Belasting op onbebouwde percelen

Vergelijkbare documenten
11. BELASTING OP ONBEBOUWDE BOUWGRONDEN IN WOONGEBIED EN OP ONBEBOUWDE KAVELS (ACTIVERINGSHEFFING)

Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.

2. Kavel: het in een verkavelingsvergunning van een niet vervallen verkaveling afgebakende perceel.

Als oppervlakte geldt de oppervlakte die is vastgelegd in de kadastrale legger.

ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE BOUWGRONDEN EN KAVELS EN BELASTING OP BRAAKLIGGENDE INDUSTRIEGRONDEN

BELASTINGREGLEMENT OP DE ONBEBOUWDE KAVELS IN EEN NIET-VERVALLEN VERKAVELING

Reglement houdende het heffen van een belasting op niet-bebouwde gronden en percelen.

BELASTINGREGLEMENT OP DE ONBEBOUWDE KAVELS IN EEN NIET-VERVALLEN VERKAVELING

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE

dienst financiën: Gemeentelijk belastingsreglement inzake de activeringsheffing op onbebouwde percelen en kavels ( )

GEMEENTEBELASTINGEN. INGEKOHIERDE BELASTING OP ONBEBOUWDE BOUWGRONDEN IN WOONGEBIED OF ONBEBOUWDE KAVELS OF ONBEBOUWDE GRONDEN IN INDUSTRIEGEBIED.

MODELVERORDENING GEMEENTELIJKE ACTIVERINGSHEFFING

ACTIVERINGSHEFFING OP NIET BEBOUWDE PERCELEN GELEGEN IN NIET-VERVALLEN VERKAVELINGEN ALSOOK OP NIET BEBOUWDE GRONDEN GELEGEN IN EEN WOONGEBIED

Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad

GEMEENTEBELASTINGEN. INGEKOHIERDE BELASTING OP ONBEBOUWDE BOUWGRONDEN IN WOONGEBIED OF ONBEBOUWDE KAVELS OF ONBEBOUWDE GRONDEN IN INDUSTRIEGEBIED.

Belasting op de voor het publiek toegankelijke ruimten van commerciële vestigingen in het centrum van Kortrijk (2016/2020)

Belasting op de leegstandsheffing op woningen en op gebouwen ( )

dienst financiën: Gemeentebelastingen - Algemene gemeentebelasting juridisch kader

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD,

GOEDGEKEURD Besluit Zitting van 20 juni 2017 Dienst Financiën - Dienst Financiën

BELASTINGREGLEMENT AANGAANDE DE INNAME VAN OPENBAAR DOMEIN

Reglement: algemene gemeentelijke heffing voor bedrijven

Reglement. Gemeentebelasting op de vestiging van nietcommerciële. Vastgesteld door de gemeenteraad op 22 oktober 2015

Belasting op leegstaande gebouwen en woningen voor de periode

BELASTING VOOR PANDEN OPGENOMEN IN HET LEEGSTANDSREGISTER (goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 13 december 2013)

Goedkeuring reglement heffing op leegstand van woningen en gebouwen voor het aanslagjaar 2017

^ffi ENEDE. r Het gemeentebestuur wenst realiseerbare onbebouwde gronden en onbebouwde kavels te. Gemeenteraadszitting van

De werken worden uitgevoerd, hetzij door de stadsdiensten, hetzij door een openbare of private onderneming, op last van het stadsbestuur.

De werken worden uitgevoerd, hetzij door de stadsdiensten, hetzij door een openbare of private onderneming, op last van het stadsbestuur.

AANGIFTEFORMULIER. Verspreiding niet-geadresseerde reclamedrukwerk of gelijkgestelde producten.

BELASTING OP WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS ONGESCHIKT OF ONBEWOONBAAR GECOÖRDINEERD REGLEMENT NA GOEDKEURING GR 30 maart 2017

Voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de inname van de openbare weg door:

Belastingreglement van 30 december 2013 op de leegstand van gebouwen en woningen

Voor de aanslagjaren 2017 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de inname van de openbare weg door:

DOSSIER VOOR DE GEMEENTERAAD

UITTREKSEL UIT HET REGISTER DER BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 16 december 2013

2. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: a) een aangetekend schrijven; b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.

BELASTING OP LEEGSTAND EN VERWAARLOZING VAN BEDRIJFSRUIMTEN

Voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de vestigingen.

Uittreksel uit de notulen van de Gemeenteraad van de stad Kortrijk Zitting van 18/11/2013 Type behandeling: openbaar

UITTREKSEL UIT HET REGISTER VAN DE BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD.

GOEDGEKEURD Besluit Zitting van 27 juni 2016 Wonen - Omgeving _GR_00086 Activeringsheffing - aanpassing - Ter beslissing

Belastingsreglement voor het leegstandsregister

Artikel 1: Algemene bepalingen

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

UITTREKSEL UIT HET REGISTER VAN DE BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD.

INHOUD. Inleiding. 3. Vrijstellingen van activeringsheffing. a. Hoe kan ik een vrijstelling verkrijgen? 4. Meer informatie.

GEMEENTELIJKE BELASTING OP WONINGEN, KAMERS EN GEBOUWEN OPGENOMEN IN HET GEMEENTELIJK LEEGSTANDSREGISTER

Belastingsreglement voor het leegstandsregister

dienst financiën R E G L E M E N T

VERORDENING VAN BELASTING OP GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS ONGESCHIKT OF ONBEWOONBAAR

Taksreglement betreffende het gebruik van een woonplaats door een bewoner die niet in de bevolkingsregisters is ingeschreven.

Activeringsheffing op onbebouwde kavels gelegen in een niet-vervallen verkaveling

Belastingreglement op verwaarlozing en verkrotting van woningen en gebouwen ( (1)

1. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: o een aangetekend schrijven, o een afgifte tegen ontvangstbewijs.

Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een jaarlijkse belasting geheven op de verwaarloosde en/of leegstaande bedrijfsgebouwen.

GEMEENTE LENDELEDE B E K E N D M A K I N G ====================

Aangifte aanslagjaar 2016 (toestand van t/m )

Infobrochure Activeringsheffing 2017

Procedure van opname in de inventaris

DOSSIER VOOR DE GEMEENTERAAD

Activeringsheffing op onbebouwde percelen in een woongebied van een goedgekeurd plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan.

Belasting op vaste reclameinrichtingen. aanplakborden voor publieksdoeleinden

Verwaarloosde woningen en gebouwen registratie en belasting ( )

Voor de aanslagjaren 2017 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de vestigingen.

Procedure van opname in de inventaris

BELASTINGREGLEMENT OP DE VERWAARLOOSDE WONINGEN OF GEBOUWEN

Belastingreglement op leegstaande woningen voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december Titel I - Algemene bepalingen

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE BELASTING OP ONGESCHIKTE EN ONBEWOONBARE WONINGEN VOOR DE PERIODE

Inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen

Voor de toepassing van dit gemeentelijk reglement voor de opmaak van het register van verwaarloosde woningen en gebouwen wordt verstaan onder:

BELASTINGREGLEMENT OP ONGESCHIKT EN/OF ONBEWOONBAAR VERKLAARDE WONINGEN

Belastingsreglement op het indienen of melden van omgevingsvergunningen en andere ruimtelijke attesten of vergunningen

BELASTINGREGLEMENT OP VASTE EN MOBIELE RECLAME, RECLAMESTANDS EN STEIGERDOEKRECLAME

BELASTINGREGLEMENT AANGAANDE RECLAMEDRUKWERK

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT

GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT

BELASTING OP GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS VERWAARLOOSD OF BOUWVALLIG

Belasting op het niet optimaal afkoppelen van de privé waterafvoer

BELASTINGREGLEMENT OP DE OPSLAGPLAATSEN

BELASTINGREGLEMENT OP DE VERSPREIDING VAN NIET GEADRESSEERDE DRUKWERKEN

UITTREKSEL UIT HET REGISTER DER BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 12 november 2013

Goedgekeurd door de gemeenteraad van 18 december 2013 Bekendgemaakt op 19 december 2013

VERORDENING VAN BELASTING OP GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN

Wijziging van het reglement Belasting op de onbebouwde bouwgronden

BELASTINGREGLEMENT OP VASTE EN MOBIELE RECLAME, RECLAMESTANDS EN STEIGERDOEKRECLAME

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE INVENTARISATIE VAN EN BELASTING OP TWEEDE VERBLIJVEN VOOR DE PERIODE

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de in vordering en de geschillenprocedure van provincie en gemeentebelastingen;

Definitie bruto-vloeroppervlakte (BVO) van een woongelegenheid:

GEMEENTE SINT-GILLIS. BELASTING OP DE LEEGSTAANDE VERWAARLOOSDE OF ONAFGEWERKTE GEBOUWEN EN VERWAARLOOSDE GRONDEN. Hernieuwing DE GEMEENTERAAD,

Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad Zitting van 16 december 2015

Belasting op leegstand van woningen en gebouwen,

BELASTINGREGLEMENT OP FILM- EN EROTISCHE VOORSTELLINGEN

BELASTINGREGLEMENT AANGAANDE TWEEDE VERBLIJVEN

GEMEENTEBELASTING OP DE LEEGSTAND EN DE VERWAARLOZING VAN GEBOUWEN EN WONINGEN 2011 T/M GOEDKEURING

Goedgekeurd door de gemeenteraad van 18 december 2013 Bekendgemaakt op 19 december 2013

Leegstandsheffing op leegstaande gebouwen en woningen Aanslagjaar

UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD

Belasting op de natuurlijke en rechtspersonen die een economische activiteit uitoefenen op het grondgebied van de gemeente Aanslagjaar 2017

Transcriptie:

Belasting op onbebouwde percelen Reglement heffing op onbebouwde percelen, gelegen in een niet- vervallen verkaveling Reglement heffing op onbebouwde percelen, gelegen in gebieden bestemd voor wonen Artikel 1: Er wordt voor de aanslagjaren 2008 tot en met 2009 een jaarlijkse directe belasting geheven op onbebouwde percelen gelegen in niet- vervallen verkavelingen. Artikel 2: Als onbebouwd perceel wordt beschouwd, elk kadastraal perceel dat als zodanig vermeld staat in de verkavelingvergunning, waarvoor op 1 januari van het aanslagjaar geen niet vervallen stedenbouwkundige vergunning voor de oprichting van een voor bewoning bestemd gebouw is verleend. Artikel 3: 1. De belasting is verschuldigd door de eigenaar op 1 januari van het aanslagjaar. 2. In geval van overdracht onder levenden, wordt de hoedanigheid van eigenaar beoordeeld op de datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht. 3. Indien er erfpacht of opstalrecht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de erfpachter of opstalhouder of vruchtgebruiker en subsidiair door de eigenaar of naakte eigenaar. 4. In geval van mede-eigendom, is iedere mede-eigenaar belastingschuldig voor zijn wettelijk deel. Artikel 4: 1. De belasting wordt vastgesteld op 1 euro per vierkante meter oppervlakte van het onbebouwd perceel. Vanaf het aanslagjaar 2009, voor de eigenaars van één enkel onbebouwd perceel, wordt de belasting vastgesteld op 0,50 euro per vierkante meter oppervlakte van het onbebouwd perceel. 2. De belasting wordt berekend per onbebouwd perceel, als zodanig vermeld in de verkavelingvergunning. 3. Elk gedeelte van een vierkante meter wordt steeds als een volledige vierkante meter beschouwd. De minimum aanslagvoet bedraagt 250,00 euro per onbebouwd perceel. 4. Vanaf het derde aanslagjaar wordt, voor een zelfde eigenaar van een zelfde onbebouwde perceel, de belasting verhoogd mer 0,50 euro per vierkante meter oppervlakte van het onbebouwd perceel en vanaf het vijfde aanslagjaar terug verhoogd met 0,50 euro per vierkante meter oppervlakte van het onbebouwd perceel. Vanaf het aanlagjaar 2008 gelden deze verhogingen evenwel niet voor eigenaars van één enkel onbebouwd perceel. Artikel 5: Van de belasting zijn vrijgesteld:

1. De eigenaars van één enkel onbebouwd perceel bij uitsluiting van enig ander onroerend goed, gedurende vijf kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. De vrijstelling geldt gedurende vijf aanslagjaren volgend op de inwerkingtreding van dit reglement, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is. 2. De eigenaars van een onbebouwd perceel dat aanpalend is aan het perceel waarop de woning van de eigenaar zich bevindt en waarmee deze grond een harmonisch en/of functioneel onderdeel vormt, voor zover dit verworven is voor 1 januari 2005. 3. De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen erkende sociale huisvestingsmaatschappijen 4. Het OCMW. 5. Het Stadsontwikkelingsbedrijf 6. De verkavelaars, indien de verkavelingvergunning geen werken omvat, en dit gedurende twee jaar volgend op het jaar waarin de verkavelingvergunning werd toegekend. 7. De verkavelaars, indien de verkavelingvergunning werken omvat, en dit gedurende twee jaar volgend op het jaar waarin het attest bedoeld in artikel 101, 3 van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, werd toegekend. 8. De ouders met kinderen ten laste, beperkt tot één onbebouwd perceel per kind ten laste, gedurende tien kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. De vrijstelling geldt gedurende tien aanslagjaren volgend op de inwerkingtreding van dit reglement, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is. 9. De eigenaars van onbebouwde percelen die, ingevolge de bepalingen van de wet op de landpacht, niet voor bebouwing kunnen worden bestemd. 10. De eigenaars van onbebouwde percelen die omwille van stedenbouwkundige redenen niet meer in aanmerking komen voor het oprichten van een volwaardige woning. 11. De eigenaars van onbebouwde percelen waarvan ze pas in de loop van het kalenderjaar voorafgaand aan het belastingsjaar eigenaar zijn geworden, zijn gedurende het eerste en het tweede belastingsjaar vrijgesteld. 12. Indien blijkens een notariële akte, een onbebouwd perceel waarop de belasting voor het aanslagjaar verschuldigd is, in de loop van het aanslagjaar niet langer aan de belastingplichtige toebehoort, wordt het, ingaand op de 1 ste van de maand waarin de onderhandse verkoopovereenkomst werd gesloten of, bij gebreke daaraan, waarin de notariële akte verleden is, vrijgesteld voor de resterende periode van het aanslagjaar. 13. Indien voor een onbebouwd perceel in de loop van het aanslagjaar een stedenbouwkundige vergunning voor de oprichting van een voor bewoning bestemd gebouw is verleed, wordt het, ingaand op de 1 ste van de maand waarin de vergunning werd verleend, vrijgesteld voor de resterende periode van het aanslagjaar. Artikel 6: 1. Elke belastingplichtige moet uiterlijk op 31 oktober van het aanslagjaar aangifte doen door middel van een formulier dat hem/haar toegezonden wordt door het stadsbestuur van Kortrijk, Financiële dienst, Grote Markt 54, 8500 Kortrijk. 2. Wie geen aangifteformulier ontving, moet het document afhalen of aanvragen bij het stadsbestuur Kortrijk, Financiële dienst, Grote Markt 54, 850 Kortrijk. 3. De correct ingevulde, gedag- en genaamtekende aangifte moet binnen de hierboven gestelde termijn worden ingediend bij het stadsbestuur Kortrijk, Financiële dienst, Grote Markt 54, 850 Kortrijk.

Artikel 7: 1. Bij gebrek aan aangifte binnen de in art. 6 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. 2. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het College van Burgemeester en Schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. 3. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 8: 1. De overeenkomstig art. 7 ambtshalve ingekohierde belasting wordt vermeerderd met volgende belastingsverhogingen: 1. Eerste overtreding: 20% verhoging van de verschuldigde belasting; 2. Tweede overtreding: 50% verhoging van de verschuldigde belasting; 3. Vanaf de derde overtreding: 100% verhoging van de verschuldigde belasting. 2. Bij de bepaling van het toe te passen percentage van de belastingsverhogingen worden de vorige overtredingen inzake aangifte in aanmerking genomen die werden vastgesteld voor de laatste vier dienstjaren die het dienstjaar voorafgaan waarvoor de nieuwe overtreding werd vastgelegd. 3. De belastingsverhogingen bedragen in toepassing van 1 minimaal 25 euro. 4. Het bedrag van deze verhoging wordt eveneens ingekohierd. Artikel 9: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 10: De belasting moet betaald worden binnen twee maanden va de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 11: De verkoper van een onbebouwd perceel is verplicht binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte aan het stadsbestuur mee te delen: Artikel 12: 1. volledige identiteit en adres van de nieuwe eigenaar 2. datum van de akte en de naam van de notaris 3. nauwkeurige aanduiding van het verkochte perceel. Het college van burgemeester en schepenen verleent ambtshalve ontheffing van overbelastingen die voortvloeien uit materiële vergissingen op voorwaarde dat die door de administratie werden vastgesteld of door de belastingschuldige aan de administratie werden bekendgemaakt binnen de drie jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting werd gevestigd, en de aanslag niet reeds het voorwerp is geweest van een bezwaarschrift, dat aanleiding heeft gegeven tot een definitieve beslissing nopens de grond (Hfdst. 7 van het W.I.B., m.b.t. artikel 376 en artikel 55 2 van het Algemeen Reglement op de Gemeentelijke Comptabiliteit).

Artikel 13: 1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. 2. Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend, en worden gemotiveerd. De indiening kan gebeuren door verzending of door overhandiging. 3. Deze indiening, moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. 4. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan. Artikel 14: De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen en de bepalingen van de procedure voor de deputatie of voor het college van burgemeester en schepenen, inzake bezwaarschrift tegen een provincie- of gemeentebelasting. Reglement heffing op onbebouwde percelen, gelegen in gebieden bestemd voor wonen Artikel1: Er wordt voor de aanslagjaren 2008 tot en met 2009 een jaarlijkse directe belasting geheven op onbebouwde gronden gelegen in gebieden bestemd voor wonen, volgens het Gewestplan Kortrijk (K.B. 04.11.1977 en latere wijzigingen) gelegen in woongebieden met uitzondering van woonuitbreidingsgebieden en palend aan een openbare weg die voldoende is uitgerust zoals bepaald in art. 100 van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. Artikel 2: Als onbebouwde grond wordt beschouwd, elk kadastraal perceel gelegen in gebieden bestemd voor wonen, volgens het Gewestplan Kortrijk (K.B. 04.11.1977 en latere wijzigingen) gelegen in woongebieden met uitzondering van woonuitbreidingsgebieden en palend aan een openbare weg die voldoende is uitgerust zoals bepaald in art. 100 van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, waarvoor op 1 januari van het aanslagjaar geen niet vervallen stedenbouwkundige vergunning voor de oprichting van een voor bewoning bestemd gebouw is verleend. Artikel 3: 1. De belasting is verschuldigd door de eigenaar op 1 januari van het aanslagjaar. 2. In geval van overdracht onder levenden, wordt de hoedanigheid van eigenaar beoordeeld op de datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht. 3. Indien er erfpacht of opstalrecht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de erfpachter of opstalhouder of vruchtgebruiker en subsidiair door de eigenaar of naakte eigenaar. 4. In geval van mede-eigendom, is iedere mede-eigenaar belastingschuldig voor zijn wettelijk deel.

Artikel 4: 1. De belasting wordt vastgesteld op 1 euro per vierkante meter oppervlakte van het onbebouwd perceel. Vanaf het aanslagjaar 2009, voor de eigenaars van één enkel onbebouwd perceel, wordt de belasting vastgesteld op 0,50 euro per vierkante meter oppervlakte van het onbebouwd perceel. 2. De belasting wordt berekend per onbebouwde grond. 3. Elk gedeelte van een vierkante meter wordt steeds als een volledige vierkante meter beschouwd. De minimum aanslagvoet bedraagt 250,00 euro per onbebouwde grond. 4. Vanaf het derde aanslagjaar wordt, voor een zelfde eigenaar van een zelfde onbebouwde perceel, de belasting verhoogd met 0,50 euro per vierkante meter oppervlakte van het onbebouwd perceel en vanaf het vijfde aanslagjaar terug verhoogd met 0,50 euro per vierkante meter oppervlakte van het onbebouwd perceel. Vanaf het aanslagjaar 2008 gelden deze verhogingen evenwel niet voor de eigenaars van één enkel onbebouwd perceel. Artikel 5: Van de belasting zijn vrijgesteld: 1. De eigenaars van één enkel onbebouwde grond bij uitsluiting van enig ander onroerend goed, gedurende vijf kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. De vrijstelling geldt gedurende vijf aanslagjaren volgend op de inwerkingtreding van dit reglement, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is. 2. De eigenaars van een onbebouwde grond die aanpalend is aan het perceel waarop de woning van de eigenaar zich bevindt en waarmee deze grond een harmonisch en/of functioneel onderdeel vormt, voor zover dit verworven is voor 1 januari 2005. 3. De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen erkende sociale huisvestingsmaatschappijen. 4. Het OCMW. 5. Het Stadsontwikkelingsbedrijf. 6. De ouders met kinderen ten laste, beperkt tot één onbebouwde grond per kind ten laste, gedurende tien kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. De vrijstelling geldt gedurende tien aanslagjaren volgend op de inwerkingtreding van dit reglement, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is. 7. De eigenaars van onbebouwde gronden die, krachtens een overheidsbeslissing niet mogen worden bebouwd, of op gronden die werkelijk voor land- of tuinbouw worden gebruikt. 8. De eigenaars van onbebouwde gronden die gebruikt worden als gemeenschapsvoorziening. 9. De eigenaars van onbebouwde gronden die omwille van stedenbouwkundige redenen niet meer in aanmerking komen voor het oprichten van een volwaardige woning. 10. De eigenaars van onbebouwde gronden waarvan ze pas in de loop van het kalenderjaar voorafgaand aan het belastingsjaar eigenaar zijn geworden, zijn gedurende het eerste en het tweede belastingsjaar vrijgesteld. 11. Indien, blijkens een notariële akte, een onbebouwd perceel waarop de belasting voor het aanslagjaar verschuldigd is, in de loop van het aanslagjaar niet langer aan de belastingplichtige toebehoort, wordt het, ingaand op de 1 ste van de maand waarin de onderhandse verkoopsovereenkomst werd afgesloten of, bij gebreke daaraan, waarin de notariële akte verleden is, vrijgesteld voor de resterende periode van het aanslagjaar. 12. Indien voor een onbebouwd perceel in de loop van het aanslagjaar een stedenbouwkundige vergunning voor de oprichting van een voor bewoning bestemd gebouw is verleend, wordt het,

Artikel 6: ingaand op de 1 ste van de maand waarin de vergunning werd verleend, vrijgesteld voor de resterende periode van het aanslagjaar. 1. Elke belastingplichtige moet uiterlijk op 31 oktober van het aanslagjaar aangifte doen door middel van een formulier dat hem/haar toegezonden wordt door het stadsbestuur van Kortrijk, Financiële dienst, Grote Markt 54, 8500 Kortrijk. 2. Wie geen aangifteformulier ontving, moet het document afhalen of aanvragen bij het stadsbestuur Kortrijk, Financiële dienst, Grote Markt 54, 8500 Kortrijk. 3. De correct ingevulde, gedag- en genaamtekende aangifte moet binnen de hierboven gestelde termijn worden ingediend bij het stadsbestuur Kortrijk, Financiële dienst, Grote Markt 54, 8500Kortrijk. Artikel 7: 1. Bij gebrek aan aangifte binnen de in art. 6 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. 2. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het College van Burgemeester en Schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. 3. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 8: 1. De overeenkomstig art. 9 ambtshalve ingekohierde belasting wordt vermeerderd met volgende belastingsverhogingen: 1. Eerste overtreding: 20% verhoging van de verschuldigde belasting; 2. Tweede overtreding: 50% verhoging van de verschuldigde belasting; 3. Vanaf de derde overtreding: 100% verhoging van de verschuldigde belasting. 2. Bij de bepaling van het toe te passen percentage van de belastingsverhogingen worden de vorige overtredingen inzake aangifte in aanmerking genomen die werden vastgesteld voor de laatste vier aanslagjaren die het aanslagjaar voorafgaan waarvoor de nieuwe overtreding werd vastgelegd. 3. De belastingsverhogingen bedragen in toepassing van 1 minimaal 25,00 euro. 4. Het bedrag van deze verhoging wordt eveneens ingekohierd. Artikel 9: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 10: De belasting moet betaald worden binnen twee maanden va de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 11: De verkoper van een onbebouwd perceel is verplicht binnen de twee maanden na het verlijden van de notariële akte aan het stadsbestuur mee te delen: 1. volledige identiteit en adres van de nieuwe eigenaar 2. datum van de akte en naam van de notaris 3. nauwkeurige aanduiding van het verkochte perceel Artikel 12: Het college van burgemeester en schepenen verleent ambtshalve ontheffing van overbelastingen die voortvloeien uit materiële vergissingen op voorwaarde dat die door de administratie werden vastgesteld of door de belastingschuldige aan de administratie werden bekendgemaakt binnen de drie jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting werd gevestigd, en de aanslag niet reeds het voorwerp is geweest van een bezwaarschrift, dat aanleiding heeft gegeven tot een definitieve beslissing nopens de grond (Hfdst. 7 van het W.I.B., m.b.t. artikel 376 en artikel 55 2 van het Algemeen Reglement op de Gemeentelijke Comptabiliteit). Artikel 13: 1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. 2. Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend, en worden gemotiveerd. De indiening kan gebeuren door verzending of door overhandiging. 3. Deze indiening, moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf kennisgeving van de aanslag. 4. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan. Artikel 14: De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen en de bepalingen van de procedure voor de deputatie of voor het college van burgemeester en schepenen, inzake bezwaarschrift tegen een provincie- of gemeentebelasting. Gemeenteraad 8 september 2008