Retouradres: posrbus96a64,25o9jc oen Haag Raedthuys Windenergie B.V. T.a.v. de heer D. Matthijsse Postbus 3141 Technical Sciences Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864 250s JG Den Hees www.tno.nt T +31 88 s66 10 oo 7500 DC ENSCHEDE F +3170s280e61,l,lllll,,ll,,ll,lll,lhl,ll,llh,ll,lll Behoort bij beschikking d.d. nr.(s) 15-12-2014 ZK14000870 Juridisch beleidsmedewerker Publiekszaken / vergunningen BEM1405351 gemeente Steenbergen infodesk@tno'nr onderwerp Radarverstoringsonderzoek twee typen turbines, windpark Dintel Geachte heer Matthijse, 1 3 februari 201 3 TN.-060-DHW-2013-00386 E-mait onno vangent@tno.nl ärui:::ïäï' Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsondezoek ïiåi"r".t;är tt voor windturbinepark Dintel met een totaal aantal van 12 windturbines,., projecrnummer opgebouwd uit twee verschillende typen turbines. TNO heeft de verstoring op de äu..oruru primaire radar als gevolg van radarreflectie en schaduweffect berekend met behulp van het radarhinder simulatiemodel PERSEUS, volgens een nieuwe toetsingsmethode, die op 1 oktober 2012is ingevoerd. De analyse is uitgevoerd 9i""J:'"".*Ïiå"L,1),.k'lnflüå* voor het Military Approach Surveillance System (MASS) radarnetwerk. Deze zoârssedeponeerdbij decriffevande bestaat uit een vijftal verkeersleidingsradarsystemen verspreid over Nederland. l;il1"'ftff:in::;h",í:ë""ïi Voor de afmetingen van de windturbines is uitgegaan van de volgende gegevens: i::ff:iffi:,[::#a*den kuntu tevens. SiemenS type SWT-3.0-101 met een ashoogte 99.5 m en een op vezoeken zenden w j u deze toe rotordiametgr 101 m;. Siemens type SWT-3.0-108 met een ashoogte 89.5 m en een rotordiameter 108 m. Handersres srernummel 2137æss De door het Ministerie van Defensie geëiste detectiekans voor de primaire radar tegen een doel met een radaroppervlak van 2 mz bedraagt op deze locatie 90%.Twee mogelijk optredende effecten zijn ondezocht: 1. Verliezen aan detectiekans ter hoogte van de turbines: Voor het MASS verkeersleidingsradarnetwerk bedraagt de detectiekans van een doel op een hoogte van 1000 voet boven en in de directe nabijheid nagenoeg onveranderd 97% of hoger. 2. Verlies aan detectiekans ten gevolgde van de schaduwwerking van de turbines: Voor de windturbines geldt dat in het gebied achter de turbines, bezien vanuit de radar tw Woendrecht, er enige schaduwwerking optreedt op de toetsingshoogte van 1000 voet. Het gebied waarin schaduwwerking optreedt, bevindt zich in een sector waarbij de MASS radar te Soesterberg ondersteunende dekking biedt, waardoor netto amper verlies van dekking optreedt ten gevolge van de schaduwwerking.
'13 februari 2013 Verder mag gesteld worden dat de totale etfecten alleen maar zullen afnemen als een deel van het windpark niet zal worden geplaatst. Details vindt u in bijgaande documentatie. TN0-060-DHW-201 3-00386 2t16 Senior Research Medewerker
Locatie- en radargegevens De locatie van het te toetsen bouwplan is weergegeven in Tabel 1. Tabel 1 Locatiegegevens van het bouwplan zoals opgegeven door de opdrachtgever. 13 februari 2013 Onze referent e TN0-060-DHW-20 1 3-00386 3/1 6 RH1 86620.26 RH2 86864 15 RH3 87103.85 RH4 87375.07 RHs 87667.92 sc1 86833.35 sc2 86580.35 sc3 86288.37 su1 87101 04 su2 87358.79 su3 87631.84 406605.1 I 406311.43 406014.26 405745.53 405500.89 405564.1 5 405905.34 4061 83. 1 6 405270.4 404964.36 51.6441',1 51 64150 51.63886 51.63648 51.63431 51 63478 51.63781 51.64028 51.63217 51.62945 4.39927 4.40285 4 40637 4.41034 4.41462 4.40255 4.39883 4.39456 4.40648 4.4',t026 t.o v. NAP [m] 404754.5 s',t.62760 4.41424 9.5 su4 87992.37 404521.O3 * Bij de maaiveldhoogte is het feit dat de fundering 0.25 m boven het maaiveld u tsteekt 11 1.1 1.1 1.',1 1.', 0.5 0.5 0.5 95 9.5 turbine SWT108 SWT108 SWT108 SWT108 SWT108 SWT1O,1 SWT1O1 SWTIOl SWT108 SWT108 SWT108 meegenomen in de berekening. Codes: RH = Raedthuys SC = SurveyGom SU = Suiker Unie Nummering windturbines: RH van west naar oost SC van oost naar west SU van west naar oost Het Ministerie van Defensie hanteert een zogenaamd toetsingsvolume, dat reikt tot aan 75 km rondom de vijf radarsystemen. Het profiel van het toetsingsvolume is weergegeven in Figuur 1. Er dient getoetst te worden indien de tip van de wiek hoger is dan de rode lijn. Bouwplannen die verder venruijderd zijn dan 75 km kunnen zondermeer geplaatst worden. 75 km \/Maaiveld Antennehoogte t.o.v. NAP Figuur 1. Het toetsingsprofiel (niet op schaal) zoals gehanteerd door het Ministerie van Defensie rondom elk van de vijf MASS radarsystemen. De locatiegegevens van de vijf MASS verkeersradarsystemen en de gevechtsleidingsradar te Nieuw Milligen en Wier worden weergegeven in Tabel 2. ln deze tabelzijn zowel de antennehoogtes aangegeven die aangehouden worden
voor de bepaling van het toetsingsprofiel als ook de feitelijke antennehoogtes van de primaire radarantenne, toegepast in de detectiekansberekeningen. Tabel 2 Locatiegegevens van de vijf MASS radars en de gevechtsleidingsradars te Nieuw Milligen en Wier, de aangehouden antennehoogte voor het toetsingsprofiel en de toepaste feitelijke hoogte van de pimaire radarantenne. MASS Radar 1 3 februari 2013 Onze refe entie TNO-060-DHW-20 1 3-00386 4t't6 Coördinaten Rijksdriehoekstelsel Antennehoogte voor Feitelijke toetsingsprofìelten antennehoogteten opzichte van NAP opzichte van NAP Leeuwarden Twente Soesterberg Volkel Woensdrecht Nieuw Milligen Wier 1 791 39 2s8306 147393 176525 083081 179258 1 70509 582794 477021 4608't6 407965 385868 471774 585730 30 71 63 49 48 53 24 27.3 68.8 60.2 46.9 45.2 Gerubriceerd* Gerubriceerd* * Deze gegevens zijn bekend bij defensie. Variaties in de hoogte van het terrein worden bepaald uit het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN-1) met een spatiële resolutie van 10 m. ln dit bestand bevindt zich bebouwing van de stedelijke gebieden mits de aaneengesloten bebouwing een oppervlakte beslaat die groter is dan 1 km2. Het hoogtebestand is opgenomen in de periode tussen 1998 en 2003, dus veranderingen in bebouwing van na die datum worden in het model niet meegenomen. Buiten deze gebieden is de hoogte gelijk aan het maaiveld. Buiten Nederland gebruikt TNO terreinhoogtegegevens afkomstig van de NASA Shuttle Radar Topography Mission (SRTM) met een resolutie van 3 boogseconde (ongeveer 90 m langs een meridiaan). Als een deel van het bouwplan wordt afgeschermd door het tussenliggende terrein of door bebouwing in een stedelijk gebied, en dus niet wordt belicht door de radar, dan wordt dit deel van het bouwplan niet betrokken bij de berekening. De 15 km en 75 km cirkels rond de vijf MASS radars en de stedelijke gebieden volgens het AHN-1 bestand zijn weergeven in Figuur 2.
13 februari 2013 Onze referent e TNO-060-DHW-20 1 3-00386 5/1 6 Figuur 2. Locaties van de vijf MASS radarsystemen (groene ruit) met daaromheen 15 km en 75 km cirkels. De ligging van het te toetsen bouwplan is aangegeven met een roze ster. De donkergrijze vlakken zijn de in de AHN-1 gedefinieerde stedelijke gebieden. Het bouwplan ligt binnen de 75 km cirkel rond de MASS radar Woensdrecht. Daarnaast is de tiphoogte groter dan de in Figuur I aangegeven hoogte. Het onderhavige bouwplan dient derhalve getoetst te worden. Rekenmethode MASS radarnetwerk Het radarsimulatiemodel PERSEUS berekent voor elk radarsysteem de detectiekans van een doel met een radardoorsnede van 2 m2, fluctuatiestatistiek Swerling case 1, en loos alarmkans 1x10-ô. Afhankelijk van de locatie van het bouwplan moet de detectiekans geëvalueerd worden op een normhoogte van 300, 500 of 1000 voet ten opzichte van het maaiveld. lndien op 1000 voet geëvalueerd wordt, zal middeling van detectiekansen binnen een cirkel met een straal van 500 m toegepast worden. De 300 en 500 voet normhoogtes liggen over het algemeen rond de verschillende vliegvelden in Nederland. Op een hoogte van 1000 voet dient er, met enige uitzonderingen, landelijke dekking te zijn. Opgemerkt wordt dat de ligging en vorm van de 300- en 5O0-voetsgebieden op dit moment nog 'voorlopig' zijn. ln Figuur 3 worden de normhoogtegebieden getoond. Het bouwplan valt buiten de normhoogtes van 300 en 500 voet. De detectiekans boven het bouwplan zal om die reden alleen voor een hoogte van 1000 voet worden berekend.
13 februari 2013 TN0-060-DHW-20 I 3-00386 6/16 Figuur 3. De ligging van het te toetsen bouwplan aangegeven met een ster en de voorlopige ligging van de normhoogtes op 300 voet (rood) en 500 voet (blauw). Op 1000 voet dient het MASS radametwefu, op enige uitzonderingen na, een landelijke dekking te hebben. Tevens zijn op deze kaaft met een grcene markering de locaties aangeven van het MASS radametwerk bestaande uit een vijftal radarsystemen. De detectiekans van de vijf radarsystemen te Leeuwarden, Twente, Soesterberg, Volkel en Woensdrecht is conform de nieuwe rekenmethode gesimuleerd in één radarnetwerk, waarbr zi) elkaar eventueel ondersteuning kunnen bieden bij de detectie van radardoelen. Daarbijwordt rekening gehouden met de aanstaande upgrade van de MASS primaire radar, zoals TNO die op dit moment in PERSEUS gemodelleerd heeft. Als referentie zijn ook de radardetectiekansdiagrammen berekend voor de zogenaamde baseline situatie, dat wil zeggen, zonder het bouwplan. Het baselinebestand van windturbines geeft de situatie aan binnen Nederland, vastgelegd in begin januari2013, door Windenergie Nieuwst. De voor de simulatie noodzakelijke afmetingen van de windturbines zijn afgeleid van de in dit bestand opgenomen gegevens, zijnde fabrikant, opgewekt vermogen, ashoogte en rotordiameter. Door een vergelijking van beide diagrammen kan het detectieverlies worden vastgesteld in de directe nabijheid van de windturbines veroozaakt door reflecties van de turbines en het eventuele verlies aan radarbereik ten gevolge van de schaduwwerking van het bouwplan. t Voo r m ee r i nfo rm atie, zie http : //www. wi n d e n e rg ie- n i e uws. n l/
'13 februari 2013 Berekeningen windturbine SWT-3.0-101, ashoogte 99.5 m en rotordiameter l0l m Geoevens windturbine Voor de bepaling van de windturbine afmetingen voor de posities SC1 Vm 3 is een Siemens SWT-3.0-101 als uitgangspunt genomen met een ashoogte van 99.5 m en een rotordiametervan 101 m, Figuur4. TN0-060-DHW-20 1 3-00386 7t16 Figuur 4 Tekeningen van de Sremens SWT-3.0-101 met een ashoogte van 99.5 m en een rotordiameter van 101 m. ln veúand met het commercieel veftrouwelijk karakter van de 3D vorm van de bladen zijn deze door de fabrikant separaat in een 2D bestand aangeleverd. De lengte van de gondel is gedefinieerd als de afstand van de 'hub'tot aan de achterzijde van de gondel in het verlengde van de as. De hoogte en breedte van de gondel zijn gebaseerd op het effectieve oppervlak van de voor- en zijkant van de gondel en kunnen dus iets afw'rjken van de feitelijke afmetingen. De lengte van de wiek is gedefinieerd als de halve diameter van de rotor. De breedte van de wiek wordt afgeleid van het frontaal oppervlak van de wiek. ln Tabel 2 is de maatvoering weergeven van windturbine, noodzakelijk voor de juiste modellering.
o innovation 1 3 februari 201 3 Tabel 3 De afmetingen van de windtuúine zoals afgeleid van de informatie ontvangen van de opdrachtgever. TNo-o6o-DHW-2013-00386 Onderdeel Ashoogte 99 5 Tiphoogte 150 0 Breedte gondel 4'l Lengte gonde 10 0 Hoogte gondel 5 0 Diameter mast onder 4'5 Diameter mast boven 2.7 Lengte mast 96.6 Lengte wiek 50.3 Breedte wiek 2.7 8/16
Berekeningen windturbine SWT-3.0-108, ashoogte 89.5 m en rotordiameter 108 m Geoevens windturbine Voor de bepaling van de windturbine afmetingen voor de posities RH1 Um 5 en SU I Um 4 is een Siemens SWT-3.0-108 als uitgangspunt genomen met een ashoogte van 89.5 m en een rotordiameter van 108 m, Figuur 5. l3 februari 2013 TN0-060-DHW-201 3-00s86 9/16 Figuur 5 Tekeningen van de Slemens SWT-3.0-108 met een ashoogte van 89.5 m en een rotordiameter van 108 m. ln verband met het commercieel veftrouwelijk karakter van de 3D vorm van de bladen zijn deze door de fabrikant separaat in een 2D bestand aangeleverd. De lengte van de gondel is gedefinieerd als de afstand van de'hub'tot aan de achterzijde van de gondel in het verlengde van de as. De hoogte en breedte van de gondelzijn gebaseerd op het effectieve oppervlak van de voor- en zijkant van de gondel en kunnen dus iets afwijken van de feitelijke afmetingen. De lengte van de wiek is gedefinieerd als de halve diameter van de rotor. De breedte van de wiek wordt afgeleid van het frontaal oppervlak van de wiek. ln Tabel 4 is de maatvoering weergeven van windturbine, noodzakelijk voor de juiste modellering.
I 3 februari 201 3 Tabel 4 De afmetingen van de windtuñine zoals afgeleid van de informatie ontvangen van onze referentie de opdrachtgever. TNo_o6o_DHW_2013-00386 Onderdeel Ashoogte 89 5 Tiphoogte '143.5 Breedte gondel 4 1 Lengte gondel 10 0 Hoogte gondel 5'0 Diameter mast onder 4.2 Diameter mast boven 2.7 Lengte mast 86.6 Lengte wiek 53.8 Breedte wiek 2 6 10i16
13 februari 2013 nabiiheid van het bouwplan ln Figuur 6 wordt de detectiekans van het MASS primaire verkeersleidingsradarnetwerk met toepassing van de middeling getoond van de baseline (zonder voorgnomen bouwplan) voor het gebied rond het nog te realiseren bouwplan. Zoals hierboven gesteld bevindt dit gebied zich in een 500 voet normhoogtevlak. Figuur 7 toont de detectiekans voor hetzelfde gebied, na realisatie van het bouwplan. ln Figuur 8 is het gebied vergroot weergegeven. De minimale detectiekans die door het Ministerie van Defensie wordt geëist bedraagt 90%. ln de groen gekleurde gebieden wordt aan deze eis voldaan. Ter hoogte van de locatie van de acht windturbines neemt de detectiekans slechts gering af en blijft deze ruim boven de minimale norm op deze locatie. ln Figuur 9 is de detectiekans boven het windpark opnieuw weergegeven, maar nu op een hoogte van 500 voet zonder middeling. Dit is formeel niet de toetsingshoogte op deze locatie, maar geeft wel de individuele effecten weer van elke turbine. Te zien valt dat turbine RH4 in de schaduw valt van SU2, waardoor deze eerste geen extra interferentie oplevert. Bij het niet plaatsen van deze windturbine (SU2) zou dit effect niet optreden. De effecten nemen alleen maar af bij vermindering van het aantalturbines. TN0-060-DHW-20 I 3-00386 11t16 --- Positie Dintel I!,teclelijke gebieclen' <--.-.- Radartto',itre MASS Woerlsdre cht Figuur 6 Detectiekans van het MASS prímaire vefueersleidingsradametwefu op 1000 voet boven en in de nabijheid van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). Op dit frguur is detectiekansmiddeling toegepast. De locatie van het bouwplan en de radarpositie zijn ook weeryegeven. De windturbines type SWT 101 (SC 1 Um 3) ziin rood gekleurd en type SWT108 (RH 1 t/m 5 & SU 1 Um 4) geel. De paarse stippen geven de locaties aan van de huidige windtu bines.
13 februari 2013 TN0-060-DHW-20 1 3-00386 12t16 FiguurT Detectiekans van hef MASS primaire vefueersleidingsradametwerk op 1000 voet boven en in de nabiiheid van het bouwplan nadat deze is gerealiseed. Op dit figu u r i s detectiekan smiddeli ng toege p ast. Het gebied rcnd de tuñines uit Figuur 6 groter weergegeven. De detectiewaarden zijn in de figuur aangegeven.
't3 februari 2013 TN0-060-DHW-20 1 3-00386 13/16 Figuur 9 Detectiekans van het MASS primaire verkeersleidingsradametwerk op 500 voet boven en in de nabijheid van het bouwplan nadat deze is gerealiseed. Te zien valt dat turbine RH4 in de schaduw valt van SU2, waañoor deze eerste geen extra inte ñe renti e opleve ft.
13 februari 20í3 van het bouwolan ln Figuur 10 is de detectiekans op 1000 voet van het MASS primaire verkeersleidingsradarnetwerk uitgerekend voor het gebied waar de schaduw kan ontstaan ten gevolge van het nog te realiseren bouwplan. Op deze resultaten is detectiemiddeling toegepast met een straal van 500 m. De minimale detectiekans die door het Ministerie van Defensie wordt geëist voor deze hoogte bedraagt 90% voor met enige uitzonderingen geheel Nederland. De stippellijn afkomstig van de MASS positie van Woensdrecht, lopend over de positie van de windturbines, geeft de locatie aan waartussen een verminderde detectiekans zou kunnen ontstaan als gevolg van de schaduwwerking. ln Figuur I I is de detectiekans berekend voor hetzelfde gebied na realisatie van het bouwplan. Uit de figuur blijkt dat het gebied waarin schaduwwerking optreedt, zich in een sector bevindt waarin de MASS radar van Soesterberg ondersteunende dekking biedt, waardoor netto amper verlies van dekking optreedt ten gevolge van de schaduwwerking. TN0-060-DHW-20 1 3-00386 14t16 : / - Radarpositie M \SS Wocnsdrecltt Figuur 10 Detectiekans van het ve keersleidingsradametwefu op 1000 voet in hel schaduwgebied van het bouwplan vooñat deze is gercaliseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippelliin geeft aan waaftussen de schaduw kan gaan ontstaan.
13 februari 2013 TNO-060-DHW-20'1 3-00386 't5t16 ---- Radarpositie MASS Wocnsdrecht Figuur 11 Detectiekans van hef MASS vekeersleidingsradametwefu berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippelfin geeft aan waaftussen de schaduw ontstaat.
o innovation for Iife 3 Afkortingen AHN MASS MPR NAP NASA PSR RDS SRTM Actueel Hoogtebestand Nederland Military Approach Surveillance System Medium Power Radar Normaal Amsterdams Peil National Aeronautics and Space Administration Primary Surveillance Radar Rijksdriehoekstelsel Shuttle Radar Topography Mission 13 februari 2013 TNO-060-DHW-201 3-00386 16116