Radarhinderonderzoek Windpark Haarlemmermeer-Zuid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Radarhinderonderzoek Windpark Haarlemmermeer-Zuid"

Transcriptie

1 TNO-rapport TNO 2015 R Radarhinderonderzoek Windpark Technical Sciences Oude Waalsdorperweg AK Den Haag Postbus JG Den Haag T F Datum 25 augustus 2015 Auteur(s) Alwin Brettschneider Onno van Gent Reinier Tan Exemplaarnummer Oplage Aantal pagina's 128 (incl. bijlagen) Aantal bijlagen Opdrachtgever Provincie Noord Holland Projectnaam Consult WoL Prov. Noord Holland Projectnummer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor opdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belanghebbenden is toegestaan TNO

2 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Inhoudsopgave 1 Inleiding Uitgangspunten Gegevens toegepaste radarsystemen Uitgangspunten radardetectiekansberekeningen PERSEUS Gegevens Windpark Radarhinderonderzoek Defensie Introductie Rekenmethode MASS verkeersleidingsradarnetwerk Berekeningen MASS primaire verkeersleidingsradarnetwerk Berekeningen MASS primaire verkeersleidingsradarnetwerk aangevuld met extra MASS radar De Kooy Radarhinderonderzoek LVNL Introductie Resultaten primaire radars Resultaten secundaire radars Constateringen Afkortingen Referenties Bijlage(n) A Overzicht TIFF files B Achtergrondinformatie

3 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Inleiding De Provincie Noord Holland is een taakstelling overeengekomen met het rijk voor het opstellen van een hoeveelheid MW aan windturbines. Daarbij zijn een aantal herstructureringsgebieden geselecteerd en principeaanvragen ingediend rond het Noordzeekanaal en Haarlemmermeer-Midden en -Zuid. De locaties voor de te realiseren nieuwbouwplannen van windturbines vallen onder de invloedssfeer van het nieuwe LIB Schiphol. Op dit moment is niet duidelijk wat de invloed is van het nieuwe LIB op het plaatsen van windturbines in deze herstructureringsgebieden. Om de provincie inzicht te bieden of de taakstelling wordt gehaald en om te voorkomen dat parallel in kort tijdsbestek radarhinderanalyses moeten worden uitgevoerd voor aanvragen, zonder dat deze in samenhang worden beoordeeld, is door de provincie een préadvies in te winnen bij de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT), Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en het Ministerie van Defensie. Om zowel LVNL, ILT en het Ministerie van Defensie een oordeel te kunnen laten vellen, is aan TNO gevraagd een radarhinderonderzoek uit te voeren om te bepalen wat de mogelijke effecten kunnen zijn op zowel de primaire surveillance radars (PSR) als de monopulse secundaire surveillance radars (MSSR) rond deze nieuwbouwplannen. In deze rapportage worden de effecten van het windpark op de diverse radarsystemen rondom Schiphol uiteengezet. In hoofdstuk 2 worden de uitgangspunten beschreven van zowel de betrokken radarsystemen als ook de gegevens van het beoogde nieuwe windpark. In hoofdstuk 3 worden de resultaten weergegeven van het radarhinderonderzoek uitgevoerd volgens de regelgeving zoals vastgelegd in de Barro (Besluit algemene regels ruimtelijke ordening). Met de uitkomsten vastgelegd in dit hoofdstuk is het Ministerie van defensie in staat om te beoordelen in hoeverre het bouwplan aan de door hen gestelde minimale norm blijft voldoen. In hoofdstuk 4 zijn de resultaten opgenomen van de extra radarhinderberekeningen die door LVNL gewenst zijn voor het kunnen beoordelen van de effecten op hun nieuwe primaire en secundaire TAR systeem te plaatsen bij Schiphol West en hun bestaande TAR1 secundaire radar. Constateringen worden gegeven in hoofdstuk 5. Opgemerkt dient hierbij te worden dat TNO geen verdere beoordeling van de resultaten zal uitvoeren. Dit is een taak van zowel defensie als LVNL, die dit dienen uit te voeren op basis van de door TNO in deze rapportage aangedragen resultaten. Aangezien radar en de effecten van windturbines op de werking van radarsystemen door vele als complex wordt ervaren is in bijlage A extra achtergrondinformatie opgenomen over de werking van verkeersradars en het simulatiemodel PERSEUS. Verder zijn in deze bijlage een aantal handige links toegevoegd.

4 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Uitgangspunten 2.1 Gegevens toegepaste radarsystemen TAR Schiphol West De huidige radar van LVNL bevindt zich in het Amsterdamse Bos. Deze radar dient vervangen te worden. Tegelijk met de vervanging heeft LVNL besloten de primaire surveillance radar (PSR) en monopulse secundaire surveillance radar (MSSR) te verplaatsen naar een locatie op Schiphol West gelegen aan de taxibaan naar de Polderbaan. Recentelijk is ook het type radar bekend geworden, de STAR 2000 van Thales, in Frankrijk. Zoals zichtbaar is in Figuur 2.1, is ook deze PSR uitgerust met een MSSR, type RSM970S. Deze nieuwe radar op deze locatie gaat officieel de Terminal Approach Radar of TAR Schiphol West heten. Figuur 2.1 STAR 2000 primaire radarantenne van Thales Frankrijk met daarboven de RSM970S secundaire radarantenne [Foto: Thales Frankrijk]. Voor deze radar is nog geen radarmodel beschikbaar binnen PERSEUS. Omdat het opstellen van dit model enige tijd zal gaan vergen en de opdrachtgever, de provincie Noord Holland, hier niet op kan wachten, is in overleg met LVNL om voor dit radarhinderonderzoek de radar zowel als een standaard ASR-10SS als een upgraded versie van deze radar. Deze radar van Raytheon Canada Limited (RCL) is bij de Defensie beter bekend als de Military Approach and Surveillance System (MASS). Net als de STAR 2000 heeft de ASR-10SS twee bundels, een hoge bundel met een extra tilthoek in elevatie en een lage bundel met een kleinere tilt hoek van typisch 2.5. Extra achtergrondinformatie over de specifieke eigenschappen van een verkeersradar en de effecten die windturbines kunnen veroorzaken op deze radars is terug te vinden in bijlage B van deze rapportage.

5 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Overige radarsystemen Naast de effecten op de primaire radar worden ook de effecten op de secundaire radars meegenomen in het onderzoek. Naast de reeds eerder aangegeven MSSR, gemonteerd op de STAR 2000 radarantenne, bevindt zich op Schiphol een tweede MSSR, de TAR1, zie Figuur 2.3. Ook voor deze radar, gelegen tussen de taxibanen van Schiphol, nabij de Buitenveldertbaan en de Aalsmeerbaan, zullen de verstorende effecten van de windturbines worden bepaald. Alle voor de berekeningen relevante locatiegegevens voor zowel de TAR Schiphol West als de TAR1 zijn weergegeven in Tabel 2.1. Figuur 2.2 De TAR1 secundaire radarantenne gelegen tussen de taxibanen van Schiphol, nabij de Buitenveldertbaan en de Aalsmeerbaan [Foto: LVNL]. Tabel 2.1 Locatiegegevens van de relevante radars (PSR en MSSR). In het overzicht is ook onderscheid gemaakt tussen de bestaande TAR4 (oud) en de nieuwe verhoogde TAR4 (nieuw) antennepositie. Radar Lat. Long. Maaiveld* Antenne hoogte* Antenne tilt MSSR TAR º N º O -3.6 m 18.5 m n.v.t. PSR TAR Schiphol West N O -3.3 m 34.0 m 2.5º MSSR TAR Schiphol West N O -3.3 m 36.5 m n.v.t. * De maaiveld- en antennehoogte zijn ten opzichte van NAP. Naast de civiele radars bij Schiphol worden ook de Military Approach and Surveillance System (MASS) verkeersleidingsradars, zie Figuur 2.3, betrokken bij dit onderzoek. In totaal zijn dit er vijf opgesteld op de vliegbasis Leeuwarden, de voormalige vliegbasis Twenthe en Soesterberg en de vliegbases Volkel en Woensdrecht.

6 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 2.3 De MASS radar van Raytheon op één van de militaire bases van de Koninklijke Luchtmacht. De onderste reflectorantenne is van de primaire radar ASR-10SS van Raytheon [Foto: KLu] Ten behoeve van Defensie zullen ook de twee Medium Power Radar (MPR) gevechtsleidingsradars te Wier in noord Friesland en Nieuw Milligen in Gelderland in ogenschouw genomen worden. Figuur 2.4 De MPR gevechtsleidingsradar radar te Nieuw Milligen met rechts de radarantenne aan de binnenzijde van de radome [foto s KLu]. De locatiegegevens van de vijf MASS verkeersleidingsradarsystemen en de gevechtsleidingsradars te Nieuw Milligen en Wier worden weergegeven in Tabel 2.2. In deze tabel zijn zowel de antennehoogtes aangegeven die aangehouden worden voor de bepaling van het toetsingsprofiel als ook de feitelijke antennehoogtes van de primaire radarantenne, toegepast in de detectiekansberekeningen.

7 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Tabel 2.2 Locatiegegevens van de vijf MASS radars en de gevechtsleidingsradars te Nieuw Milligen en Wier, de aangehouden antennehoogte voor het toetsingsprofiel en de toepaste feitelijke hoogte van de primaire radarantenne. Radar Coördinaten Rijksdriehoekstelsel Antennehoogte toetsingsprofiel t.o.v. NAP Feitelijke antennehoogte t.o.v. NAP X [m] Y [m] [m] [m] Leeuwarden Twenthe Soesterberg Volkel Woensdrecht Nieuw Milligen (MPR) Gerubriceerd* Wier (MPR) Gerubriceerd* * deze gegevens zijn bekend bij defensie De overheid heeft recentelijk aangegeven om het bestaande militaire verkeersleidingsradarnetwerk bestaande uit vijf MASS radars uit te breiden met een zesde radar. Deze radar is gepland op het vliegveld De Kooy in Den Helder. Het is primair bedoeld als mitigerende maatregel ter verbetering van de radardekking boven Friesland, maar de radar biedt echter boven Schiphol ook ondersteunende dekking. Daarom wordt deze radar eveneens meegenomen in de PERSEUS berekeningen. Voor de locatie is uitgegaan van de positie van de huidige secundaire radar op De Kooy, zie Figuur 2.5. Deze radar is eigendom van de LVNL en staat op de nominatie om te worden verwijderd. Figuur 2.5 De huidige secundaire radar op vliegveld De Kooy in Den Helder. De toegepaste locatiegegevens zijn als volgt (WGS 84): Latitude : N Longitude: O

8 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 De antennehoogte van de huidige secundaire radarantenne bedraagt m ten opzichte van NAP. De antenne van een MASS radar bestaat uit een primaire radarantenne met daarbovenop een secundaire radarantenne, zie Figuur 2.3. Om de bestaande bouwhoogte niet te overschrijden is aangenomen dat de secundaire radar van de MASS radar niet hoger komt dan de huidige secundaire radarantenne. Het hoogteverschil tussen de primaire en secundaire radarantenne van de MASS radar is 2.5 m. Dit houdt in dat de hoogte van de primaire radarantenne niet hoger dan m kan bedragen. Naast deze antennehoogte zal ook een alternatieve antennehoogte van 25 m worden aangehouden in de berekeningen. 2.2 Uitgangspunten radardetectiekansberekeningen PERSEUS Het PERSEUS programma is ontwikkeld voor de beoordeling van de effecten van windturbines op primaire radarsystemen. Deze objecten leveren binnen de simulatie backscatter, zowel statische als dynamisch, dus met een Doppler component. Voor alle berekeningen is een doelgrootte aangehouden van 2 m 2, een doelvariatie van Swerling case 1 en een false alarm rate van De keuze van deze parameters is in overeenstemming met de uitgangspunten toegepast bij de radarhinderberekeningen voor Defensie. Dit maakt het daarnaast mogelijk om de radardetectiediagrammen voor de TAR Schiphol West ook te kunnen fuseren met de radardetectiediagrammen van de vijf MASS radars te Leeuwarden, Twente, Soesterberg, Volkel en Woensdrecht. PERSEUS maakt gebruik van een hoogtekaart van Nederland, gebaseerd op het AHN 1 (algemene hoogtebestand Nederland ). In dit bestand bevindt zich bebouwing van de stedelijke gebieden mits de aaneengesloten bebouwing een oppervlakte beslaat die groter is dan 1 km 2. Het hoogtebestand is opgenomen in de periode tussen 1998 en 2003, dus veranderingen in bebouwing van na die datum zijn in het model niet meegenomen. Buiten deze gebieden is de hoogte gelijk aan het maaiveld. Buiten Nederland gebruikt TNO terreinhoogtegegevens afkomstig van de NASA Shuttle Radar Topography Mission (SRTM) met een resolutie van 3 boogseconde (ongeveer 90 m langs een meridiaan). Een voorbeeld van de inhoud van dit hoogtebestand is gegeven in Figuur 2.6 en Figuur 2.7.

9 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 MASS Soesterberg Stad Utrecht Zeist Utrechtse Heuvelrug Hoogte [m] >260 Nieuwegein Houten Figuur 2.6 Een voorbeeld van het AHN 1 hoogtebestand in de provincie Utrecht. In de paars gekleurde is ook de bebouwing opgenomen. De locatie van de MASS radar te Soesterberg, gelegen op een uitloper van de Utrechtse heuvelrug, is aangegeven met een ster. Hoog Catharijne ASR kantoor Archimedeslaan Centraal Station Zeist De Dom Jaarbeurs Verkeersweg A2 Hoogte [m] >260 Figuur 2.7 Een uitvergroting van Figuur 2.6 met alleen de stad Utrecht waarbinnen ook de hoogte van de bebouwing is opgenomen. Een aantal karakteristieke gebouwen in Utrecht zijn aangegeven. Binnen PERSEUS heeft dit hoogtebestand een resolutie van 10 m. De radardetectiekansberekeningen worden uitgerekend met een stapgrootte van 25 m in afstand tot de radar en in stappen van 0.1 in hoek. Na omzetting in een cartesisch assenstelsel heeft één pixel een afmeting van circa 25 x 25 m. De radardetectiekans wordt uitgerekend voor een aantal standaard doelhoogtes,

10 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 gemeten ten opzichte van het maaiveld. Voor dit onderzoek zijn dit 500, 1000 en 4000 voet. Voor de doelhoogtes van 1000 voet en 4000 voet wordt een ruimtelijke middeling toegepast met een straal van 500 m. Dit houdt in dat de detectiekans berekend voor elk pixel gemiddeld wordt met de detectiekans waarden van alle pixels die binnen een straal liggen van 500 m. Deze middeling en straal is gebaseerd op de kans dat: Een vliegtuig zich boven een windturbine bevindt op het moment dat het wordt aangestraald door de ronddraaiende radar; Het feit dat radarsystemen hun doelen blijven volgen ondanks dat er bij één scan geen detectie van het vliegtuig plaatsvindt; Een rotatie snelheid van de radarantenne van 3 seconden per omwenteling; En een gemiddelde minimale snelheid van een vliegtuig. Bij alle berekeningen is uitgegaan van gegevens in het windturbinebestand zoals vastgesteld op 1 januari Dit bestand bestaat uit in totaal 2199 windturbines en geeft de situatie aan binnen Nederland, vastgelegd in begin januari 2015, door Windstats.nl 1. De voor de simulatie noodzakelijke afmetingen van de windturbines zijn afgeleid van de in dit bestand opgenomen gegevens, zijnde fabrikant, opgewekt vermogen, ashoogte en rotordiameter. De locaties van al deze turbines is weergegeven in Figuur Voor meer informatie, zie

11 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 2.1 Het januari 2015 windturbinebestand, bestaande uit in totaal 2199 windturbines. De groene ruiten geven de locaties weer van de vijf MASS radars, de licht oranje die van de extra MASS op De Kooy en de donker oranje die van TAR Schiphol West. De donker grijze gebieden zijn de stedelijke gebieden binnen de AHN1. Bij alle diagrammen is een vaste kleurcodering aangehouden. Zie Figuur 2.2. De minimale detectiekans die normaal door het Ministerie van Defensie wordt geëist bedraagt. In groen gekleurde gebieden wordt aan deze eis voldaan. LVNL hanteert geen formele normen, maar beoordeelt de resultaten op adhoc-basis.

12 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 X 99% % 96% 95% 94% 93% 92% 91% 89% 88% 97% 86% 85% 84% 83% 82% 81% 79% 78% 77% 76% 75% 74% 73% 72% 71% 70% Figuur 2.2 Toegepaste kleurcodering bij de detectiekansdiagrammen. 2.3 Gegevens Windpark Het windpark bestaat uit in totaal 10 windturbines. De locaties van de te toetsen windturbines zijn weergegeven in Tabel 2.3. De weergegeven rijksdriehoek coördinaten en fundatiehoogtes zijn overgenomen van de Excel sheet Planinformatie principeaanvragen voor onderzoek WoL LIB.xls, die als bijlage was meegestuurd met het offerteverzoek door de opdrachtgever [1]. De WGS 84 coördinaten zijn hiervan afgeleid. Tabel 2.3 Locatiegegevens van het bouwplan zoals opgegeven door de opdrachtgever [1]. ID Rijksdriehoekstelsel WGS 84 coördinaten Fundatiehoogte X [m] Y [m] Latitude [º] Longitude [º] t.o.v. NAP [m] WT WT WT WT WT WT WT WT WT WT De turbines liggen ten oosten en westen van de spoorlijn van Leiden naar Schiphol, zie Figuur 2.8.

13 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 2.8 De windturbines van Windpark ten oosten en westen van de spoorlijn van Leiden naar Schiphol. De gele stippen rechts geven de locaties aan van de bestaande windturbines ter hoogte van verkeersplein Burgerveen [Google Earth]. Het toegepaste type is een Enercon E92, zie Figuur 2.9. Dit type windturbine heeft een opgewekt vermogen van 3 MW en een rotordiameter van 92 m. De ashoogte bedraagt 104 m met uitzondering van de twee meest noordelijk gelegen turbines. Figuur 2.9 De Enercon E92 3 MW windturbine met een ashoogte van 104 m en een rotordiameter van 92 m. De meest noordelijke daarvan (WT1) heeft een ashoogte van 85 m en de turbine direct zuidelijke daarvan (WT2) heeft een ashoogte van 98 m. In Tabel 2.4 is de maatvoering weergeven van de te toetsen windturbine, noodzakelijk voor de juiste modellering. De lengte van de gondel is gedefinieerd als de afstand van de hub tot aan de achterzijde van de gondel in het verlengde van de as. De hoogte en breedte

14 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 van de gondel zijn gebaseerd op het effectieve oppervlak van de voor- en zijkant van de gondel en kunnen dus iets afwijken van de feitelijke afmetingen. De lengte van de wiek is gedefinieerd als de halve diameter van de rotor. De breedte van de wiek wordt afgeleid van het frontaal oppervlak van de wiek. Tabel 2.4 De afmetingen in meters van de Enercon E92 3 MW turbine een rotordiameter van 92 m en met een ashoogte van 85 m (WT1), 98 m (WT2) en 104 m (WT3 t/m WT10). Onderdeel E92 op 85 m E92 op 98 m E92 op 104 m Ashoogte Tiphoogte Breedte gondel Lengte gondel Hoogte gondel Diameter mast onder Diameter mast boven Lengte mast Lengte wiek Breedte wiek

15 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Radarhinderonderzoek Defensie 3.1 Introductie Met ingang van 1 oktober 2012 is een vernieuwing van het Barro (Besluit algemene regels ruimtelijke ordening) van start gegaan, waarna de nieuwe toetsingsmethode voor het Ministerie van Defensie in werking is getreden. Het profiel van het toetsingsvolume is weergegeven in Figuur 1. Er dient getoetst te worden indien de tip van de wiek hoger is dan de rode lijn. Bouwplannen die verder verwijderd zijn dan 75 km van een militaire radar kunnen zondermeer geplaatst worden. Figuur 3.1 Het toetsingsprofiel (niet op schaal) zoals gehanteerd door het Ministerie van Defensie rondom elk van de militaire radarsystemen. De 15 en 75 km cirkels rond de MASS radarsystemen en de stedelijke gebieden volgens het AHN-1 bestand zijn weergeven in Figuur 2. De 15 en 75 km cirkels rond de MPR gevechtsleidingsradars en de stedelijke gebieden volgens het AHN-1 bestand zijn weergeven in Figuur 3.3.

16 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 3.2 Locaties van de vijf MASS verkeersleidingsradarsystemen (groene ruit) met daaromheen de 15 en 75 km cirkels. De donkergrijze vlakken zijn de in de AHN-1 gedefinieerde stedelijke gebieden. De ligging van het te toetsen bouwplan is aangegeven met een roze ster.

17 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 3.3 Locaties van de twee MPR gevechtsleidingsradars (rode ruit) met daaromheen de 15 en 75 km cirkels. De donkergrijze vlakken zijn de in de AHN-1 gedefinieerde stedelijke gebieden. De ligging van het te toetsen bouwplan is aangegeven met een roze ster. Het bouwplan ligt binnen de 75 km cirkel rond de MASS radar van Soesterberg en buiten de 75 km cirkels rond de MPR te Wier en Nieuw Milligen. Daarnaast zijn de tiphoogtes van alle te toetsen windturbines groter dan de in Figuur 3.1 aangegeven hoogte. Het onderhavige bouwplan dient derhalve getoetst te worden voor alleen het MASS verkeersleidingsradarnetwerk. 3.2 Rekenmethode MASS verkeersleidingsradarnetwerk Het radarsimulatiemodel PERSEUS berekent voor elk radarsysteem de detectiekans van een doel met een radardoorsnede van 2 m 2, fluctuatiestatistiek Swerling case 1, en loos alarmkans Afhankelijk van de locatie van het

18 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 bouwplan moet de detectiekans geëvalueerd worden op een normhoogte van 300, 500 of 1000 voet ten opzichte van het maaiveld. Indien op 1000 voet geëvalueerd wordt, zal middeling van detectiekansen binnen een cirkel met een straal van 500 m toegepast worden. De 300 en 500 voet normhoogtes liggen over het algemeen rond de verschillende militaire vliegvelden in Nederland. Op een hoogte van 1000 voet dient er, met enige uitzonderingen, landelijke dekking te zijn. In Figuur 3 worden de normhoogtegebieden getoond. Figuur 3.4 De ligging van het te toetsen bouwplan aangegeven met een ster en de ligging van de thans gehanteerde 2015 normhoogtes op 300 voet (rood) en 500 voet (blauw). Op 1000 voet (paars) dient het MASS radarnetwerk, op enkele uitzonderingen na, een landelijke dekking te hebben. Tevens zijn op deze kaart met een groene markering de locaties aangeven van het MASS verkeersleidingsradarnetwerk bestaande uit een vijftal radarsystemen. Het bouwplan valt binnen de normhoogte van 1000 voet. Variaties in de hoogte van het terrein worden bepaald uit het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN-1) met een ruimtelijke resolutie van 10 m. In dit bestand bevindt zich bebouwing van de stedelijke gebieden mits de

19 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 aaneengesloten bebouwing een oppervlakte beslaat die groter is dan 1 km 2. Het hoogtebestand is opgenomen in de periode tussen 1998 en 2003, dus veranderingen in bebouwing van na die datum zijn in het model niet meegenomen. Buiten deze gebieden is de hoogte gelijk aan het maaiveld. Buiten Nederland gebruikt TNO terreinhoogtegegevens afkomstig van de NASA Shuttle Radar Topography Mission (SRTM) met een resolutie van 3 boogseconde (ongeveer 90 m langs een meridiaan). In tegenstelling dot het hoogtebestand zoals toegepast voor LVNL wordt bij de toetsing volgens de defensiemethode het AHN-1 hoogtebestand niet aangevuld met AHN-2 data. De detectiekans van de vijf radarsystemen te Leeuwarden, Twenthe, Soesterberg, Volkel en Woensdrecht is conform de nieuwe rekenmethode gesimuleerd in één radarnetwerk, waarbij de radars elkaar eventueel ondersteuning kunnen bieden bij de detectie van radardoelen. Daarbij wordt rekening gehouden met de aanstaande upgrade van de MASS primaire radar, zoals TNO die op dit moment in PERSEUS gemodelleerd heeft. Als referentie zijn ook de radardetectiekansdiagrammen berekend voor de zogenaamde baseline situatie, dat wil zeggen, rekening houdend met alle bestaande windturbines en dus voor realisatie van het bouwplan. Het baselinebestand van windturbines geeft de situatie aan binnen Nederland, vastgelegd in het begin van januari 2015, door Windstats 2. De voor de simulatie noodzakelijke afmetingen van de windturbines zijn afgeleid van de in dit bestand opgenomen gegevens, zijnde: fabrikant, opgewekt vermogen, ashoogte en rotordiameter. Het bouwplan wordt daar vervolgens aan toegevoegd en voor beide situaties (baseline en baseline met bouwplan) worden detectiediagrammen berekend. Door een vergelijking van beide diagrammen kan het detectieverlies worden vastgesteld in de directe nabijheid van het bouwplan veroorzaakt door reflecties van het bouwplan en het eventuele verlies aan radarbereik ten gevolge van de schaduwwerking van het bouwplan. 3.3 Berekeningen MASS primaire verkeersleidingsradarnetwerk in de directe nabijheid van het bouwplan In Figuur 3.5 wordt de detectiekans van het MASS primaire verkeersleidingsradarnetwerk van de baseline op 1000 voet getoond rond het nog te realiseren bouwplan. Op deze resultaten is detectiekansmiddeling toegepast met een straal van 500 m. Figuur 3.6 toont de detectiekans voor hetzelfde gebied, na realisatie van het bouwplan. In Figuur 3.7 is het gebied vergroot weergegeven. De minimale detectiekans die door het Ministerie van Defensie wordt geëist bedraagt. In groen gekleurde gebieden wordt aan deze eis voldaan. Ter hoogte van de locatie van het bouwplan en binnen het 1000 voet normgebied bedraagt de laagst waargenomen detectiekans 91%. Het bouwplan voldoet dus aan de thans door Defensie gehanteerde 2015 norm. 2 Voor meer informatie, zie

20 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Stedelijke gebieden Positie Windpark Figuur 3.5 van het MASS primaire verkeersleidingsradarnetwerk op 1000 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Positie Windpark Figuur 3.6 van het MASS primaire verkeersleidingsradarnetwerk op 1000 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen.

21 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 WT6 WT7 WT5 WT4 WT1 WT2 WT3 WT8 WT9 WT10 91% Laagst berekende detectiekans Figuur 3.7 Het gebied rond de turbines uit Figuur 3.6 groter weergegeven.

22 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / in de schaduw van het bouwplan In Figuur 3.8 is de detectiekans op 1000 voet van het MASS primaire verkeersleidingsradarnetwerk uitgerekend voor de gebieden waar schaduw kan ontstaan ten gevolge van het nog te realiseren bouwplan. Op deze resultaten is detectiekansmiddeling toegepast met een straal van 500 m. De stippellijnen afkomstig van de MASS positie van Soesterberg, lopend over het bouwplan, geven de zones aan waartussen een verminderde detectiekans zou kunnen ontstaan als gevolg van de schaduwwerking. In Figuur 3.9 is de detectiekans berekend voor hetzelfde gebied na realisatie van het bouwplan. De figuur toont aan dat door de schaduw van het windpark het maximum bereik van de radar te Soesterberg afneemt. De norm echter niet overschreden. Het bouwplan voldoet dus aan de thans door Defensie gehanteerde 2015 norm.

23 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Positie Windpark MASS Soesterberg Figuur 3.8 van het MASS verkeersleidingsradarnetwerk op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. Positie Windpark MASS Soesterberg Figuur 3.9 van het MASS verkeersleidingsradarnetwerk berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

24 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Berekeningen MASS primaire verkeersleidingsradarnetwerk aangevuld met extra MASS radar De Kooy Ondanks het feit dat uit de resultaten in paragraaf 3.3 blijkt dat er geen overschrijding van de door Defensie gehanteerde 2015 norm optreedt, wordt in deze paragraaf weergegeven in hoeverre een extra MASS radar ter hoogte van vliegveld De Kooy, zie Figuur 3.10, een extra verbetering oplevert van de resultaten. Daarbij wordt uitgegaan van twee radarantennehoogtes, t.w m boven NAP en 25 m boven NAP. Bij de eerste hoogte hoeft het bestaande bestemmingsplan bij het vliegveld De Kooy niet te worden aangepast. Figuur De locaties van de bestaande vijf MASS verkeersleidingsradars (groene ruit) aangevuld met een extra MASS radar bij De Kooy (oranje ruit).

25 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / in de directe nabijheid van het bouwplan met een antennehoogte van m NAP In Figuur 3.11 wordt de detectiekans van de extra MASS radar bij De Kooy getoond voor een antennehoogte van m NAP. Uit Figuur 3.12 blijkt dat de radar op deze antennehoogte en bij een doelhoogte van 1000 voet geen extra ondersteuning kan bieden boven het windpark. Figuur 3.11 van de extra MASS radar bij het vliegveld De Kooy bij een antennehoogte van m NAP op 1000 voet boven het bouwplan. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen. Figuur 3.12 Het gebied rond de turbines uit Figuur 3.11 groter weergegeven.

26 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / in de directe nabijheid van het bouwplan met een antennehoogte van 25 m NAP In Figuur 3.11 wordt de detectiekans van de extra MASS radar bij De Kooy getoond voor een antennehoogte van 25 m NAP. Uit Figuur 3.12 blijkt dat de radar, in tegenstelling tot de antennehoogte van m, op een antennehoogte van 25 m bij een doelhoogte van 1000 voet wel extra ondersteuning kan bieden boven het windpark. Figuur 3.13 van de extra MASS radar bij het vliegveld De Kooy bij een antennehoogte van 25 m NAP op 1000 voet boven het bouwplan. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen. In Figuur 3.14 wordt de detectiekans van het MASS primaire verkeersleidingsradarnetwerk aangevuld met de extra MASS radar op De Kooy getoond voor een doelhoogte van 1000 voet na realisatie van het bouwplan. Op deze resultaten is detectiekansmiddeling toegepast met een straal van 500 m. In Figuur 3.15 is het gebied vergroot weergegeven. Ter hoogte van de locatie van het bouwplan en binnen het 1000 voet normgebied bedraagt de laagst waargenomen detectiekans 95%. De extra radar op het vliegveld De Kooy levert dus een verbetering op van de detectiekans met 4%. Deze verbetering geldt echter alleen als de radarantenne wordt geplaatst op een hoogte van 25 m NAP.

27 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Positie Windpark Figuur 3.14 van het MASS primaire verkeersleidingsradarnetwerk op 1000 voet boven het bouwplan aangevuld met een extra MASS radar op De Kooy met een antennehoogte van 25 m NAP nadat het bouwplan is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen. WT6 WT7 WT5 WT4 WT1 WT2 WT3 WT8 WT9 WT10 95% Laagst berekende detectiekans Figuur 3.15 Het gebied rond de turbines uit Figuur 3.14 groter weergegeven.

28 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / in de schaduw van het bouwplan met een antennehoogte van 25 m NAP In Figuur 3.8 is de detectiekans op 1000 voet van het MASS primaire verkeersleidingsradarnetwerk aangevuld met de extra MASS radar op De Kooy met een antennehoogte van 25 m NAP uitgerekend voor de gebieden waar schaduw kan ontstaan ten gevolge van het nog te realiseren bouwplan. Op deze resultaten is detectiekansmiddeling toegepast met een straal van 500 m. De stippellijnen afkomstig van de MASS posities van Soesterberg en de Kooy, lopend over het bouwplan, geven de zones aan waartussen een verminderde detectiekans zou kunnen ontstaan als gevolg van de schaduwwerking. In Figuur 3.9 is de detectiekans berekend voor hetzelfde gebied na realisatie van het bouwplan. De figuur toont aan dat door de schaduw van het windpark het maximum bereik van de radar te Soesterberg afneemt en dat de extra MASS radar op De Kooy daar geen verbetering in brengt.

29 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 MASS De Kooy Positie Windpark MASS Soesterberg Figuur 3.16 van het MASS verkeersleidingsradarnetwerk aangevuld met een extra MASS radar op De Kooy met een antennehoogte van 25 m NAP berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. MASS De Kooy Positie Windpark MASS Soesterberg Figuur 3.17 van het MASS verkeersleidingsradarnetwerk aangevuld met een extra MASS radar op De Kooy met een antennehoogte van 25 m NAP berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

30 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Samenvatting resultaten verkeersleidingsradarsystemen MASS Op de locatie van de windturbine eist het Ministerie van Defensie voor het verkeersleidingsradarnetwerk een minimale detectiekans van voor een doel met een radaroppervlak van 2 m 2. In eerste instantie is alleen het bestaande verkeersleidingsradarnetwerk onderzocht. Daarna de uitbreiding van een MASS radar op vliegveld De Kooy met een antennehoogte van m en tot slot ook met een hoogte van 25 m ten opzichte van NAP. Alleen het MASS verkeersleidingsradarnetwerk: Reductie van de detectiekans ter hoogte van het bouwplan: Na realisatie van het bouwplan is er op de toetsingshoogte van 1000 voet een minimale detectiekans geconstateerd van 91% ter hoogte of in de directe nabijheid van het bouwplan. Het bouwplan voldoet dus aan de thans door Defensie gehanteerde 2015 norm. Reductie van het maximum bereik ten gevolge van de schaduwwerking van het bouwplan: Na realisatie van het bouwplan is er op de toetsingshoogte van 1000 voet een kleine afname van het maximum bereik waarneembaar. Het bouwplan voldoet echter nog steeds aan de thans door Defensie gehanteerde 2015 norm. Het MASS verkeersleidingsradarnetwerk aangevuld met een MASS radar op vliegveld De Kooy met de antenne op m ten opzichte van NAP. Op deze hoogte kan de extra radar geen ondersteuning verlenen boven het windpark. Het MASS verkeersleidingsradarnetwerk aangevuld met een MASS radar op vliegveld De Kooy met de antenne op 25 m ten opzichte van NAP: Reductie van de detectiekans ter hoogte van het bouwplan: Na realisatie van het bouwplan is er op de toetsingshoogte van 1000 voet een minimale detectiekans geconstateerd van 95% ter hoogte of in de directe nabijheid van het bouwplan. Een verbetering dus met 4% ten opzicht van de situatie zonder de extra radar. Het bouwplan voldoet dus aan de thans door Defensie gehanteerde 2015 norm. Reductie van het maximum bereik ten gevolge van de schaduwwerking van het bouwplan: De extra MASS radar op vliegveld De Kooy biedt geen ondersteuning in het schaduwgebied van de radar te Soesterberg achter het windpark. Na realisatie van het bouwplan is er op de toetsingshoogte van 1000 voet dan ook een gelijke afname van het maximum bereik van de radar te Soesterberg als zonder de extra radar.

31 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Radarhinderonderzoek LVNL 4.1 Introductie Toetsingsplicht Recentelijk is het nieuwe Luchtvaart Inpassingsbesluit (LIB) in werking getreden rond Schiphol. Naast een groot aantal andere nieuwe regels is er nu ook een gebied ingesteld rond het vliegveld, waarbinnen een radarhindertoetsing voor een windturbine verplicht wordt gesteld. De ligging van dit gebied is weergegeven in Figuur 4.1. Uit deze figuur blijkt dat de het voorgenomen Windpark binnen het toetsingsgebied ligt. Figuur 4.1 Het LIB gebied rond de luchthaven Schiphol in gearceerd weergeven. De locatie van de windturbines behorend bij Windpark zijn aangegeven met gele stippen Indeling luchtruim Het luchtruim rond Schiphol en Rotterdam is opgedeeld in een aantal gebieden. Voor elk gebied gelden verschillende radardekkingsgraden die beoordeeld worden door LVNL. Onderscheid wordt daarbij gemaakt tussen de Controlled Traffic Regions (CTR) die vlak rond het vliegveld ligt en de verschillende Terminal Manoeuvring Areas (TMA) op grotere afstand van de vliegvelden. De ligging van de verschillende gebieden boven Nederland is weergegeven in Figuur 4.2. De resterende gebieden boven Nederland vallen onder de militaire luchtverkeersleiding in Nieuw Milligen. Meer informatie over de opdeling van het luchtruim boven Nederland in te vinden in bijlage A.

32 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Schiphol TMAs CTR Schiphol Rotterdam TMAs CTR Rotterdam 2 1 Figuur 4.2 De ligging van de Controlled Traffic Regions (CTR) en de verschillende Terminal Manoeuvring Areas (TMA) behorend bij de vliegvelden Schiphol en Rotterdam Aanvulling AHN-1 hoogtebestand Het PERSEUS model beschikt over een hoogtebestand gebaseerd op AHN-1 data. Dit bestand houdt alleen in de stedelijke gebieden rekening met de bebouwing. Buiten deze stedelijke gebieden is de bebouwing verwijderd en volgt het hoogtebestand het maaiveld. Gebruik van dit hoogtebestand rond Schiphol levert een aantal beperkingen op. De AHN-1 data is opgenomen in de periode tussen 1998 en Na die periode is er rond Schiphol veel nieuwbouw gerealiseerd. De luchthaven Schiphol is in het AHN-1 bestand niet aangemerkt als stedelijk gebied. Dit houdt in dat op en rond Schiphol de bebouwing niet in het AHN-1 bestand is opgenomen. Om die reden is het AHN-1 hoogtebestand in de directe omgeving van Schiphol en rond de nieuwbouw bij de Zuid-as aangevuld met 125 sub-units van het AHN-2 bestand. Verder zijn er binnen dit gebied eveneens diverse extra hoogbouw bouwwerken toegevoegd. De exacte ligging van deze 125 sub units en het gebied met ook de aanvullingen met specifieke hoogbouw is weergegeven in Figuur 4.1.

33 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.1 Ligging van de in oranje aangegeven 125 aanvullende AHN-2 sub units rond Schiphol [Google Earth, september 2013]. Details over de aanvullingen zijn te vinden in een separaat TNO rapport [2]. De toegepaste rekenmethode voor LVNL is vergelijkbaar met die uitgevoerd voor Defensie. De doelgegevens; een radardoorsnede van 2 m 2, Swerling case 1 en een false alarm rate van , zijn hetzelfde. Voor Defensie wordt de radardetectiekans berekend voor een doelhoogte van 300, 500 en 1000 voet. Speciaal voor LVNL wordt de radardetectiekans echter ook voor een doelhoogte van 4000 ft berekend. Aangezien de militaire MASS radar te Soesterberg voor LVNL een belangrijke aanvulling is op de radardekking rond Schiphol, wordt de radarhinder op deze radar ook separaat berekend en weergegeven. De radar van Soesterberg biedt ook boven Schiphol ondersteuning. Daarom wordt voor de PERSEUS berekeningen ten behoeve van LVNL niet het standaard AHN-1 hoogtebestand toegepast, maar de versie met de hierboven vermelde LVNL aanvullingen [2]. Aan de verschillen tussen Figuur 4.3 en Figuur 4.4 is te zien dat de radarhinder boven de windturbines rond de Afrikahaven afneemt. Dit is een gevolg van het feit dat de recente hoogbouw van de Zuidas, minder aanwezig in de oude AHN-1, de windturbines rond de Afrikahaven, gezien vanuit de radar, meer afschermt, waardoor de interferentie van deze turbines op de Soesterberg radar afneemt. Wel heeft de recente hoogbouw rond de Zuidas, Schiphol en Hoofddorp een groot effect op het maximum bereik van de radar.

34 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Verstoring boven Afrikahaven Figuur 4.3 van de MASS radar op 1000 voet boven het Schiphol bouwplan met alleen het AHN-1 hoogtebestand zoals gebruikt bij radarhindertoetsingen voor Defensie. Rembrandt toren Verstoring boven Afrikahaven Verlies radarbereik door hoogbouw Zuidas, Schiphol & Hoofddorp Figuur 4.4 Het zelfde gebied als in Figuur 4.3, maar nu berekend met het AHN-1 hoogtebestand inclusief de LVNL aanvullingen.

35 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Resultaten primaire radars Aantal radardetectiekans diagrammen en doelhoogtes. De radarhindertoetsing voor de primaire radar dient volgens de richtlijnen van LVNL plaats te vinden voor een drietal doelhoogtes, t.w. 500, 1000 en 4000 voet ten opzichten van het maaiveld. Bij de doelhoogtes van 500 en 1000 voet wordt het maximum bereik van de radars in de praktijk bepaald door de radarhorizon. In de radardetectiediagrammen is te zien dat ter hoogte van de horizon de detectiekans geleidelijk afneemt naar 0%. Bij een doelhoogte van 4000 voet is de radarhorizon niet de beperkende factor maar het maximum geïnstrumenteerde bereik van de radar. Deze bedraagt voor alle betrokken radars 60 NM, wat overeenkomt met ongeveer 111 km. In de radardetectiediagrammen is te zien dat op deze afstand de detectiekans niet geleidelijk maar abrupt naar 0% afneemt. De overheid heeft als uitvloeisel van de resultaten van de Elandproef 2.0 aangegeven om het huidige MASS verkeersleidingsradarnetwerk uit te willen breiden met een zesde MASS radar op vliegveld De Kooy nabij Den Helder. Aangezien deze radar ondersteunende radardekking kan bieden boven het gebied rond het Noordzeekanaal en Haarlemmermeer, worden ook voor deze radar de radardetectiediagrammen bepaald voor de eerder aangegeven doelhoogtes en doelgegevens. Voor de berekeningen zal een antennehoogte aangehouden van 25 m NAP. Deze hoogte vergt echter een aanpassing van het bestemmingsplan ter plekke. Om binnen het huidige bestemmingsplan te blijven worden de diagrammen ook uitgerekend voor een antennehoogte m NAP. LVNL heeft recentelijk gekozen voor een STAR 2000 radar van Thales Frankrijk op de Schiphol West locatie. De radardefinitie van deze radar is echter nog niet beschikbaar bij TNO. In verband met de door de provincie Noord Holland gewenste opleverdatum van dit onderzoek is besloten niet te wachten op het beschikbaar komen daarvan. De radardetectiediagrammen zijn daarom uitgerekend voor zowel de standaard MASS (Military Approach Surveillance System) als de MASS Upgrade radardefinitie. De hierboven geschetste uitgangspunten resulteren in de volgende radarcombinaties: 1. Paragraaf 4.2.2; alleen de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie. 2. Paragraaf 4.2.3; alleen de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie. 3. Paragraaf 4.2.4; alleen de MASS radar te Soesterberg 4. Paragraaf 4.2.5; de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie, gecombineerd met de MASS te Soesterberg. 5. Paragraaf 4.2.6: de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie, gecombineerd met de MASS te Soesterberg. 6. Paragraaf 4.2.7; de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie, gecombineerd met zowel de MASS te Soesterberg als de extra MASS radar op het vliegveld De Kooy met een antennehoogte van zowel m als 25 m ten opzichte van NAP. 7. Paragraaf 4.2.8; de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie, gecombineerd met zowel de MASS te Soesterberg als de extra MASS radar op het vliegveld De Kooy met een antennehoogte van zowel m als 25 m ten opzichte van NAP. 8. Paragraaf 4.2.9; de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie, gecombineerd met alle vijf MASS radars te Leeuwarden, Twente, Soesterberg, Volkel en Woensdrecht.

36 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Paragraaf ; de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie, gecombineerd met alle vijf MASS radars te Leeuwarden, Twente, Soesterberg, Volkel en Woensdrecht. In de komende paragrafen zullen de hierboven aangegeven combinatie voor de drie verschillende doelhoogtes, van laag naar hoog, één voor één worden behandeld. Om een goede vergelijking te kunnen maken met de huidige situatie wordt elke keer als eerste de baseline 2015 weergegeven, het windturbinebestand van Nederland vastgelegd op 1 januari 2015, en in de volgende figuur dezelfde situatie, maar nu na realisatie van het bouwplan. Het verschil van beide figuren tonen de effecten aan veroorzaakt door het bouwplan. Daarbij worden steeds twee aspecten belicht, het verlies aan detectiekans boven of in de directe nabijheid van het park, en het verlies aan radarbereik ten gevolgen van de schaduwwerking van de turbines. In de figuren van het dekkingsverlies staan ten oosten van het windpark acht windturbines opgesteld behorend bij het windpark Burgerveen. Dit zijn windturbines op een ashoogte van 57 m en een rotordiameter van 70 m, en zullen dus in het algemeen een kleiner interferentie effect hebben op de radars. In de figuren van de schaduwwerking geven de stippellijnen afkomstig van de radar positie, lopend over het bouwplan, de zones aan waartussen een verminderde detectiekans zou kunnen ontstaan als gevolg van de schaduwwerking.

37 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / TAR Schiphol West, MASS definitie in directe nabijheid van het windpark Figuur 4.5 van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie berekend op 500 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Posities Windturbines Figuur 4.6 van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie berekend op 500 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen.

38 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.7 van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie berekend op 1000 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. Posities Windturbines Figuur 4.8 van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie berekend op 1000 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast.

39 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.9 van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie berekend op 4000 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. Posities Windturbines Figuur 4.10 van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie berekend op 4000 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast.

40 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Verlies aan bereik ten gevolge van schaduw windpark Ten gevolgde van de schaduwwerking van de windturbines neemt het maximum bereik in de sector achter de windturbines af met circa 7 km. Dit is relatief veel en wordt veroorzaakt door de ongunstige oriëntatie van de twee rijen windturbines ten opzicht van de zichtlijn van de TAR Schiphol West.

41 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Positie Windpark TAR Schiphol West Figuur 4.11 van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie berekend op 500 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. Positie Windpark TAR Schiphol West Figuur 4.12 van TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie berekend op 500 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

42 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Positie Windpark TAR Schiphol West Figuur 4.13 van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. Positie Windpark TAR Schiphol West Figuur 4.14 van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

43 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Positie Windpark TAR Schiphol West Figuur 4.15 van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie berekend op 4000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. Positie Windpark TAR Schiphol West Figuur 4.16 van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie op 4000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

44 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / TAR Schiphol West, MASS-upgrade definitie in directe nabijheid van het windpark Figuur 4.17 van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie berekend op 500 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Posities Windturbines Figuur 4.18 van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie berekend op 500 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen.

45 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.19 van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie berekend op 1000 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. Posities Windturbines Figuur 4.20 van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie berekend op 1000 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast.

46 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.21 van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie berekend op 4000 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. Posities Windturbines Figuur 4.22 van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie berekend op 4000 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast.

47 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Verlies aan bereik ten gevolge van schaduw windpark Net als aangeven in paragraaf , neemt ten gevolgde van de schaduwwerking van de windturbines het maximum bereik in de sector achter de windturbines af met circa 7 km. Dit is relatief veel, en wordt veroorzaakt door de ongunstige oriëntatie van de twee rijnen windturbines ten opzicht van de zichtlijn van de TAR Schiphol West.

48 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Positie Windpark TAR Schiphol West Figuur 4.23 van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie berekend op 500 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. Positie Windpark TAR Schiphol West Figuur 4.24 van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie berekend op 500 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

49 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Positie Windpark TAR Schiphol West Figuur 4.25 van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. Positie Windpark TAR Schiphol West Figuur 4.26 van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

50 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Positie Windpark TAR Schiphol West Figuur 4.27 van de TAR Schiphol West met MASS-upgrade radardefinitie berekend op 4000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. Positie Windpark TAR Schiphol West Figuur 4.28 van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie berekend op 4000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

51 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / MASS Soesterberg in directe nabijheid van het windpark Opmerkelijk is dat de minimaal berekende detectiekans op een doelhoogte van 1000 voet boven het park 88% bedraagt, terwijl dit voor de situatie met alle vijf MASS radars gecombineerd, zie paragraaf 3.3.1, nog 91% bedraagt. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat op deze doelhoogte nog net ondersteunde dekking is vanuit Woensdrecht.

52 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.29 van de MASS radar te Soesterberg berekend op 500 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Posities Windturbines Figuur 4.30 van de MASS radar te Soesterberg berekend op 500 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen.

53 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.31 van de MASS radar te Soesterberg berekend op 1000 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. Posities Windturbines Figuur 4.32 van de MASS radar te Soesterberg berekend op 1000 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast.

54 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.33 van de MASS radar te Soesterberg berekend op 4000 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. Posities Windturbines Figuur 4.34 van de MASS radar te Soesterberg berekend op 4000 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast.

55 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Verlies aan bereik ten gevolge van schaduw windpark Het windpark ligt, vergeleken met de TAR Schiphol West, op grotere afstand van de radar. Daarnaast ligt de zichtlijn vanaf de radar dwars op de twee rijen van windturbines, waardoor door de schaduwwerking geringer is dan bij de TAR Schiphol West. Hierdoor is het verlies aan bereik gering en verdwijnt zelf in zijn geheel bij een doelhoogte van 4000 voet. Het maximum bereik wordt dan alleen nog maar bepaald door de maximum geïnstrumenteerde afstand van de radar van 60 NM of circa 111 km.

56 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Positie Windpark MASS Soesterberg Figuur 4.35 van de MASS radar te Soesterberg berekend op 500 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. Positie Windpark MASS Soesterberg Figuur 4.36 van de MASS radar te Soesterberg berekend op 500 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

57 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Positie Windpark MASS Soesterberg Figuur 4.37 van de MASS radar te Soesterberg berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. Positie Windpark MASS Soesterberg Figuur 4.38 van de MASS radar te Soesterberg berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

58 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Positie Windpark MASS Soesterberg Figuur 4.39 van de MASS radar te Soesterberg berekend op 4000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. Positie Windpark MASS Soesterberg Figuur 4.40 van de MASS radar te Soesterberg berekend op 4000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

59 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / TAR Schiphol West, Standaard MASS definitie & MASS Soesterberg in directe nabijheid van het windpark Door de combinatie van de twee radars zijn de totale effecten boven het park geringer dan voor de individuele radars. Met name bij de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie zijn de verbeteringen significant. Dit wordt primair veroorzaakt door het feit dat de veel beter presterende MASS radar van Soesterberg met zijn upgrade versie, de detectie feitelijk volledig overneemt.

60 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.41 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 500 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Posities Windturbines Figuur 4.42 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 500 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen.

61 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.43 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 1000 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. Posities Windturbines Figuur 4.44 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 1000 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast.

62 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.45 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 4000 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. Posities Windturbines Figuur 4.46 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 4000 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast.

63 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Verlies aan bereik ten gevolge van schaduw windpark Uit de onderstaande figuren blijkt dat het verlies aan bereik bij de MASS radar van Soesterberg ten gevolge van de schaduwwerking van het windpark wordt afgedekt door de TAR Schiphol West. Andersom is dit echter niet het geval. Hierdoor blijft het verlies aan dekking van de TAR Schiphol West na realisatie van het bouwplan zichtbaar voor alle doelhoogtes.

64 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Positie Windpark TAR Schiphol West MASS Soesterberg Figuur 4.47 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 500 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. Positie Windpark TAR Schiphol West MASS Soesterberg Figuur 4.48 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 500 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

65 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Positie Windpark TAR Schiphol West MASS Soesterberg Figuur 4.49 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. Positie Windpark TAR Schiphol West MASS Soesterberg Figuur 4.50 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

66 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Positie Windpark TAR Schiphol West MASS Soesterberg Figuur 4.51 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 4000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. Positie Windpark TAR Schiphol West MASS Soesterberg Figuur 4.52 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 4000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

67 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / TAR Schiphol West, MASS-upgrade definitie & MASS Soesterberg in directe nabijheid van het windpark Door de combinatie van de twee radars zijn de totale effecten boven het park geringer dan voor de individuele radars.

68 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.53 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 500 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Posities Windturbines Figuur 4.54 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 500 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen.

69 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.55 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 1000 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. Posities Windturbines Figuur 4.56 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 1000 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast.

70 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.57 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 4000 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. Posities Windturbines Figuur 4.58 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 4000 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast.

71 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Verlies aan bereik ten gevolge van schaduw windpark Net als bij paragraaf blijkt uit de onderstaande figuren dat het verlies aan bereik bij de MASS radar van Soesterberg ten gevolge van de schaduwwerking van het windpark wordt afgedekt door de TAR Schiphol West. Andersom is dit echter niet het geval. Hierdoor blijft het verlies aan dekking van de TAR Schiphol West na realisatie van het bouwplan zichtbaar voor alle doelhoogtes.

72 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Positie Windpark TAR Schiphol West MASS Soesterberg Figuur 4.59 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 500 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. Positie Windpark TAR Schiphol West MASS Soesterberg Figuur 4.60 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 500 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

73 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Positie Windpark TAR Schiphol West MASS Soesterberg Figuur 4.61 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. Positie Windpark TAR Schiphol West MASS Soesterberg Figuur 4.62 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

74 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Positie Windpark TAR Schiphol West MASS Soesterberg Figuur 4.63 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 4000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. Positie Windpark TAR Schiphol West MASS Soesterberg Figuur 4.64 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 4000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

75 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / TAR Schiphol West, Standaard MASS definitie & MASS Soesterberg & De Kooy op 25 m Uit de resultaten weergegeven in paragraaf 3.4 blijkt reeds dat de extra MASS radar op vliegveld De Kooy op een antennehoogte van NAP geen dekking biedt boven het windturbinepark. Dit geldt voor een doelhoogte van zowel 500 als 1000 voet. Alleen op 4000 voet biedt de radar dekking boven het park. De bijdrage aan de extra dekking zijn op deze afstand vergelijkbaar aan dezelfde radar geplaatst op 25 m NAP. Daarom zijn alleen voor deze antennehoogte de diagrammen in deze paragraaf opgenomen in directe nabijheid van het windpark De extra MASS radar op vliegveld De Kooy biedt op een antennehoogte van 25 m voor een doelhoogte van 500 voet geen dekking boven het windpark. Daarom zijn de onderstaande diagrammen in Figuur 4.65 en Figuur 4.66 met Schiphol West, Soesterberg en De Kooy, identiek aan die van Figuur 4.41 en Figuur 4.42, met alleen Schiphol West, Soesterberg. Verder lijkt het bij Figuur 4.68 of de kleinere windturbines bij Burgerveen een groter effect hebben op de radarcombinatie, Schiphol, Soesterberg en De Kooy dan de veel grotere windturbines van. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de radar op De Kooy nog net ondersteuning kan bieden boven de windturbines bij en niet boven die van Burgerveen. Hierdoor wordt het effect boven verbeterd met de radar op De Kooy, terwijl boven Burgerveen het onveranderd blijft ten opzichte van resultaten in Figuur 4.44.

76 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.65 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie, de MASS radar te Soesterberg en de extra MASS bij De Kooy met een antennehoogte van 25 m NAP berekend op 500 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Figuur 4.66 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie, de MASS radar te Soesterberg en de extra MASS bij De Kooy met een antennehoogte van 25 m NAP berekend op 500 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen.

77 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.67 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie, de MASS radar te Soesterberg en de extra MASS bij De Kooy met een antennehoogte van 25 m NAP berekend op 1000 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. Figuur 4.68 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie, de MASS radar te Soesterberg en de extra MASS bij De Kooy met een antennehoogte van 25 m NAP berekend op 1000 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast.

78 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.69 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie, de MASS radar te Soesterberg en de extra MASS bij De Kooy met een antennehoogte van 25 m NAP berekend op 4000 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. Posities Windturbines Figuur 4.70 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie, de MASS radar te Soesterberg en de extra MASS bij De Kooy met een antennehoogte van 25 m NAP berekend op 4000 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast.

79 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Verlies aan bereik ten gevolge van schaduw windpark Uit de resultaten van paragraaf blijkt eveneens dat de MASS radar Soesterberg al volledig wordt ondersteunt in het schaduwgebied achter het windpark door de TAR Schiphol West. Uit dezelfde resultaten blijkt dat de MASS radar Soesterberg echter niet in staat is het schaduwgebied van de TAR Schiphol West achter het windpark te ondersteunen. In Figuur 4.71 is te zien dat de extra MASS radar op De Kooy voor deze schaduw eveneens geen oplossing biedt. Daarom zijn er geen extra diagrammen in deze paragraaf opgenomen voor deze radarcombinatie. MASS De Kooy TAR Schiphol West MASS Soesterberg Positie Windpark Figuur 4.71 De gecombineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en de MASS radar te Soesterberg berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. Naast deze gecombineerde dekking is die ook van de extra MASS radar op De Kooy weergegeven. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan TAR Schiphol West, MASS-upgrade definitie & MASS Soesterberg & De Kooy op 25 m Om dezelfde reden als beschreven in paragraaf zijn hier alleen de resultaten weergegeven voor de extra MASS radar op vliegveld De Kooy voor een antennehoogte van 25 m NAP in directe nabijheid van het windpark Zoals reeds aangeven in paragraaf , biedt de radar op De Kooy op een antennehoogte van 25 m geen dekking boven het windpark voor een doelhoogte van 500 voet. Daarom zijn de onderstaande diagrammen in Figuur 4.72 en Figuur 4.73 met Schiphol West, Soesterberg en De Kooy, identiek aan die van Figuur 4.53 en Figuur 4.54, met alleen Schiphol West, Soesterberg.

80 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.72 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie, de MASS radar te Soesterberg en de extra MASS bij De Kooy met een antennehoogte van 25 m NAP berekend op 500 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Posities Windturbines Figuur 4.73 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie, de MASS radar te Soesterberg en de extra MASS bij De Kooy met een antennehoogte van 25 m NAP berekend op 500 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen.

81 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.74 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie, de MASS radar te Soesterberg en de extra MASS bij De Kooy met een antennehoogte van 25 m NAP berekend op 1000 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. Posities Windturbines Figuur 4.75 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie, de MASS radar te Soesterberg en de extra MASS bij De Kooy met een antennehoogte van 25 m NAP berekend op 1000 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast.

82 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.76 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie, de MASS radar te Soesterberg en de extra MASS bij De Kooy met een antennehoogte van 25 m NAP berekend op 4000 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. Posities Windturbines Figuur 4.77 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie, de MASS radar te Soesterberg en de extra MASS bij De Kooy met een antennehoogte van 25 m NAP berekend op 4000 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast.

83 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Verlies aan bereik ten gevolge van schaduw windpark Op dezelfde reden als vermeld in paragraaf zijn de schaduwdiagrammen voor de radarcombinatie TAR Schiphol West, Soesterberg en De Kooy niet opgenomen in deze paragraaf TAR Schiphol West, standaard MASS definitie & alle vijf MASS radars in directe nabijheid van het windpark De radarcombinatie van de TAR Schiphol West met alle vijf MASS radars is voor wat betreft de radardekking boven het windpark Haarlemmeer-Zuid in grote mate vergelijkbaar met de radarcombinatie van de TAR Schiphol West met alleen de MASS radar te Soesterberg. De MASS radar te Woensdrecht is voor deze locatie, van alle andere MASS radars, de radar op kortste afstand. Maar gegeven de afstand van bijna 90 km, kan de radar geen ondersteuning verlenen voor een doelhoogte van 500 voet. Zoals reeds aangegeven in ligt het windpark voor een doelhoogte van 1000 voet net op de rand van het bereik van de radar te Woensdrecht. Daarom kan het op deze hoogte slechts een geringe verbetering van de totale detectiekans boven het park realiseren. Pas bij een doelhoogte van 4000 voet is en volledige ondersteunende dekking vanuit de radar te Woensdrecht. Daarom is alleen een detectiekans diagram op deze doelhoogte in deze paragraaf opgenomen. Zoals te zien is in onderstaande figuren is er, in tegenstelling tot de situatie met alleen de TAR Schiphol West en de MASS radar te Soesterberg, zie Figuur 4.45 (voor realisatie) en Figuur 4.46 (na realisatie), nu geen vermindering van de detectiekans meer zichtbaar.

84 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.78 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en alle vijf MASS radars berekend op 4000 voet boven het bouwplan voordat dit is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. Posities Windturbines Figuur 4.79 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en alle vijf MASS radars berekend op 4000 voet boven het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De locaties van de windturbines zijn aangegeven met gele stippen. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast.

85 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Verlies aan bereik ten gevolge van schaduw windpark Zoals zichtbaar was in de Figuur 4.48 (500 voet), Figuur 4.50 (1000 voet) en Figuur 4.52 (4000 voet) veroorzaakte het windpark een klein verlies aan maximum bereik voor de TAR Schiphol West. Bij een doelhoogte van 500 voet wordt dit verlies met uitzondering van een zeer klein gebied gecompenseerd door de extra dekking vanuit Woensdrecht. Vanaf 1000 voet en hoger is er geen verlies aan maximum bereik meer waarneembaar.

86 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 TAR Schiphol West Positie Windpark MASS Woensdrecht Figuur 4.80 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en alle vijf MASS radars berekend op 500 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. TAR Schiphol West Positie Windpark MASS Woensdrecht Figuur 4.81 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en alle vijf MASS radars berekend op 500 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

87 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 TAR Schiphol West Positie Windpark MASS Woensdrecht Figuur 4.82 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en alle vijf MASS radars berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. TAR Schiphol West Positie Windpark MASS Woensdrecht Figuur 4.83 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en alle vijf MASS radars berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

88 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 TAR Schiphol West Positie Windpark MASS Woensdrecht Figuur 4.84 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en alle vijf MASS radars berekend op 4000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. TAR Schiphol West Positie Windpark MASS Woensdrecht Figuur 4.85 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en alle vijf MASS radars berekend op 4000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

89 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / TAR Schiphol West, MASS-upgrade definitie & alle vijf MASS radars in directe nabijheid van het windpark Net als is aangegeven in paragraaf , is voor de radarcombinatie van de TAR Schiphol West met alle vijf MASS radars de radardekking boven het windpark Haarlemmeer-Zuid in grote mate vergelijkbaar met de radarcombinatie van de TAR Schiphol West met alleen de MASS radar te Soesterberg. De MASS radar te Woensdrecht is voor deze locatie, van alle andere MASS radars, de radar op kortste afstand. Maar gegeven de afstand van bijna 90 km, kan de radar geen ondersteuning verlenen voor een doelhoogte van 500 voet. Het windpark ligt voor een doelhoogte van 1000 voet net op de rand van het bereik van de radar te Woensdrecht. Daarom kan het op deze hoogte slechts een geringe verbetering van de totale detectiekans boven het park realiseren. Pas bij een doelhoogte van 4000 voet is en volledige ondersteunende dekking vanuit de radar te Woensdrecht. In Figuur 4.57 (voor realisatie) en Figuur 4.58 (na realisatie), is reeds te zien dat er met alleen de TAR Schiphol West en de MASS radar te Soesterberg al geen vermindering van de detectiekans waarneembaar was. Om die reden zijn in deze paragraaf verder geen figuren met detectiekansdiagrammen opgenomen Verlies aan bereik ten gevolge van schaduw windpark Zoals zichtbaar was in de Figuur 4.59 (500 voet), Figuur 4.61 (1000 voet) en Figuur 4.63 (4000 voet) veroorzaakte het windpark een klein verlies aan maximum bereik voor de TAR Schiphol West. Bij een doelhoogte van 500 voet wordt dit verlies met uitzondering van een zeer klein gebied gecompenseerd door de extra dekking vanuit Woensdrecht. Vanaf 1000 voet en hoger is er geen verlies aan maximum bereik meer waarneembaar.

90 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 TAR Schiphol West Positie Windpark MASS Woensdrecht Figuur 4.86 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en alle vijf MASS radars berekend op 500 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. TAR Schiphol West Positie Windpark MASS Woensdrecht Figuur 4.87 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en alle vijf MASS radars berekend op 500 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

91 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 TAR Schiphol West Positie Windpark MASS Woensdrecht Figuur 4.88 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en alle vijf MASS radars berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. TAR Schiphol West Positie Windpark MASS Woensdrecht Figuur 4.89 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en alle vijf MASS radars berekend op 1000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

92 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 TAR Schiphol West Positie Windpark MASS Woensdrecht Figuur 4.90 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en alle vijf MASS radars berekend op 4000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan voordat deze is gerealiseerd (baseline). De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan gaan ontstaan. TAR Schiphol West Positie Windpark MASS Woensdrecht Figuur 4.91 De combineerde detectiekans van de TAR Schiphol West met de MASS-upgrade radardefinitie en alle vijf MASS radars berekend op 4000 voet in het schaduwgebied van het bouwplan nadat deze is gerealiseerd. Op dit figuur is detectiekansmiddeling toegepast. De stippellijnen geven aan waar de schaduw kan ontstaan.

93 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Samenvatting resultaten primaire radars Voor alleen de TAR Schiphol West radar: boven of in de nabijheid van het park: Zoals valt te verwachten geven de berekeningen met de MASS upgrade radar definitie een beter resultaat. In hoeverre de prestaties voor de STAR 2000 hiermee te vergelijken zijn blijft vooralsnog onduidelijk. Er is nog weinig van deze radar bekend. Wel is zeker dat de STAR 2000 niet beschikt over twee parallel opererende ontvangerkanalen voor zowel de hoge als lage bundel. De voordelen die dit met zich meebrengt, bijvoorbeeld een verbeterde detectie voor hoog vliegende doelen, zoals beschreven in paragraaf 2.1.1, zullen naar verwachting niet zichtbaar zijn bij de STAR Schaduwwerking van het park: Ten gevolgde van de schaduwwerking van de windturbines neem het maximum bereik in de sector achter de windturbines af met circa 7 km. Dit is relatief veel, en wordt veroorzaakt door de ongunstige oriëntatie van de twee rijnen windturbines ten opzicht van de zichtlijn van de TAR Schiphol West. Voor alleen de MASS radar te Soesterberg: boven of in de nabijheid van het park: Het windpark ligt op circa 45 km afstand van de radar. Opmerkelijk is dat de minimaal berekende detectiekans op een doelhoogte van 1000 voet 88% bedraagt, terwijl dit voor alle MASS radars nog 91% is. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat op deze doelhoogte nog net ondersteunde dekking is vanuit Woensdrecht. Schaduwwerking van het park: Het windpark ligt windpark ligt, vergeleken met de TAR Schiphol West, op grotere afstand van de radar. Daarnaast ligt de zichtlijn vanaf de radar dwars op de twee rijen van windturbines, waardoor de schaduwwerking geringer is dan bij de TAR Schiphol West. Hierdoor is het verlies aan bereik gering en verdwijnt zelf in zijn geheel bij een doelhoogte van 4000 voet. Voor de TAR Schiphol radar gecombineerd met de MASS radar te Soesterberg: boven of in de nabijheid van het park: Door de combinatie van de twee radars zijn de totale effecten boven het park geringer dan voor de individuele radars. Met name bij de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie zijn de verbeteringen significant. Dit wordt primair veroorzaakt door het feit dat de veel beter presterende MASS radar van Soesterberg met zijn upgrade versie, de detectie feitelijk volledig overneemt. Schaduwwerking van het park: Het verlies aan bereik bij de MASS radar van Soesterberg ten gevolge van de schaduwwerking van het windpark wordt afgedekt door de TAR Schiphol West. Andersom is dit echter niet het geval. Hierdoor blijft het verlies aan dekking van de TAR Schiphol West na realisatie van het bouwplan zichtbaar voor alle doelhoogtes. Voor de TAR Schiphol radar gecombineerd met de MASS radar te Soesterberg en de extra MASS radar op vliegveld de Kooy: boven of in de nabijheid van het park: Uit de resultaten weergegeven in paragraaf 3.4 blijkt reeds dat de extra MASS radar op vliegveld De Kooy op een antennehoogte van NAP geen dekking biedt boven het windturbinepark. Dit geldt voor een doelhoogte van zowel 500 als 1000 voet. Alleen op 4000 voet biedt de radar dekking boven het park. De bijdrage aan de extra dekking zijn op deze afstand vergelijkbaar aan dezelfde radar geplaatst op 25 m NAP. Bij een antennehoogte van 25 m NAP is er op een doelhoogte nog steeds geen ondersteunende dekking van de radar

94 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 van De Kooy boven het park. Dit wordt pas bereikt bij een doelhoogte van 1000 en 4000 voet. Schaduwwerking van het park: Reeds eerder is aangegeven dat de MASS radar Soesterberg al volledig wordt ondersteund in het schaduwgebied achter het windpark door de TAR Schiphol West. Daarnaast blijkt dat de MASS radar Soesterberg niet in staat is het schaduwgebied van de TAR Schiphol West achter het windpark te ondersteunen. De extra MASS radar op De Kooy biedt geen oplossing voor deze beperking. Voor de TAR Schiphol radar gecombineerd met alle vijf MASS radars te Leeuwarden, Twenthe, Soesterberg, Volkel en Woensdrecht: boven of in de nabijheid van het park: De radarcombinatie van de TAR Schiphol West met alle vijf MASS radars is voor wat betreft de radardekking boven het windpark Haarlemmeer-Zuid in grote mate vergelijkbaar met de radarcombinatie van de TAR Schiphol West met alleen de MASS radar te Soesterberg. De MASS radar te Woensdrecht is voor deze locatie, van alle andere MASS radars, de radar op kortste afstand. Maar gegeven de afstand van bijna 90 km, kan de radar geen ondersteuning verlenen voor een doelhoogte van 500 voet. Het windpark ligt voor een doelhoogte van 1000 voet net op de rand van het bereik van de radar te Woensdrecht. Daarom kan het op deze hoogte slechts een geringe verbetering van de totale detectiekans boven het park realiseren. Pas bij een doelhoogte van 4000 voet is en volledige ondersteunende dekking vanuit de radar te Woensdrecht. Schaduwwerking van het park: Het verlies aan bereik dat het windpark veroorzaakt op de TAR Schiphol West wordt op een doelhoogte van 500 voet vrijwel geheel weggenomen. Vanaf 1000 voet en hoger is er geen verlies aan maximum bereik meer waarneembaar.

95 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Resultaten secundaire radars Introductie Naast verstorende effecten op de primaire radar, hebben windturbines ook mogelijk een verstorend effect op de secundaire radar (Monopulse Secondary Surveillance Radar, of MSSR). Een secundair radarsysteem verschilt van een primair radarsysteem op een aantal vlakken. Primaire radarsystemen zijn non-coöperatief en meten de afstand en peilingshoek van het doel. Secundaire radarsystemen, daarentegen, zijn coöperatief, dat wil zeggen, het doel werkt actief mee aan de detectie. De secundaire radar zendt een ondervragingssignalen uit met een frequentie van 1030 MHz. Het doel, uitgerust met een radar transponder, antwoordt vervolgens door signalen uit te zenden met een frequentie van 1090 MHz. Het antwoord bevat aanvullende informatie, zoals hoogte (mode C) en een identiteitscode (mode A). In het geval van een monopulse SSR is het systeem ook in staat om een nauwkeurige peiling te doen van het doel uit een enkel antwoord. De peiling kan, over het algemeen, tot op een fractie van een graad (~0.05 ) nauwkeurig worden bepaald. In dit hoofdstuk onderzoeken we de verstoring van het windpark Haarlemmermeer- Zuid op een tweetal secundaire radars: de TAR-1 en de TAR Schiphol West. We onderzoeken welke windturbines in het zicht van de MSSR staan (line-of-sight) en, vervolgens, wat de invloed van het windturbinepark is op de nauwkeurigheid van de peiling Methode De secundaire radarsystemen op Schiphol gebruiken de zogenaamde monopulse techniek. Deze methode gebruikt twee radarbundels, een sombundel en een verschilbundel (zie Figuur 4.92). Het transpondersignaal, afkomstig van het doel, wordt ontvangen in beide bundels. Door de signaalsterkte in het somkanaal te vergelijken met de signaalsterkte in het verschilkanaal, kan een nauwkeurige peilingshoek worden bepaald. De links-rechts dubbelzinnigheid wordt opgelost door te kijken naar de fase van het signaal. Voorbeeld: stel de MSSR ontvangt een signaal met gelijke sterkte in het som- en verschilkanaal. Kijkend naar Figuur 4.92, betekent dit dat de peiling naar het doel, afhankelijk van de fase, gelijk moet zijn aan +1 of -1. Als er zich een obstakel, zoals een windturbine, bevindt tussen het doel en de radar, zullen de som- en verschilbundel verschillend worden beïnvloed. Dat betekent dat bij het bepalen van de peilingshoek een fout wordt geïntroduceerd. Hieronder zullen we deze fout verder kwantificeren.

96 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.92 De som (rood) en verschilbundel (blauw) als functie van azimut. De peiling naar het doel wordt bepaald door de signaalsterkte van het transpondersignaal in beide bundels met elkaar te vergelijken. Om de peilingsfout te bepalen maken we gebruik van een model waarbij de windturbines worden gemodelleerd als (oneindig lange) cilinders. Een inkomende vlakke golf valt in op de cilinder en wordt verstoord. Voor deze verstoring bestaat een analytische oplossing. In [3] wordt de methode beschreven en gevalideerd voor een enkel obstakel; een metalen mast met een breedte van circa 2 m op een afstand van ongeveer 600 m van de radarantenne. TNO heeft de methode uitgebreid, zodat nu de verstoring van meerdere obstakels kan worden gekwantificeerd. Hierbij wordt de onderlinge invloed van de windturbines genegeerd. Als twee windturbines, gezien vanaf de radar, achter elkaar staan, wordt alleen de windturbine het dichtst bij de radar meegenomen in de berekening. Aangezien de windturbines worden gemodelleerd als oneindig lange cilinders, kan iedere windturbine in het model worden beschreven door een enkele parameter: de diameter van de cilinder. Als worst-case benadering is de diameter van de cilinder gelijkgesteld aan de lengte van de gondel. In dit geval is dit 11.7 m Resultaten TAR1 In deze paragraaf tonen we de verstoring van het windpark op de TAR1. Allereerst tonen we de zichtlijn, de zogenaamde line-of-sight of LoS, van de radarantenne naar het windpark. Alleen de LoS van de dichtstbijzijnde en verst verwijderde windturbines wordt getoond. In dit geval zijn dat respectievelijk windturbine 1 en 7, zoals beschreven in Tabel 2.3. Zoals te zien in Figuur 4.93 en 4.94 staan beide windturbines volledig in het zicht van de TAR1. De windturbines worden niet afgeschermd door het tussenliggende terrein of door bebouwing. In Figuur 4.95 tonen we nogmaals de LoS naar windturbine 1, maar nu doorgetrokken tot een afstand van 100 km van de TAR1. De rode lijn in het figuur geeft een indicatie op welke vlieghoogte de verstoring van het windpark nog van invloed is. Op 100 km van de radar zal de peiling van vliegtuigen tot een hoogte van circa 1400 m beïnvloed worden. In Figuur 4.96 tonen we vervolgens het aanzicht van de windturbines, gezien vanuit de TAR1. Het windpark staat verspreid over een azimutsector van ruim 4 graden van circa 233 tot 237. Zoals al aangetoond met de line-of-sight analyse, worden de windturbines niet afgeschermd door het tussenliggende terrein, noch door bebouwing. Daarnaast staan alle windturbines in het zicht van de radar, dat wil

97 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 zeggen, de windturbines in het park schermen elkaar niet af gezien vanaf de TAR1. Dat betekent dat alle tien de windturbines meegenomen worden in bepaling van de peilingsfout van de secundaire radar. Tot slot tonen we in Figuur 4.97 en 4.98 de peilingsfout als functie van azimut van de TAR1 als gevolg van het windpark op twee verschillende manieren. In Figuur 4.95 hebben we de peilingsfout (in het figuur aangeduid met off-boresight error, of OBE) geplot zoals deze direct in het TNO model wordt bepaald. De rode, oranje en grijze kleur komen overeen met het 50 e, 90 e en 100 e percentiel, respectievelijk. Met andere woorden, de peilingsfout is in van de gevallen kleiner dan de waarde aangegeven met de oranje lijn. De maximale peilingsfout is circa Een peilingsfout als gevolg van het windpark kan voorkomen van circa 229 tot 241, ofwel 4 links en rechts van de uiterste windturbines 1 en 8. Zoals te zien, gedraagt de peilingsfout zich zeer grillig. Bij slechts een kleine verschuiving in azimut kan de peilingsfout zeer sterk veranderen. Om meer algemene conclusies te kunnen trekken, tonen we ook Figuur In dit figuur plotten we de absolute peilingsfout per azimutsector van 0.5. We tonen wederom de drie kleuren, waarbij rood, oranje en grijs overeen komen met het 50 e, 90 e en 100 e percentiel. De standaarddeviatie is ook weergegeven met een zwarte stippellijn. Voorbeeld: in van de gevallen zal de (absolute) peilingsfout in de sector van 237 tot kleiner zijn dan 0.15 en in 50% van de gevallen kleiner dan circa Dit figuur zegt dus niks over het teken van de fout. Figuur 4.93 Line-of-sight van de TAR1 naar de dichtstbijzijnde windturbine op circa 13 km (windturbine 1). De rode lijn loopt van de radarantenne door het hoogste punt (tiphoogte) van de windturbine. De groene lijn loopt van de radarantenne door de hoogte van het dak van de gondel. De blauwe lijn geeft het verloop van het terrein weer inclusief kromming van de aarde. De kromming van de aarde is weergegeven met een zwarte stippellijn. Deze lijn komt overeen met 0 m NAP. Zoals te zien, staat de windturbine onder zeeniveau.

98 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.94 Line-of-sight van de TAR1 naar de verst verwijderde windturbine op circa 16 km (windturbine 7). De rode lijn loopt van de radarantenne door het hoogste punt (tiphoogte) van de windturbine. De groene lijn loopt van de radarantenne door de hoogte van het dak van de gondel. De blauwe lijn geeft het verloop van het terrein weer inclusief kromming van de aarde. De kromming van de aarde is weergegeven met een zwarte stippellijn. Deze lijn komt overeen met 0 m NAP. Zoals te zien, staat de windturbine onder zeeniveau. Figuur 4.95 Line-of-sight van windturbine 1, maar nu doorgetrokken tot 100 km vanaf de TAR1. De rode lijn geeft een indicatie op welke vlieghoogte de verstoring van het windpark nog van invloed is. Op 100 km van de radar zal de peiling van vliegtuigen tot een hoogte van circa 1400 m beïnvloed worden.

99 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.96 Het aanzicht van het windpark, gezien vanuit de TAR1. De tien windturbines staan verspreid over een azimutsector van ruim 4 graden van circa 233 tot 237. De windturbines in het park schermen elkaar niet af en staan dus allemaal in het zicht van de TAR1. Figuur 4.97 De peilingsfout als gevolg van het windpark als functie van azimut. De rode, oranje en grijze lijn komen overeen met het 50 e, 90 e en 100 e percentiel. Peilingsfouten als gevolg van het windpark treden op bij azimuthoeken van circa 229 tot 241. De maximale peilingsfout is Figuur 4.98 De absolute peilingsfout per azimutsector van 0.5. De rode, oranje en grijze kleur komen wederom overeen met het 50 e, 90 e en 100 e percentiel. De stippellijn geeft de standaarddeviatie weer. Merk op dat een MSSR, ongehinderd door obstakels, een peilingsfout heeft van circa 0.05.

100 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Resultaten TAR Schiphol West In deze paragraaf tonen we de verstoring van het windpark op de TAR Schiphol West. We tonen wederom de line-of-sight van de radarantenne naar de dichtstbijzijnde en verst verwijderde windturbines. In dit geval zijn dat respectievelijk windturbine 1 en 7, zoals beschreven in Tabel 2.3. Zoals te zien in Figuur 4.99 en staan beide windturbines volledig in het zicht van de TAR Schiphol West. De windturbines worden niet afgeschermd door het tussenliggende terrein. In Figuur tonen we nogmaals de LoS naar windturbine 1, maar nu doorgetrokken tot een afstand van 100 km van de TAR1. De rode lijn in het figuur geeft een indicatie op welke vlieghoogte de verstoring van het windpark nog van invloed is. Op 100 km van de radar zal de peiling van vliegtuigen tot een hoogte van circa 1400 m beïnvloed worden. In Figuur tonen we vervolgens het aanzicht van de windturbines, gezien vanuit de TAR Schiphol West. Het windpark staat verspreid over een azimutsector van circa 2.5 van circa tot Zoals al aangetoond met de line-of-sight analyse, worden de windturbines niet afgeschermd door het tussenliggende terrein. Echter, windturbine 7 wordt wel afgeschermd door windturbines 2 en 3. Deze windturbine wordt daarom niet meegenomen in de bepaling van de peilingsfout van de secundaire radar. Tot slot tonen we in Figuur en de peilingsfout als functie van azimut van de TAR Schiphol West als gevolg van het windpark op twee verschillende manieren. In Figuur hebben we de peilingsfout (in het figuur aangeduid met off-boresight error, of OBE) geplot zoals deze direct in het TNO model wordt bepaald. De rode, oranje en grijze kleur komen overeen met het 50e, 90e en 100e percentiel, respectievelijk. Met andere woorden, de peilingsfout is in van de gevallen kleiner dan de waarde aangegeven met de oranje lijn. De maximale (absolute) peilingsfout is circa Een peilingsfout als gevolg van het windpark kan voorkomen van circa 211 tot 221, ofwel circa 4 links en rechts van de uiterste windturbines 10 en 6. De peilingsfout gedraagt zich zeer grillig. Bij slechts een kleine verschuiving in azimut kan de peilingsfout zeer sterk veranderen. Om meer algemene conclusies te kunnen trekken, tonen we ook Figuur In dit figuur plotten we de absolute peilingsfout per azimutsector van 0.5. We tonen wederom de drie kleuren, waarbij rood, oranje en grijs overeen komen met het 50e, 90e en 100e percentiel. De standaarddeviatie is ook weergegeven met een zwarte stippellijn. Voorbeeld: in van de gevallen zal de (absolute) peilingsfout in de sector van 216 tot kleiner zijn dan 0.2 en in 50% van de gevallen kleiner dan circa 0.1. Dit figuur zegt dus niks over het teken van de fout.

101 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur 4.99 Line-of-sight van de TAR Schiphol West naar de dichtstbijzijnde windturbine op circa 11 km (windturbine 1). De rode lijn loopt van de radarantenne door het hoogste punt (tiphoogte) van de windturbine. De groene lijn loopt van de radarantenne door de hoogte van het dak van de gondel. De blauwe lijn geeft het verloop van het terrein weer inclusief kromming van de aarde. De kromming van de aarde is weergegeven met een zwarte stippellijn. Deze lijn komt overeen met 0 m NAP. Zoals te zien, staat de windturbine onder zeeniveau. Figuur Line-of-sight van de TAR Schiphol West naar de verst verwijderde windturbine op ruim 14 km (windturbine 7). De rode lijn loopt van de radarantenne door het hoogste punt (tiphoogte) van de windturbine. De groene lijn loopt van de radarantenne door de hoogte van het dak van de gondel. De blauwe lijn geeft het verloop van het terrein weer inclusief kromming van de aarde. De kromming van de aarde is weergegeven met een zwarte stippellijn. Deze lijn komt overeen met 0 m NAP. Zoals te zien, staat de windturbine onder zeeniveau.

102 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur Line-of-sight van windturbine 1, maar nu doorgetrokken tot 100 km vanaf de TAR Schiphol West. De rode lijn geeft een indicatie op welke vlieghoogte de verstoring van het windpark nog van invloed is. Op 100 km van de radar zal de peiling van vliegtuigen tot een hoogte van circa 1400 m beïnvloed worden. Figuur Het aanzicht van het windpark, gezien vanuit de TAR Schiphol West. De tien windturbines staan verspreid over een azimutsector van circa 2.5 van tot Gezien vanuit de radar, wordt windturbine 7 (rood) afgeschermd door windturbines 2 en 3 (groen). Windturbine 7 is daarom niet verder meegenomen in het bepalen van de peilingsfout.

103 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / 106 Figuur De peilingsfout als gevolg van het windpark als functie van azimut. De rode, oranje en grijze lijn komen overeen met het 50 e, 90 e en 100 e percentiel. Peilingsfouten als gevolg van het windpark treden op bij azimuthoeken van circa 211 tot 221. De maximale peilingsfout is Figuur De absolute peilingsfout per azimutsector van 0.5. De rode, oranje en grijze kleur komen wederom overeen met het 50 e, 90 e en 100 e percentiel. De stippellijn geeft de standaarddeviatie weer. Merk op dat een MSSR, ongehinderd door obstakels, een peilingsfout heeft van circa Samenvatting resultaten secundaire radar De peilingsfout als gevolg van het windpark is onderzocht voor zowel de TAR1 als de TAR Schiphol West. De maximale fout is voor beide locaties circa 0.4. Een fout van 0.4 komt overeen met een positiefout van ongeveer 700 m op 100 km afstand. Voor de TAR1 treedt de maximale fout op in zuidwestelijke richting bij een azimuthoek van circa 237. Voor de TAR Schiphol West is dit in zuidwestelijke richting bij circa 216. De grootte van de azimutsector waarin peilingsfouten kunnen optreden is 12 voor de TAR1 en 11 voor de TAR Schiphol West. In beide gevallen kunnen peilingsfouten optreden tot azimuthoeken van 4 aan beide kanten van het windpark. De hoogte tot waar verstoring optreedt hangt af van de afstand van het doel. Op afstanden van 50 km en 100 km zullen peilingsfouten optreden tot vlieghoogtes van circa 600 m en 1400 m, respectievelijk.

104 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Constateringen Defensie deel (hoofdstuk 3): Uitgaande van de door Ministerie van Defensie gehanteerde normen voor wat betreft de minimale detectiekans van en een minimaal bereik van de het MASS verkeersleidingsradarnetwerk, worden na realisatie van het windpark de defensienormen niet overschreden. De toepassing van een extra MASS radar op vliegveld De Kooy levert alleen bij een antennehoogte van 25 m ten opzicht van NAP een verdere verbetering op van de resultaten. Luchtverkeersleiding deel (hoofdstuk 4): LVNL hanteert geen harde afkeur of goedkeur criteria. Daarom kan de beoordeling van de resultaten alleen door hen plaatsvinden.

105 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Afkortingen AHN Actueel Hoogtebestand Nederland ASR Airfield Surveillance Radar ATC Air Traffic Control Barro Besluit algemene regels ruimtelijke ordening CAD Computer Aided Design CTR Controlled Traffic Region CFAR Constant False Alarm Rate CAGO Cell Averaging Greatest Of (CFAR) IHCS Inner Horizontal Conical Surface ILT Inspectie Leefomgeving en Transport LIB Luchtvaart Inpassingsbesluit LVNL Luchtverkeersleiding Nederland KLu Koninklijke Luchtmacht MASS Military Approach Surveillance System MSSR Monopulse Secundary Surveillance Radar MPR Medium Power Radar NAP Normaal Amsterdams Peil NASA National Aeronautics and Space Administration NM Nautical Miles OS Ordered Statistics (CFAR) P d PERSEUS PSR RCL RCS SCNR RDS SSR SRTM TAR TMA TNO Probability of detection Program for the Evaluation of Radar Systems in an Extended Urban Setting Primary Surveillance Radar Raytheon Canada Limited Radar Cross Section Signal-to-Clutter-plus-Noise Ratio Rijksdriehoekstelsel Secundary Surveillance Radar Shuttle Radar Topography Mission Terminal Approach Radar Terminal Manoeuvring Area Netherlands Organisation for Applied Scientific Research WGS84 World Geodetic System 1984 WT Windturbine

106 TNO-rapport TNO 2015 R augustus / Referenties [1] Offerteverzoek / en bijgevoegde Excelsheet Planinformatie principeaanvragen voor onderzoek WoL LIB.xls, d.d. juli [2] Rapport TNO 2015 R10928, Aanvullingen op het PERSEUS AHN-1 hoogtebestand rond Schiphol ten behoeve van radarhinderonderzoeken voor LVNL, juli [3] L. Vinagre and K. Woodbridge, Secondary Surveillance Radar Monopulse Target Azimuth Error Estimation due to Obstacle Shadowing, The Record of the 1999 IEEE Radar Conference, 1999.

107 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage A 1/2 A Overzicht TIFF files In deze bijlage is de lijst opgenomen van de TIFF files met de radardetectiekansdiagrammen die in dit rapport zijn gebruikt. In verband met de omvang van de individuele files zijn ze per radarcombinatie gecomprimeerd (zipped) en opgeslagen op een CD. Dit type file laat zich eenvoudig inlezen in de meeste GIS applicaties zoals die van ESRI en QGIS. Elke gecomprimeerde file bevat de TIFF files voor een doelhoogte van 300, 500, 1000, 2000 en 4000 voet. Voor de hoogtes van 1000 en hoger zijn er zowel diagrammen met als zonder ruimtelijke middeling. De volgorde van de files is alfabetisch. 1. DeKooy_WoL_HZ; Alleen De Kooy met antennehoogte van 25 m NAP 2. DeKooy2067_WoL_HZ; Alleen De Kooy met antennehoogte van m NAP 3. MASS_WoL_HZ; Combinatie van alle vijf MASS verkeersleidingsradars berekend met het oorspronkelijke AHN-1 hoogtebestand. 4. MASSenDeKooy_WoL_HZ; Combinatie van alle vijf MASS verkeersleidingsradars en de extra MASS radar bij De Kooy met antennehoogte van 25 m NAP 5. MASSenDeKooy2067_WoL_HZ; Combinatie van alle vijf MASS verkeersleidingsradars en de extra MASS radar bij De Kooy met antennehoogte van m NAP 6. MASSenSchipholWest_WoL_HZ: Combinatie van alle vijf MASS verkeersleidingsradars en de TAR Schiphol West met de MASS upgrade radardefinitie. 7. MASSenSchipholWestMass_WoL_HZ; Combinatie van alle vijf MASS verkeersleidingsradars en de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie. 8. MASSLVNL_WoL_HZ: Combinatie van alle vijf MASS verkeersleidingsradars berekend met het voor LVNL aangevulde AHN-1 & AHN-2 hoogtebestand. 9. SchipholWest_WoL_HZ; Alleen de TAR Schiphol West met de MASS upgrade radardefinitie. 10. SchipholWestMass_WoL_HZ; Alleen de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie. 11. SchipholWestMassSoesterbergLVNL_WoL_HZ: Combinatie van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en de MASS radar van Soesterberg, beide berekend met het voor LVNL aangevulde AHN-1 & AHN-2 hoogtebestand. 12. SchipholWestMassSoesterbergLVNLDeKooy_WoL_HZ: Combinatie van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en de MASS radar van Soesterberg en de extra MASS radar bij De Kooy met een antennehoogte van 25 m NAP, berekend met het voor LVNL aangevulde AHN-1 & AHN-2 hoogtebestand. 13. SchipholWestMassSoesterbergLVNLDeKooy2067_WoL_HZ: Combinatie van de TAR Schiphol West met de standaard MASS radardefinitie en de MASS radar van Soesterberg en de extra MASS radar bij De Kooy met een

108 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage A 2/2 antennehoogte van m NAP, berekend met het voor LVNL aangevulde AHN-1 & AHN-2 hoogtebestand. 14. SchipholWestSoesterbergLVNL_WoL_HZ: Combinatie van de TAR Schiphol West met de MASS upgrade radardefinitie en de MASS radar van Soesterberg, beide berekend met het voor LVNL aangevulde AHN-1 & AHN-2 hoogtebestand 15. SchipholWestSoesterbergLVNLDeKooy_WoL_HZ: Combinatie van de TAR Schiphol West met de MASS upgrade radardefinitie en de MASS radar van Soesterberg en de extra MASS radar bij De Kooy met een antennehoogte van 25 m NAP, berekend met het voor LVNL aangevulde AHN-1 & AHN-2 hoogtebestand. 16. SchipholWestSoesterbergLVNLDeKooy2067_WoL_HZ: Combinatie van de TAR Schiphol West met de MASS upgrade radardefinitie en de MASS radar van Soesterberg en de extra MASS radar bij De Kooy met een antennehoogte van m NAP, berekend met het voor LVNL aangevulde AHN-1 & AHN-2 hoogtebestand. 17. SoesterbergLVNL_WoL_HZ: Alleen de MASS radar van Soesterberg, berekend met het voor LVNL aangevulde AHN-1 & AHN-2 hoogtebestand. Naast deze TIFF files zijn er ook een zip-file met posities van de 10 nieuwe windturbines, t.w.: 1. WoL_HZ_turbines: De posities van de 10 nieuw geplaatste windturbines.

109 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 1/20 B Achtergrondinformatie B.1 Luchtverkeersradar De afkorting RADAR, oftewel Radio Detection And Ranging, werd door de Amerikanen rond 1942 geïntroduceerd. De uitvinding is echter van ruim voor de Tweede Wereldoorlog. Er wordt onderscheid gemaakt tussen zogenaamde primaire en secundaire radar. Primaire radarsystemen zijn non-coöperatief, en hebben geen additionele apparatuur nodig om een doel te detecteren. Secundaire radarsystemen zijn coöperatief en kunnen alleen doelen detecteren die meewerken door middel van een transponder. Primaire radarsystemen hebben over het algemeen een militaire toepassing, terwijl secundaire radarsystemen met name in de burgerluchtvaart worden gebruikt. B.1.1 Primaire radar Een primaire radar werkt door radiopulsen uit te zenden, die door een doel worden gereflecteerd. Deze reflectie of echo wordt door de radarantenne vervolgens weer ontvangen. Radiogolven verplaatsen zich met de snelheid van het licht, circa km/s. Door de tijd te meten tussen de uitgezonden puls en de ontvangen reflectie kan de afstand worden bepaald. Naast de afstand is ook de richting van de echo van belang. Om die reden wordt een radiopuls uitgezonden en ontvangen in een bundel. Rondzoekradars hebben altijd een vaanvormige bundel, zoals in Figuur 7.1 aangegeven. Doordat de bundel smal is in het Figuur 7.1: Een vaanvormige bundel, de typische bundelvorm voor een rondzoekradar horizontale vlak kan de peilingshoek van een doel nauwkeurig bepaald worden. De grote openingshoek in elevatie zorgt er voor dat alle doelen worden gezien van laag tot hoog. Als de antenne met 15 omwentelingen per minuut rond draait om zijn verticale as, wordt elke vier seconden een radarbeeld opgebouwd over 360 rond de radar. Luchtverkeersradars zijn in staat kleine reflecties afkomstig van vliegtuigen te detecteren tussen vaak veel grotere reflecties van gebouwen en andere stilstaande obstakels. Dit wordt in de radar gerealiseerd door gebruik te maken van het Dopplereffect. Het geluid van een auto die naar een ontvanger toe rijdt heeft een hogere frequentie dan als dezelfde auto van de ontvanger af rijdt. Bij radaruitzendingen treedt dit effect ook op. De frequentie van het gereflecteerde signaal van een naar de radar toe vliegend vliegtuig is iets hoger dan de frequentie van het uitgezonden signaal en iets lager als deze van de radar af vliegt. Bij een stilstaand obstakel is de frequentie van het verzonden en ontvangen signaal exact gelijk. Dus door te kijken naar het verschil in frequentie tussen het uitgezonden en ontvangen signaal kan een radar onderscheid maken tussen stilstaande en bewegende objecten. Dit is één van de problemen met windturbines. De ronddraaiende wieken van de windturbines veroorzaken reflecties met Doppler die

110 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 2/20 daardoor voor een radar niet te onderscheiden zijn van een vliegtuig. Hierdoor kan boven een windpark de detectie van vliegtuigen verstoord raken. Omdat de radar een grote openingshoek heeft in elevatie en geen onderscheid kan maken tussen de windturbines dichtbij de grond of een hoog vliegend vliegentuig is de verstoring tot op grote hoogte aanwezig. Dit is uiteraard een bijzonder ongewenste situatie. Naast reflecties, veroorzaakt een windturbine ook een schaduw achter de turbine. Het begrip schaduw bij radarsignalen is anders dan de schaduw bij zichtbaar licht. De radarsignalen buigen iets om de obstakels heen, waardoor er alleen vlak achter de radar bijna geen radarsignaal meer waarneembaar is. Na enkele honderden meters vindt er enig herstel plaatst, waardoor er achter de windturbine nog wel detectie van doelen kan plaatsvinden. In de schaduw is er dus geen sprake van ontbreken van detectie, maar meer sprake van vermindering van de detectiekans. Wel wordt, door de afscherming van een deel van het radarsignaal door de windturbine, het maximum bereik van de radar in de sector achter de turbine verminderd. Zie Figuur 7.2.

111 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 3/20 Verlies detectie boven windturbines X X X X X X X XX X X XXX X XX X X X X X X X X XXXX X X XX X XX X XX Verlies maximum bereik door schaduw van windturbines Flight level 1000 ft Radar Figuur 7.2 Het verlies aan detectiekans boven het windpark in de gehele openingshoek in elevatie en het verlies aan maximum bereik in het verlengde van het park. Positie radar Leeuwarden Bereik op 1000 voet ca. 80 km X Blokkering (schaduw) door hoogbouw Leeuwarden Figuur 7.3 Voorbeeld van een berekening van de radardetectiekans op 1000 voet. B.1.2 Secundaire radar Naast de hierboven beschreven primaire radars zijn er ook zogenaamde secundaire radarsystemen. Een door de secundaire radar uitgezonden puls wordt aan boord van het vliegtuig ontvangen, waarna een bericht wordt teruggezonden. De ontvangst/zendapparatuur aan boord van het vliegtuig wordt transponder genoemd. Het bericht dat de transponder terugzendt bevat onder andere een identificatiecode en de barometrische hoogte van het vliegtuig. Daarnaast kan een secundaire radar de richting van het ontvangen bericht zeer nauwkeurig peilen. Een eigenschap van dit systeem is dat een vliegtuig moet meewerken, de transponder aan boord moet immers antwoord geven op een ondervraging. Dit maakt het systeem minder voor militaire toepassingen. Als de vlieger immers de transponder uitschakelt, wordt het vliegtuig door de secundaire radar niet meer waargenomen. Een secundaire radar is minder gevoelig voor interferentie ten gevolge van obstakels en windturbines. Bij de realisatie van een bouwplan wordt daarom voor Defensie alleen de radarhinder van de primaire radar onderzocht. Als de hinder onder de norm blijft zal dit in het algemeen ook gelden voor de secundaire radar.

112 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 4/20 Primaire en secundaire radarsystemen zijn vaak geïntegreerd in één ronddraaiend antennesysteem, zie Figuur 7.4. Figuur 7.4 Een foto van een verkeersleidingsradar. De onderste antenne is van de primaire radar. Daarboven bevindt zich de antenne van de secundaire radar. Het geheel draait rond met 15 omwentelingen per minuut. B.2 PERSEUS rekenmethode Voor de rekenmethode wordt gebruik gemaakt van het rekenmodel PERSEUS (Program for the Evaluation of Radar Systems in an Extended Urban Setting). Dit model is door TNO ontwikkeld in opdracht van de ministeries van Defensie en van Infrastructuur en Milieu. B.2.1 Verkeersleidingsradars PERSEUS rekent de detectiekans uit van een doel op een gegeven hoogte. Bij de bepaling van deze detectiekans wordt niet alleen rekening gehouden met de schaduw veroorzaakt door het bouwplan, zoals bij de oude methode, maar ook met de radarreflecties veroorzaakt door de statische mast en gondel en de draaiende wieken (die een Dopplerverschuiving teweegbrengen). De primaire radars zijn binnen PERSEUS tot in betrekkelijk groot detail gemodelleerd, waardoor een beter beeld wordt verkregen van het verlies aan radardekking, zowel in de directe omgeving van het bouwplan als in de schaduw. Door de gedetailleerde modellering van de radar komen eventuele verbeteringen die de radarfabrikant aan kan brengen in de signaalverwerking ook tot uiting in betere

113 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 5/20 prestatie van de primaire radar tegen windturbines. Daarnaast worden in PERSEUS de vijf verkeersleidingsradars opgenomen in één radarnetwerk, waardoor een mogelijk verlies aan detectie van één radar kan worden gecompenseerd door een andere radar in het netwerk. Een voorbeeld van een gecombineerd radardetectiediagram van de verkeersleidingsradars berekend voor een normhoogte van 1000 voet ten opzichte van het maaiveld is gegeven in Figuur 7.6. De individuele radardetectiekansdiagrammen van de radar te Leeuwarden, Twenthe, Soesterberg, Volkel en Woensdrecht zijn gecombineerd tot één diagram. De rafelige buitenrand wordt veroorzaakt door de schaduw van bebouwing in stedelijke gebieden of door reeds bestaande windturbines. X 99% % 96% 95% 94% 93% 92% 91% 89% 88% 97% 86% 85% 84% 83% 82% 81% 79% 78% 77% 76% 75% 74% 73% 72% 71% 70% Figuur 7.5: Voorbeeld van de individuele radardetectiekansdiagrammen van de vijf MASS radars te Leeuwarden, Twenthe, Soesterberg, Volkel en Woensdrecht. De posities van de radars zijn met sterren aangegeven. Door de diagrammen enigszins transparant te maken worden de overlapgebieden zichtbaar waar de radar elkaar kunnen ondersteunen. De paarse stippen zijn de locaties van windturbines in Nederland.

114 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 6/20 X X 99% % 97% 96% % 97% 94% 96% 93% 95% 92% 91% 94% 93% 89% 92% 88% 91% 97% 86% 85% 89% 84% 88% 83% 97% 82% 81% 86% 85% 79% 84% 78% 83% 77% 76% 82% 75% 81% 74% 73% 79% 72% 71% 78% 70% 77% 76% 75% 74% 73% 72% 71% 70% Figuur 7.6: Voorbeeld van een gecombineerd radardetectiediagram berekend voor een normhoogte van 1000 voet ten opzichte van het maaiveld. De individuele radardetectiekansdiagrammen van de radar te Leeuwarden, Twenthe, Soesterberg, Volkel en Woensdrecht zijn gecombineerd tot één diagram. De posities van de radars zijn met sterren aangegeven. Rechts is de gehanteerde kleurcode weergegeven. Een groene kleur betekent een detectiekans van of meer. In Figuur 7.6 is de radardetectiekans boven een bestaand windpark vergroot weergegeven. Aan de lichtere kleuren groen is te zien dat de windturbines een verlaging van de detectiekans ter hoogte van het park veroorzaken. De detectiekans blijft echter binnen de norm van of hoger.

115 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 7/20 Figuur 7.7: De radardetectiekans boven de Flevopolder. Aan de lichtere kleuren groen is te zien dat de windturbines een verlaging van de detectiekans ter hoogte van een park veroorzaken. De detectiekans blijft in dit geval echter binnen de norm van minimaal. Zoals al eerder aangegeven, worden de vijf MASS radars gecombineerd in één radarnetwerk, waardoor een mogelijk verlies aan detectie van één radar kan worden gecompenseerd door een andere radar in het netwerk. Deze compensatie kan plaatsvinden boven of in de directie nabijheid van de turbines, maar ook in de schaduw achter de windturbine. Een voorbeeld van het eerste is gegeven in Figuur 7.8. De radar links op de tekening wordt beïnvloed door een aantal windturbines in de antennebundel. Beïnvloeding is niet alleen direct boven het windpark maar over de gehele vaanvormige openingshoek in elevatie. Voor de radar rechts liggen de windturbines achter zijn horizon, waardoor beïnvloeding boven hetzelfde gebied niet plaatsvindt. Ook bebouwing kan afscherming geven.

116 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 8/20 X X X X X X X XX X X XXX X XX X X X X X X X X XXXX X X XX X XX Flight level 1000 ft Radar A Radar B Figuur 7.8: Een voorbeeld hoe radar A, links op de tekening, wordt beïnvloed door een aantal windturbines in de antennebundel. De beïnvloeding is niet alleen direct boven het windpark maar over de gehele vaanvormige openingshoek in elevatie, aangeven met een rode arcering. Voor de radar B rechts liggen de windturbines achter zijn horizon, waardoor beïnvloeding boven hetzelfde gebied niet plaatsvindt. Ook bebouwing tussen radar B en de windturbines kan afscherming geven. Een voorbeeld waarbij een tweede radar ondersteuning biedt in de schaduw van de turbines is gegeven in Figuur 7.9. De schaduw die valt achter de windturbines in Europoort, gezien vanuit de MASS radar bij Woensdrecht, wordt opgevuld door de MASS radar bij Soesterberg. MASS Soesterberg Positie Windturbines MASS Woensdrecht Figuur 7.9: Een voorbeeld van de extra ondersteuning in de schaduw. De schaduw die valt achter de turbines in Europoort, gezien vanuit de MASS radar bij Woensdrecht, wordt opgevuld door de MASS radar bij Soesterberg, vice versa. Het radarsimulatiemodel PERSEUS berekent voor elke verkeersleidingsradar de radardetectiekans van een doel met een radardoorsnede van 2 m 2,

117 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 9/20 fluctuatiestatistiek Swerling case 1, en loos alarmkans Dit zijn typische getallen waarmee de detectiekans van een verkeersleidingsradar wordt uitgerekend. Afhankelijk van de locatie van het bouwplan moet de detectiekans geëvalueerd worden op een normhoogte van 300 voet (91 m), 500 voet (152 m) of 1000 voet (305 m) ten opzichte van het maaiveld. Indien op 1000 voet geëvalueerd wordt, zal middeling van detectiekansen binnen een cirkel met een straal van 500 m toegepast worden. Binnen deze gebieden dient de radardetectiekans of hoger te zijn. De ligging van de gebieden waar de verschillende normhoogtes gelden, is aangegeven in Figuur Figuur 7.10: De ligging van de normhoogtes op 300 voet (rood) en 500 voet (blauw). Op 1000 voet (paars) dient de verkeersleiding radarnetwerk, op enige uitzonderingen na, een landelijke dekking te hebben. Tevens zijn op deze kaart met een groene markering de locaties aangeven van het verkeersleidingsradarnetwerk bestaande uit een vijftal radarsystemen. De 300 voet normhoogtes liggen dicht rond de militaire vliegvelden, ook wel de Inner Horizontal Conical Surface (IHCS) genoemd, aangevuld met de funnels die in het verlengde liggen van de start- en landingsbanen. Een uitzondering daarop is het gebied rond het militaire oefengebied bij de Vliehors. Ook daar bevindt zich een 300 voet gebied in verband met laagvliegende militaire vliegtuigen aldaar. Binnen deze IHCS en funnel gebieden rond vliegvelden gelden vaak ook maximale bouwhoogtes. Maar deze bouwbeperkingen zijn op basis van andere regels. In de praktijk zullen de radarhindereisen vaak de beperkende factor zijn en zullen de

118 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 10/20 windturbines lager moeten zijn dan de op die locatie geldende bouwhoogtebeperkingen. Figuur 7.11: Een voorbeeld van de ligging van de IHCS en funnels en de bouwhoogtebeperkingen daarbinnen voor in dit geval de vliegbasis Leeuwarden. De 500 voet gebieden komen overeen met de Controlled Traffic Region (CTR) zones rond de verschillende militaire vliegvelden in Nederland. Dit zijn de gebieden waarbinnen de vliegtuigen manoeuvres uitvoeren na de start of vlak voor de landing. De ligging van deze gebieden is weergegeven in Figuur 7.12.

119 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 11/20 Leeuwarden Twenthe Deelen Woensdrecht Gilze-Rijen Volkel Eindhoven De Peel Figuur 7.12: Het luchtruim boven Nederland met in groen de CTR gebieden om de militaire en civiele vliegvelden. De radarhinderregeling heeft alleen betrekking op de met blauwe stippellijnen aangegeven militaire CTR s. De CTR gebieden rond de civiele vliegvelden, zoals Schiphol, Rotterdam- The Hague en Groningen vallen niet onder deze regeling, maar vallen onder de verantwoordelijkheid van LVNL. Op een hoogte van 1000 voet dient er, met enige uitzonderingen, landelijke dekking te zijn en volgen de vliegtuigen in het algemeen rechte routes. Om die reden wordt op deze hoogte een middeling van detectiekansen binnen een cirkel met een straal van 500 m toegepast. Dit is gebaseerd op: o De kans dat een vliegtuig zich boven een windturbine bevindt op het moment dat het wordt aangestraald door de ronddraaiende radarantenne; o Het feit dat radarsystemen hun doelen blijven volgen ondanks dat er bij één scan geen detectie van het vliegtuig plaatsvindt; o Eén omwenteling van de radarantenne 4 seconden duurt; o En de verplaatsing van een vliegtuig binnen één antenneomwenteling bij een gemiddelde snelheid van een vliegtuig. B.2.2 Gevechtsleidingsradars Tot nu toe is alleen de rekenmethode besproken voor de vijf verkeersleidingsradars. In Nederland staan echter ook twee gevechtsleidingsradars, zie Figuur 7.13.

120 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 12/20 Figuur 7.13: De MPR gevechtsleidingsradar bij Wier. Rechts de radarantenne in de radome. In tegenstelling tot het MASS verkeersleidingsradarwerk, worden de beide gevechtsleidingsradars afzonderlijk getoetst. Er wordt dus niet uitgegaan van de mogelijkheid tot onderlinge ondersteuning. Aangezien de beide gevechtsleidingsradars kleinere doelen moeten kunnen detecteren, geldt voor deze primaire radars een afwijkende radardoorsnede en Swerling case. 3 Verder geldt er alleen een 1000 voet normhoogte ten opzichte van het maaiveld en normgebied, omdat deze radars niet worden toegepast voor de begeleiding tijdens opstijgen en landen. De gevechtsleidingsradars kunnen naast afstand en peiling ook de hoogte van een luchtdoel bepalen. Daarom worden deze radars ook wel 3D radars genoemd. De hoogte van een doel wordt bij de MPR s bepaald door te ontvangen met een aantal bundels onder verschillende elevatiehoeken. Door de amplitude van een echo in de verschillende bundels te vergelijken, kan de elevatiehoek van het doel worden bepaald, waarna de hoogte kan worden uitgerekend. Dit type radar heeft minder last van de interferentie van windturbines dan de (2D) verkeersleidingsradars, zie Figuur Met name de radardetectie in de onderste donkerblauw gekleurde bundel wordt verstoord door de windturbines. Hogere, vanaf de groen gekleurde bundel hebben in mindere mate last van interferentie van de windturbines. Dit maakt een 3D radar in het algemeen minder gevoelig voor de inferentie van windturbines dan een 2D radar. 3 Deze gegevens en de daaruit volgende radardetectiekansdiagrammen zijn gerubriceerd en mogen door TNO niet worden vrijgegeven zonder toestemming van het Ministerie van Defensie.

121 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 13/20 X X X X X XX X X X X X X X X X Flight level 1000 ft 3D Radar Figuur 7.14 Antennepatroon van een 3D radar met meerdere ontvangstbundels in elevatie. Alleen de radardetectie in de onderste donkerblauwe gekleurde bundel wordt verstoord door de windturbines. Hogere, vanaf de groen gekleurde bundel, ondervinden geen interferentie van de windturbines, waardoor detectie niet verstoord wordt van in dit voorbeeld een vliegtuig vliegend op 1000 voet boven het maaiveld. B.2.3 Modellering windturbine Bij het modelleren van de radarreflectie en schaduwwerking wordt gebruik gemaakt van de feitelijke afmeting van de windturbine. Van deze afmetingen worden de gegevens afgeleid ten behoeve de modellering binnen PERSEUS. Het is ook om die reden dat TNO de beschikking dient te krijgen van een 3D CAD (Computer Aided Design) tekening van de turbine waarop alle buitenmaten van de turbine zichtbaar zijn. De wieken dienen op de tekening in de representatieve werkstand te staan. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van dit bestand aan TNO. TNO heeft ondertussen een aantal non-disclosure agreements afgesloten met de meest bekende windturbine fabrikanten en kan eventueel buiten de opdrachtgever om het bestand opvragen. De opdrachtgever blijft echter verantwoordelijk voor het feit dat de informatie bij TNO beschikbaar komt. De lengte van de gondel is gedefinieerd als de afstand van de hub tot aan de achterzijde van de gondel in het verlengde van de as. De hoogte en breedte van de gondel zijn gebaseerd op het effectieve oppervlak van de voor- en zijkant van de gondel en kunnen dus iets afwijken van de feitelijke afmetingen. De lengte van de wiek is gedefinieerd als de halve diameter van de rotor. De breedte van de wiek wordt afgeleid van het frontaal oppervlak. De maatvoeringen van de windturbine die voor de juiste modellering belangrijk zijn, zijn weergeven in Tabel 5.

122 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 14/20 Tabel 5: Een overzicht van de afmetingen van de windturbine zoals deze wordt toegepast in PERSEUS Onderdeel Ashoogte Tiphoogte* Breedte gondel Lengte gondel Hoogte gondel Diameter mast onder Diameter mast boven Lengte mast Lengte wiek Breedte wiek Afmeting [m] _ * Afgeleid van ashoogte en wieklengte PERSEUS houdt ook rekening met de reeds in Nederland geplaatste windturbines. Het zogenaamde baseline-bestand van meer dan tweeduizend windturbines wordt elk jaar op 1 januari vastgesteld en blijft dat komende jaar de baseline waarmee getoetst wordt. Zo blijft het bestand actueel. Voor de samenstelling van alle turbines in Nederland wordt gebruik gemaakt van het windturbinebestand van Windstats 4. De voor de simulatie noodzakelijke afmetingen van de windturbines zijn, volgens een door Defensie goedgekeurde methode, afgeleid van de in dit bestand opgenomen gegevens, zijnde fabrikant, opgewekt vermogen, ashoogte en rotordiameter. In Figuur 7.15 worden de locaties van alle turbines (situatie 1 januari 2015) uit dit bestand getoond. 4 Voor meer informatie, zie & Van Rijn

123 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 15/20 Figuur 7.15: Het Baseline windturbinebestand van 1 januari 2015 bestaand uit in totaal 2199 windturbines verspreid over Nederland op land en op zee. Vooruitlopend op de feitelijke realisatie van het Windpark Noordoostpolder en Luchterduinen in de loop van 2015, zijn ook deze twee parken nu reeds in de baseline 2015 opgenomen. Bron:

124 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 16/20 B.3 Specifieke radareigenschappen Verkeersleidingsradars beschikken vaak over twee bundels, een hoge bundel met een extra tilthoek in elevatie en een lage bundel met een kleinere tilt hoek van typisch 2.5. Figuur 7.4 toont een foto van een typische antenne van een verkeersleidingsradar. Hoge en lage bundel Figuur 7.16 Een foto van een verkeersleidingsradar, met boven de antenne van de secundaire radar en onder die van de primaire radar. De energie wordt uitgezonden door een hoorn behorend bij de lage bundel en wordt gebundeld door de wit gekleurde reflector. Het door het vliegtuig gereflecteerde signaal wordt door de zelfde reflector weer gebundeld en ontvangen in de hoorn. De tweede hoornantenne is van de hoge bundel. De radar zendt via de lage bundel en ontvangt via de hoge en lage bundel. Op korte afstand wordt ontvangen via de hoge bundel omdat via deze bundel, door de hogere elevatiestand minder reflecties van de grond worden ontvangen. De grootste verschillen tussen de standaard ASR-10SS en de upgraded versie is het feit dat de standaard versie slechts over één ontvangstkanaal beschikt. Er dient dus geschakeld te worden tussen de hoge en lage bundel. Vaak vindt dit op een vaste afstand plaats vanaf de radar. Het bundelschakelpunt is vaak goed zichtbaar in de radardetectiekansdiagrammen. De upgraded versie heeft twee parallel werkende ontvangstkanalen, waardoor het schakelen niet meer noodzakelijk is. De radar bepaalt de bundelkeuze op basis van het beste signaal. Voor hoger vliegende vliegtuigen boven een windpark kan de radar nu kiezen voor ontvangst via de hoge bundel die door haar hoge elevatie tilt minder beïnvloed wordt door de windturbines.

125 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 17/20 Minder verlies detectie boven windturbines door hoge bundel Verlies detectie boven windturbines X X X X X X X XX X X XXX X XX X X X X X X X X XXXX X X XX X XX X XX Verlies maximum bereik door schaduw van windturbines Vlieghoogte 1000 voet ( 305 m) Radar Figuur 7.17 De radar met een hoge en lage bundel. Voor hoger vliegende vliegtuigen boven een windpark kan de radar nu kiezen voor ontvangst via de hoge bundel die door haar hoge elevatie tilt minder beïnvloed wordt door de windturbines Naast deze aanpassing en er in de upgraded versie een tweede grote verbetering aangebracht in de constant false alarm rate (CFAR) detectiedrempel aansturing. In Figuur 7.18 is de werking van de CFAR geschetst. De detectiedrempel of threshold voor een doel in het midden (CUT) wordt bepaald door middeling van de gemeten amplitudes van de afstand cellen in het early en late window. Als zich daar een windturbine in bevindt, dan wordt door de sterke Doppler reflecties afkomstig van de draaiende bladen, de detectie drempel sterk verhoogd waardoor de radar niet meer in staat is het doel te detecteren. De totale lengte van het CFAR window bij de ASR-10SS bedraagt ruim 4 km. Target above threshold & detected Offset Leading or Early Window Cell under test (CUT) Guard Windows Trailing or Late Window Range cells Increasing range Total CFAR window Target below threshold & lost Threshold rise Figuur 7.18 Boven, de schematische werking van het CFAR window. De detectiedrempel of threshold voor een doel in het midden (CUT) wordt bepaald door middeling van de gemeten amplitudes van de afstandcellen in het early en late window. Als zich daar een windturbine in bevindt, zoals daaronder is weergegeven, dan wordt door de sterke

126 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 18/20 Doppler reflecties afkomstig van de draaiende bladen, de detectie drempel sterk verhoogd waardoor de radar niet meer in staat is het doel te detecteren. In Figuur 7.19 is een voorbeeld gegeven van een radardetectiekansdiagram van een standaard ASR-10SS radar, waarbij zowel het bundelschakel moment als de verstoring van de CFAR werking door de windturbines zichtbaar is. Overschakelpunt van hoge naar lage bundel Effect CFAR window Verstoring door windturbines Figuur 7.19 Een radardetectiediagram van een standaard ASR-10SS radar. Het schakelmoment tussen hoge en lage bundel en de verstoring van de CFAR window door de windturbines is goed zichtbaar. De upgraded versie van de ASR-10SS heeft een windturbines kaart, waardoor de radar weet waar en wanneer windturbines zich bevinden in de CFAR windows. Daardoor is het in staat de sterke Doppler reflecties te negeren. In Figuur 7.20 zijn de voordelen van de parallel werkende ontvangers voor de hoge en lage bundel en de CFAR aansturing van de upgraded versie weergegeven. Links de detectiekans van de standaard ASR-10SS rond vier windturbines voor een doelhoogte van 1000 voet. In het midden dezelfde windturbines maar nu voor de upgraded ASR-10SS. Rechts eveneens voor de upgraded versie, maar nu berekend voor een doelhoogte van 4000 voet. Door de grotere hoogte kan de radar nu voor de hoge bundel kiezen van de detectie van het doel. De hoge bundel ondervindt door de hogere elevatie tilt minder interferentie van de windturbines op de grond.

127 TNO-rapport TNO 2015 R augustus 2015 Bijlage B 19/20 Figuur 7.20 Links de detectiekans van de standaard ASR-10SS rond vier windturbines voor een doelhoogte van 1000 voet. In het midden dezelfde windturbines maar nu voor de upgraded ASR-10SS. Rechts eveneens voor de upgraded versie, maar nu berekend voor een doelhoogte van 4000 voet. Door de grotere hoogte kan de radar nu voor de hoge bundel kiezen van de detectie van het doel. De hoge bundel ondervindt door de hogere elevatie tilt minder interferentie van de windturbines op de grond. B.4 Handige links In deze paragraaf zijn een aantal handige links toegevoegd voor diegene die op bepaalde onderwerpen extra informatie wil verzamelen. PERSEUS pagina op TNO site: Contactadres Rijksvastgoed: DVD.JBRuimte@mindef.nl Contactadres voor toetsing LVNL: cnstoetsing@lvnl.nl RVO site wind op land: Barro in Staatscourant: Laagvlieggebieden en -routes Defensie: Overzicht windturbines in Nederland: & Van Rijn Viewer actueel hoogtebestand Nederland:

Hoofdstuk: Bijlage 3 TNO radarverstoringsonderzoek. Bijlage 3 TNO radarverstoringsonderzoek

Hoofdstuk: Bijlage 3 TNO radarverstoringsonderzoek. Bijlage 3 TNO radarverstoringsonderzoek Hoofdstuk: Bijlage 3 TNO radarverstoringsonderzoek Bijlage 3 TNO radarverstoringsonderzoek 75 Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Bosch & van Rijn T.a.v. de heer J. Dooper Groenmarktstraat 56

Nadere informatie

Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsonderzoek voor een windturbinepark Ferrum, Tata Steel, Noord-Holland.

Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsonderzoek voor een windturbinepark Ferrum, Tata Steel, Noord-Holland. Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag HASkoningDHV Nederland B.V. T.a.v. de heer L. Brinkman Postbus 151 6500 AD NIJMEGEN 6500AD151 Defensie & Veiligheid Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag

Nadere informatie

Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsonderzoek voor het windturbinepark Avri in de gemeente Geldermalsen.

Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsonderzoek voor het windturbinepark Avri in de gemeente Geldermalsen. Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Winvast B.V. T.a.v. heer R.L.M. de Coo Meerkoetwaard 6 3984 MK ODIJK 3984MK6 Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864 2509 JG Den Haag www.tno.nl

Nadere informatie

Een worst-case windturbine uit de 3 MW klasse met een ashoogte van 120 m en een rotordiameter van 120 m.

Een worst-case windturbine uit de 3 MW klasse met een ashoogte van 120 m en een rotordiameter van 120 m. Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Bosch & Van Rijn T.a.v. de heer J. Dooper Groenmarktstraat 56 3521 AV UTRECHT 3521AV56 Technical Sciences Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864

Nadere informatie

Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsonderzoek voor een windturbinepark Bijvanck te Zevenaar.

Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsonderzoek voor een windturbinepark Bijvanck te Zevenaar. Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Raedthuys Windenergie B.V. T.a.v. de heer D.J. Matthijsse Postbus 3141 7500 DC ENSCHEDE 7500DC3141 Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864 2509

Nadere informatie

Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsonderzoek voor windpark Koningspleij in de gemeente Arnhem, Gelderland.

Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsonderzoek voor windpark Koningspleij in de gemeente Arnhem, Gelderland. Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag VOF Windpark Koningspleij T.a.v. De heer J. de Waart P.a. Postbus 3141 7500 DC ENSCHEDE 7500DC3141 Technical Sciences Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag

Nadere informatie

Kilwind B.V. T.a.v. de heer W. Meerkerk Broekseweg 6 3291 LA STRIJEN 3291LA6. Geachte heer Meerkerk,

Kilwind B.V. T.a.v. de heer W. Meerkerk Broekseweg 6 3291 LA STRIJEN 3291LA6. Geachte heer Meerkerk, Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Kilwind B.V. T.a.v. de heer W. Meerkerk Broekseweg 6 3291 LA STRIJEN 3291LA6 Technical Sciences Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864 2509 JG

Nadere informatie

Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsonderzoek voor een windpark Ospel in de gemeente Nederweert, Noord Brabant.

Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsonderzoek voor een windpark Ospel in de gemeente Nederweert, Noord Brabant. Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Sweco Nederland B.V. T.a.v. de heer J. Wisse Postbus 203 3730 AE DE BILT 3730AE203 Technical Sciences Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864

Nadere informatie

Pondera Consult T.a.v. mevr. M. Pigge Postbus AN HENGELO 7550AN579. Geachte mevrouw Pigge,

Pondera Consult T.a.v. mevr. M. Pigge Postbus AN HENGELO 7550AN579. Geachte mevrouw Pigge, Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Pondera Consult T.a.v. mevr. M. Pigge Postbus 579 7550 AN HENGELO 7550AN579 Defensie & Veiligheid Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864 2509

Nadere informatie

Pondera Consult T.a.v. Dhr. M. Edink Nooitgedacht AN ZEIST 3701AN2. Geachte heer Edink,

Pondera Consult T.a.v. Dhr. M. Edink Nooitgedacht AN ZEIST 3701AN2. Geachte heer Edink, Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Pondera Consult T.a.v. Dhr. M. Edink Nooitgedacht 2 3701 AN ZEIST 3701AN2 Defensie & Veiligheid Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864 2509 JG

Nadere informatie

Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsonderzoek voor een windturbinepark in de gemeente Binnenmaas, Zuid-Holland.

Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsonderzoek voor een windturbinepark in de gemeente Binnenmaas, Zuid-Holland. Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Bosch & van Rijn T.a.v. De heer J. Dooper Groenmarktstraat 56 3521AV UTRECHT 3521AV56 Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864 2509 JG Den Haag

Nadere informatie

Beste, Met vriendelijke groet, ing. L. (Bart) van Veldhuijsen M.Sc. Belangenbehartiger vastgoed en erfgoed Defensie

Beste, Met vriendelijke groet, ing. L. (Bart) van Veldhuijsen M.Sc. Belangenbehartiger vastgoed en erfgoed Defensie Beste, Het ministerie van Defensie heeft de rapportages inzake de radarverstoringsonderzoeken a.g.v. de voorgenomen plaatsing van windturbines te Geldermalsen en Deil beoordeeld en concludeert dat de bouwplannen

Nadere informatie

Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsonderzoek voor een windpark Heibloem en Kookepan in de gemeente Leudal, Limburg.

Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsonderzoek voor een windpark Heibloem en Kookepan in de gemeente Leudal, Limburg. Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Coöperatieve Vereniging Zuidenwind U.A. T.a.v. de heer A. Jansen p/a Pannenweg 243 6031 RK NEDERWEERT 6031RK243 Defensie & Veiligheid Oude Waalsdorperweg 63

Nadere informatie

Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsonderzoek voor het windpark De Pals gelegen in de gemeente Bladel, Noord-Brabant.

Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsonderzoek voor het windpark De Pals gelegen in de gemeente Bladel, Noord-Brabant. Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Bosch & van Rijn T.a.v. de heer S. Velthuijsen Groenmarktstraat 37 3521 AV UTRECHT 3521AV37 Defensie en Veiligheid Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus

Nadere informatie

Windpark Den Tol Exploitatie BV T.a.v. de heer F.J.M. Simmes Jonkerstraat 21 7077 AT NETTERDEN. Geachte heer Simmes,

Windpark Den Tol Exploitatie BV T.a.v. de heer F.J.M. Simmes Jonkerstraat 21 7077 AT NETTERDEN. Geachte heer Simmes, Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Windpark Den Tol Exploitatie BV T.a.v. de heer F.J.M. Simmes Jonkerstraat 21 7077 AT NETTERDEN Technical Sciences Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus

Nadere informatie

. Vestas type V1 12 met een ashoogte I '19 m en een rotordiameter 112 m. innovation for life

. Vestas type V1 12 met een ashoogte I '19 m en een rotordiameter 112 m. innovation for life o innovation for life Retourâdres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag De Wolff Nederland Windenergie T.a.v. H. de Haan It Dok 2 8447 GL HEERENVEEN,htt,ltt, lt,l,htl,l,,l,tll Technical Sciences Oude Waalsdorperweg

Nadere informatie

. Siemens type SWT-3.0-113 met een ashoogte van 1'15 m en een. . REpower type 3.4M104 met een ashoogte van 128 m en een rotordiameter van 104 m.

. Siemens type SWT-3.0-113 met een ashoogte van 1'15 m en een. . REpower type 3.4M104 met een ashoogte van 128 m en een rotordiameter van 104 m. innovation for life Retouradres: Postbus $864, 2509 JG Den Haag Coöperatieve Windenergie Vereniging Zeeuwind U.A. T.a.v. de heer M. Spaans Postbus 5054 4380 KB VLISSINGEN t, ltt,tl,ht,,ll tilltl,lill l,,lhtl

Nadere informatie

Royal Haskoning DHV Nederland B.V. T.a.v. de heer M. Groen Postbus AN ZWOLLE 8000AN593. Geachte heer Groen,

Royal Haskoning DHV Nederland B.V. T.a.v. de heer M. Groen Postbus AN ZWOLLE 8000AN593. Geachte heer Groen, Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Royal Haskoning DHV Nederland B.V. T.a.v. de heer M. Groen Postbus 593 8000 AN ZWOLLE 8000AN593 Defensie & Veiligheid Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag

Nadere informatie

RADARVERSTORINGSONDERZOEK TNO, TWEE BRIEVEN

RADARVERSTORINGSONDERZOEK TNO, TWEE BRIEVEN BIJLAGE VI RADARVERSTORINGSONDERZOEK TNO, TWEE BRIEVEN Witteveen+Bos, bijlage VI behorende bij rapport UT615-24/14-002.688 d.d. 5 februari 2014 Witteveen+Bos, bijlage VI behorende bij rapport UT615-24/14-002.688

Nadere informatie

Bosch & van Rijn T.a.v. Mevr. R. Hoenkamp Groenmarktstraat AV UTRECHT 3521AV37. Geachte mevrouw Hoenkamp,

Bosch & van Rijn T.a.v. Mevr. R. Hoenkamp Groenmarktstraat AV UTRECHT 3521AV37. Geachte mevrouw Hoenkamp, Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Bosch & van Rijn T.a.v. Mevr. R. Hoenkamp Groenmarktstraat 37 3521 AV UTRECHT 3521AV37 Defensie & Veiligheid Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus

Nadere informatie

Rijksvastgoedbedrijf Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Rijksvastgoedbedrijf Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Rijksvastgoedbedrijf Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 16169 2500 BD Den Haag ENGlE Energie Nederland N.V. t.a.v. de heer A. Schoonwater Postbus 10087 8000

Nadere informatie

Eneco Generation & Storage T.a.v. de heer L. Zelst Postbus BA ROTTERDAM 3001BA Geachte heer Zelst,

Eneco Generation & Storage T.a.v. de heer L. Zelst Postbus BA ROTTERDAM 3001BA Geachte heer Zelst, Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Eneco Generation & Storage T.a.v. de heer L. Zelst Postbus 19020 3001 BA ROTTERDAM 3001BA19020 Defensie & Veiligheid Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag

Nadere informatie

Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud T.a.v. S. Zondervan Postbus AA OOSTERHOUT 4900AA40. Geachte heer Zondervan,

Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud T.a.v. S. Zondervan Postbus AA OOSTERHOUT 4900AA40. Geachte heer Zondervan, Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud T.a.v. S. Zondervan Postbus 40 4900 AA OOSTERHOUT 4900AA40 Technical Sciences Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag

Nadere informatie

ïfli:::ïiï' . Een 3 MW worst case windturbine met maximale ashoogte van 100 m en innovation for life

ïfli:::ïiï' . Een 3 MW worst case windturbine met maximale ashoogte van 100 m en innovation for life innovation for life Rerouradres: posrbussoaal,2sogjc Den Haag Eneco wind B.v. T.a.v. de heer F.P. de Jong Postbus 19020 3OO1 BA ROTTERDAM Technical Sciences Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus

Nadere informatie

J 6 MEI 20)3. 20 mil

J 6 MEI 20)3. 20 mil J 6 MEI 20)3 20 mil 30039720 innovation for life Retouradres Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Eneco Wind T.a.v. F.P. de Jong Postbus 19020 3001 BA ROTTERDAM,,i.....,i,.i,i,i.,i,i. h i.. Technical Sciences

Nadere informatie

innovation for life . Een 3MW windturbine met worst-case afmetingen op 100 m ashoogte en ,tthtil,,ll,,lhttth,tilil,l,l,ttl T oo

innovation for life . Een 3MW windturbine met worst-case afmetingen op 100 m ashoogte en ,tthtil,,ll,,lhttth,tilil,l,l,ttl T oo innovation for life Retouradres: postbus 96864,2s09 JG Den Haag Gemeente Nijmegen T.a.v. K. van Daalen Postbus 571 6500 AN NIJMEGEN,tthtil,,ll,,lhttth,tilil,l,l,ttl Technical Sciences Oude Waalsdorperutteg

Nadere informatie

Onderwerp Radarverstoringsonderzoek windpark Nieuwe Hemweg en uitbreiding windpark Havenwind op de militaire en civiele radars

Onderwerp Radarverstoringsonderzoek windpark Nieuwe Hemweg en uitbreiding windpark Havenwind op de militaire en civiele radars Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Nuon Wind T.a.v. de heer T. van Dortmont Postbus 41920 1009 DC AMSTERDAM 1009DC41920 Defensie & Veiligheid Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864

Nadere informatie

Raedthuys Groep B.V. T.a.v. de heer D.J. Matthijsse Postbus DC ENSCHEDE 7500DC3141. Geachte heer Matthijsse,

Raedthuys Groep B.V. T.a.v. de heer D.J. Matthijsse Postbus DC ENSCHEDE 7500DC3141. Geachte heer Matthijsse, Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Raedthuys Groep B.V. T.a.v. de heer D.J. Matthijsse Postbus 3141 7500 DC ENSCHEDE 7500DC3141 Technical Sciences Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus

Nadere informatie

Witteveen + Bos T.a.v. mevrouw M.M.K. Vanderschuren Postbus AE DEVENTER 7400AE223. Geachte mevrouw Vanderschuren,

Witteveen + Bos T.a.v. mevrouw M.M.K. Vanderschuren Postbus AE DEVENTER 7400AE223. Geachte mevrouw Vanderschuren, Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Witteveen + Bos T.a.v. mevrouw M.M.K. Vanderschuren Postbus 223 7400 AE DEVENTER 7400AE223 Defensie & Veiligheid Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus

Nadere informatie

TenneT TSO B.V. T.a.v. de heer S. Veldhuis Postbus AS ARNHEM 6800AS718. Geachte heer Veldhuis,

TenneT TSO B.V. T.a.v. de heer S. Veldhuis Postbus AS ARNHEM 6800AS718. Geachte heer Veldhuis, Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag TenneT TSO B.V. T.a.v. de heer S. Veldhuis Postbus 718 6800 AS ARNHEM 6800AS718 Technical Sciences Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864 2509

Nadere informatie

Nuon Wind T.a.v. Dhr. S. Kamphues Postbus DC AMSTERDAM 1009DC Geachte heer Kamphues,

Nuon Wind T.a.v. Dhr. S. Kamphues Postbus DC AMSTERDAM 1009DC Geachte heer Kamphues, Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Nuon Wind T.a.v. Dhr. S. Kamphues Postbus 41920 1009 DC AMSTERDAM 1009DC41920 Defensie & Veiligheid Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864 2509

Nadere informatie

MER Windmolenpark Elzenburg - de Geer te Oss. Bijlage 10 Radar

MER Windmolenpark Elzenburg - de Geer te Oss. Bijlage 10 Radar MER Windmolenpark Elzenburg - de Geer te Oss Bijlage 10 Radar projectnummer 0408379.00 definitief 4 september 2017 MER Windmolenpark Elzenburg - de Geer te Oss Bijlage 10 projectnummer 0408379.00 4 september

Nadere informatie

Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsonderzoek voor het windturbinepark Hattemerbroek.

Bijgaand ontvangt u onze rapportage aangaande het radarverstoringsonderzoek voor het windturbinepark Hattemerbroek. Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Van Werven Energie B.V. T.a.v. de heer E. de Graaf Verlengde Looweg 7 8096RR OLDEBROEK 8096RR7 Defensie & Veiligheid Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag

Nadere informatie

NUON DOCNRļļ&OQ 2 2 JUN PAC \m52l\

NUON DOCNRļļ&OQ 2 2 JUN PAC \m52l\ Retouradres: Postbus 96864, 2509 JG Den Haag Nuon Wind T.a.v. Dhr. S. Kamphues Postbus 41920 1009 DC A M S T E R D A M NUON DOCNRļļ&OQ 2 2 JUN 2016 PAC \m52l\ Defensie ft Veiligheid Oude Waalsdorperweg

Nadere informatie

Pondera Consult Transport

Pondera Consult Transport Inspectie Leefomgeving en Transport Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus 575 2130 AN Hoofddorp Pondera Consult Transport T.a.v. de heer M. Edink ILT/Luchtvaart Nooitgedacht 2 vergunningverlening

Nadere informatie

öï'::t"ïî:' . Opgewekt vermogen, 3 MW, ashoogte 90 m en rotordiameter 117 m. innovation for life #Ï$ä]nt"t ïl;ii".tåä, tt

öï'::tïî:' . Opgewekt vermogen, 3 MW, ashoogte 90 m en rotordiameter 117 m. innovation for life #Ï$ä]ntt ïl;ii.tåä, tt Retouradres: postbus so864, 2so9 JG Den Haag Gemeente Deventer Team Vastgoed, Milieu en Gegevensbeheer fechnical Sciences Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Heag Postbus 96864 2509 JG Den Haag wrwvtno

Nadere informatie

Toelichting PERSEUS radarhinder toetsingsmethode en berekeningen 2018

Toelichting PERSEUS radarhinder toetsingsmethode en berekeningen 2018 TNO PERSEUS 2018 Toelichting PERSEUS radarhinder toetsingsmethode en berekeningen 2018 Technical Sciences Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864 2509 JG Den Haag www.tno.nl T +31 88 866

Nadere informatie

Mededeling. Technical Sciences Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864 2509 JG Den Haag. Van Onno van Gent. www.tno.

Mededeling. Technical Sciences Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864 2509 JG Den Haag. Van Onno van Gent. www.tno. Mededeling Van Onno van Gent Onderwerp Toelichting bij de nieuwe radarhinder toetsingsmethode Technical Sciences Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864 2509 JG Den Haag www.tno.nl T +31

Nadere informatie

WAAROM HOUDEN RADARS NIET VAN WINDTURBINES? R-meeting Delft Onno van Gent

WAAROM HOUDEN RADARS NIET VAN WINDTURBINES? R-meeting Delft Onno van Gent WAAROM HOUDEN RADARS NIET VAN WINDTURBINES? R-meeting Delft Onno van Gent INHOUD Korte uitleg hoe luchtverkeersleidingsradars werken Waarom ze last hebben van windturbines Huidige (Rarro) regelgeving en

Nadere informatie

PERSEUS. Toelichting op PERSEUS radarhinder toetsingsmethode en berekeningen

PERSEUS. Toelichting op PERSEUS radarhinder toetsingsmethode en berekeningen PERSEUS Toelichting op PERSEUS radarhinder toetsingsmethode en berekeningen Technical Sciences Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864 2509 JG Den Haag www.tno.nl T +31 88 866 10 00 F +31

Nadere informatie

PERSEUS. Toelichting bij de nieuwe PERSEUS radarhinder toetsingsmethode. Program for the Evaluation of Radar Systems in an Extended Urban Setting

PERSEUS. Toelichting bij de nieuwe PERSEUS radarhinder toetsingsmethode. Program for the Evaluation of Radar Systems in an Extended Urban Setting Technical Sciences Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864 2509 JG Den Haag www.tno.nl T +31 88 866 10 00 F +31 70 328 09 61 PERSEUS Program for the Evaluation of Radar Systems in an Extended

Nadere informatie

,l,lllll,,ll,,ll,lll,lhl,ll,llh,ll,lll

,l,lllll,,ll,,ll,lll,lhl,ll,llh,ll,lll Retouradres: posrbus96a64,25o9jc oen Haag Raedthuys Windenergie B.V. T.a.v. de heer D. Matthijsse Postbus 3141 Technical Sciences Oude Waalsdorperweg 63 2597 AK Den Haag Postbus 96864 250s JG Den Hees

Nadere informatie

NOTITIE BEREKENING INVLOED WP DE KOOKEPAN OP STRAALVERBINDING TELE2

NOTITIE BEREKENING INVLOED WP DE KOOKEPAN OP STRAALVERBINDING TELE2 NOTITIE BEREKENING INVLOED WP DE KOOKEPAN OP STRAALVERBINDING TELE2 Datum Aan Burgerwindpark de Kookepan B.V. Van S. Flanderijn, Pondera Consult Betreft Notitie berekening invloed WP de Kookepan op straalverbinding

Nadere informatie

Bijlage 15a. Memo straalpaden

Bijlage 15a. Memo straalpaden BIJLAGE 15 Bijlage 15a. Memo straalpaden Memo memonummer 1 datum 19 oktober 2017 aan Leo de Hoogt Yvonne de Graaf van Anne Oerlemans Wilco Wolfs kopie project Begeleiding en advisering planvorming windmolenlocatie

Nadere informatie

Projectnummer: B02047.000077.0900. Opgesteld door: ir. G.K. Jobse; W.S. Schik. Ons kenmerk: 078702186:0.7. Kopieën aan:

Projectnummer: B02047.000077.0900. Opgesteld door: ir. G.K. Jobse; W.S. Schik. Ons kenmerk: 078702186:0.7. Kopieën aan: MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Onderwerp: Wijziging Landschappelijke beoordeling Windpark Dankzij de Dijken Arnhem,

Nadere informatie

Windpark Nieuwegein. Slagschaduwstudie

Windpark Nieuwegein. Slagschaduwstudie Windpark Nieuwegein Slagschaduwstudie Windpark Nieuwegein Slagschaduwstudie Door: Bram Konneman Datum: 31 December 2012 Projectnummer: WIENL12093 Ecofys 2012 in opdracht van: Eneco Wind B.V. ECOFYS Netherlands

Nadere informatie

Informatie voor de welstandscommissie (Windpark Kabeljauwbeek-gemeente Woensdrecht)

Informatie voor de welstandscommissie (Windpark Kabeljauwbeek-gemeente Woensdrecht) Informatie voor de welstandscommissie (Windpark Kabeljauwbeek-gemeente Woensdrecht) Geachte leden van de welstandscommissie, In deze bijlage vindt u nadere informatie over windpark Kabeljauwbeek. Het windpark

Nadere informatie

ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID WINDTURBINE DE HOEF 14 TE LEUNEN. De heer G. van de Ligt. Definitief december 2015

ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID WINDTURBINE DE HOEF 14 TE LEUNEN. De heer G. van de Ligt. Definitief december 2015 715075 18 december 2015 ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID WINDTURBINE DE HOEF 14 TE LEUNEN De heer G. van de Ligt Definitief Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon

Nadere informatie

Titel Trefkansberekening Maeslantkering

Titel Trefkansberekening Maeslantkering Titel Trefkansberekening Maeslantkering Datum 26-10-2018 Auteur Hans Kerkvliet & Jeroen Dooper 1. Inleiding Bosch & van Rijn heeft een veiligheidsonderzoek uitgevoerd naar de risico s ten gevolge van nieuw

Nadere informatie

Geachte heer/mevrouw,

Geachte heer/mevrouw, Gedeputeerde Staten van provincie Groningen Sint Jansstraat 4 9712 JN Groningen Onderwerp: Aanvulling Omgevingsvergunning Windpark Oostpolderdijk Projectnummer: C05057.000103.0100 Datum: 18-5-2017 Arcadis

Nadere informatie

EFFECT VAN WINDTURBINES OP SNELWEG A15 NABIJ WINDPARK PARK 15.

EFFECT VAN WINDTURBINES OP SNELWEG A15 NABIJ WINDPARK PARK 15. EFFECT VAN WINDTURBINES OP SNELWEG A15 NABIJ WINDPARK PARK 15. Datum 16 november 2016 Van B. Vogelaar Pondera Consult Betreft IPR en MR berekeningen Windpark Park 15 nabij Snelweg A15 Projectnummer 715094

Nadere informatie

Integrale versie van het Aangepaste ontwerp Luchthavenindelingbesluit Schiphol

Integrale versie van het Aangepaste ontwerp Luchthavenindelingbesluit Schiphol Integrale versie van het Aangepaste ontwerp Luchthavenindelingbesluit Schiphol Hoofdstuk 1. Algemeen 1.1. Begripsbepalingen Artikel 1.1.1 1. In dit besluit wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet luchtvaart;

Nadere informatie

Postbus 579 7550 AN Hengelo. S11091 V WNW Hoek van Holland

Postbus 579 7550 AN Hengelo. S11091 V WNW Hoek van Holland Postbus 579 7550 AV Hengelo (Ov.) tel: 073-534 10 53 fax: 073-534 10 28 info@ponderaservices.nl www.ponderaservices.nl Opdrachtgever: Pondera Consult BV. Postbus 579 7550 AN Hengelo Kenmerk: S11091 V WNW

Nadere informatie

QRA Gastransportleiding Verlegging W RLR KP5 Valkenburg Duyfrak Gasunie Transport Services B.V.

QRA Gastransportleiding Verlegging W RLR KP5 Valkenburg Duyfrak Gasunie Transport Services B.V. Opdrachtgever: Project: QRA Gastransportleidingen Gasunie Projectnummer: I.013262.01 Gasunie Projectnaam: Verl. W-535-01 RLR KP5 Valkenburg Duyfrak QRA Gastransportleiding Verlegging W-535-01 RLR KP5 Valkenburg

Nadere informatie

Notitie risicozonering windturbines

Notitie risicozonering windturbines Notitie risicozonering windturbines Nieuwegein, 12 augustus 2008 Kenmerk : V068281aaB1.mhr Project : Ontwikkeling Windpark Tolhuislanden Locatie : Zwolle Betreft : Risicozonering windturbines 1. Inleiding

Nadere informatie

Texelse Bierbrouwerij effect nieuwbouw op naastgelegen windturbine

Texelse Bierbrouwerij effect nieuwbouw op naastgelegen windturbine Notitie betreft: Texelse Bierbrouwerij effect nieuwbouw op naastgelegen windturbine datum: 8 januari 2018 referentie: van: aan: Buro SRO 1 Inleiding De Texelse Bierbrouwerij is voornemens haar faciliteiten

Nadere informatie

Beschrijving bouw- en bestemmingsplannen

Beschrijving bouw- en bestemmingsplannen die worden uitgezonderd van de regels voor vliegveiligheid in het Luchthavenindelingbesluit Schiphol Achtergrondrapport bij het LIB Schiphol Beschrijving bouw- en bestemmingsplannen die worden uitgezonderd

Nadere informatie

Windpark Greenport Venlo - deelgebied Zaarderheiken

Windpark Greenport Venlo - deelgebied Zaarderheiken Windpark Greenport Venlo - deelgebied Zaarderheiken Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Hoofdstuk 3

Nadere informatie

April Effecten van salderen tussen handhavingspunten

April Effecten van salderen tussen handhavingspunten April 2006 Effecten van salderen tussen handhavingspunten Effecten van salderen tussen handhavingspunten Opdrachtgever Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Transport en Luchtvaart

Nadere informatie

QRA Gastransportleiding Heerhugowaard W N.V. Nederlandse Gasunie

QRA Gastransportleiding Heerhugowaard W N.V. Nederlandse Gasunie Opdrachtgever: Project: QRA Gastransportleiding W-574-02 Gasunie Projectnummer: I.012153.01 Gasunie Projectnaam: GNIPA-1620 Aartswoud-Heerhugowaard Behoort bij besluit van Burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Naleving milieuregels gebruiksjaar Verantwoording Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol

Naleving milieuregels gebruiksjaar Verantwoording Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol Naleving milieuregels gebruiksjaar 2016 Verantwoording Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol Referentienummer 2017/SP/PERF/5569 Status Definitief Versienummer 1.0 Classificatie Openbaar Versiedatum

Nadere informatie

Bestemmingsplan Spuikwartier Den Haag

Bestemmingsplan Spuikwartier Den Haag Bestemmingsplan Spuikwartier Den Haag Bezonningsonderzoek Rapportnummer OB 15383-1-RA d.d. 21 oktober 2014 Bestemmingsplan Spuikwartier Den Haag Bezonningsonderzoek opdrachtgever Gemeente Den Haag - Dienst

Nadere informatie

Naleving milieuregels 2015. Verantwoording Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol

Naleving milieuregels 2015. Verantwoording Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol Naleving milieuregels Verantwoording Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol Referentienummer 2016/SP/PERF/5300 Status Definitief Versienummer 1.0 Classificatie Openbaar Versiedatum 3 februari 2016

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kijkduin - Ockenburg. Bezonningsonderzoek

Bestemmingsplan Kijkduin - Ockenburg. Bezonningsonderzoek Bestemmingsplan Kijkduin - Ockenburg Bezonningsonderzoek Rapportnummer O 15450-2-RA-001 d.d. 14 februari 2014 Bestemmingsplan Kijkduin - Ockenburg Bezonningsonderzoek opdrachtgever G e m e e n t e D e

Nadere informatie

Titel Trefkansberekening Hoogspanningsinfrastructuur WP Landtong Rozenburg

Titel Trefkansberekening Hoogspanningsinfrastructuur WP Landtong Rozenburg Titel berekening Hoogspanningsinfrastructuur WP Landtong Rozenburg Datum 20-09-2018 Auteur Hans Kerkvliet MSc. & Drs. Ing. Jeroen Dooper Inleiding Voor Windpark Landtong Rozenburg is een externe veiligheidsonderzoek

Nadere informatie

Windpark Avri Onderzoek slagschaduw

Windpark Avri Onderzoek slagschaduw Windpark Avri Onderzoek slagschaduw Winvast december 2015 Definitief rapport BD5519 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. PLANNING & STRATEGY Chopinlaan 12 Postbus 8064 9702 KB Groningen +31 88 348 53 00 Telefoon

Nadere informatie

RISICOBESCHOUWING VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN OVER HET SPOOR

RISICOBESCHOUWING VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN OVER HET SPOOR GEMEENTE TILBURG RISICOBESCHOUWING VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN OVER HET SPOOR Clarissenhof Tilburg Auteur L. Jansen Datum 25 augustus 2014 Pagina 1 van 14 Pagina 2 van 14 Inhoud 1 Inleiding... 4 1.1 Onderzoek...

Nadere informatie

Onderzoek naar de invloed van de geprojecteerde hoogbouw bij het Expo Center te Hengelo op straalpaden van telecommunicatieverbindingen

Onderzoek naar de invloed van de geprojecteerde hoogbouw bij het Expo Center te Hengelo op straalpaden van telecommunicatieverbindingen Rapport Lid ONRI ISO-9001: 2000 gecertificeerd Betreft: Rapportnummer: Onderzoek naar de invloed van de geprojecteerde hoogbouw bij het Expo Center te Hengelo op straalpaden van telecommunicatieverbindingen

Nadere informatie

Bezonningsonderzoek Noordgebouw U24 Stationsplein te Utrecht. Invloed van de nieuwbouw op de omgeving

Bezonningsonderzoek Noordgebouw U24 Stationsplein te Utrecht. Invloed van de nieuwbouw op de omgeving Bezonningsonderzoek Noordgebouw U24 Stationsplein te Utrecht Invloed van de nieuwbouw op de omgeving Rapportnummer GA 17485-2-RA-001 d.d. 26 februari 2015 Bezonningsonderzoek Noordgebouw U24 Stationsplein

Nadere informatie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE. GASTRANSPORTLEIDING N TE TONDEN, GEMEENTE BRUMMEN I De Hoven N Rondweg N-345

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE. GASTRANSPORTLEIDING N TE TONDEN, GEMEENTE BRUMMEN I De Hoven N Rondweg N-345 KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING N-559-20 TE TONDEN, GEMEENTE I.012547.01 De Hoven N-559-20 Rondweg N-345 I.012547.01 De Hoven N-559-20 Rondweg N-345 N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse

Nadere informatie

Resultaten na correctie appendices

Resultaten na correctie appendices NLR-notitie: Onderwerp Opdrachtgever Resultaten na correctie appendices : Resultaten herberekeningen De Kooy : Ministerie van Defensie Datum : 11 december 2017 1. Inleiding Onlangs is gebleken dat bij

Nadere informatie

Nieuwbouw Sportzaal Kikkerpolder, Groene Maredijk 1A, sectie P3173, Leiden.

Nieuwbouw Sportzaal Kikkerpolder, Groene Maredijk 1A, sectie P3173, Leiden. Nieuwbouw Sportzaal Kikkerpolder, Groene Maredijk 1A, sectie P3173, Leiden. Invloed geplande nieuwbouw op de windvang van de direct omliggende molens. Rapportnummer O 15453-2-RA-001 d.d. 20 december 2013

Nadere informatie

Windturbine E70 Grote Sloot 158 Sint Maartensbrug

Windturbine E70 Grote Sloot 158 Sint Maartensbrug Windturbine E70 Grote Sloot 158 Sint Maartensbrug Akoestisch onderzoek Opdrachtgever Usukara B.V. Contactpersoon de heer B.A. Schuijt Kenmerk R068224ag.00003.tdr Versie 01_001 Datum 17 februari 2015 Auteur

Nadere informatie

BIJLAGE 14 RISICO'S VOOR SCHEEPVAART DOOR FALEN VAN WINDTURBINES

BIJLAGE 14 RISICO'S VOOR SCHEEPVAART DOOR FALEN VAN WINDTURBINES BIJLAGE 14 RISICO'S VOOR SCHEEPVAART DOOR FALEN VAN WINDTURBINES 1 RISICO'S VOOR SCHEEPVAART DOOR FALEN VAN WINDTURBINES Inleiding Om de risico s voor scheepvaart in windturbineparken (recreatievaart

Nadere informatie

Project "Richterslaan" te Nieuwegein. Bezonningsonderzoek. Datum 5 mei 2011 Referentie

Project Richterslaan te Nieuwegein. Bezonningsonderzoek. Datum 5 mei 2011 Referentie Project "Richterslaan" te Nieuwegein. Bezonningsonderzoek. Datum 5 mei 2011 Referentie 20100392-24 Referentie 20100392-24 Rapporttitel Project "Richterslaan" te Nieuwegein. Bezonningsonderzoek. Datum 5

Nadere informatie

Uitbreiding Da Vinci College, Kagerstraat 7, sectie P3356, Leiden. Invloed geplande uitbreiding op de windvang van de direct omliggende molens.

Uitbreiding Da Vinci College, Kagerstraat 7, sectie P3356, Leiden. Invloed geplande uitbreiding op de windvang van de direct omliggende molens. Uitbreiding Da Vinci College, Kagerstraat 7, sectie P3356, Leiden. Invloed geplande uitbreiding op de windvang van de direct omliggende molens. Rapportnummer O 15453-1-RA-001 d.d. 20 december 2013 Uitbreiding

Nadere informatie

BIJLAGE 6 RADAR EN LUCHTVAART TOETS TNO, LVNL EN ILT

BIJLAGE 6 RADAR EN LUCHTVAART TOETS TNO, LVNL EN ILT Pondera Consult 1 BIJLAGE 6 RADAR EN LUCHTVAART TOETS TNO, LVNL EN ILT Vormvrije m.e.r.-beoordeling Windpark Westfrisia 714104 6 april 2016 Definitief Pim Rooijmans Geachte heer Rooijmans, beste Pim, De

Nadere informatie

Rapportage second opinion Stichting Bewoners Initiatieven Scheepvaartkwartier

Rapportage second opinion Stichting Bewoners Initiatieven Scheepvaartkwartier Bezonningsstudie Zalmhaven Rotterdam Rapportage second opinion Stichting Bewoners Initiatieven Scheepvaartkwartier 2 december 2015 INHOUDSOPGAVE 1 INTRODUCTIE 1 2 UITGANGSPUNTEN 2 3 BEREKENINGEN 4 4 RESULTATEN

Nadere informatie

december 2016 AANVULLING MER WINDPARK HARINGVLIET GO. Nuon Wind Development en Eneco Wind. Definitief

december 2016 AANVULLING MER WINDPARK HARINGVLIET GO. Nuon Wind Development en Eneco Wind. Definitief 714123 6 december 2016 AANVULLING MER WINDPARK HARINGVLIET GO Nuon Wind Development en Eneco Wind Definitief Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon (074)

Nadere informatie

ANALYSE PR CONTOUREN WINDPARK ELZENBURG DE GEER. Gemeente Oss V oktober 2018

ANALYSE PR CONTOUREN WINDPARK ELZENBURG DE GEER. Gemeente Oss V oktober 2018 BIJLAGE 20 718026 31 oktober 2018 ANALYSE PR CONTOUREN WINDPARK ELZENBURG DE GEER Gemeente Oss V2.0 Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon (074) 248 99

Nadere informatie

Inleiding Het Windpark Tata Steel beoogt 2 tot 8 nieuwe turbines te plaatsen op het terrein van Tata Steel in IJmuiden.

Inleiding Het Windpark Tata Steel beoogt 2 tot 8 nieuwe turbines te plaatsen op het terrein van Tata Steel in IJmuiden. Notitie / Memo Aan: Suzan Tack, Erik Zigterman Van: Peter Winkelman Datum: 24 juni 2016 Kopie: Ons kenmerk: I&BBE3280N003D02 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Industry & Buildings

Nadere informatie

Windpark Greenport Venlo - deelgebied Trade Port Noord

Windpark Greenport Venlo - deelgebied Trade Port Noord Windpark Greenport Venlo - deelgebied Trade Port Noord Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING. OLST-WIJHE I CDM16 Olst N Bruinweg N.V. Nederlandse Gasunie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING. OLST-WIJHE I CDM16 Olst N Bruinweg N.V. Nederlandse Gasunie KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING GASTRANSPORTLEIDING N-556-60 N-556-60 EN EN N-557-30 N-557-30 TE TE OLST, OLST, GEMEENTE GEMEENTE OLST-WIJHE OLST-WIJHE I.012535.01 - CDM16 Olst N-566-60

Nadere informatie

Windturbines industrieterrein Kleefse Waard

Windturbines industrieterrein Kleefse Waard Adviseurs externe veiligheid en risicoanalisten Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Windturbines industrieterrein Kleefse Waard Project : 163259 Datum : 29 december 2016 Auteurs : ing.

Nadere informatie

RBOI - Rotterdam/Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel

RBOI - Rotterdam/Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel RBOI - /Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook

Nadere informatie

Bestemmingsplan Regentessekwartier Zuid. Bezonningsonderzoek

Bestemmingsplan Regentessekwartier Zuid. Bezonningsonderzoek Bestemmingsplan Regentessekwartier Zuid Bezonningsonderzoek Rapportnummer OA 15423-1-RA-001 d.d. 7 april 2015 Bestemmingsplan Regentessekwartier Zuid Bezonningsonderzoek o p d r a c h t g e v e r G e m

Nadere informatie

Bijlage 10 Correspondentie KPN, LVNL en Inspectie Verkeer en Waterstaat

Bijlage 10 Correspondentie KPN, LVNL en Inspectie Verkeer en Waterstaat Bijlage 10 Correspondentie KPN, LVNL en Inspectie Verkeer en Waterstaat Email-bericht 21-12-2010 Hallo Sergej, Heb ik, uw plan gezien te hebben, geen aanleiding tot opmerkingen van KPN Vaste Net. De Straalpaden

Nadere informatie

Inleiding Het Windpark Tata Steel beoogt 2 tot 8 nieuwe turbines te plaatsen op het terrein van Tata Steel in IJmuiden.

Inleiding Het Windpark Tata Steel beoogt 2 tot 8 nieuwe turbines te plaatsen op het terrein van Tata Steel in IJmuiden. Notitie / Memo Aan: Suzan Tack Van: Peter Winkelman Datum: 9 mei 2016 Kopie: Ons kenmerk: I&BBE3280N003F02 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Industry & Buildings Onderwerp:

Nadere informatie

BOOT organiserend ingenieursburo BV. QRA Appartementencomplex Tollensstraat 211, Nijmegen

BOOT organiserend ingenieursburo BV. QRA Appartementencomplex Tollensstraat 211, Nijmegen BOOT organiserend ingenieursburo BV QRA Appartementencomplex Tollensstraat 211, Nijmegen Projectkenmerk: Datum: Versie: 3.0 Opdrachtgever: Uitgevoerd door: BOOT organiserend ingenieursburo BV TOP-Consultants

Nadere informatie

QRA. Dow Propyleen. Transportleiding. Traject Gemeente Woensdrecht

QRA. Dow Propyleen. Transportleiding. Traject Gemeente Woensdrecht QRA Dow Propyleen Transportleiding Traject Gemeente Woensdrecht Versie: februari 2016 Safeti-NL file naam: QRA_C3Leiding_CorrNiv2_MitigMaatr_Feb2016_R111_216_Results.PSU Naam en adres van de leidingexploitant.

Nadere informatie

MER WoL Noord-Holland Nadere toelichting effecten geluid

MER WoL Noord-Holland Nadere toelichting effecten geluid MER WoL Noord-Holland Nadere toelichting effecten geluid projectnr. 268346 versie 1,0 30 oktober 2014 Opdrachtgever Provincie Noord-Holland Postbus 3007 2001 DA HAARLEM datum vrijgave beschrijving versie

Nadere informatie

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Havenwind

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Havenwind 899922/943613 Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Havenwind Dit memo bevat de motivering voor het afgeven van een ontwerp-verklaring van geen bedenkingen ex artikel 6.5 Besluit omgevingsrecht

Nadere informatie

memo Berekening bouwhoogte met molenbiotoopformule, molen De Fortuin te Hattem

memo Berekening bouwhoogte met molenbiotoopformule, molen De Fortuin te Hattem memo van: aan: Nico Stoop, SAB BV B. Reukers, Triada, datum: 24 april 2012 betreft: Berekening bouwhoogte met molenbiotoopformule, molen De Fortuin te Hattem Aanleiding Triada is voornemens om het woongebied

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kijkduin - Ockenburg

Bestemmingsplan Kijkduin - Ockenburg Bestemmingsplan Kijkduin - Ockenburg Bezonningsonderzoek Rapportnummer O 15450-1-RA d.d. 22 november 2013 Bestemmingsplan Kijkduin - Ockenburg Bezonningsonderzoek opdrachtgever Gemeente Den Haag - Dienst

Nadere informatie

Windhinderonderzoek. Woontoren Bètaplein. Gemeente Leiden. Datum: 12 juni 2015 Projectnummer:

Windhinderonderzoek. Woontoren Bètaplein. Gemeente Leiden. Datum: 12 juni 2015 Projectnummer: Windhinderonderzoek Woontoren Bètaplein Gemeente Leiden Datum: 12 juni 2015 Projectnummer: 120728 SAB Postbus 479 6800 AL Arnhem tel: 026-357 69 11 fax: 026-357 66 11 Auteur rapport: Johan van der Burg

Nadere informatie

Memo TNO reflecties achterzijde schermen

Memo TNO reflecties achterzijde schermen BIJLAGE 12 Memo TNO reflecties achterzijde schermen Akoestisch onderzoek OTB/MER 2 e fase Ring Utrecht Deelrapport Specifiek - 3 - Notitie Aan Royal HaskoningDHV, t.a.v. Jan Derksen Van Arno Eisses Gebouwde

Nadere informatie

Oostroute Lelystad Airport

Oostroute Lelystad Airport Oostroute Lelystad Airport In opdracht van: Natuur en Milieu Flevoland en Staatsbosbeheer To70 Postbus 43001 2504 AA Den Haag tel. +31 (0)70 3922 322 fax +31 (0)70 3658 867 E-mail: info@to70.nl Door: Ruud

Nadere informatie

Bezonningsstudie Ursulaland

Bezonningsstudie Ursulaland Bezonningsstudie Ursulaland Opdrachtgever : Middin Project : 1353 Datum : 18 oktober 2012 lange haven 42 3111 CG Schiedam 010-473 66 11 010-473 14 30 info@vdmarchitecten.nl Www.vdmarchitecten.nl t f E

Nadere informatie

Bezonningsonderzoek Pand Z, Rotterdam. Rapportage bezonningsonderzoek Pand Z. Versie 003 B R001 Datum 1 november 2016

Bezonningsonderzoek Pand Z, Rotterdam. Rapportage bezonningsonderzoek Pand Z. Versie 003 B R001 Datum 1 november 2016 Rapportage bezonningsonderzoek Pand Z Status definitief Versie 003 Rapport B.2015.0134.51.R001 Datum 1 november 2016 Colofon Opdrachtgever Contactpersoon Ballast Nedam Bouw & Ontwikkeling,307543HZV-Kunstenpand

Nadere informatie

De warmteweerstand van De Hoop Reno systeemvloer volgens NEN 1068:2012

De warmteweerstand van De Hoop Reno systeemvloer volgens NEN 1068:2012 TNO-rapport TNO 2014 R10329-A De warmteweerstand van De Hoop Reno systeemvloer volgens NEN 1068:2012 Technical Sciences Van Mourik Broekmanweg 6 2628 XE Delft Postbus 49 2600 AA Delft www.tno.nl T +31

Nadere informatie