uitgerust met elektronische apparatuur te repareren. De consument heeft hierdoor een grotere keuze waar hij zijn auto wil laten onderhouden. Conclusie De nieuwe groepsvrijstelling heeft tot doel in de markt van zowel nieuwe auto s als service na de verkoop (reserve onderdelen en herstellings- en onderhoudsdiensten) meer concurrentie te creëren, zodat beter ingespeeld wordt op de wensen van de consument door het aanbieden van lage prijzen, hoge kwaliteit of betere service dan de concurrent. Maar regels stellen zonder op de naleving ervan toe te zien heeft geen nut. Vandaar dat de Europese Commissie en de NMa toezicht zullen blijven houden op de gedragingen van de verschillende spelers op deze markten. De eerder genoemde recente inval bij Peugeot-Citroën is een voorbeeld hiervan. 2) De rechtszekerheid van bedrijven onder het nieuwe handhavingsysteem van de Europese mededingingsregels Het tweede onderdeel van deze brief betreft de rechtszekerheid voor ondernemingen in het kader van de werking van verordening 1/2003. Deze verordening gaat over de handhavingregels waarmee de Europese Commissie de Europese mededingingsregels (artikel 81 en 82 van het EG-Verdrag) toepast. Zoals in de brief van mijn voorganger van december 2002, besproken tijdens het genoemde Algemene Overleg van 16 april jongstleden, wordt aangegeven dat het huidige ontheffingssysteem, dat inhoudt dat onderne- Tweede Kamer, vergaderjaar 2002 2003, 22 093, nr. 16 5

mingen hun overeenkomst kunnen aanmelden bij de Europese Commissie om een individuele ontheffing op het verbod op mededingingsafspraken te verkrijgen, vervangen zal worden door een systeem van wettelijke uitzondering. Dit houdt in dat bedrijven zelf bepalen of hun overeenkomst voldoet aan de criteria van artikel 81 lid 3 EG-Verdrag. Bedrijven kunnen in het nieuwe systeem dus geen formele ontheffing meer vragen van het kartelverbod van artikel 81 EG-Verdrag. Hierdoor zullen de administratieve lasten voor het bedrijfsleven afnemen. De Europese Commissie en de NMa zullen meer tijd hebben om daadwerkelijk schadelijke kartels aan te pakken. De heer Douma heeft een vraag gesteld over het schrappen van het artikel aangaande het voorstel voor instelling van een kartelregister bij de Europese Commissie. Dit register zou tot doel gehad hebben dat bedrijven al hun overeenkomsten aan melden. Hierdoor zou een zeer grote onwenselijke administratieve last op het bedrijfsleven worden gelegd. Een last die de Commissie meer informatie geeft over overeenkomsten die door bedrijven worden gesloten. In die informatievoorziening zonder een register aan de Commissie is nu voorzien in artikel 17 van de verordening. Het nieuwe systeem van wettelijke uitzondering kan tot de gedachte leiden dat nu de mogelijkheid voor een formele ontheffingsbeschikking vervalt de rechtszekerheid in het geding komt. Alle bedrijven en advocaten kunnen in het nieuwe systeem dat per 1 mei 2004 in werking zal treden rechtszekerheid verkrijgen door: a) Groepsvrijstellingen De Raad zal op grond van de Europese regels de bevoegdheid kunnen blijven geven aan de Commissie om voor bepaalde groepen overeenkomsten van hetzelfde type aan te geven dat deze overeenkomsten vrijgesteld zijn van het kartelverbod van artikel 81. In de bij deze groepsvrijstellingen behorende richtsnoeren wordt in grote mate duidelijkheid geboden over wat wel en niet geoorloofd is binnen het Europese mededingingsrecht. b) Mededelingen van de Europese Commissie Daarnaast stelt de Commissie regelmatig richtsnoeren op in de vorm van mededelingen. Deze mededelingen betreffen een codificatie van reeds gegeven beschikkingen en van door het Europese Hof van Justitie of Gerecht in Eerste Aanleg gegeven arresten. c) Gegeven beschikkingen en arresten. Uiteraard blijven de door de Commissie reeds gegeven beschikkingen en de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie of Gerecht in Eerste Aanleg geldend voor alle ondernemingen. Deze beschikkingenpraktijk en de jurisprudentie is in 40 jaar opgebouwd en vormt voor de ondernemingen een rijke schat aan zeer bekende uitgangspunten voor het zelfstandig kunnen wegen van de criteria van artikel 81 lid 3 van het EG-Verdrag. d) Opinions gevraagd aan de Europese commissie Indien de bedrijven evenwel op grond van het bovenstaande van oordeel zijn dat hun overeenkomst betrekking heeft op geheel nieuwe rechtsgebieden die nog niet eerder door de Commissie of het Hof dan welk het Gerecht zijn behandeld kunnen zij op grond van Verordening 1/2003 de Commissie verzoeken inzicht te verschaffen ten aanzien van de eventuele mededingingsverstorende effecten van de betreffende overeenkomsten. Tweede Kamer, vergaderjaar 2002 2003, 22 093, nr. 16 6

Conclusie Dit rechtstreeks in Nederland doorwerkende systeem geeft naar mijn mening een juiste balans tussen het verminderen van administratieve lasten, opkomen voor de consument en rechtszekerheid. De Minister van Economische Zaken, L. J. Brinkhorst Tweede Kamer, vergaderjaar 2002 2003, 22 093, nr. 16 7