1 Vragen m.b.t. art. 1.1.2 - Organisatie/ verplaatsing Spoedprocedure 1.1 Uitvoeringstermijn losse deelopdrachten spoedprocedure: Is de termijn van 5 werkdagen strikt op te volgen of kan hier een langere termijn van toepassing zijn? (bezetting agenda, afwachten analyseresultaten van genomen stalen) Antwoord op vraag 1.1 Een deelopdracht wordt gekwalificeerd als spoedprocedure indien daartoe uitdrukkelijk wordt verzocht door de opdrachtgever. Bij een dergelijke opdracht moet het rapport worden aangeleverd binnen de verkorte termijn die daarvoor bepaald is in het bestek: Het rapport van een losse deelopdracht met spoedprocedure zal worden aangeleverd binnen 5 werkdagen nà de gunning (per brief of per e-mail) van de deelopdracht. Dit heeft mogelijk tot gevolg dat de uitvoerder zijn planning moet omgooien (in tegenstelling tot de prestaties die voldoende van tevoren kunnen worden ingepland en georganiseerd ) om zo voorrang te geven aan deze spoedopdracht. De inschrijver kan deze bijkomende organisatorische inspanning uitsluitend doorrekenen onder artikel 1.1.2 Organisatie/ verplaatsing Spoedprocedure. Indien bij een gegeven spoedopdracht het rapport niet binnen de verkorte termijn kan worden aangeleverd, dan blijft de uitvoerder in gebreke. Alsdan behoudt de stad zich het recht voor om haar rechten te doen gelden en gepast te reageren (middels ambtshalve wijziging van het aangerekende tarief voor deze deelopdracht, middels ingebrekestelling of andere). Indien de stad, bij bestelling van een losse deelopdracht, met de uitvoerder een termijn onderhandelt die langer is dan 5 werkdagen nà de gunning, dan impliceert dit dat de deelopdracht niet gekwalificeerd wordt als spoedprocedure.
2 Vragen m.b.t. art. 3 - Staalname en analyse 2.1 In het bestek wordt aangegeven dat deze prijzen zowel voor stalen genomen tijdens de asbestinventarisatie als voor losstaande staalnames specifiek door u aangevraagd, zullen toegepast worden. Dient deze rubriek ingevuld te worden met een prijs enkel voor de analyses? Deze kan dan gebruikt worden wanneer stalen tijdens de inventarisatie genomen worden (technicus reeds ter plaatse) en de kosten voor transport en staalname reeds in de prijs voor de inventarisatie opgenomen zijn. Voor een losse staalname zou dan prijs voor organisatie/ verplaatsing (rubriek 1), staalname op basis van uurtarief (rubriek 5) en analyse (rubriek 3) voorzien dienen te worden. Antwoord op vraag 2.1 Het bestek beschrijft onder art. 3 Staalname- en analyse: Dit artikel betreft het nemen van de nodige stalen en het analyseren ervan. Bij een losse staalname, die geen onderdeel uitmaakt van een gehele asbestinventaris van het gebouw maar daarentegen afzonderlijk wordt besteld, dienen de volgende artikels te worden aangerekend: - Eénmalige aanrekening van de prijs voorzien onder art. 1 Organisatie en verplaatsing (normale of spoedprocedure, al naargelang de gevraagde oplevertermijn bij afroep) - Géén aanrekening van de prijs voorzien onder art. 2 Inspectiebezoek, aangezien de prijs voor dat artikel een volledige rondgang en een inspectie van het ganse gebouw impliceert. - Aanrekening van de prijs voorzien onder art. 3 - Staalname en analyse (per staal en per type staalname). Deze prijs omvat eveneens het (schriftelijk) aanleveren bij het bestuur van de onderzoeksresultaten van de genomen stalen. - Géén aanrekening van de prijs voorzien onder art. 4 Opmaken van het rapport aangezien de prijs voor dat artikel de opmaak van een volledig asbestrapport impliceert. Het bestek vermeldt onder art. 1.1.2 Organisatie/ verplaatsing Spoedprocedure: Eénmalige aanrekening van de prijs voor dit artikel voor elke deelopdracht in spoedprocedure, zowel bij een deelopdracht voor het opmaken van een asbestinventaris als voor afzonderlijke staalnames en analyses op afroep (spoedprocedure) buiten een asbestinventaris. Het bestek zou hier kunnen geïnterpreteerd worden alsof de losse staalnames steeds zullen besteld worden onder spoedprocedure. In werkelijkheid is het denkbaar en mogelijk dat een losse staalname ook onder normale procedure besteld wordt. In dat geval zal voor de organisatie en verplaatsing uiteraard de prijs moeten aangerekend worden zoals voorzien onder art. 1.1.1.
Aanrekening in regie zal niet aanvaard worden voor prestaties met betrekking tot het nemen van het staal zelf. Deze prestaties dienen inbegrepen te zijn in de prijzen van art. 3.
3 Vragen m.b.t. art. 3.1.1 - Analyse type 1 - d.m.v. elektronenmicroscoop/ X- stralen spectrometrie 3.1 Heeft dit enkel betrekking op materiaalstalen of ook op luchtstalen (filters)? 3.2 Dient deze bepaling tevens onder erkenning te vallen? 3.3 Mag de analyse zowel met SEM als TEM uitgevoerd worden? 3.4 Wordt een analyse d.m.v. EM specifiek door uw diensten aangevraagd? Immers bij een asbestinventarisatie wordt standaard enkel gebruik gemaakt van asbestidentificatie d.m.v. licht- & polarisatiemicroscopie. Antwoord op vraag 3.1 Op advies van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (Toezicht op het Welzijn op het Werk) heeft de stad Antwerpen beslist om het artikel 3.1.3 (Analyse type 3 - d.m.v. luchtmeting, met een opgegeven vermoedelijke hoeveelheid (VH) van 56 eenheden) te schrappen uit de opdracht. De staalnames zoals in het bestek bedoeld onder art. 3.1.1 (Analyse type 1 - d.m.v. elektronenmicroscoop/ X- stralen spectrometrie) en onder art. 3.1.2 (Analyse type 2 - d.m.v. lichtmicroscoop) betreffen de identificatie van asbest op materiaalstalen en niet op luchtstalen. Antwoord op vraag 3.2 Enkel indien er onzekerheid is of een verdacht materiaal asbest bevat, is het nodig om het materiaal te laten analyseren. Dit is uiteraard niet nodig indien er zekerheid is dat het materiaal asbestvezels bevat. Het bestek vermeldt dat de analyse van het materiaalstaal toevertrouwd dient te worden aan een laboratorium dat een erkenning heeft voor de identificatie van asbest in materialen. De laboratoria die hiervoor erkend zijn, zijn terug te vinden op de website www.werk.belgie.be onder erkenningen/erkende Laboratoria/Deel 2-Groep 6. De FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg adviseert: De laboratoria die erkend zijn voor de identificatie van asbest in materialen zijn ( ) enkel erkend voor de methode dispersiekleuring en polarisatiemicroscopie. Voor zover ik weet zijn er in België geen laboratoria erkend voor een andere techniek met elektronenmicroscopie voor de identificatie van asbest in materialen, alhoewel deze technieken soms nauwkeuriger zijn. Voor die identificatiemethode, beschreven in het bestek, waarvoor in België geen laboratoria erkend zijn, is de erkennings-eis niet van toepassing.
Antwoord op vraag 3.3 De keuze voor een specifieke identificatiemethode, hetzij Scanning- Elektronenmicroscopie (SEM), Transmissie-Elektronenmicroscopie (TEM) of andere, zal door de uitvoerder zelf gemaakt worden. Antwoord op vraag 3.4 Het opdrachtgevend bestuur zal bij de bestelling van de opdrachten geen keuze maken voor deze of gene analysemethode voor de identificatie van asbest. De uitvoerder zal op basis van zijn ervaring en expertise zelf oordelen (1) of en welke materiaalstalen er dienen geanalyseerd te worden en (2) welke identificatiemethode daarvoor zal worden aangewend.
4 Vragen m.b.t. art. 3.1.3 - Analyse type 3 - d.m.v. luchtmeting 4.1 Dient er bij luchtmetingen een prijs voorzien te worden die enkel betrekking heeft op de analyse terwijl organisatie/verplaatsing (rubriek 1) en staalname op basis van uurtarief separaat aangerekend zullen worden 4.2 Er worden een vermoedelijke hoeveelheid van 56 aangegeven: wil dit zeggen dat er 56 campagnes van 10 meetpunten verwacht worden? Antwoord op vragen 4.1 en 4.2 Op advies van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (Toezicht op het Welzijn op het Werk) heeft de stad Antwerpen beslist om het artikel 3.1.3 (Analyse type 3 - d.m.v. luchtmeting, met een opgegeven vermoedelijke hoeveelheid (VH) van 56 eenheden) te schrappen uit de opdracht. De staalnames zoals in het bestek bedoeld onder art. 3.1.1 (Analyse type 1 - d.m.v. elektronenmicroscoop/ X- stralen spectrometrie) en art. 3.1.2 (Analyse type 2 - d.m.v. lichtmicroscoop) betreffen de identificatie van asbest op materiaalstalen en niet op luchtstalen. Hierdoor vervalt de relevantie van de vragen 4.1 en 4.2.
5 Vragen m.b.t. art. 4 - Opmaken van het rapport 5.1 Dient bij de rapportage op de aangeboden plannen aangeduid te worden waar het asbest zit, eventueel inclusief omschrijving en foto? 5.2 In welke format zullen de plannen aangeboden worden? Antwoord op vraag 5.1 Voor elke opgespoorde asbesthoudende toepassing zal de asbestinventaris onder meer de volgende specificaties vermelden in 1 samenvattende tabel: situering van de toepassing, aard, vorm, afmetingen, soort asbest, conditiestaat, referentie naar monsters, referentie naar gemaakte foto s, enz. Op die manier worden de aangetroffen asbesttoepassingen ondubbelzinnig geregistreerd. Er dienen bijgevolg geen plannen toegevoegd te worden met aanduiding van de locatie van de asbesttoepassingen. Er wordt wel verondersteld dat de asbestinventaris ook een foto-overzicht bevat van de aangetroffen asbesttoepassingen met opname van de foto-referentie in de samenvattende tabel. Antwoord op vraag 5.2 Het bestek vermeldt: Door de aanbestedende overheid zullen (in de mate van het mogelijke) volgende gegevens worden aangeleverd per deelopdracht/ per gebouw: - de (schematische) grondplannen van elke verdieping; - de bruto-oppervlakte van het gebouw, die gehanteerd wordt voor het bepalen van de prijs; - de contactgegevens van de gebruiker: naam, telefoonnummer van een contactpersoon. De aangeleverde plannen helpen de uitvoerder om zich een beeld te vormen van de opdracht vóór en tijdens de rondgang en achteraf bij het opmaken van het schriftelijke rapport. De grondplannen zullen digitaal worden aangeleverd in de gebruikelijke bestandsformaten als dwg, pdf, tif, enz.
6 Vragen m.b.t. art. 4.2 - Asbestinventaris i.f.v. saneringswerken - Bestekbeschrijving en meetstaat 6.1 Is het toegestaan om vermoedelijke hoeveelheden van de asbesttoepassingen weer te geven, of moeten dit exacte hoeveelheden zijn? 6.2 Moeten er specifieke werkinstructies en procedures worden voorgeschreven voor elke asbesttoepassing, of mag dit een meer algemeen document zijn? Antwoord op vraag 6.1 Het bestek voorziet dat de uitvoerder bij het opmaken van de (volledige) asbestinventaris i.f.v. saneringswerken naast een technische bestekbeschrijving ook een samenvattende opmetingsstaat moet toevoegen met oplijsting van alle asbesthoudende materialen en hun voorkomende hoeveelheden. Het opmaken van deze meetstaat gebeurt conform de WTCB-publicatie Meetstaat van Gebouwen. In die publicatie wordt onder meer doorverwezen naar de Standaardmeetmethode (norm NBN B 06-001 Metingen voor gebouwen. Meetmethoden voor hoeveelheden). Bij het opmaken van deze meetstaat is het de uitvoerder toegestaan om te werken met vermoedelijke hoeveelheden, i.c. vermoedelijke waarden voor de opgave van de voorkomende hoeveelheden. Antwoord op vraag 6.2 De voorgeschreven uitvoeringsmethoden die worden opgenomen in de bestekbeschrijving zullen specifiek genoeg zijn voor de aangetroffen asbesttoepassing in zoverre dat zij per asbesttoepassing dienen rekening te houden met: - de aard, de vorm en de afmetingen van de asbesttoepassing; - de specifieke soort asbest; - de conditiestaat van het materiaal; - het blootstellingsrisico van het asbest.
7 Vragen m.b.t. art. 4.3 - Actualiseren (bestaand) asbestrapport 7.1 Dient deze prijs opgegeven te worden inclusief organisatie en verplaatsing, inspectie, opmaken schriftelijk rapport en analyses? Antwoord op vraag 7.1 Neen Art. 4.3 - Actualiseren (bestaand) asbestrapport staat hiërarchisch onder art. 4 - Opmaken van het rapport. De eenheidsprijzen voorzien onder art. 4.3 dienen enkel de prestaties te dekken met betrekking tot het opmaken (qua inhoud, qua vormgeving) van het rapport, net zoals dat het geval is bij de eenheidsprijzen voor de artikels 4.1 en 4.2. Bij elke asbestinventaris die wordt opgeleverd, kunnen volgende rubrieken afzonderlijk worden aangerekend (voor zover de respectieve prestaties daarvoor werden geleverd): - Art. 1 - Organisatie en verplaatsing, éénmalige aanrekening per rapport - Art. 2 - Inspectiebezoek, éénmalige aanrekening per rapport volgens categorie van het gebouw en volgens de aard van de inventaris (beperkt of volledig) - Art. 3 - Staalname en analyse, aanrekening per staal volgens type - Art. 4 - Opmaken van het rapport, éénmalige aanrekening per rapport volgens categorie van het gebouw en volgens de aard van de inventaris (beperkt of volledig)
8 Vragen m.b.t. art. 5 - Werken in regie uurlonen 8.1 Er dient onderscheid gemaakt te worden tussen arbeiders, inspecteurs asbestinventarisaties en projectmanagers. Kan u aangeven welke activiteiten u verwacht van een arbeider en van een projectmanager? Antwoord op vraag 8.1 In zoverre het prestaties betreffen die te maken hebben met taken die niet expliciet beschreven werden onder andere artikels in dit bestek en waarvan ook niet mag worden aangenomen dat ze impliciet in andere artikels inbegrepen zitten, worden de volgende prestaties gekwalificeerd: - onder art. 5.1.1 - Werken in regie Ongeschoolde arbeider: eenvoudige uitvoerende werken die handelingen of materieel vereisen die niet mogen verwacht worden van de inspecteur asbestinventarisatie, o.m.: intensieve voorafgaande werken, afbraak-/ sloopwerken, herstellingswerken, ontruimings- of verhuiswerken, eenvoudige schoringswerken, normale reinigingswerken, en dergelijke meer. - onder art. 5.1.3 - Werken in regie Ingenieur/ projectmanager: alle extra prestaties van het verantwoordelijke (midden-)kader met betrekking tot communicatie, beheer van de kwaliteit, van de planning, en van het budget van de raamovereenkomst die niet voortkomen uit de normale uitvoering van de raamovereenkomst maar te maken hebben met significante wijzigingen aan de overeenkomst. Het is theoretisch denkbaar dat prestaties zouden aangerekend worden onder art. 5.1.3 - Werken in regie Ongeschoolde arbeider, indien zich een incident voordoet waarbij de inspecteur asbestinventarisatie op afroep een eigen werkman opvordert voor dringende werken, daar waar geen andere oplossingen mogelijk zijn (werkmannen van de stad of van een aannemer in opdracht van de stad of andere). Te verwachten is dat in normale omstandigheden onder art. 5.1.3 - Werken in regie Ingenieur/ projectmanager amper prestaties dienen aangerekend te worden die niet al impliciet inbegrepen zitten in de andere artikels.