recht toe recht aan Aansprakelijkheid & Verzekering Deze uitgave: kosten in en buiten rechte.



Vergelijkbare documenten
hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217

De kosten van het (voorlopig) deskundigenbericht *

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht

Convenant loonregres

Indicatietarieven in IE-zaken

Algemene voorwaarden van Gresnigt & Van Kippersluis Advocaten

ALGEMENE VOORWAARDEN ARTIKEL 1 - ALGEMEEN

Advocatenkantoor Spangesekade

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

(Buiten)gerechtelijke kosten: de onwenselijkheid van het op grote schaal van kleur verschieten

Incassokosten volgens de WIK

Algemene Voorwaarden NVJ voor rechtsbijstand en juridisch advies. Artikel 1 Toepasselijkheid

Algemene Voorwaarden NVJ voor rechtsbijstand en juridisch advies

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Algemene voorwaarden Individuele Rechtshulp LAD (versie 2014) Inleiding

Indicatietarieven in IE-zaken Hoge Raad

Onderzoek in opdracht van de Stichting Personenschade Instituut van Verzekeraars, METRO, Universiteit Maastricht, 23 januari 2008.

Begroting van de kosten van de deelgeschilprocedure

Algemene Voorwaarden Van Ekelen & Poort advocaten & mediators

Convenant (buitengerechtelijke) kosten Medische aansprakelijkheid

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/350 Wtra AK van 3 december 2018 van

Liquidatietarief rechtbanken en gerechtshoven (per )

ALGEMENE VOORWAARDEN

Convenant verhaalsrecht BSA en Verbond 2015 Convenant verhaalsrecht BSA en Verbond

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013

Kühn c.s. Advocaten. Algemene Voorwaarden van dienstverlening van Kühn c.s. Advocaten kantoorhoudende te Amsterdam

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

Invoering van een nieuw griffierechtenstelsel in burgerlijke zaken (Wet griffierechten burgerlijke zaken)

I 179 I De nieuwe deelgeschilprocedure: de eerste oogst

Naar aanleiding van de uitzending van Tros Radar d.d. 23 februari 2015.

ALGEMENE VOORWAARDEN VAN MR M.B. VAN DEN AKKER, L.L.M. ADVOCAAT ARBEIDSZAKEN

I. Definities II. Toepasselijkheid III. Opdracht IV. Honorarium en verschotten

Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

De deelgeschilprocedure: een korte introductie voor de arbeidsrechtjurist

mr. Beutener en mr. Staal hebben ieder hun eigen algemene voorwaarden die zijn te raadplegen op de website

INFORMATIE VOOR CLIENTEN DIE ALS GEVOLG VAN EEN SCHADE VEROORZAKENDE GEBEURTENIS LETSEL HEBBEN OPGELOPEN

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene.

mr. Beutener en mr. Staal hebben ieder hun eigen algemene voorwaarden, die zijn te raadplegen op de website www. beutenerstaal.nl.

LIDMAATSCHAP WERK, ONTSLAG EN INKOMEN

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

!!! Algemene voorwaarden Spijker Strafrechtadvocaten. 1. Algemeen

Algemene Voorwaarden van dienstverlening Maatschap Kan Vlassenroot advocaten kantoorhoudende te Haarlem

Algemene voorwaarden voor dienstverlening van de (leden van de) maatschap Reijnders Vreugdenhil Advocaten,

PIV-OVEREENKOMST BUITENGERECHTELIJKE KOSTEN. De ondergetekenden:

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase

Algemene Voorwaarden Fleuren Van Veldhuizen advocaten

Algemene Voorwaarden Advocatenkantoor Walet

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het kamerlid Leijten (SP) over een medisch letselschade fonds (2010Z18345)

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384

Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding

Griffierecht. Inhoud

Convenant met BSA Schaderegelingsbureau B.V. inzake het standaardiseren van processen van werkgeversregres

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Felixx. Pensioen Consultants B.V. Leveringsvoorwaarden

A. Definities. B. Algemene bepalingen

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

OVEREENKOMST TUSSEN ADVOCAAT EN CLIËNT TUSSEN: ... Verder genoemd de advocaat EN: ... Verder genoemd de cliënt WORDT OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:

De papieren versie van het verslag is identiek aan de digitale versie van het verslag.

ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091

Voorwaarden NVJ voor rechtsbijstand en juridisch advies

ALGEMENE VOORWAARDEN

Datum 29 september 2010 Onderwerp Publicatie in Letsel & Schade inzake "Artikel 6 EVRM: recht op een gefinancierd deskundigenbericht"

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

Artikel 7:942 BW Verzekering en verjaring. Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

ECLI:NL:RBGEL:2017:1576

Eiseres zal hierna [A] genoemd worden. Gedaagden zullen hierna ieder afzonderlijk [B] en [C], alsmede gezamenlijk [B] c.s. genoemd worden.

Algemene Voorwaarden van dienstverlening van Advocatenkantoor Mutsaers kantoorhoudende te (2011 WP) Haarlem aan de Barrevoetestraat nr 8

SCHERP LEGAL ALGEMENE VOORWAARDEN

Procederen in geldzaken: hoe gaat dat en wat zijn de kosten daarvoor?

ECLI:NL:RBROT:2016:665

Zaaknummers: VZ VERZ VZ VERZ beschikking ex artikel 1019w Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in

ALGEMENE VOORWAARDEN #RECHT ADVOCATUUR

Wat is civiel recht? 3. De deelnemers aan een civiele procedure 3. De rol van getuigen in een civiele procedure 7. Bewijsstukken 8.

Algemene voorwaarden van mr. J.W. Post, advocaat

Beschikking van de meervoudige kamer in de rechtbank Almelo op het verzoek van:

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter, terwijl mr. I.M.L. Venker als secretaris)

Algemene Voorwaarden

SCHERP ADVOCATEN ALGEMENE VOORWAARDEN

De stand van zaken De deelgeschillenrechter twee jaar in actie (IV)

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Algemene voorwaarden Advocaat mr. L.W. Plantenga

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.

Algemene voorwaarden van mr. W.A.J.M. Staal, advocaat en mediator

ECLI:NL:RBMNE:2014:4759

Partijen zullen hierna [BETROKKENE] en [VERZEKERAAR] genoemd worden.

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

2.1 HNL Incassodiensten B.V. is gevestigd te Lelystad. 2.2 Cliënten zijn opdrachtgevers die HNL Incassodiensten B.V. een opdracht verstrekken.

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9562

Algemene voorwaarden van HNL Debiteurenbeheer & Incasso C.V. te Lelystad. 1. Toepassingsgebied

JA 2013/187 Deelgeschil, Proceskosten, Voorlopig deskundigenbericht. »Samenvatting

Algemene Voorwaarden Heemraad Advocatuur

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

Transcriptie:

Aansprakelijkheid & Verzekering schrijf u nu in voor een gratis abonnement op de digitale nieuwsbrief aansprakelijkheid@vbk.nl recht toe recht aan De praktijkgroep Aansprakelijkheid & Verzekering introduceert in 2012 haar eigen glossy. Met trots presenteren wij u de eerste versie van Recht toe Recht aan Aansprakelijkheid & Verzekering. Met deze nieuwsbrief willen wij onze cliënten en overige geïnteresseerden informeren over de ontwikkelingen in het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht. Deze eerste nieuwsbrief is in papieren vorm. In het vervolg zal de nieuwsbrief 4 x per jaar digitaal worden verspreid en staat telkens één onderwerp centraal. Indien u prijs stelt op een gratis abonnement dan kunt u een e-mail met uw gegevens zenden aan aansprakelijkheid@vbk.nl en dan zorgen wij ervoor dat de nieuwsbrief u bereikt. Deze uitgave: kosten in en buiten rechte Kan de declaratie de dubbele redelijkheidstoets van art. 6:96 BW doorstaan? Hoe hoog is het griffierecht? Hoe zit het ook al weer met de kosten van een voorlopig deskundigenbericht? Wanneer verschieten kosten van kleur en wat zijn geliquideerde kosten? Een ieder van ons zal regelmatig een dergelijke vraag krijgen of stellen. Wij praten u graag bij! Voor deze eerste versie hebben wij gekozen voor het onderwerp kosten in en buiten rechte. 1

Eerst willen wij u graag laten kennismaken met Van Benthem & Keulen en de advocaten die zich bezighouden met het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht. introductie Van Benthem & Keulen is een gerenommeerd advocatenkantoor in Utrecht met ongeveer 60 advocaten,1 notaris en 3 kandidaat-notarissen. We maken juridische en notariële dienstverlening op topniveau toegankelijk. Voor onze cliënten vertalen we onze kennis van theorie en praktijk naar pragmatische en efficiënte oplossingen. Onze cliënten bestaan onder meer uit grote bedrijven, overheidsinstanties en zorginstellingen. Aansprakelijkheid & Verzekering De advocaten van de praktijkgroep Aansprakelijkheid & Verzekering treden vooral op voor verzekeraars in het kader van de beoordeling van aansprakelijkheid, causaliteit en omvang van de (personen)schade. Zij zijn gespecialiseerd in aansprakelijkheid van bedrijven en beroeps-beoefenaars. Voorts adviseren zij over verzekeringsrechtelijke vraagstukken, zoals polisdekking, uitsluitingen, eigen schuld en verzekeringsfraude. Een aantal advocaten van de praktijkgroep is lid van de vereniging LSA. 2

Jacqueline Meyst Jacqueline Meyst heeft ruime ervaring op het gebied van het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht. Haar specialisaties liggen op het gebied van letselschade met de nadruk op medische aansprakelijkheid. Naast beroepsaansprakelijkheid richt Jacqueline zich op werkgeversaansprakelijkheid en bedrijfsaansprakelijkheid. Marcel Ruygvoorn Binnen de praktijkgroep Commercial Litigation houdt Marcel Ruygvoorn zich onder meer bezig met aansprakelijkheden die verband houden met nationaal en internationaal vervoer over de weg. Denk ook aan opslag en distributie en value added logistics. Voorts is Marcel gespecialiseerd in aansprakelijkheid van accountants. Petra klein Gunnewiek Petra klein Gunnewiek adviseert en procedeert over aansprakelijkheden, waaronder kwalitatieve aansprakelijkheid en productaansprakelijkheid. Voorts vallen verzekeringsrechtelijke vraagstukken binnen haar expertise. Petra is tevens gespecialiseerd in het arbeidsrecht waardoor werkgeversaansprakelijkheid haar speciale aandacht heeft. Sander Marges Sander Marges heeft binnen de praktijkgroep Corporate Litigation ruime ervaring op het gebied van aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders. Sander adviseert en procedeert regelmatig over dit onderwerp en doet dat zowel voor ondernemingen en instellingen als voor individuele bestuurders en toezichthouders. Frank Richel Frank Richel heeft, binnen de praktijkgroep Banking & Finance, veel ervaring op het terrein van bestuurdersaansprakelijkheid. Frank staat zowel bestuurders, hun verzekeraars, als curatoren bij. Hij adviseert financiële instellingen over vraagstukken en geschillen van toezichtswetgeving (Wft) en over hun zorgplichten. Arno van Beurden Naast zijn arbeidsrechtelijke expertise is Arno van Beurden gespecialiseerd in het verzekeringsrecht. Arno staat verzekeraars en ondernemingen bij in geschillen over onder andere brandschade, verzekeringsfraude en polisdisputen. Margot van Beurden Op het terrein van het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht houdt Margot van Beurden zich bezig met procedures waarin de aansprakelijkheid van bedrijven, werkgevers, ziekenhuizen, scholen en sportverenigingen ter discussie staat. Daarnaast adviseert en procedeert Margot over de omvang van de (letsel) schade. Ilse de Groot Ilse de Groot houdt zich bezig met gezondheidsrechtelijke vraagstukken in zowel civiel- als bestuursrechtelijke zin. Onder haar expertise valt ook het medisch tuchtrecht en het medisch aansprakelijkheidsrecht. Ilse staat voorts zorginstellingen bij terzake geschillen op het terrein van de Wet BOPZ en GGZ. 3

kosten in en buiten rechte 4 Conform het bepaalde in art. 6:96 lid 2 BW komen als vermogensschade mede voor vergoeding in aanmerking de redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade, de redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid en de redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte. Aan de hand van de dubbele redelijkheidstoets kan worden beoordeeld of de gemaakte kosten redelijk zijn. Allereerst is van belang of er een noodzaak bestond om deskundige rechtsbijstand in te schakelen (eerste toets). Daarna komt aan de orde of de gemaakte kosten redelijk waren en of de verrichte werkzaamheden noodzakelijk waren om een schadevergoeding te verkrijgen (tweede toets). Naar aanleiding van een aantal recente uitspraken wordt de dubbele redelijkheidstoets verder toegelicht. De Rechtbank Rotterdam (1 februari 2012, LJN BV2395, JA 2012, 95) heeft zich in een deelgeschilprocedure uitgelaten over de dubbele redelijkheidstoets. In geschil was de tussentijdse bevoorschotting van de buitengerechtelijke kosten. De rechtbank oordeelde dat als uitgangpunt dient te gelden dat een slachtoffer jegens de partij die aansprakelijk is voor de gevolgen van een ongeval, recht heeft op vergoeding van de door hem gemaakte redelijke kosten van buitengerechtelijke rechtsbijstand. Of buitengerechtelijke kosten van rechtsbijstand voor vergoeding in aanmerking komen, wordt uiteindelijk bepaald door het antwoord op de vraag of is voldaan aan de dubbele redelijkheidstoets Wanneer kunnen kosten de dubbele redelijkheidstoets doorstaan? als bedoeld in art. 6:96 lid 2 BW: vereist is dat, in de gegeven omstandigheden, het maken van de kosten redelijk is om vergoeding van de schade te verkrijgen. Bij deze beoordeling wordt de omvang van de schade als één van de in aanmerking te nemen aspecten meegewogen. In de deelgeschilprocedure was de rechtbank niet in staat een oordeel te geven over de redelijkheid van de buitengerechtelijke kosten, omdat er onvoldoende inzicht was in de omvang van de schade. Het verzoek werd daarom afgewezen. Naast de omvang van de schade dient ook gekeken te worden naar de werkzaamheden die zijn verricht ter verkrijging van een schadevergoeding. In dit kader

wordt verwezen naar de beschikking in een deelgeschilprocedure van de Rechtbank Breda (16 januari 2012, LJN BV1481, JA 2012,66). De verzoekster in kwestie had een declaratie en specificatie overgelegd en naar het oordeel van de rechtbank voldeed deze specificatie aan de daaraan te stellen eisen. Het was vervolgens aan de aansprakelijke partij om ten aanzien van de verschillende kostenposten gemotiveerd aan te geven waarom die niet in redelijkheid zouden zijn gemaakt en waarom het aantal gedeclareerde uren per kostenpost te hoog zou zijn. Het verweer (in algemene zin) dat het aantal gedeclareerde uren, in het licht van de redelijk beperkte correspondentie, onverklaarbaar is en het totaalbedrag te hoog zou zijn is dan niet voldoende volgens de rechtbank. Voor een beoordeling van de hoogte van het uurtarief wordt onder meer gekeken naar de omvang en complexiteit van de zaak, de aard van de werkzaamheden, alsmede naar de ervaring en specialisatie van de belangenbehartiger. In deelgeschil oordeelde de Rechtbank Den Haag (20 januari 2012, LJN BV6894, JA 2012, 89) bijvoorbeeld dat de reistijd niet tegen een specialistisch uurtarief van 240,00 per uur in rekening mocht worden gebracht. Dezelfde Rechtbank Den Haag (24 januari 2012, LJN6900, JA 2012, 90) overwoog dat een uurtarief van 297,00 gezien de complexiteit en omvang van de zaak niet redelijk kon worden geacht, waarna de rechtbank een uurtarief van 240,00 in aanmerking heeft genomen. Ook wordt nog wel eens de vraag voorgelegd of kosten van een separate procedure, zoals een tuchtprocedure tegen een beroepsbeoefenaar, voor vergoeding op basis van art. 6:96 BW in aanmerking kunnen komen. De Hoge Raad heeft in zijn arresten van 10 januari 2003 (NJ 2003, 537) en 3 juni 2005 (NJ 2005, 324) overwogen dat kosten die gemoeid gaan met een tuchtprocedure niet onder de werking van art. 6:96 lid 2 sub a of b BW vallen. Dit is de hoofdregel, waarop uitzonderingen mogelijk zijn. De omstandigheden dat de tuchtprocedure nuttig is geweest voor het vaststellen van aansprakelijkheid, het voorkomen of vaststellen van de schade of dat het doel van de tuchtprocedure was om een derde te bewegen tot uitkering over te gaan zijn echter niet te kwalificeren als een uitzonderingssituatie. Voorts is er geen (algemene) uitzondering aanvaard voor het geval dat sprake is van een medische tuchtprocedure. De Rechtbank Utrecht (26 januari 2011, Nieuwsbrief Personenschade 2011-2, nr. 8) heeft zich meer recent in een deelgeschilprocedure uitgelaten over de vergoeding van de kosten van een medische tuchtprocedure. Verzoekster had aangevoerd dat de tuchtprocedure een effectieve procedure was geweest die er toe had bijgedragen dat zij antwoord had gekregen van een deskundig college op haar klachten en vragen over de zorg en nazorg door de behandelend artsen. De rechtbank oordeelde echter dat deze omstandigheden geen afwijking van de hoofdregel rechtvaardigden. 5

Wetsvoorstel voor verhoging van de griffierechten van de baan? Daar lijkt het wel op! Voor de val van het kabinet was de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer uitgesteld en was een meerderheid in de Eerste Kamer tegen inwerkingtreding. Het voorstel was gemaakt in het kader van de bezuinigingen, maar werd door diverse betrokken partijen als onacceptabel betiteld, omdat de rechtspraak in Nederland daarmee voor velen onbetaalbaar zou worden. Op 26 april 2012 is besloten dat het toegangskaartje tot de rechter niet zal worden verhoogd en derhalve geen onderdeel zal uitmaken van het bezuinigingspakket. Griffierechten zijn de leges die geheven worden voor de verrichtingen van de griffie van een gerecht ten dienste van partijen in burgerlijke zaken. Griffierechten worden jaarlijks herzien en aangepast. Per 1 januari 2012 gelden de volgende leges bij de rechtbank sector civiel (bron www.rechtspraak.nl). Sector Civiel Rechtspersonen Natuurlijke personen On- en minvermogenden Zaken van onbepaalde waarde (inclusief verzoekschrift conservatoir beslag) 575,00 267,00 73,00 Zaken met betrekking tot een vordering met een beloop van meer dan 25.000,00 en niet meer dan 100.000,00 in de hoofdsom 1.789,00 821,00 73,00 Zaken met betrekking tot een vordering met een beloop van meer dan 100.000,00 in de hoofdsom 3.621,00 1.436,00 73,00 6

Bij de kantonrechter worden de volgende leges gehanteerd (bron www.rechtspraak.nl) Dagvaardingszaken of verzoekschriften Rechtspersonen Natuurlijke personen On- en minvermogenden Zaken met een vordering, dan wel een verzoek van onbepaalde waarde of met een beloop van niet meer dan 500,00 in hoofdsom 109,00 73,00 73,00 Zaken met een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan 500,00 en niet meer dan 12.500,00 in hoofdsom 437,00 207,00 73,00 Zaken met een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan 12.500,00 in hoofdsom 873,00 437,00 73,00 Bij het gerechtshof (in hoger beroep) worden de volgende leges gehanteerd (bron www.rechtspraak.nl) Aard c.q. hoogte van de vordering of het verzoek Rechtspersonen Natuurlijke personen On- en minvermogenden Zaken met een vordering, dan wel een verzoek van onbepaalde waarde of met een beloop van niet meer dan 12.500,00 in hoofdsom 666,00 291,00 291,00 Zaken met een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan 12.500,00 en niet meer dan 100.000,00 in hoofdsom 1.815,00 666,00 291,00 Zaken met een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan 100.00,00 in hoofdsom 4.836,00.1.513,00 291,00 7

8 De kosten van een voorlopig deskundigenbericht spelen al voorafgaand aan de procedure een rol. Nog voordat de deskundige aan zijn onderzoek is begonnen legt de rechter aan een van de partijen, doorgaans de verzoekende partij, betaling van een voorschot op de kosten van de deskundige op. Wie uiteindelijk de kosten van het deskundigenbericht moet betalen is op voorhand niet altijd te zeggen. In het geval dat de verwerende of gedaagde partij aansprakelijkheid heeft erkend zal deze partij vaak het voorschot en later de kosten van het deskundigenbericht op zich moeten nemen. Wanneer er discussie bestaat over wie de kosten van het deskundigenbericht moet dragen zal de rechter zich hierover dienen uit te laten. Er zijn verschillende momenten waarop de rechter, ambtshalve of op verzoek van partijen, een beslissing dient te nemen over de kosten van het voorlopig deskundigenbericht. In het geval een der partijen een bodemprocedure heeft gestart nadat het deskundigenbericht is uitgebracht dient de rechter krachtens artikel 237 Rv in zijn eindvonnis een van beide (of beide) partijen te veroordelen in de kosten van het geding, daaronder mede begrepen de kosten van het deskundigenbericht. Wanneer er na het voorlopig deskundigenbericht geen bodemprocedure volgt zal de partij aan wie betaling van het voorschot van het deskundigenbericht is opgelegd uitdrukkelijk om een proceskostenveroordeling moeten vragen bij gebreke waarvan het voorschot voor rekening van deze partij blijft. In het geval dat de partij aan wie het voorschot is opgelegd procedeert op basis van Wie betaalt de kosten van het voorlopig deskundigenbericht? gefinancierde rechtsbijstand, waardoor de kosten van het deskundigenbericht worden voorgeschoten door het Rijk, geldt dat de rechter op grond van artikel 205 lid 2 Rv verplicht is een kostenveroordeling uit te spreken. Het is vervolgens aan de rechter om te bepalen welke partij in de kosten van het deskundigenbericht moet worden veroordeeld. Uit de Parlementaire Geschiedenis blijkt dat de minister ten aanzien van de kosten van het deskundigenbericht geen inbreuk heeft willen plegen op het beginsel dat de verliezende partij de kosten draagt. Wie is echter de verliezende partij wanneer de procedure na het uitbrengen van het deskundigenbericht niet wordt vervolgd? De rechter dient dan op basis van alleen de inhoud van het deskundigenbericht en een te verwachten uitkomst in een bodemprocedure een oordeel te geven.

Nog daargelaten dat dit eigenlijk niet past binnen het kader van een voorlopige voorziening, het waarderen van een deskundigenbericht is immers voorbehouden aan de bodemrechter, wordt de deskundige in de meeste gevallen alleen gevraagd het al dan niet onzorgvuldig handelen te beoordelen en blijft het causaal verband buiten beschouwing. Hiermee is aansprakelijkheid dan nog niet gegeven. Het is voor de rechter dan ook bijzonder lastig een uitspraak te doen. De rechtspraak laat echter zien dat de rechter bij de kostenveroordeling van een voorlopig deskundigenbericht niet schuw is een uitspraak te doen over de te verwachten aansprakelijkheid op basis van slechts de inhoud van het deskundigenbericht. Zo veroordeelde de rechtbank Amsterdam de verwerende partij in de kosten omdat uit het deskundigenrapport voldoende bleek dat de arts was tekortgeschoten nu hij een bepaalde diagnose niet had mogen stellen zonder eerst verder onderzoek te doen (Rb Amsterdam 20 september 2004, L&S 2005/212). De deskundige had zich in datzelfde rapport echter afgevraagd of eerder operatief ingrijpen de uiteindelijke toestand zou hebben verbeterd en geoordeeld dat het nog maar de vraag was of het handelen van de arts tot het ontstaan van de schade had geleid. De aansprakelijkheid stond dus geenszins vast. Meer recent oordeelde ook hof Amsterdam dat de kosten van het deskundigenbericht ten laste kwamen van de verwerende partij (het ziekenhuis) zonder dat aansprakelijkheid was erkend en de causaliteit ten aanzien van de schade niet vaststond (Hof Amsterdam 25 januari 2011, LJN BP6438). Wanneer er na een kostenveroordeling alsnog een bodemprocedure wordt gestart is het de vraag in hoeverre een uitgesproken kostenveroordeling de bodemrechter zal beïnvloeden. De hiervoor genoemde uitspraken zijn dan gedurfd, omdat het toepassen van de zorgvuldigheidsnorm een moeilijke aangelegenheid is, die eigenlijk is voorbehouden aan de bodemrechter. De partij die is veroordeeld in de kosten van het deskundigenbericht doet er derhalve goed aan om de kosten in een bodemprocedure (terug) te vorderen, in conventie of reconventie. Zou het niet juist zijn om de kosten, conform de hoofdregel, voor rekening van de verzoekende partij te laten komen? Het ligt namelijk in de rede dat wanneer uit het deskundigenbericht een aanwijzing voor aansprakelijkheid volgt, de verzoekende partij een bodemprocedure start dan wel dat partijen gezamenlijk tot een oplossing komen. Is dit ook niet het doel van het voorlopig deskundigenbericht, te weten het verkrijgen van duidelijkheid over de feitelijke grondslag van een vordering en de kans van slagen in een eventuele procedure? 9

Wanneer verschieten kosten van kleur en wat zijn geliquideerde kosten? Buitengerechtelijke kosten (bgk) kunnen, wanneer een procedure aanhangig is gemaakt, van kleur verschieten en vanaf dat moment worden deze kosten aangemerkt als proceskosten. De redelijke bgk komen in beginsel volledig voor vergoeding in aanmerking, in tegenstelling tot de proceskosten die op basis van een ander regime slechts voor een (klein) gedeelte worden vergoed. Wanneer worden bgk dan proceskosten? Uit art. 241 Rv volgt dat de kosten ter voorbereiding van gedingstukken en ter instructie van de zaak niet langer als bgk worden aangemerkt. In de praktijk blijkt het echter een lastige opgave te zijn om het moment te bepalen wanneer de kosten van kleur zijn verschoten. In een recente uitspraak heeft de Rechtbank Breda (4 april 2012, LJN BW1032) zich daarover uitgelaten. De rechtbank overwoog dat voorop staat dat onder de instructie van een zaak moet worden begrepen al hetgeen een advocaat moet doen om zich een beeld te vormen van de zaak, de daarop eventueel te baseren rechtsvordering en de proceskosten, waaronder ook moet worden begrepen het vergaren van feiten, het juridisch analyseren van de feiten en het verzamelen van bewijs. Dit betekent volgens de rechtbank echter niet dat reeds om die reden de regels betreffende proceskosten op de werkzaamheden van de raadsman van het slachtoffer van toepassing zijn. In letselschadezaken is het volgens de rechtbank niet ongebruikelijk dat de aansprakelijkheid en de schade in overleg tussen het slachtoffer en de aansprakelijkheidsverzekeraar worden vastgesteld en dat met die vaststelling langdurig en intensieve juridische bijstand is gemoeid en medische en arbeidsdeskundige onderzoeken noodzakelijk zijn. Door dergelijke werkzaamheden van vergoeding uit te sluiten, slechts omdat deze (mede) bestaan in het vergaren van feiten en het verzamelen van bewijs en daardoor vallen onder de proceskostenveroordeling indien een procedure volgt, zou te zeer afbreuk doen aan het beginsel dat schade waarvoor een ander aansprakelijk is, volledig dient te worden vergoed. Voor de rechtbank is het beslissend of de proceskosten als bedoeld in art. 237 t/m 240 Rv voor die werkzaamheden een vergoeding plegen in te sluiten. De rechtbank neemt Rapport Voorwerk II daarbij als uitgangspunt en in dit rapport wordt een beperkt bereik toegedicht aan de kosten als bedoeld in art. 241 Rv voor zover deze voorafgaand aan de procedure zijn gemaakt. Er kan slechts sprake zijn van afzonderlijk voor vergoeding in aanmerking komende kosten als het gaat om verrichtingen die meer omvatten 10

dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een - niet aanvaard - schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op de gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Rapport Voorwerk II speelde ook een rol in een recent arrest van de Hoge Raad (27 april 2012, RvdW 2012, 675, LJN BV6690). Op basis van aanbeveling II van rapport Voorwerk II kunnen de buitengerechtelijke kosten ook worden berekend op basis van twee punten van het (hierna te bespreken) liquidatietarief. De Hoge Raad overwoog dat aanbeveling II de rechter niet bindt, het is namelijk geen recht in de zin van art. 79 RO en ontslaat de rechter dan ook niet van de beoordeling van de redelijkheid van het op basis van die aanbeveling forfaitair berekende bedrag in het licht van de gegeven omstandigheden. Met andere woorden de kosten moeten de dubbele redelijkheidstoets kunnen doorstaan. Voor de kosten in rechte geldt het (vergoedings)regime ingevolge art. 237 t/m 240 Rv. De rechter stelt ambtshalve het bedrag van de kostenveroordeling vast. Een motivering is niet vereist. Wanneer partijen procederen met een gemachtigde of advocaat stelt de rechter zelf een bedrag vast voor het honorarium gebaseerd op het liquidatietarief. Er wordt ook wel gesproken van zogenoemde te liquideren kosten. De tarieven zijn per 1 september 2008 herzien en terug te vinden op www.rechtspraak.nl. Het bedrag van de te liquideren kosten is enerzijds afhankelijk van de verrichte werkzaamheden en anderzijds van het belang van de zaak. Voor procedures bij de rechtbank en het hof geldt bijvoorbeeld dat voor een conclusie (tot aan het tussenvonnis) een punt wordt gerekend. Een comparitie wordt ook gewaardeerd met een punt, maar aan een pleidooi worden twee punten toegekend. Vervolgens wordt op basis van het belang van de zaak een bepaalde geldelijk waardering gegeven aan een punt. Wanneer het bijvoorbeeld gaat om een vordering van onbepaalde waarde, wordt iedere punt gewaardeerd op 452,00 met een maximum van 6 punten. Wanneer het echter gaat om een vordering met geldwaarde tussen de 98.000 en 195.000 wordt iedere punt gewaardeerd op een bedrag van 1.421,00 zonder een maximum puntental. Voor kantonprocedure geldt de Staffel buitengerechtelijke incassokosten (BIK) en salarissen in rolzaken sector kanton, die ook terug te vinden is op www.rechtspraak.nl. IN DE VOLGENDE RECHT TOE RECHT AAN AANSPRAKELIJKHEID & VERZEKERING: SPORT EN SPEL 11

Van Benthem & Keulen N.V. Archimedeslaan 61 3584 BA Utrecht T: +31 30 259 59 59 W: www.vbk.nl E: aansprakelijkheid@vbk.nl