Call Ecologiepremie. Algemene Informatie



Vergelijkbare documenten
GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE OVERHEID. Economie, Wetenschap en Innovatie

Ecologiepremie. Algemene informatie. Algemene informatie Ecologiepremie 12 december

Handleiding Ecologiepremie Plus (EP Plus)

32896 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

Steunmaatregelen voor energie-investeringen (REG, HEB, WKK) in Vlaanderen

EP-PLUS Algemene informatie 2

Handleiding Ecologiepremie Plus (EP Plus)

Toelichting bij het begrip onderneming binnen de call voor kleine en middelgrote windturbines

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, artikel 37;

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 29 INHOUD SOMMAIRE. 158 bladzijden/pages

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, artikel 37;

Steunmaatregel N 279/ België Steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaams Gewest

Steun voor energiebesparende investeringen Agentschap Ondernemen. Joachim Castelain, 8 mei 2012

55178 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2016;

VR DOC.0810/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2016;

U gaat naar en klikt op Ecologiepremie Plus

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie van 28 juni 2014;

De kmo-portefeuille is een subsidiemaatregel voor kmo s en beoefenaars van vrije beroepen die in Vlaanderen zijn gevestigd.

voor energie- en milieu-investeringen Katrien De Maeyer

Om aan te melden voor een aanvraag ecologiepremie+ gaat u naar Daar klikt u op Aanvragen

nr. 455 van MATTHIAS DIEPENDAELE datum: 3 april 2018 aan PHILIPPE MUYTERS Ecologiepremie+ - Aanvragen 2017

EP-PLUS Algemene informatie 2

VR DOC.1191/3BIS

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 8

VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID. 16 MAART DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid (1)

Steunmaatregel N 515/ België "Steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaams Gewest"

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, artikel 37 en 40;

Steunmaatregelen voor milieu- en energiebewust ondernemen

Definitie onderneming binnen de calls groene warmte, restwarmte en productie en injectie van biomethaan

ONTWERP VAN DECREET. tot wijziging van het decreet van 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid

Steun voor strategische ecologieprojecten (STRES)

Innoveren met financiering van zonnepanelen

Via diverse kanalen steun voor energiebesparende investeringen: via netbeheerders, overheidsinstanties, en via de federale belastingsaftrek.

VR DOC.1191/1BIS

Inhoudstafel. 1. Wat is de kmo-portefeuille? 2. Kom ik in aanmerking voor de kmo-portefeuille? 3. Hoeveel subsidie kan ik krijgen?

Boekhouding. boekhouding 1

Steun voor strategische ecologieprojecten (STRES)

VR DOC.0987/2BIS

Mijn bedrijf en mijn energie

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 mei 2018.

De Overheden zetten massaal in op energie-efficiëntie bij bedrijven

MILIEUFLITS WIE ZOEKT DIE VINDT: SUBSIDIES!

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Reglement voor het toekennen van een lening aan scholen op grondgebied Antwerpen

Brussel, 17 september 2008 Advies ecologiesteunregeling. Advies

Steunmaatregelen voor milieu- en energiebewust ondernemen

Art. 3. De subsidie, vermeld in artikel 4, kan ten vroegste ingaan vanaf 1 april 2019 en kan uiterlijk lopen tot en met 31 maart 2021.

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

VR DOC.0545/2TER

Staatssteun / België - Steunnummer N 621/ Steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw

Subsidieoproep voor groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke

DE VLAAMSE MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID,

Infoblad Energieplanning

Promotie van milieuvriendelijke koeling in Vlaanderen

Steunmaatregelen voor geothermische investeringen in het Vlaamse Gewest

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 11-VII-2006 C(2006) Betreft: Steunmaatregel nr. N 96/06 "Eneco duurzame energie " Excellentie,

nr. 241 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 13 januari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Waarborgregeling - Stand van zaken

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Aanvraag van een rentetoelage voor hinder bij openbare werken

VR DOC.0675/2BIS

Vlaamse regering DE VLAAMSE REGERING,

REGLEMENT INNOVATIEVE PARTNERPROJECTEN

FAQ. Decreet bovenlokale cultuurwerking Subsidie voor bovenlokale cultuurprojecten

Goedkeuring te hechten aan het hiernavolgende Algemeen reglement Toelagen Gemeentebestuur Schoten.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Milieu en boekhouding

AANVRAAGFORMULIER VOOR HET ATTEST VRIJSTELLING SCHENKINGSRECHTEN ARTIKEL 140/6, 1, WETBOEK DER REGISTRATIE-, HYPOTHEEK- EN GRIFFIERECHTEN

36378 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

van 23 februari 2010

Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80)

Overheidssteun voor kmo s: Vlaamse Regering lanceert "ondernemerschapsportefeuille"

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/XX Onbeperkt aansprakelijk vennoot: vermeldingen in de jaarrekening

(van toepassing vanaf ) HOOFDSTUK I. - Definities.

Artikel 140/1 tot 140/6 van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten

infonota Ondernemingsvormen De eenmanszaak De vennootschap

SUBSIDIEREGLEMENT BETREFFENDE DUURZAME ONTWIKKELING EN KLIMAAT PARTICULIEREN

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport

Energiebesparende investeringen voor ondernemingen

niet uitsluitend voor het beroep gebruikte activa; activa die geen rechtstreeks verband houden met de bestaande of geplande economische werkzaamheid

Agentschap Ondernemen Steun voor strategisch advies. via de kmo-portefeuille

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten

Aanvraag van een rentetoelage voor hinder bij openbare werken

Inhoudsopgave INLEIDING

Wetgevende aspecten: ondersteuningsmaatregelen en emissienormen

ONTWERP VAN DECREET. houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2008 TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

Vlaamse Regering VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID

Brus sel, 19 mei Mijn heer de mi nis ter-pre si dent,

VR DOC.1027/2

Aanvraag om tussenkomst van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF)

Voor aandelen in vennootschappen met een sociaal oogmerk (VSO) geldt de 50 procent eigendomsvoorwaarde niet.

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 maart gewijzigd op 2 maart 2010

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 april 2014 betreffende het onderwijs XXIV, artikel X.1;

Transcriptie:

Agentschap Ondernemen Call Ecologiepremie Algemene Informatie (januari 2010) 1

Inhoud Wat is een ecologiepremie en hoe wordt deze toegekend?...4 Een oproep...4 Een wedstrijdformule...4 Waarom een wedstrijdformule?...4 Hoe een ecologiepremie aanvragen?...5 Het wettelijke kader...6 Het Europese kader...6 Het Vlaamse kader...6 Welke ondernemingen komen in aanmerking voor een ecologiepremie?...7 Financiering via een patrimoniumvennootschap....7 De grootte van een onderneming...8 Samenwerkingsverbanden....9 Wanneer is een aanvraag ontvankelijk?... 10 Het stimulerende effect van de ecologiepremie op de investering... 11 Investeringstermijnen... 12 Welke ecologische investeringen komen in aanmerking voor een ecologiepremie?.. 13 Milieu-investeringen... 13 Investeringen op energiegebied... 13 Een limitatieve technologieënlijst... 13 Hoe gebruik maken van de limitatieve technologieënlijst (LTL)?... 14 Opmerkingen... 14 Essentiële / niet-essentiële investeringscomponenten... 14 Investeringen in fotovoltaïsche zonnepanelen... 15 Welke investeringen komen niet in aanmerking voor een ecologiepremie?... 16 De ecologische meerkost... 16 Hoe de investeringen boeken en afschrijven?... 17 Fiscale vrijstelling... 17 Een objectieve beoordeling van het investeringsproject... 18 Een kwalitatieve beoordeling van de technologieën... 18 De differentiëringscriteria... 19 De economische leefbaarheid... 20 De toetreding tot het auditconvenant... 21 Het beschikken over een milieucertificaat / OVAM eco-efficiëntiescan... 22 De weginsgcoëfficiënten... 23 Hoe wordt de totaalscore van een investeringsproject berekend?... 23 Hoe wordt de rangschikking bekend gemaakt?... 24 2

Subsidieberekening, uitbetaling en terugvordering... 25 Hoe wordt de subsidie-enveloppe verdeeld?... 25 Hoeveel bedraagt de ecologiepremie?... 25 Hoe wordt de ecologiepremie uitbetaald?... 25 Wat indien er achterstallige schulden zijn?... 26 Welke is de uiterste datum voor het aanvragen van de uitbetaling?... 26 Wanneer kan de ecologiepremie worden teruggevorderd? (artikel 24 BVR van 16 mei 2007)... 26 Toelichting bij de milieucertificaten / OVAM eco-efficiëntiescan... 27 Het Milieucharter... 27 EMAS (Communautair Milieubeheer- en Milieuauditsysteem)... 27 ISO 14001... 28 OVAM eco-efficiëntiescan... 28 Andere steunmogelijkheden voor ecologie-investeringen, energiebesparing en hernieuwbare energie... 31 Meer informatie?... 33 3

Wat is een ecologiepremie en hoe wordt deze toegekend? Een ecologiepremie is een financiële tegemoetkoming aan ondernemingen die ecologie-investeringen zullen realiseren in het Vlaamse Gewest. Onder ecologieinvesteringen worden milieu-investeringen en investeringen op energiegebied verstaan. Met de ecologiepremie wil de Vlaamse overheid een gedeelte van de extra kost die een ecologie-investering met zich meebrengt, en die op korte termijn een concurrentieel nadeel kan betekenen, voor haar rekening nemen. De zorg voor het klimaat en het milieu zal alsmaar aan belang winnen en een adequaat inspelen hierop zal op lange termijn ongetwijfeld een competitief voordeel opleveren. Een oproep Jaarlijks zullen er drie op elkaar aansluitende oproepen worden georganiseerd waarop ondernemingen met hun investeringsproject kunnen intekenen. Per oproep kan een onderneming één aanvraag indienen. Wanneer er investeringen plaatsvinden in meerdere exploitatiezetels dienen deze in één aanvraag gegroepeerd te worden. Het opnieuw indienen van hetzelfde investeringsprogramma in een volgende call is enkel mogelijk indien de investeringen nog niet gestart zijn. Een wedstrijdformule De ontvankelijke investeringsprojecten worden op een objectieve wijze beoordeeld en vervolgens gerangschikt. Het voor de oproep beschikbare subsidiebedrag zal verdeeld worden over de gunstig gerangschikte investeringsprojecten tot de beschikbare budgettaire enveloppe is opgebruikt. Waarom een wedstrijdformule? Met de organisatie van de ecologiesteunverlening via een call met wedstrijdformule worden volgende doelstellingen nagestreefd: Het budgettair beheersbaar maken van de maatregel; Het evenwichtiger op elkaar afstemmen van vraag en aanbod; Het doelmatiger aanwenden van de beschikbare middelen door prioritair steun te verlenen aan technologieën die het meest performant zijn en de grootste bijdrage leveren aan de realisatie van de Kyoto-doelstellingen en aan het milieubeleidsplan van de Vlaamse overheid. 4

De slaagkans om in aanmerking te komen voor een ecologiepremie is moeilijk in te schatten en wordt bepaald door: - de technologieën waarin geïnvesteerd wordt, - het aantal deelnemers aan de oproep, - de beschikbare subsidie-enveloppe. Technologieën met een hoge performantiefactor maken meer kans om in aanmerking te komen dan deze met een lage performantiefactor. Dit betekent dat de steunaanvrager, door te kiezen voor een performante technologie, een grote invloed heeft op zijn score en bijgevolg of hij al dan niet in aanmerking komt voor een ecologiepremie. De steunregeling voorziet voorts in een transparante procedure met een strikt tijdschema, waarbij zowel de rangschikking als iedere individuele beslissing aan de ondernemingen wordt gegarandeerd binnen de 4 maanden na afsluiting van de oproep. De uitbetaling van de steun zal ook nauwer aansluiten bij de realisatie van het gesubsidieerde programma omdat er geen budgettaire ontsporing meer mogelijk is waarbij de uitbetaling naar een volgend jaar dient verschoven te worden. Hoe een ecologiepremie aanvragen? Het indienen van een aanvraag voor een ecologiepremie kan enkel via elektronische weg via: www.vlaanderen.be/ecologiepremie Om de persoonlijke gegevens maximaal te beveiligen kan aanmelden en inloggen enkel nog via een federaal token of elektronische identiteitskaart. Indien er stavingsstukken vereist zijn voor het onderzoek van de steunaanvraag wordt de onderneming daarvan via de website op de hoogte gebracht. De onderneming moet deze binnen dertig kalenderdagen na het afsluiten van de call per post of per mail opsturen of bij het Agentschap Ondernemen indienen tegen ontvangstbewijs. De postdatum geldt als ontvangstdatum. 5

Het wettelijke kader Het Europese kader De Europese vrijstellingsverordening: verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (de algemene vrijstellingsverordening).(pb L14 van 9 augustus 2008, blz. 3). Het Vlaamse kader Het decreet betreffende het economisch ondersteuningsbeleid van 31 januari 2003 (B.S. van 25 maart 2003), meer in het bijzonder in Hoofdstuk III m.b.t. investeringssteun voor ecologie. De bepalingen van dit decreet worden concreet gestalte gegeven door het besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest van 16 mei 2007 (B.S. van 29 juni 2007) gewijzigd bij het besluit van de Vaamse Regering 16 januari 2009. Het ministerieel besluit van 20 februari 2009 tot wijziging van het ministerieel besluit vna 1 oktober 2007. Het besluit van de Vlaamse Regering van 16 januari 2009 werd ter kennis gegeven bij de Europese Commissie en is gekend onder refferentienummer X 291/2009. 6

Welke ondernemingen komen in aanmerking voor een ecologiepremie? Een onderneming dient aan volgende voorwaarden te voldoen: - Zij realiseert haar investeringen in het Vlaamse Gewest; - Zij oefent een aanvaardbare hoofdactiviteit (NACE-code) uit; - Een administratieve overheid heeft geen dominerende invloed in de onderneming. Er is een vermoeden van een dominerende invloed indien 50% of meer van het kapitaal of de stemrechten van deze onderneming rechtstreeks of onrechtstreeks in handen van een administratieve overheid zijn. Dit vermoeden kan weerlegd worden indien de onderneming kan aantonen dat de administratieve overheid geen dominerende invloed uitoefent op het beleid van de onderneming; - Zij is toegetreden tot het benchmarking convenant indien zij een energieintensief bedrijf is (een bedrijf met een energieverbruik van ten minste 0,5 Pj en bedrijven die onder de Europese richtlijn van verhandelbare emissierechten vallen). - Als grote onderneming toont zij het stimulerende karakter van de steun aan. Financiering via een patrimoniumvennootschap. De investeringen kunnen worden uitgevoerd door een patrimoniumvennootschap die behoort tot dezelfde groep als de steunaanvragende onderneming. Beide vennootschappen behoren tot dezelfde groep in één van de volgende gevallen: 1) de patrimoniumvennootschap participeert voor ten minste 25 % in de steunaanvragende onderneming; 2) de steunaanvragende onderneming participeert voor ten minste 25 % in de patrimoniumvennootschap; 3) een natuurlijke persoon of rechtspersoon participeert voor ten minste 25 % in beide vennootschappen. Bij een financiering van de investeringen via de patrimoniummaatschappij is het de exploitatievennootschap die de steunaanvraag indient terwijl de boeking en de afschrijving van de investeringen gebeuren bij de patrimoniummaatschappij. Het is de steunaanvragende exploitatievennootschap die de ecologiepremie ontvangt. De toepassing van de termijn van vijf jaar, vermeld in artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering, wordt verstaan als het gedurende vijf jaar ter beschikking stellen aan de steunaanvragende onderneming. 7

De grootte van een onderneming Voor de bepaling van de hoogte van de ecologiepremie wordt er een onderscheid gemaakt tussen kleine en middelgrote ondernemingen (KMO s) en grote ondernemingen (GO s). Een kleine onderneming voldoet aan elk van de volgende criteria: - Zij stelt minder dan 50 werkzame personen tewerk; - Zij heeft een jaaromzet of een jaarlijks balanstotaal van maximaal 10 miljoen euro; Een middelgrote onderneming voldoet aan elk van de volgende criteria: - Ze stelt minder dan 250 werkzame personen tewerk; - Ze heeft een jaaromzet van maximaal 50 miljoen euro of een jaarlijks balanstotaal van maximaal 43 miljoen euro; - Ze is geen kleine onderneming. Een grote onderneming is een onderneming die noch klein noch middelgroot is. De tewerkstelling, de jaaromzet en het balanstotaal van de onderneming, worden berekend overeenkomstig de door de Europese Commissie vastgestelde definitie van kleine en middelgrote ondernemingen, vermeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 364/2004 van de Commissie van 25 februari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie wat betreft uitbreiding van het toepassingsgebied tot steun voor onderzoek en ontwikkeling. De gegevens voor de berekening van de jaaromzet en het balanstotaal van de onderneming hebben betrekking op de referentieperiode. De referentieperiode is het boekjaar waarop de laatst bij de Nationale Bank van België neergelegde jaarrekening voor de datum van de steunaanvraag betrekking heeft en die beschikbaar is via een centrale databank. Om de omzet te berekenen, wordt een boekjaar van meer of minder dan twaalf maanden herberekend tot een periode van twaalf maanden. Voor ondernemingen die geen jaarrekening moeten opmaken, is de referentieperiode het jaar van de laatste aangifte bij de directe belastingen voor de datum van de steunaanvraag. De gegevens voor de berekening van de tewerkstelling van het aantal werkzame personen worden vastgesteld aan de hand van het aantal werknemers dat in de onderneming was tewerkgesteld in de referentieperiode. Onder referentieperiode wordt verstaan de periode van tewerkstelling gedurende de laatste vier kwartalen die de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kan attesteren, voor de datum van de steunaanvraag, en die beschikbaar zijn via een centrale databank. 8

Samenwerkingsverbanden. Er kan ook steun verleend worden aan samenwerkingsverbanden van ondernemingen op voorwaarde dat zowel het samenwerkingsverband als de aan het samenwerkingsverband deelnemende ondernemingen voldoen aan de defintie van onderneming, wat wil zeggen: de natuurlijke personen die koopman zijn of een zelfstandig beroep uitoefenen, handelsvennootschappen met rechtspersoonlijkheid, burgerlijke vennootschappen met handelsvorm, de Europese economische samenwerkingsverbanden en de economische samenwerkingsverbanden, die beschikken over een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest of zich ertoe verbinden in het Vlaamse Gewest een exploitatiezetel te vestigen (art. 3, 1, van het decreet van 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, gewijzigd bij de decreten van 15 juli 2005 en 23 december 2005). Handelsvennootschappen met rechtspersoonlijkheid zijn (art. 2 wetboek van vennootschappen): - Naamloze vennootschap, NV - Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, BVBA - Coöperatieve vennootschap, CVBA of CVOA - Vennootschap onder firma, VOF - Gewone commanditaire vennootschap - Commanditaire vennootschap op aandelen - Economisch samenwerkingsverband, ESV - Europese vennootschap, SE - Europese Coöperatieve vennootschap, SCE Volgende ondernemingen die geen rechtpersoonlijkheid hebben komen noch als samenwerkingsverband noch als deelnemende onderneming niet in aanmerking: De tijdelijke handelsvennootschap De feitelijke vereniging De stille handelsvennootschap De maatschap Ook zijn VZW s uitgesloten als samenwerkingsverband. De hoofdactiviteit van de aan het samenwerkingsverband deelnemende ondernemingen moet behoren tot de aanvaardbare sectoren. 9

Wanneer is een aanvraag ontvankelijk? Aan de hand van een aantal ontvankelijkheidcriteria controleert de applicatie of de onderneming gerechtigd is om een aanvraag voor een ecologiepremie in te dienen. De aanvraag zal ontvankelijk zijn indien de onderneming: - haar investeringen gestart heeft na de indieningsdatum van de subsidieaanvraag (art. 7 BVR van 16 mei 2007); - haar ecologie-investeringen zal realiseren in het Vlaamse Gewest (art. 10 BVR van 16 mei 2007); - haar hoofdactiviteit behoort tot een aanvaardbare sector (art. 11 BVR van 16 mei 2007). Indien de investeringen worden uitgevoerd door en samenwerkingsverband dan moet de hoofdactiviteit van de deelnemende ondernemingen behoren tot een aanvaardbare sector; - kiest voor een ecologie-investering die voorkomt op de limitatieve technologieënlijst (art. 12 BVR van 16 mei 2007); - voldoet aan de regelgeving die van toepassing is in het Vlaamse Gewest (art. 5 BVR van 16 mei 2007); - geen achterstallige schulden heeft bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid op de indieningsdatum (art. 5 BVR van 16 mei 2007). Dit zijn achterstallige schulden van 2.500 euro of meer, ongeacht of er een bezwaar of beroep tegen een vordering van de RSZ werd aangetekend. Schulden waarvoor de onderneming een afbetalingsplan heeft dat ze respecteert, worden niet als achterstallig beschouwd. - is toegetreden tot het benchmarking convenant indien zij een energieintensief bedrijf is (een bedrijf met een energieverbruik van ten minste 0,5 Pj en bedrijven die onder de Europese richtlijn van verhandelbare emissierechten vallen)(art. 9 BVR van 16 mei 2007), - als de gevraagde stavingsstukken tijdig ontvangen zijn. Indien de aanvraag ontvankelijk is, moeten een aantal gegevens over de geplande investeringen ingevoerd worden. De applicatie haalt zelf zoveel mogelijk boekhoudkundige gegevens op uit de achterliggende referentiedatabank. Het nazenden van stavingsdocumenten is enkel vereist bij investerinen in fotovoltaïsche zonnepanelen. De ondertekening van de verklaring op eer gebeurt elektronisch door het zich ermee akkoord te verklaren via het aanvinken in de applicatie. 10

Het stimulerende effect van de ecologiepremie op de investering. Grote ondernemingen dienen het stimulerende effect van de steun aan te tonen aan de hand van volgende punten: 1 een wezenlijke toename van de omvang van het investeringsproject of van de activiteit van de onderneming als gevolg van de toekenning van de steun; 2 een wezenlijke toename van de reikwijdte van het investeringsproject of van de activiteit van de onderneming als gevolg van de toekenning van de steun; 3 een wezenlijke toename van de totale uitgaven van de onderneming voor het investeringsproject als gevolg van de toekenning van de steun. Dit betekent concreet dat het stimulerende effect wordt bewezen door het volgende aan te tonen: 1 welke technisch vergelijkbare investering met een lager niveau van milieubescherming in elk geval uitgevoerd zal worden; 2 welke investeringen de onderneming bereid is boven op de investeringen, vermeld in 1, uit te voeren. Of nog anders geformuleerd: Welke is de omvang, de reikwijdte of het totale investeringsbedrag van de milieubescherming/energiebesparing van de investering zonder ecologiepremie. Welke is de omvang, de reikwijdte of het totale investeringsbedrag van de milieubescherming/energiebesparing van de investering indien de ecologiepremie wordt toegekend. 11

Investeringstermijnen De ecologie-investeringen mogen pas starten na de indiening van de subsidieaanvraag en moeten binnen 3 jaarna de beslissing tot toekenning van een ecologiepremie worden beëindigd. Omwille van de economische crisis tengevolge van de malaise op de financiële markten werd de investeringstermijn verlengd tot 5 jaar na de beslissing tot steuntoekenning. De indieningsdatum van de subsidieaanvraag is de datum waarop het Agentschap Ondernemen de aanvraag ontvangt. Dit is bij de finalisatie van de steunaanvraag via de webapplicatie. De start van de ecologie-investeringen is de datum van de eerste factuur, hetzij van de akte bij verwerving van een onroerend goed, hetzij van de afsluiting van de leasingovereenkomst. De beëindiging van de ecologie-investeringen is de datum van de laatste factuur, hetzij van de akte bij verwerving van een onroerend goed, hetzij van afsluiting van de leasingovereenkomst. De investeringen moeten starten na de indieningsdatum van de steunaanvraag en moeten binnen 5 jaar na de beslissing tot toekenning van de steun worden beëindigd. De investeringen moeten gedurende 5 jaar door de onderneming geëxploiteerd worden en behouden blijven. Deze termijn gaat in vanaf de beëindiging van de investeringen. Wanneer de investeringen worden gerealiseerd door een patrimoniumvennootschap die behoort tot dezelfde groep als de steunaanvragende onderneming geldt deze verplichting uit hoofde van de patrimoniumvennootschap. 12

Welke ecologische investeringen komen in aanmerking voor een ecologiepremie? Volgende ecologie-investeringen komen in aanmerking voor een ecologiepremie: Milieu-investeringen Milieu-investeringen zijn investeringen gericht op de bescherming van het milieu. Onder milieubescherming wordt elke maatregel verstaan die gericht is op de preventie of het herstel van aantastingen van de natuurlijke omgeving of de natuurlijke hulpbronnen dan wel op de aanmoediging van het rationeel gebruik van die hulpbronnen. Investeringen op energiegebied Investeringen op energiegebied zijn investeringen en maatregelen die de onderneming in staat stellen het energiegebruik in haar productiecyclus te verminderen. Een limitatieve technologieënlijst Er dient een keuze gemaakt te worden uit een lijst met een 150-tal technologieën welke in aanmerking komen voor een ecologiepremie. De technologieën op deze lijst werden getoetst aan de basisvoorwaarden zoals gesteld in de Europese kaderregeling en zijn ecologie-investeringen gericht op: - het overtreffen van bestaande Europese normen (voor zover er geen strengere Vlaamse normen van toepassing zijn); - het behalen van milieudoelstellingen waarbij geen Europese normen gelden. De technologieën werden geselecteerd op basis van de sectoriële, Vlaamse BBTstudies en vergelijkbare lijsten uit andere lidstaten, zoals Nederland (VAMIL, MIA, EIA). Per technologie vermeldt de limitatieve technologieënlijst volgende gegevens: - een technologiecode; - een bondige omschrijving van de technologie; - de essentiële en de niet-essentiële investeringscomponenten; - de gestandaardiseerde meerkost als een percentage van de aanvaarde investeringscomponenten en met inrekening van de opbrengsten en besparingen gedurende de eerste 5 jaar; - de performantiefactor, variërend tussen 0 en 1; - de geldigheidsduur van de technologie. De limitatieve technologieënlijst wordt vastgesteld bij ministerieel besluit en kan bij elke oproep wijzigen. 13

Hoe gebruik maken van de limitatieve technologieënlijst (LTL)? De bedoeling van de limitatieve technologieënlijst is het indienen van een aanvraag eenvoudiger te maken voor de onderneming. Het zoeken in de LTL kan gebeuren op basis van de sector waarin de onderneming actief is. Wanneer de onderneming de technologie niet terugvindt in de lijst van technologieën van de sector waartoe ze behoort, kan zij voorts ook de volledige LTL raadplegen. Wanneer het gaat om strikt sectorgebonden technologieën dan wordt dit uitdrukkelijk in de naamgeving van de technologie vermeld en mag er enkel door ondernemingen die tot die sector behoren in geïnvesteerd worden. Opmerkingen Van de in aanmerking komende ecologie-investeringen, komen enkel de volgende materiële en immateriële investeringen in aanmerking voor steun: 1 gebouwen die onlosmakelijk verbonden zijn met ecologie-investeringen en die nutteloos worden als die investeringen buiten dienst gesteld worden; 2 installaties en uitrustingen die erop gericht zijn vervuiling of hinder te beperken of te beëindigen of de productiemethoden aan te passen met het oog op de milieubescherming; 3 immateriële investeringen, te weten investeringen in de technologieoverdracht in de vorm van octrooien, exploitatielicenties of licenties inzake geoctrooieerde technische knowhow, niet-geoctrooieerde technische knowhow. Essentiële / niet-essentiële investeringscomponenten Enkel de essentieële investeringscomponeten komen in aanmerking voor een ecologiepremie. Op de Limitatieve technologieënlijst wordt bij elke technologie de in aanmerking komende investeringen aangeduid als essentiële investeringscomponenten. Essentiële componenten zijn onderdelen van de technologie die tot de kern van de installatie behoren. Het zijn componenten die in elk mogelijke toepassing van de technologie steeds aanwezig zijn. Om als technologie in aanmerking te komen voor een ecologiepremie moeten dan ook alle essentiële investeringscomponenten van die technologie opgenomen zijn in het investeringsprogramma. Bij het indienen van een steunaavraag via de applicatie is het opgeven van een investeringsbedrag voor elke essentiële component van de technologie een verplicht veld. Zo zijn bvb. bij de technologie fotovoltaïsche zonnepanelen de zonnepanelen zelf een essentiële component terwijl de draagstructuur daarentegen een niet-essentiële component is omdat de zonnepanelen volledig kunnen geïntegreerd zijn in het dak en er geen draagstructuur vereist is. De draagstructuur komt in dit geval als nietessentiele component bijgevolg niet in aanmerking voor een ecologiepremie. 14

Investeringen in fotovoltaïsche zonnepanelen Investeringen ten behoeve van elektriciteit opgewekt door zonne-energie komen in aanmerking in verhouding tot de door de onderneming voor eigen gebruik aangekochte elektriciteit. Er wordt bijgevolg enkel steun verleend voor het opwekkingsvermogen van de investering dat overeenstemt met de voor eigen gebruik aangekochte elektriciteit. De voor eigen gebruik aangekochte elektriciteit wordt berekend op basis van het gemiddelde jaarverbruik van de laatste drie jaar voorafgaand aan de indieningsdatum van de steunaanvraag. Voor ondernemingen die minder dan drie jaar maar meer dan een jaar aangesloten zijn op het elektriciteitsnet, wordt de voor eigen gebruik aangekochte elektriciteit berekend op basis van het gemiddelde jaarverbruik van de periode voorafgaand aan de indieningsdatum van de steunaanvraag. Indien de onderneming minder dan een jaar is aangesloten op het elektriciteitsnet, wordt de voor eigen gebruik aangekochte elektriciteit berekend op basis van het geraamde elektriciteitsverbruik van de onderneming. Onder geraamde elektriciteitsverbruik wordt het realistisch geraamde elektriciteitsverbruik van het eerste jaar na de beëindiging van de investeringen verstaan. Het in aanmerking komend opwekkingsvermogen van de investering in fotovoltaïsche zonnepanelen wordt bekomen door de formule: JEV / 800 en wordt uitgedrukt in kilowattpiek (kw p ), waarbij: JEV = het gemiddelde jaarverbruik van de onderneming uitgedrukt in kilowattuur; 800 = er wordt van uit gegaan dat een installatie met een vermogen van 1 kilowattpiek jaarlijks 800 kilowattuur produceert. Investeringen ten behoeve van elektriciteit opgewekt door fotovoltaïsche zonnepanelen uitgevoerd door een samenwerkingsverband komen in aanmerking in verhouding tot de door de aan het samenwerkingsverband deelnemende ondernemingen voor eigen gebruik aangekochte elektriciteit. Wanneer er sprake is van een substantiële capaciteitsuitbreiding wordt de voor eigen gebruik aangekochte elektriciteit berekend op basis van het geraamde elektriciteitsverbruik ten gevolge van deze capaciteitsuitbreiding. Er is een vermoeden van een substantiële capaciteitsuitbreiding als door een toename van de productiecapaciteit het elektriciteitsverbruik met minstens 50 % is toegenomen. Het Agentschap Ondernemen kan dit vermoeden weerleggen als zij vaststelt dat de toename van het elektriciteitsverbruik niet het gevolg is van de toename van de productiecapaciteit. 15

Op de webapplicatie is een berekeningsmodule opgenomen om aan de hand van het electriciteitsverbruik het betoelaagbare opwekkingsvermogen van de installatie te berekenen. Als staving van het elektriciteitsverbruik dient de onderneming de electriciteitsfacturen van de 3 jaren voorafgaandelijk aan het indienen van de steunaanvragen en/of in voorkomend geval het geraamde electriciteitsverbruik binnen de dertig dagen na het afsluiten van de call per post of per mail op te sturen aan het Agentschap Ondernemen. Welke investeringen komen niet in aanmerking voor een ecologiepremie? De volgende investeringen komen niet in aanmerking voor een ecologiepremie: 1 de investeringen die door de steunaanvragende onderneming gratis of onder bezwarende titel ter beschikking worden gesteld aan derden; 2 de investeringen, voorheen geactiveerd en opgenomen in de afschrijvingstabel, die verworven worden van: a) een onderneming waarin de steunaanvragende onderneming rechtstreeks of onrechtstreeks participeert; b) een onderneming die rechtstreeks of onrechtstreeks participeert in de steunaanvragende onderneming; 3 de investeringen die verworven worden van een zaakvoerder, een bestuurder of een aandeelhouder van de steunaanvragende onderneming; 4 de investeringen die in geval van aankoop niet verworven worden in volle eigendom; 5 de investeringen met betrekking tot de exploitatie van een bedrijvencentrum of een doorgangsgebouw. De ecologische meerkost Enkel de extra investeringen die noodzakelijk zijn voor het verwezenlijken van de milieudoeleinden worden in aanmerking genomen, exclusief de voordelen van een eventuele capaciteitsverhoging, de kostenbesparingen gedurende de eerste 5 jaar van de gebruiksduur van de investeringen en de extra bijproducten gedurende diezelfde periode. De extra investeringen worden berekend door de ecologie-investering te vergelijken met een klassieke investering die in technisch opzicht vergelijkbaar is, maar waarmee niet hetzelfde niveau van milieubescherming kan worden bereikt. De vergelijking gebeurt op basis van een gelijke productiecapaciteit van de klassieke investering en de reële milieuvriendelijke investering. Verder worden de besparingen en/of opbrengsten gedurende de eerste vijf jaar (geactualiseerd aan de Europese referentierente) van de gebruiksduur in mindering gebracht van de meerkost. Van de technologieën die voorkomen op de limitatieve technologieënlijst werd de ecologische meerkost gestandaardiseerd en uitgedrukt als een percentage van de essentiële investeringscomponenten. 16

Hoe de investeringen boeken en afschrijven? De investeringen worden geboekt onder de rubrieken 21 tot 27 van de jaarrekening voor ondernemingen die jaarrekeningplichtig zijn, de andere ondernemingen moeten deze uitgaven opnemen in de afschrijvingstabel. De investeringen moeten afgeschreven worden conform de boekhoudwetgeving en ten minste over een termijn van 3 jaar. Immateriële investeringen moeten verworven worden tegen marktvoorwaarden van derden waarin de aanvrager geen directe of zijdelingse zeggenschap uitoefent. Fiscale vrijstelling. De ecologiepremie is fiscaal vrijgesteld. 17

Een objectieve beoordeling van het investeringsproject De ontvankelijke steunaanvraag wordt objectief beoordeeld op basis van volgende criteria (art. 20 1 BVR van 16 mei 2007): 1 de mate waarin de ecologie-investering bijdraagt tot de realisatie van de Kyoto-doelstellingen of de milieudoelstellingen; 2 de economische leefbaarheid van de onderneming; 3 de toetreding tot een energiebeleidovereenkomst, gesloten met het Vlaamse Gewest; 4 het beschikken over een milieucertificaat. Een kwalitatieve beoordeling van de technologieën. Aan elke technologie die voorkomt op de limitatieve technologieënlijst werd een performantiefactor toegekend. De performantiefactor is een kwalitatieve beoordeling die aangeeft in welke mate de technologie bijdraagt tot de realisatie van de Kyoto-doelstellingen of de milieudoelstellingen van de Vlaamse overheid. Door VITO werd elke technologie die voorkomt op de LTL op een objectieve manier gescreend op zijn milieu- en energie-impact aan de hand van volgende criteria: - de reductie van de emissies naar: o lucht; o water; o bodem; - de beperking van: o hinder (geluid, geur, licht); o afval; o gebruik grond- en hulpstoffen; o watergebruik; - de reductie van broeikasgasemissies: o CO 2; o andere broeikasgassen; Score De geïntegreerde milieuscore wordt uitgedrukt in een performantiefactor welke varieert tussen 0 en 1. In de globale beoordeling (kwalitatieve en differentiëringscriteria) weegt dit criterium voor 90%. Bij een steunaanvraag met meerdere technologieën zal de performantiefactor van de technologie die meer dan 50% van het totale investeringsproject vertegen- 18

woordigt, als score op dit criterium worden weerhouden. Indien er geen technologie met een investeringsbedrag van meer dan 50% van het totale investeringsbedrag is opgenomen in het investeringsproject dan wordt het gewogen gemiddelde (op basis van het investeringsbedrag) genomen van de performantiefactoren van de verschillende technologieën die in het project zijn opgenomen. Indien de investering in de technologie die bepalend was voor de score uiteindelijk niet wordt uitgevoerd of indien het gerealiseerde investeringsbedrag ervan uiteindelijk minder dan 50% van de totaal gerealiseerde investeringen bedraagt dan zal de score herberekend worden en vergeleken worden met de grensscore. Deze herberekening gebeurt naar aanleiding van de aanvraag tot uitbetaling van de laatste schijf van de steun. De grensscore is de score van de eerste ongunstig gerangschikte aanvraag/onderneming + 0,0001. Indien de herberekende score hoger of gelijk is aan deze grensscore dan kan de steun behouden blijven, indien de score lager is komt de steun te vervallen. De differentiëringscriteria Naast een kwalitatieve beoordeling van de technologie worden een aantal bijkomende criteria gehanteerd om een ruimere differentiatie in de rangschikking te bekomen. Deze criteria peilen naar de leefbaarheid van de onderneming en in welke mate de investeringen kaderen in een globale visie van de onderneming t.a.v. het milieu, een rationeel energiegebruik en een duurzaam ondernemen. Deze criteria situeren zich op het niveau van een beoordeling van de onderneming in tegenstelling tot de kwalitatieve beoordeling waarbij de beoordeling gebeurt op het niveau van de technologie waarin geïnvesteerd wordt. De gehanteerde differentiëringscriteria zijn: de economische leefbaarheid (cashflowratio); de toetreding tot het auditconvenant; het beschikken over een milieucertificaat. 19

De economische leefbaarheid Hiervoor wordt de ratio cashflowgeneratie voor belastingen versus de totale activa genomen. Cashflowratio = cashflow* / totale activa (*) cashflow = winst of verlies voor belastingen + afschrijvingen. Deze ratio geeft naast een signaal van de credibiliteit van de eigen financiering ook een indicatie in welke mate een onderneming in staat is voldoende liquide middelen te genereren om op korte termijn haar financiële verplichtingen na te komen. Uit de literatuur blijkt dat het cashflowratio een belangrijke falings-predictie-indicator is. Voor ondernemingen waarvan de gegevens voor het berekenen van de cashflowratio beschikbaar zijn in de referentiedatabank worden de boekhoudkundige gegevens opgehaald uit de laatst beschikbare jaarrekening in deze referentiedatabank. Ondernemingen die niet jaarrekeningplichtig zijn, dienen de gegevens uit hun laatst afgesloten resultaatrekening (de bijlage uit de fiscale aangifte) in te geven in hun steunaanvraag. Aan ondernemingen die nog geen jaarrekening hebben neergelegd of nog geen fiscale aangifte hebben gedaan wordt de gemiddelde score van de andere deelnemers aan de call op dit criterium toegekend (0,5). Score De cashflowratio wordt via de normalisatieformule (door middel van een gemiddelde en een standaardafwijking) teruggebracht op een schaal tussen 0 en 1 (tot op 4 cijfers na de komma). In de globale beoordeling (kwalitatieve en differentiëringscriteria) weegt dit criterium voor 3%. 20