Gecoördineerde versie Loodsdecreet

Vergelijkbare documenten
1/11C VERSCHERPTE LOODSPLICHT VOOR VAARTUIGEN IN DE BELGISCHE TERRITORIALE ZEE EN VAAR- WATEREN ONDER DE BEVOEGDHEID VAN HET VLAAMSE GEWEST

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 april 2018;

Artikel 1: Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:

38350 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

1/12A BESTELREGELING LOODSEN VOOR SCHEPEN MET EEN VLAAMSE HAVEN ALS BESTEMMING

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

Gecoördineerde versie Herziene Scheldereglement

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 9, tweede lid, onder a, van het Scheldereglement;

Besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de scheepvaartregelgeving aan de mogelijkheden van geautomatiseerd varen

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1966 Nr. 161

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

GEZAMENLIJKE BEKENDMAKING van de Belgische en Nederlandse Scheldedirecteuren. Kennisgeving nr. 1/96 dd

1/18A LOODSEN OP AFSTAND BIJ GESTAAKTE LOODSKRUISPOST IN DE SCHELDEMONDEN

Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer,

Ministerieel besluit houdende vaststelling van de loodscoëff iciënten voor de berekening van de loodstoelage van de operationele loodsen

1/17 SCHELDE SLEPEN VAN MOEILIJK HANDELBARE SCHEPEN EN/OF VARENDE TUIGEN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88;

De Vlaamse loodsgeldtarieven, loodsvergoedingen en andere kosten vanaf 1 juli 2011

Vlaamse Regering. Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 5;

Vlaamse regering. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie

(B.S.18.V.1997) 1. Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

23 MAART Koninklijk besluit betreffende het rijbewijs. Publicatie :

3 december 1992, houdende plaatsing in het

Advies. Over het voorontwerp van decreet over het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren. Brussel, 19 september 2011.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

tot wijziging van verschillende decreten in het kader van de herstructurering van het agentschap Toerisme Vlaanderen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 juni 2013

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017;

Eerste Kamer der Staten-Generaal

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 15 SEPTEMBER 1998 betreffende de adviserende beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VR DOC.0286/2BIS

Verkeersbesluit Vaarwegen AGV- 1

Reglement kade- en ligplaatsgeld 2012

9 JANUARI Koninklijk besluit betreffende de biobanken

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING VAN 17 MAART 1998

Brussel, 24 oktober JPM/Aanpassing Loodsdecreet. Advies

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Nadere eisen ontheffingverlening loodsplicht

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

1. Hieronder is een verkeerssituatie afgebeeld. Geen van beide schepen volgt stuurboordwal. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regeling Communicatie HCC Eemsmonding

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

26 JUNI Wet betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer.

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

SCHELDEREGLEMENT - TOELICHTING

Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU

18 NOVEMBER Besluit van de Vlaamse Regering tot bekrachtiging van het tariefreglement voor het kanaal Brussel-Schelde

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder.

Wijziging van de Mijnbouwwet (aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

RAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 16 november 2013

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Begrippen en Definities. Ivar ONRUST

loodgeldtarieven 2019 regio scheldemonden PILOTAGE TARIFFS NEDERLANDS LOODSWEZEN - REGION RIVER SCHELDT PAGE 1

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011

1/16B VESSEL TRAFFIC SERVICES SCHELDE EN HAAR MONDINGEN

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER Scheepvaart

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Noordwijk 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 oktober 2006, Nr. SO/2006/5545;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DECREET. inzake sociale werkplaatsen

Goedkeuring Examenreglement en -programma

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3)

==================================================================== Artikel 1

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen;

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Geldende tekst bij SB No. 4 z.a. gewijzigd bij SB 2008 no. 134 en inwerking getreden m.i.v. 11 november 2008.

Transcriptie:

Gecoördineerde versie Loodsdecreet Op 1 oktober 2002 zijn diverse uitvoeringsbesluiten van het Vlaams Loodsdecreet 1995 in voege getreden. Sindsdien zijn een aantal nieuwe uitvoeringsbesluiten verschenen. Vandaar dat er nu een tweede, bijgewerkte editie van de brochure Loodsdecreet wordt uitgegeven. In deze officieus gecoördineerde tekst sluiten de uitvoeringsbesluiten aan op het artikel van het loodsdecreet waarvan zij de uitvoering zijn. De uitvoeringsbesluiten zijn in een ander lettertype en in het blauw weergegeven. De nieuwe wetteksten, opgenomen in deze brochure, staan in de inhoudstafel vermeld onder de rubrieken 5: wijziging besluit betreffende de toekenning van een verklaring van vrijstelling voor het nemen van een loods of het gebruikmaken van loodsen op afstand 6: nieuw besluit benoeming gecommitteerde examencommissies verklaringhouder 8: de loodstarieven, geldig vanaf 1 januari 2005, gelden als nieuwe bijlage van het Besluit van de Vlaamse Regering van 15.07.02 12: nieuw besluit brevet bootman 14: nieuw besluit examencommissie verklaringhouders 15: nieuw decreet inzake bootmannen 16: nieuw besluit invoering frequentiekortingen op het loodsgeld 17: volledigheidshalve wordt de wet van 30.08.88 (aansprakelijkheid loodsdienst) toegevoegd De wijzigingen aan het Loodsdecreet vermeld in het Decreet van 5 december 2003 (rubriek 15 bootmannen) werden ingevoegd in de gecoördineerde tekst en in de marge gemarkeerd. De wijzigingen aan de uitvoeringsbesluiten zijn eveneens in de marge gemarkeerd. De volledige tekst van dit decreet wordt nog eens afzonderlijk vermeld in rubriek 15. Besluit 1. Decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaams gewest en betreffende de brevetten van havenloods en bootman 1 (Belgisch Staatsblad 05.09.1995 bl. 25328) 2. Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1999 tot bepaling van de gebieden waar daadwerkelijk het gewone loodsen, loodsen op afstand en verkeersbegeleiding wordt verstrekt (Belgisch Staatsblad van 08.10.1999 bl. 38134) 3. Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1999 tot invoering van het loodsbrevet, de tijdelijke loodsvergunning en het legitimatiebewijs (Belgisch Staatsblad van 08.10.1999 bl. 38138) 4. Besluit van de Vlaamse regering van 15.07.02 betreffende de verscherpte loodsplicht voor vaartuigen in de Belgische territoriale zee en vaarwateren onder de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest (Belgisch Staatsblad van 23.08.02 bl. 37218) pagina 3-52 6 8 12 1 Artikel 2 van het decreet van 05.12.03 houdende wijziging van het decreet van 19 april 1995 bepaalt: In het opschrift van het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende het brevet van havenloods worden de woorden «het brevet van havenloods» vervangen door de woorden «de brevetten van havenloods en bootman». Belgisch Staatsblad van 23.01.04 1 december 2004

Besluit pagina 5. Ministerieel besluit van 23.08.02 betreffende de toekenning van een verklaring van 15 vrijstelling voor het nemen van een loods of het gebruikmaken van loodsen op afstand (Belgisch Staatsblad van 28.09.02 bl. 44084) Gewijzigd bij ministerieel besluit van 23 februari 2004, BS van 27.02.04 bl. 11.449 6. Ministerieel besluit van 23.02.04 houdende benoeming van de gecommitteerde van de 20 onderscheiden examencommissies voor het brevet van verklaringhouder (Belgisch Staatsblad van 27.02.04 bl. 11.450) 7. Besluit van de Vlaamse regering van 15.07.02 betreffende de melding van aankomst 22 en vertrek van vaartuigen onderworpen aan de verplichting van het gewone loodsen of loodsen op afstand gebruik te maken (Belgisch Staatsblad van 28.09.02 bl. 44093) 8. Besluit van de Vlaamse regering van 15.07.02 tot vaststelling van de tarieven van het 29 loodsgeld en andere vergoedingen en kosten voor loodsverrichtingen in het Belgische loodsvaarwater. (Belgisch Staatsblad van 21.08.02 bl. 35908) Gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 03.12.04 9. Besluit van de Vlaamse regering van 6 september 2002 betreffende de invoering van de vergoeding voor het inzetten van een helikopter voor het beloodsen en het afhalen van een loods van vaartuigen (Belgisch Staatsblad van 28.09.2002 bl. 44092) 38 10. Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1999 betreffende de inning van 40 loodsgelden en andere vergoedingen (Belgisch Staatsblad van 08.10.1999 bl. 38136) 11. Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1999 betreffende het brevet van 42 havenloods (Belgisch Staatsblad van 08.10.1999 bl. 38150) 12. Besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 betreffende het brevet van bootman (Belgisch staatsblad van 30.08.04 bl.63652) 13. Besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 15 december 2000 betreffende de examencommissies voor het brevet van havenloods (Belgisch staatsblad van 30.12.00 bl. 43628) 14. Ministerieel besluit van 07.10.2002 houdende benoeming van de voorzitter van de onderscheiden examencommissies voor het brevet van verklaringhouder 15. Decreet van 5 december 2003 houdende wijziging van het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende het brevet van havenloods, wat de bootmannen betreft (Belgisch Staatsblad van 23.01.04 bl. 4370) 16 Besluit van de Vlaamse regering van 9 januari 2004 tot invoering van een frequentiekorting op het loodsgeld voor loodsverrichtingen in de loodswateren. (Belgisch Staatsblad van 11.02.04 bl. 7972) 17 Wet van 30 augustus 1988 houdende wijziging van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen (Belgisch Staatsblad van 17.09.1988, bl. 13191 47 53 54 55 56 62 Deze officieuze gecoördineerde tekst is bijgewerkt tot eind 2004. 2 december 2004

DECREET VAN 19 APRIL 1995 2 BETREFFENDE DE ORGANISATIE EN DE WERKING VAN DE LOODSDIENST VAN HET VLAAMS GEWEST EN BETREFFENDE DE BREVETTEN VAN HAVENLOODS EN BOOTMAN 3 HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 (Loodsdecreet): Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet. Artikel 2 (Loodsdecreet): Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: 1 "vaartuigen": a. de vaartuigen omschreven in artikel I van boek II van het Wetboek van Koophandel; b. de vaartuigen, lichters, dokken, wrakken en drijvende tuigen met bestemming naar of komend uit zee; c. de andere uitdrukkelijk bij besluit van de Vlaamse regering aangeduide vaartuigen, lichters, dokken, wrakken en drijvende tuigen; 2 "gezagvoerder": de kapitein, de schipper of de persoon die belast is met het bevel over een vaartuig, of die dit bevel in feite voert; 3 "de loodsdienst": de functionele dienst van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap belast met de in artikel 5 bedoelde taken of de rechtspersoon waaraan bij decreet die taken geheel of gedeeltelijk worden toevertrouwd; 4 "het gewone loodsen": het verstrekken van inlichtingen en raadgevingen bij de navigatie van een vaartuig, door een loods aan boord van dat vaartuig; 5 "het loodsen op afstand" of "LOA": het verstrekken van inlichtingen en raadgevingen bij de navigatie van een vaartuig, vanaf de wal of van op een ander varend of stilliggend vaartuig, door een loods, met behulp van radiocommunicatiemiddelen en eventueel van radarbeelden; 6 "loods": de houder van het loodsbrevet of van de tijdelijke loodsvergunning bedoeld in artikel 6; 7 "verkeersbegeleiding": de verzameling, de verwerking, de overbrenging en de mededeling aan de gezagvoerders en aan andere natuurlijke of rechtspersonen van gegevens in verband met de ordening en de coördinatie van het scheepvaartverkeer, met uitzondering van de specifieke activiteiten omschreven onder 4 en 5 ; 8 "verkeersbegeleidingssysteem" of "VBS": het organisatorische en operationele systeem waarin de verkeersbegeleiding wordt verstrekt; 9 "gedecentraliseerd bestuurde havens en kanalen": de op het grondgebied van het Vlaamse Gewest gelegen havens en kanalen die zij onttrokken aan de werking van de getijden en die ter uitvoering van de wet, het decreet of een met het Vlaamse Gewest gesloten overeenkomst, bestuurd of geëxploiteerd worden door een gedecentraliseerd bestuur; 2 Publicatie BS 05.09.1995. 3 Titel gewijzigd door artikel 2 van het decreet van 05.12.03 houdende wijziging van het decreet van 19 april 1995 3 december 2004

10 "loodsgelden": het gewone loodsgeld, de LOA-vergoeding en de VBS-vergoeding; 11 "gewoon loodsgeld": een retributie verschuldigd wegens het gebruik maken van het gewone loodsen; 12 "LOA-vergoeding": een retributie verschuldigd wegens het gebruik maken van LOA; 13 "VBS-vergoeding": een retributie verschuldigd wegens het gebruik maken van het verkeersbegeleidingssysteem. 14 bootmannenwerk 4 : elke vorm van materiële assistentie bij het aan- en afmeren van vaartuigen, geboden vanaf de wal of vanaf een vaartuig, uitgezonderd sleepdiensten en hulpverleningsdiensten in de zin van Titel VIII van boek II van het Wetboek van Koophandel, en geboden binnen de havengebieden bedoeld in artikel 3, 1, van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens; 15 bootman : eenieder die bootmannenwerk uitvoert, ongeacht de juridische aard van zijn aanstelling. Artikel 3 (Loodsdecreet): Dit decreet is niet van toepassing op de Noordzee-loodsen bedoeld in de wet van 8 juni 1983 houdende instelling van een certificaat van Noordzee-loods voor het loodsen van schepen op de Noordzee en in het Kanaal. HOOFDSTUK II ORGANISATIE EN WERKING VAN DE LOODSDIENST VAN HET VLAAMSE GEWEST AFDELING 1 TOEPASSINGSGEBIED Artikel 4 (Loodsdecreet): Onverminderd de internationale verplichtingen die in verband met deze aangelegenheid op het Vlaamse Gewest rusten, regelt dit hoofdstuk de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op de natuurlijke en rechtspersonen belast met het verstrekken van het gewone loodsen of van LOA of met de verkeersbegeleiding in gedecentraliseerd bestuurde havens en kanalen, uitgezonderd wat het zeekanaal van Gent naar Terneuzen, met inbegrip van de oude kanaalarmen, de Moervaart, en de op deze wateren aansluitende en door de stad Gent beheerde dokken en darsen betreft. Artikel 5 (Loodsdecreet): AFDELING 2 ORGANISATIE VAN DE LOODSDIENST 1. Alleen de loodsdienst van het Vlaamse Gewest is bevoegd om het gewone loodsen en LOA te verstrekken aan de vaartuigen die gebruik maken van of zich bevinden op de volgende wateren: 1. de Belgische territoriale zee, in westelijke richting uitgebreid tot de rede van Duinkerke, en in oostelijke richting uitgebreid tot de rede van Vlissingen; 2. de Scheldemonden van de rede van Vlissingen tot de kruisstations van de loodsboten in zee; 3. de vaarwateren tussen de kruisstations van de loodsboten tot de kusthavens; 4. de Schelde stroomafwaarts Antwerpen tot de rede van Vlissingen; 5. de rede van Antwerpen; 6. de Schelde stroomopwaarts Antwerpen tot Dendermonde; 7. 8. de Rupel van haar monding tot in de sluis van Wintam; het zeekanaal van Gent naar Terneuzen, met inbegrip van de oude kanaalarmen, de Moervaart, en de op deze wateren aansluitende en door de Stad Gent beheerde dokken en darsen; 9. de tijhavens van Oostende, Zeebrugge en Nieuwpoort en de wateren tussen deze havens en de aanpalende reden; 4 De punten 14 & 15 worden toegevoegd door artikel 3 van het decreet van 05.12.03 houdende wijziging van het decreet van 19 april 1995 4 december 2004

10. de toegangsgeulen van de op de voormelde wateren aansluitende keer- en schutsluizen; 11. de andere op het grondgebied van het Vlaamse Gewest gelegen stromen, rivieren, kanalen en bevaarbare wateren, die geen gedecentraliseerd bestuurde havens of kanalen zijn. Deze bevoegdheid omvat ook het verstrekken van het gewone loodsen en LOA aan de vaartuigen die een aan een van de genoemde wateren gelegen haven of aanlegplaats aanlopen of verlaten. 2. De Vlaamse regering bepaalt de gebieden waar de loodsdienst daadwerkelijk het gewone loodsen en LOA verstrekt. 3. De loodsdienst is belast met de verkeersbegeleiding. De Vlaamse regering bepaalt de gebieden waar verkeersbegeleiding wordt verstrekt. 5 december 2004

BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING TOT BEPALING VAN DE GEBIEDEN WAAR DAADWERKELIJK HET GEWONE LOODSEN, LOODSEN OP AFSTAND EN VERKEERSBEGELEIDING WORDT VERSTREKT 5 Hoofdstuk I - Algemene bepalingen Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder decreet : het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en het brevet van havenloods. Hoofdstuk II - Toepassingsgebied Art. 2. Het gewone loodsen van vaartuigen zoals bedoeld in artikel 2, 4, van het decreet wordt daadwerkelijk verstrekt door de loodsdienst van het Vlaamse Gewest op volgende wateren: 1 de Belgische territoriale zee, in westelijke richting uitgebreid tot de rede van Duinkerke, en in oostelijke richting tot de rede van Vlissingen; 2 de Scheldemonden van de rede van Vlissingen tot de kruisstations van de loodsboten in zee; 3 de vaarwateren tussen de kruisstations van de loodsboten tot de kusthavens; 4 de Schelde stroomafwaarts Antwerpen tot de rede van Vlissingen; 5 de rede van Antwerpen; 6 de Schelde stroomopwaarts Antwerpen tot Temse; 7 vanaf de monding van de Rupel tot in de sluis van Wintam; 8 het zeekanaal van Gent naar Terneuzen, de Moervaart, en de op deze wateren aansluitende en door de stad Gent beheerde dokken en darsen; 9 de tijhavens van Oostende, Zeebrugge en Nieuwpoort en de wateren tussen deze havens en de aanpalende reden; 10 de toegangsgeulen van de op de voormelde wateren aansluitende keer- en schutsluizen. Art. 3. Het loodsen op afstand, zoals bedoeld in artikel 2, 5, van het decreet wordt daadwerkelijk verstrekt door de loodsdienst van het Vlaamse Gewest op volgende wateren: 1 de Belgische territoriale zee tussen de kruisstations van de loodsboten en de rede van Zeebrugge; 2 de Belgische territoriale zee tussen de kruisstations van de loodsboten en de rede van Vlissingen. Art. 4. Verkeersbegeleiding zoals bedoeld in artikel 2, 8 van het decreet wordt verstrekt in volgende wateren : 1 de territoriale zee en de aanpalende zones, zoals vermeld in het verdrag van 1972 inzake de internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee; 2 de monding van de Westerschelde; 3 de Westerschelde; 4 de Schelde vanaf de Belgisch-Nederlandse grens tot Temse. Hoofdstuk III - Slotbepalingen Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor het vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit. 5 Uitvoeringsbesluit loodsdecreet artikel 5 / Besluit van 1 juni 1999 van de Vlaamse regering tot bepaling van de gebieden waar daadwerkelijk het gewone loodsen, loodsen op afstand en verkeersbegeleiding wordt verstrekt. BS publicatie 08.10.99, in voege: 18 oktober 1999. 6 december 2004

Artikel 6 (Loodsdecreet): 1. De verstrekkers van het gewone loodsen en van LOA moeten houder zijn van een loodsbrevet. De loodsbrevetten worden uitgereikt, geschorst en ingetrokken door de Vlaamse regering, die de voorwaarden vaststelt waaronder zulks geschiedt. De loodsen worden voorzien van een legitimatiebewijs. De Vlaamse regering bepaalt de vorm van dit bewijs en de vermeldingen die erop voorkomen. 2. Wanneer het belang van de scheepvaart zulks vereist, reikt de Vlaamse regering, overeenkomstig de door haar bepaalde regelen, tijdelijke loodsvergunningen uit. De Vlaamse regering bepaalt de geldigheidsduur van de vergunningen en regelt de schorsing en de intrekking ervan. De Vlaamse regering bepaalt in het bijzonder volgens welke regelen de houders van een dergelijke vergunning dienen op te treden. 7 december 2004

BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING TOT INVOERING VAN HET LOODSBREVET, DE TIJDELIJKE LOODSVERGUNNING EN HET LEGITIMATIEBEWIJS. 6 HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1 decreet : het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende het brevet van havenloods; 2 minister : de Vlaamse minister die de loodsdienst onder zijn bevoegdheid heeft; 3 loodsbrevet : het bewijs van bekwaamheid om als loods van de Vlaamse Gemeenschap, aan vaartuigen het gewone loodsen of loodsen op afstand te verstrekken op wateren zoals bedoeld in artikel 5, 2 van het decreet; 4 tijdelijke loodsvergunning : het certificaat dat de houder in staat stelt aan vaartuigen het gewone loodsen of loodsen op afstand te verstrekken tijdens een vooraf bepaalde periode, op wateren zoals bedoeld in artikel 5, 2 van het decreet; HOOFDSTUK II - Het loodsbrevet Art. 2. De vorm van het loodsbrevet bedoeld in artikel 6 van het decreet wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage I. Art. 3. De leidend ambtenaar van de administratie Waterwegen en Zeewezen reikt, in naam van de minister, het loodsbrevet uit aan de volgens het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993, in vast dienstverband benoemde loods. Art. 4. De leidend ambtenaar van de administratie Waterwegen en Zeewezen schorst het loodsbrevet of trekt het in op voorstel van het afdelingshoofd van het loodswezen. De schorsing of intrekking wordt voorgesteld bij grove schuld of opzet. Deze gemotiveerde beslissing wordt bij aangetekend schrijven aan de betrokken loods meegedeeld. Deze kan binnen veertien kalenderdagen na kennisgeving bij aangetekend schrijven beroep aantekenen bij de minister. De minister doet binnen dertig kalenderdagen uitspraak over het beroep en de gemotiveerde beslissing wordt bij aangetekend schrijven aan betrokkene meegedeeld. HOOFDSTUK III - Tijdelijke loodsvergunning Art. 5. De minister bepaalt volgens welke regelen, de omstandigheden waarin, en de periode waarvoor, in het belang van de scheepvaart, de uitreiking van tijdelijke loodsvergunningen vereist is. De vorm van deze vergunning is vastgesteld in bijlage II van dit besluit. Art. 6. De leidend ambtenaar van de administratie Waterwegen en Zeewezen reikt, in naam van de minister, de tijdelijke loodsvergunningen uit en trekt ze in op voorstel van het afdelingshoofd van het loodswezen. Art. 7. Het verkrijgen van een tijdelijke loodsvergunning houdt geen benoeming in tot ambtenaar van de Vlaamse Gemeenschap. HOOFDSTUK IV - Het legitimatiebewijs Art. 8. De leidend ambtenaar van de administratie Waterwegen en Zeewezen reikt, in naam van de minister, aan de houder van een loodsbrevet of tijdelijke loodsvergunning een legitimatiebewijs uit. De vorm van dit bewijs is vastgesteld in bijlage III van dit besluit voor de houder van een loodsbrevet en in bijlage IV voor de houder van een tijdelijke loodsvergunning. Art. 9. Bij het uitvoeren van zijn taak dient de loods te allen tijde het legitimatiebewijs bij zich te hebben. 6 Uitvoeringsbesluit loodsdecreet artikel 6 / Besluit van 1 juni 1999 van de Vlaamse regering tot invoering van het loodsbrevet, de tijdelijke loodsvergunning en het legitimatiebewijs. BS publicatie 08.10.99, in voege: 8 oktober 1999. 8 december 2004

HOOFDSTUK V - Slotbepalingen Art. 10. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. Art. 11. De Vlaamse minister, bevoegd voor het vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit. Bijlage I VLAAMSE REGERING Brevet van loods bij van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De leidend ambtenaar van de administratie Waterwegen en Zeewezen verklaart dat dit brevet is uitgereikt aan:. geboren te. op...... die bewezen heeft de vereiste bekwaamheid te bezitten om het gewone loodsen en het loodsen op afstand te verstrekken in de wateren als bedoeld in artikel 5 2 van het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende het brevet van havenloods. Datum Voor de minister, Handtekening Bijlage II VLAAMSE REGERING Tijdelijke loodsvergunning van het Vlaamse Gewest De leidend ambtenaar van de administratie Waterwegen en Zeewezen verklaart dat dit brevet is uitgereikt aan:. geboren te. op...... Voor de periode van.tot.. om het gewone loodsen en het loodsen op afstand te verstrekken in de wateren als bedoeld in artikel 5 2 van het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende het brevet van havenloods. Datum Voor de minister, Handtekening 9 december 2004

Bijlage III (voorzijde) VLAAMSE REGERING Legitimatiebewijs N De houder van dit legitimatiebewijs is bevoegd om op te treden als loods en het loodsen op afstand te verstrekken in de wateren als bedoeld in artikel 5 2 van het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende het brevet van havenloods. De gestelde overheden zullen hem/haar in de hoedanigheid erkennen en hem/haar hulp en bescherming verlenen in de uitoefening van zijn /haar ambt. Uitgereikt door de leidend ambtenaar van de administratie Waterwegen en Zeewezen Voor de minister, Handtekening Bijlage III (Achterzijde) geboren te op Datum Stempel Administratie Foto Handtekening Bijlage IV (voorzijde) VLAAMSE REGERING Legitimatiebewijs N De houder van dit legitimatiebewijs is bevoegd om op te treden als loods en het loodsen op afstand te verstrekken in de wateren als bedoeld in artikel 5 2 van het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende het brevet van havenloods. De gestelde overheden zullen hem/haar in de hoedanigheid erkennen en hem/haar hulp en bescherming verlenen in de uitoefening van zijn /haar ambt. Uitgereikt door de leidend ambtenaar van de administratie Waterwegen en Zeewezen Voor de minister, Handtekening Bijlage IV (Achterzijde) geboren te op Datum Stempel Administratie Foto Handtekening 10 december 2004

AFDELING 3 DE VERSCHERPTE LOODSPLICHT Artikel 7 (Loodsdecreet): 1. De Vlaamse regering bepaalt de gebieden waarbinnen de vaartuigen verplicht zijn om een loods aan boord te nemen. 2. De Vlaamse regering duidt de categorieën van vaartuigen en de gezagvoerders aan die van deze verplichting zijn vrijgesteld. Daarbij dient de Vlaamse regering onder meer: 1. een onderscheid te maken naar het type, de bestemming, de afmetingen en/of de hoeveelheid of de soort lading van de vaartuigen; 2. een stelsel in te voeren van individuele vrijstellingen die als gevolg van bijzondere omstandigheden worden verleend door de ambtenaren die de Vlaamse regering aanwijst; 3. een algemene vrijstelling te verlenen aan gezagvoerders die binnen een bepaalde termijn een bepaald aantal keren eenzelfde traject afleggen. Zij wordt verleend aan de betrokken gezagvoerder en niet aan een vaartuig, aan een scheepvaartlijn of aan een reder. Ze geldt slechts voor het betrokken traject en ze is bovendien beperkt om met één welbepaald vaartuig of met vaartuigen van hetzelfde type te varen. In uitzonderlijke omstandigheden of gevallen kunnen door de Vlaamse regering aangewezen ambtenaren een krachtens de voorgaande leden vrijgesteld vaartuig toch aan de verscherpte loodsplicht onderwerpen, of verplichtingen opleggen in verband met het gebruik maken van meer dan één loods. 3. De Vlaamse regering bepaalt de gebieden waarbinnen en de omstandigheden waaronder de categorieën vaartuigen die zij aanduidt, van het loodsen op afstand gebruik moeten maken. De bepalingen van 2 zijn van overeenkomstige toepassing. 4. Het is de vaartuigen die onderworpen zijn aan de verscherpte loodsplicht, en die geen loods aan boord nemen, alsook de vaartuigen die van het loodsen op afstand gebruik moeten maken, en die nalaten of weigeren dit te doen, verboden de opvaart, de afvaart of de doorvaart aan te vatten of voort te zetten. De door de Vlaamse regering aangewezen ambtenaren kunnen dit verbod in uitzonderlijke omstandigheden of gevallen opheffen door vooraf een individuele toestemming te geven om te varen. 5. Wanneer noch het gewone loodsen, noch LOA kan worden verstrekt, is het de vaartuigen verboden verder te varen, tenzij de door de Vlaamse regering aangewezen ambtenaren, rekening houdend met de in 6 bedoelde belangen, een individuele toestemming hebben verleend om te varen. 6. Bij de uitvoering van dit artikel en van de besluiten genomen ter uitvoering ervan, wordt inzonderheid rekening gehouden met het belang van: 1. de vrijwaring van de veiligheid, het vlotte verloop en de continuïteit van het scheepvaartverkeer; 2. de instandhouding, de bescherming en het waarborgen van de bruikbaarheid van de vaarwegen en hun aanhorigheden; 3. de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu. 11 december 2004

Besluit van de Vlaamse regering betreffende de verscherpte loodsplicht voor vaartuigen in de Belgische territoriale zee en vaarwateren onder de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest 7 HOOFDSTUK I - Algemene Bepalingen Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1 decreet : het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende het brevet van havenloods; 2 minister : de Vlaamse minister die de loodsdienst onder zijn bevoegdheid heeft; 3 bevoegde autoriteit : de leidend ambtenaar van de administratie Waterwegen en Zeewezen of iedere door de leidend ambtenaar daartoe aangestelde plaatsvervanger; 4 lengte : de lengte over alles; 5 binnenvaartuig : vaartuig als zodanig geregistreerd in het land van zijn nationaliteit of een vaartuig dat gewoonlijk de binnenwateren bevaart of hiertoe bestemd is, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 4 augustus 1981 houdende politie- en scheepvaartreglement voor de Belgische territoriale zee, de havens en de stranden van de Belgische Kust; 6 estuaire vaart : binnenvaartuigen, die uitsluitend in een beperkt vaargebied langs de Belgische kust varen, en als zodanig in het land van hun nationaliteit geregistreerd zijn; 7 fluvio-maritieme vaart : binnenvaartuigen die uitsluitend in een beperkt gebied op zee mogen varen en als zodanig in het land van hun nationaliteit geregistreerd zijn; 8 loodsplicht : de verplichting daadwerkelijk een loods te nemen of gebruik te maken van loodsen op afstand zoals bedoeld in artikel 7, 1, en 3, van het decreet; 9 verklaring van vrijstelling : een algemene vrijstelling van de loodsplicht zoals bedoeld in artikel 7, 2, 3 van het decreet; 10 IMDG-Code : de internationale code voor het vervoer van gevaarlijke goederen over zee opgemaakt door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO); 11 IBC-Code : de internationale IMO-code voor de bouw en de uitrusting van vaartuigen die gevaarlijke chemicaliën in bulk vervoeren; 12 IGC-Code : de internationale IMO-code voor de bouw en de uitrusting van vaartuigen die vloeibaar gas in bulk vervoeren; 13 INF-Code : de internationale IMO-code van veiligheidsvoorschriften voor het vervoer van bestraalde splijtstoffen, plutonium en hoogradioactieve afvalstoffen in vaten aan boord van een vaartuig; 14 Marpol-verdrag : het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met bijlagen, opgemaakt in Londen op 2 november 1973, en het Protocol van 1978 bij het Internationaal Verdrag van 1973 ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met bijlage, opgemaakt in Londen op 17 februari 1978; 15 Gevaarlijke of verontreinigde goederen: de goederen die worden opgesomd of omschreven in de volgende teksten: a) de IMDG-Code; b) de omschrijving van de radioactieve stoffen in de INF-code; 7 Uitvoeringsbesluit loodsdecreet artikel 7 / Besluit van 15 juli 2002 van de Vlaamse regering betreffende de verscherpte loodsplicht voor vaartuigen in de Belgische territoriale zee en vaarwateren onder de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest / BS publicatie 23.08.02, in voege op 01.10.01 12 december 2004

c) hoofdstuk 17 van de IBC-Code; d) hoofdstuk 19 van de IGC-Code; e) de bijlagen 1, 2 en 3 van het Marpol-Verdrag. Hoofdstuk II - Loodsplicht Art. 2. De vaartuigen, bedoeld in artikel 2, 1 van het decreet zijn verplicht een loods aan boord te nemen op de volgende wateren: 1. Op de Belgische territoriale zee tussen de door de bevoegde autoriteit aangeduide beloodsingspunten en de Vlaamse kusthavens; 2. Op de Schelde vanaf de Belgisch/Nederlandse grens tot Temse; 3. Op het Belgisch gedeelte van het zeekanaal van Gent naar Terneuzen, de Moervaart, en de op deze wateren aansluitende dokken en darsen; 4. De tijhavens van Oostende, Zeebrugge en Nieuwpoort en de wateren tussen deze havens en de aanpalende reden; 5. De toegangsgeulen van de op de voormelde wateren aansluitende keer- en schutsluizen. In afwijking van het eerste lid kan de bevoegde autoriteit loodsen op afstand opleggen. Tijdens LOA bevestigt de gezagvoerder de ontvangst van elk advies, herhaalt daarbij de koers- en vaartadviezen en meldt onverwijld wanneer en op welke wijze de gezagvoerder afwijkt van een advies. Hoofdstuk III - Van loodsplicht vrijgestelde vaartuigen Art. 3. Vaartuigen die onder één van de onderstaande categorieën vallen, zijn vrijgesteld van de verplichting, genoemd in artikel 2 van dit besluit : 1 binnenvaartuigen; 2 estuaire vaart; 3 fluvio-maritieme vaart; 4 vaartuigen met een lengte tot 80 meter; 5 vaartuigen die voor anker liggen, tenzij de bevoegde autoriteit er anders over beslist; 6 vaartuigen gebouwd voor het winnen of vervoeren van zand, baggerspecie of grind en als dusdanig ingezet; 7 vaartuigen die eigendom zijn van of beheerd worden door de Vlaamse of Nederlandse loodsdienst; 8 vaartuigen die eigendom zijn van of beheerd worden door de Belgische, Vlaamse of Nederlandse overheid; Art. 4. In afwijking van artikel 3 moeten vaartuigen, binnenvaartuigen uitgezonderd, wel een loods aan boord nemen in de volgende gevallen : 1. indien het geheel of gedeeltelijk geladen is met gevaarlijke of verontreinigende goederen in bulk of leeg maar nog niet ontgast is of ontdaan van gevaarlijke residuen, met uitzondering van vaartuigen die ten anker liggen 2. indien het deel uitmaakt van een duwkonvooi, tenzij de bevoegde autoriteit ontheffing verleent; 3. indien het gesleept wordt, tenzij de bevoegde autoriteit ontheffing verleent. Hoofdstuk IV - Van loodsplicht vrijgestelde personen. Verklaring van vrijstelling Art. 5. De gezagvoerder van een vaartuig is vrijgesteld van de loodsplicht, indien de gezagvoerder of een bevoegd officier die de navigatie leidt, in het bezit is van een verklaring van vrijstelling. De minister stelt de voorwaarden vast waaraan de kandidaten moeten voldoen voor het verkrijgen van de verklaring van vrijstelling. Hij bepaalt tevens de voorwaarden waaronder die verklaring van vrijstelling kan worden ingetrokken. Art. 6. Een vaartuig waarvan de gezagvoerder houder is van een verklaring van vrijstelling, moet wel een loods aan boord nemen in de volgende gevallen : 13 december 2004

1. indien het geheel of gedeeltelijk geladen is met gevaarlijke of verontreinigende goederen in bulk of leeg maar nog niet ontgast is of ontdaan van gevaarlijke residuen, met uitzondering van vaartuigen die ten anker liggen; 2. indien het deel uitmaakt van een duwkonvooi, tenzij de bevoegde autoriteit er anders over beslist; 3. indien het gesleept wordt, tenzij de bevoegde autoriteit er anders over beslist. Hoofdstuk V - Uitzonderingsmaatregelen Art. 7. Indien er sprake is van een situatie waarbij de weersomstandigheden of omstandigheden met betrekking tot het vaartuig, de scheepvaart of de scheepvaartweg het vereisen kan de bevoegde autoriteit: 1. de gezagvoerder die van loodsplicht is vrijgesteld, loodsplicht opleggen; 2. de van loodsplicht vrijgestelde vaartuigen loodsplicht opleggen; 3. het vaartuig de verplichting opleggen om van meer dan één loods gebruik te maken. Art. 8. In het belang van de scheepvaart en voorzover de veiligheid van de vaarweg niet in het gedrang komt, kan door de bevoegde autoriteit een vaartuig vrijgesteld worden van loodsplicht in de volgende gevallen : 1 indien er sprake is van een noodsituatie; 2 indien het niet daadwerkelijk binnen een redelijke termijn van een loods kan worden voorzien; 3 indien het een korte verplaatsing uitvoert binnen de wateren als bedoeld in artikel 2 van dit besluit. Hoofdstuk VI - Slotbepalingen Art. 9. De kapiteins van de vaartuigen die op de dag van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad de feitelijke navigatie leiden aan boord van de vaartuigen als bedoeld in artikel 4, 1, 12 van het koninklijk besluit van 8 juni 1971 houdende uitvoering van het artikel 4 van de wet van 3 november 1967 houdende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 24 oktober 1980, ontvangen van rechtswege een verklaring van vrijstelling. Art. 10. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2002. Art. 11. De Vlaamse minister, bevoegd voor Mobiliteit, is belast met de uitvoering van dit besluit. 14 december 2004

Ministerieel besluit betreffende de toekenning van een verklaring van vrijstelling voor het nemen van een loods of het gebruikmaken van loodsen op afstand 8 HOOFDSTUK I - Algemene Bepalingen Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1 decreet : het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende het brevet van havenloods; 2 verklaring van vrijstelling : de vrijstelling van de loodsplicht zoals bedoeld in artikel 7, 2, 3, van het decreet; 3 bevoegde autoriteit : de leidend ambtenaar van de administratie Waterwegen en Zeewezen of iedere door de leidend ambtenaar aangestelde plaatsvervanger; 4 traject : de wateren of een gedeelte daarvan zoals bepaald in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 2002 betreffende de verscherpte loodsplicht voor vaartuigen in de Belgische territoriale zee en vaarwateren onder de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest; 5 gelijksoortige vaartuigen : vaartuigen die naar het oordeel van de bevoegde autoriteit vergelijkbaar zijn. Ze worden ten minste op de volgende aspecten beoordeeld: a) scheepstype, b) hoofdafmetingen; 6 examencommissie : de commissie belast met de organisatie en afneming van de bekwaamheidsproef tot het verkrijgen van een verklaring van vrijstelling; 7 verklaringhouder : de houder van de verklaring van vrijstelling. 8 gecommitteerde 9 : ambtenaar met nautische ervaring van de afdeling Scheepvaartbegeleiding, belast met het toezicht op het afnemen van de bekwaamheidsproef. Hoofdstuk II - Voorwaarden tot het verkrijgen van een verklaring van vrijstelling Art. 2. Om een verklaring van vrijstelling te verkrijgen, dient de gezagvoerder of de bevoegde officier die de feitelijke navigatie leidt, te voldoen aan de volgende voorwaarden: 1 het bewijs leveren dat de aanvrager bevoegd is om op te treden als kapitein van het vaartuig; 2 het bewijs leveren dat de aanvrager in dienstverband als kapitein of bevoegd officier werkzaam is bij een werkgever op één of meer gelijksoortige vaartuigen waarvoor de verklaring wordt aangevraagd; 3 het bewijs leveren dat de aanvrager per jaar hetzelfde traject tenminste vierentwintig maal in en vierentwintig maal uit zal bevaren; 4 slagen in een bekwaamheidsproef, zoals vastgesteld in bijlage I van dit besluit, die handelt over de kennis van het traject waarvoor de aanvraag werd ingediend. Art. 3. 1. De examencommissie bestaat uit een voorzitter met nautische ervaring, en vier leden met nautische kennis. De vier leden van de examencommissie, evenals de gecommitteerde, geven een afzonderlijke beoordeling aan de hand van het programma zoals bepaald in bijlage I. De bekwaamheidsproef wordt, na overleg tussen de voorzitter van de examencommissie en de gecommitteerde, georganiseerd door de voorzitter na ontvangst van de schriftelijke vraag van de aanvrager, gericht aan de bevoegde autoriteit. 2. De minister benoemt de voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter van de examencommissie voor een termijn van vijf jaar. Het mandaat kan verlengd worden. De minister benoemt de gecommitteerde en zijn plaatsvervangers voor een termijn van vijf jaar. Het mandaat kan verlengd worden. De leden van de examencommissie worden ad hoc aangesteld door de voorzitter van de examencommissie. 8 Uitvoeringsbesluit loodsdecreet artikel 7 2, 3 / Ministerieel Besluit van 23 augustus 2002 betreffende de toekenning van een verklaring van vrijstelling voor het nemen van een loods of het gebruikmaken van loodsen op afstand / BS publicatie 28.09.02, in voege 01.10.02 9 Gewijzigd bij ministerieel besluit van 23.02.04 tot wijziging van voormeld van ministerieel besluit inzake invoering van gecommitteerden / BS publicatie 27.02.04 in voege: 01.03.04 15 december 2004

Art. 4. De kandidaat dient eerst te slagen in het algemene en het specifieke gedeelte van het examen waarvan het programma en de puntenwaardering vastgesteld zijn in I en II van de bijlage I van dit besluit. Daarna dient de kandidaat binnen een termijn van één jaar, met goed gevolg een reeks van 3 proefreizen in beide richtingen af te leggen zoals vastgesteld in III van bijlage I van dit besluit. De kandidaat kan slechts één bijkomende reeks proefreizen afleggen, binnen de gestelde termijn, indien hij de eerste reeks niet met goed gevolg afgelegd heeft. Voor de deelname aan het examen 10 is de aanvrager een vergoeding verschuldigd van 1460 euro. Het bedrag wordt bij vooruitbetaling voldaan door overschrijving op bankrekeningnummer 091-2206002-57 op naam van de Vlaamse Gemeenschap, Loodswezen in Antwerpen. Van dit bedrag komt 25 % toe aan de bevoegde autoriteit. De aanvrager van een verklaring van vrijstelling legt het bewijs van betaling voor bij de aanvraag. 11 Art. 5. De einduitslag, met vermelding van de data van de proeven en de proefreizen evenals de behaalde resultaten, wordt door de voorzitter van de examencommissie ter kennis gebracht van de bevoegde autoriteit. Hoofdstuk III - Uitreiking van de verklaring van vrijstelling Art. 6. Na het slagen voor de bekwaamheidsproef reikt de bevoegde autoriteit aan de kandidaat een verklaring van vrijstelling uit zoals vastgesteld in bijlage II bij dit besluit. De vrijstelling is geldig vanaf de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van de laatste proefreis. Hoofdstuk IV - Verplichtingen van de verklaringhouder en controle Art. 7. De verklaringhouder meldt zich aan bij de bevoegde autoriteit voor het binnenkomen van het betreffende traject waarvoor de verklaring van vrijstelling is afgegeven en deelt zijn naam en het nummer van de verklaring van vrijstelling mee. Art. 8. De verklaringhouder moet steeds in het bezit zijn van de verklaring van vrijstelling tijdens de vaart op het traject waarvoor deze verklaring is afgegeven. Art. 9. Uiterlijk één maand na elke periode van zes maanden na de datum van inwerkingtreding van de verklaring van vrijstelling bezorgt de verklaringhouder aan de bevoegde autoriteit een opgave met de data en tijdstippen waarop de verklaringhouder het traject in kwestie heeft bevaren. Art. 10. De verklaringhouder licht de bevoegde autoriteit schriftelijk in over elke verandering van werkgever en over elke andere wijziging die van invloed kan zijn op de geldigheid van de verklaring van vrijstelling. Art. 11. De bevoegde autoriteit kan nagaan of de persoon, die aan boord van een vaartuig de navigatie leidt, in het bezit is van een verklaring van vrijstelling. Hoofdstuk V - Verlies van geldigheid en intrekking van de verklaring van vrijstelling Art. 12. De verklaring van vrijstelling verliest haar geldigheid van rechtswege en wordt ingetrokken als één van de volgende situaties zich voordoet: 1 de verklaringhouder niet meer bevoegd is om op te treden als kapitein van het vaartuig; 10 - Overgangsbepaling: Art. 5 van het ministerieel besluit van 23.02.04 tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 augustus 2002 betreffende de toekenning van een verklaring van vrijstelling voor het nemen van een loods of het gebruikmaken van loodsen op afstand bepaalt: De examens waarvan de datum is vastgesteld vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit, blijven onderworpen aan de bepalingen van het ministerieel besluit van 23 augustus 2002. 11 Gewijzigd bij ministerieel besluit van 23.02.04 tot wijziging van voormeld ministerieel besluit inzake invoering en verdeling examengeld / BS publicatie 27.02.04 in voege: 01.03.04 16 december 2004

2 de verklaringhouder niet in dienstverband als kapitein of bevoegd officier bij de werkgever op één of meer gelijksoortige vaartuigen waarvoor de verklaring is aangevraagd werkzaam is; 3 de verklaringhouder in de voorbije twaalf maanden geen vierentwintig maal in beide richtingen het traject, waarvoor de vrijstelling is verleend, heeft afgelegd; 4 het vaartuig waarop de verklaring betrekking heeft, verbouwd is waardoor het scheepstype of de hoofdafmetingen zijn gewijzigd. Art. 13. Vanaf de datum van verlies van geldigheid van de verklaring van vrijstelling, worden de gegeven kortingen teruggevorderd. Art. 14. De bevoegde autoriteit kan de verklaring van vrijstelling intrekken indien de verklaringhouder de voor het betreffende traject geldende regelgeving niet naleeft. Hoofdstuk VI - Slotbepalingen Art. 15. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2002. 17 december 2004

BIJLAGE I Programma voor het verwerven van de verklaring van vrijstelling. Minimum te behalen aantal punten : 130 op een totaal van 200 punten. I Algemeen programma: mondeling Minimum te behalen aantal punten : 60 op 100. 1 Reglementen (algemeen) Internationale Bepalingen ter Voorkoming van Aanvaringen op Zee 1972 (met amendementen). Het IALA-maritiem betonningsstelsel (International Association of Lighthouse Authorities). 2 Manoeuvres Manoeuvreren in havens, op rivieren, op kanalen en op zee : Verschillende voortstuwingsmethoden, Effect van enkel- en dubbelschroevers i.v.m. de draairichting vooruit en achteruit, Effect van enkel- en dubbelroeren, boeg- en hekschroeven, Aanmeren en vertrek van ligplaatsen waar stroom loopt. Stopweg. Invloed van: Manoeuvreren met behulp van ankers. 3 Communicatie - ondiep water; - stroom; - wind; - gewichtsverdeling en deklading (stuurlast). Elementaire kennis van het zeevaartinspectiereglement inzake radiovoorschriften. Reglementering : algemene kennis van de artikels 17, 18, 33, 34, 35, 36, 37 van de radioreglementen. Praktische kennis van de radiotelefonische procedure, gespreksdiscipline. Kennis spellingstabel letters en cijfers. 4 Milieubescherming Meldingsplicht en maatregelen bij vervuiling en verontreiniging. II Specifiek programma : mondeling Minimum te behalen aantal punten : 70 op 100. Lokale scheepvaartreglementen en bijzondere verordeningen voor het traject waarvoor de verklaring van vrijstelling wordt aangevraagd. Kennisgevingen en dienstorders. Nautisch-technische kennis van het vaargebied (tracés, afstanden, koersen, diepten, betonning en bebakening, seinen en signalering, enz...). Algemene kennis van de infrastructuur van de haven waarvoor de verklaring van vrijstelling wordt aangevraagd (dokken, kaden, steigers, sluizen, bruggen, droogdokken, enz...). Radarnavigatie onder alle omstandigheden. Manoeuvreersimulaties met betrekking tot het vaargebied. 18 december 2004

III Proefreizen 12 De kandidaat moet, op het traject waarvoor de verklaring van vrijstelling wordt aangevraagd, drie proefreizen in beide richtingen afleggen, vergezeld van een loods en, op verzoek van één der betrokken partijen, een gecommitteerde, waarbij zijn praktische kennis getoetst wordt. De loods en eventueel de gecommitteerde maken per reis elk een schriftelijk verslag op dat aan de examencommissie wordt voorgelegd. De examencommissie oordeelt aan de hand van de verslagen of de kandidaat de proefreizen met goed gevolg heeft volbracht. BIJLAGE II VLAAMSE REGERING Verklaring van vrijstelling Vrijstelling nr..... Deze verklaring is geldig voor Naam en voornaam..... Adres... foto Geboren op...... te.... Voor de Vlaamse minister Bevoegd voor vervoer, Voorzijde verklaring van vrijstelling Deze verklaring is geldig voor: - naam en adres werkgever:... - namen van de vaartuigen waarvoor de verklaring geldig is:... - kapiteinslicentienummer:... - het traject... Deze verklaring is geldig vanaf: Handtekening verklaringhouder Achterzijde verklaring van vrijstelling. 12 Gewijzigd bij ministerieel besluit van 23.02.04 tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 augustus 2002 betreffende de toekenning van een verklaring van vrijstelling voor het nemen van een loods of het gebruikmaken van loodsen op afstand / BS publicatie 27.02.04 in voege: 01.03.04 19 december 2004

Ministerieel besluit van 23.02.04 houdende benoeming van de gecommitteerde van de onderscheiden examencommissies voor het brevet van verklaringhouder 13 Gelet op het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende het brevet van havenloods, inzonderheid op artikel 7; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 2002 betreffende de verscherpte loodsplicht voor vaartuigen in de Belgische territoriale zee en vaarwateren onder de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest, inzonderheid op artikel 5; Gelet op het ministerieel besluit van 23 augustus 2002 betreffende de toekenning van een verklaring van vrijstelling voor het nemen van een loods of het gebruikmaken van loodsen op afstand, gewijzigd bij besluit van 23 februari 2004, Besluit : Artikel 1. In de commissies die ermee belast zijn de proef af te nemen voor het verwerven van het brevet van verklaringhouder, worden de volgende personen benoemd tot : 1 gecommitteerde : de heer Martin Mesuere; 2 plaatsvervangend gecommitteerde : de heer Jacques Loncke en de heer Marc Decocker. Art. 2. De gecommitteerde en zijn plaatsvervangers die ermee belast zijn van de examens bij te wonen voor het verwerven van het brevet van verklaringhouder, worden aangesteld voor de periode van 1 maart 2004 tot en met 28 februari 2009. Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2004. 13 Uitvoeringsbesluit Loodsdecreet artikel 7. Belgisch staatsblad 27.02.04 blz 11.450 20 december 2004

AFDELING 4 DE UITVOERING VAN DE LOODSTAKEN Artikel 8 (Loodsdecreet): Zowel bij het verstrekken van het gewone loodsen, als bij het loodsen op afstand, treden de loodsen op als raadgever van de gezagvoerder. Alleen deze laatste is meester over de leiding en de manoeuvres van het vaartuig. De loodsen kunnen ter uitvoering van hun opdracht, maar wel onder de uitsluitende verantwoordelijkheid van de gezagvoerder, alle door de gezagvoerder nuttig of nodig geachte en eventueel zelfs stilzwijgend gedoogde intellectuele en materiële handelingen verrichten, met inbegrip van handelingen die betrekking hebben op aspecten van de eigenlijke navigatie. Artikel 9 (Loodsdecreet): Met het oog op de goede werking van de loodsdienst en de veiligheid van de verkeersafwikkeling, zijn de gezagvoerders ertoe verplicht hun aankomst en vertrek vooraf aan de loodsdienst te melden op de wijze, in de vorm en binnen de termijn die door de Vlaamse regering bepaald zijn. 21 december 2004

Besluit van de Vlaamse regering betreffende de melding van aankomst en vertrek van vaartuigen onderworpen aan de verplichting van het gewone loodsen of loodsen op afstand gebruik te maken 14 Hoofdstuk I - Algemene bepalingen Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1 ETA : verwachte tijd van aankomst; 2 ETD : verwachte tijd van vertrek; 3 loodsplicht : de verplichting opgelegd aan de gezagvoerder van een vaartuig een loods aan boord te nemen of gebruik te maken van loodsen op afstand; 4 bevoegde autoriteit : de leidend ambtenaar van de administratie Waterwegen en Zeewezen of iedere door de leidend ambtenaar daartoe aangestelde plaatsvervanger; 5 loodskruispost : het kruisstation van een loodsboot in zee; 6 besteldienst : het onderdeel van de onderscheiden loodsdiensten dat belast is met het toewijzen van een loods aan een vaartuig; 7 VTS-SM : Vessel Traffic Services - Scheldemonden; 8 exploitant : de kapitein, reder, charteraar, beheerder of agent van een vaartuig; 9 regelmatige lijn : de zeevaartlijn waarvan de vaartuigen in onderling verband volgens een vooraf bekendgemaakte dienstregeling varen. Hoofdstuk II - Algemeenheden Art. 2. Voor de ETA moet de exploitant, wiens vaartuig gebruik moet maken van de diensten van een loods, zich melden op het adres en op de wijze, die daarvoor in bijlage I van dit besluit zijn aangegeven. Daarbij dient de exploitant de aangegeven termijnen in acht te nemen. De exploitant meldt zich met de gegevens, bedoeld in bijlage III van dit besluit in de voorgeschreven volgorde, waarbij voor de verschillende communicatiemiddelen steeds de aangegeven vooraanduiding wordt gebruikt. Art. 3. Voor de ETD moet de exploitant, wiens vaartuig gebruik moet maken van de diensten van een loods en dat een Vlaamse haven, anker- of ligplaats wenst te verlaten, zich melden op het adres en de wijze, die in bijlage II van dit besluit zijn aangegeven. Daarbij dient de exploitant de aangegeven termijnen in acht te nemen. Art. 4. Afwijkingen van meer dan twee uur van de ETA, ETD of van het vaarschema of indien de loods wordt afbesteld, moeten worden gemeld, zoals voorzien in de bijlagen I en II van dit besluit. De exploitant corrigeert de in het eerste lid van dit artikel opgegeven afwijking met de gegevens, bedoeld in bijlage IV van dit besluit, in de voorgeschreven volgorde, waarbij voor de verschillende communicatiemiddelen steeds de aangegeven vooraanduidingen worden gebruikt. Art. 5. De vaartuigen die een regelmatige lijn onderhouden en indien een verklaringhouder de navigatie leidt voldoen aan de meldingsverplichting door wekelijks hun vaarschema mee te delen aan het Dispatchingcentrum Zeebrugge. Art. 6. Voor alle meldingen heeft de melding van de kapitein voorrang op deze van alle andere exploitanten. Hoofdstuk III- Volgorde van beloodsen en/of geven van loodsen op afstand. Afdeling 1 - Bij de loodskruisposten Art. 7.De vaartuigen worden van een loods voorzien of nemen deel aan loodsen op afstand in volgorde van aankomst bij de loodskruispost. Art. 8. Indien een vaartuig vroeger bij de loodskruispost aankomt dan het aangekondigde tijdstip, wordt dit vaartuig niet eerder van een loods voorzien of opgenomen in het loodsen op afstandsysteem dan de ETA, tenzij eerder een loods beschikbaar is of het vaartuig eerder in het loodsen op afstand-systeem kan worden opgenomen. Art. 9. Voor vaartuigen met ETA of wijziging van ETA korter dan 4 uur zijn de bepalingen van de artikelen 7 en 8 eveneens van toepassing. 14 Uitvoeringsbesluit loodsdecreet artikel 9/ Besluit van 15 juli 2002 van de Vlaamse regering betreffende de melding van aankomst en vertrek van vaartuigen onderworpen aan de verplichting van het gewone loodsen of loodsen op afstand gebruik te maken / BS publicatie 28.09.02, in voege 01.10.02 22 december 2004