Agentschap Telecom Aantal vragen Examen Radiozendamateur N Datum Gelieve onderstaande gegevens te verstrekken Achternaam 1e Voornaam letters Adres + woonplaats Geboortedatum Geboorteplaats Telefoon Handtekening Informatie betreffende het examen Het examen heeft een tijdsduur van 1 uur en 15 minuten. Men is geslaagd indien ten minste 29 vragen goed zijn beantwoord. De vragen zijn van het meerkeuze type (multiple choice). Men moet een keuze maken uit de drie gegeven antwoorden, waarvan er slechts één goed is. Men dient de keuze a, b, of c op de puntjes aan de rechterkant van de bladzijde bij betrokken vraag te noteren. Veel succes!
Proef examen RZAM N Blad 1 De netheid van het werk kan in vloed hebben op de beoordeling Examen N-Examen Voorschriften, procedures en techniek Afbeelding 1 C24 Ri c D C26 Zie afbeelding 1 1. De condensatoren C22 en C24 zijn: a. polyestercondensatoren b. elektrolytische condensatoren c. keramische condensatoren Zie afbeelding 1 2. Transformator TI dient voor het: a. aanpassen van de luidspreker b. verkrijgen van de gewenste voedingsspanning c. opwekken van de BFO-spanning Proef examen RZAM N Incorrect blad 1
Proef examen RZAMN Blad 2 3. Een zender werkt op een golflengte van 150 meter. De frequentie is: a. 0,5 MHz b. 2MHz c. 200 khz 4. Bij een frequentie van 200 MHz behoort een golflengte van: a. 0,75 meter b. 3 meter c. 1,5 meter 5. Bij gelijke modulatie is de bandbreedte van een EZB-signaal ongeveer: a. gelijk aan de bandbreedte van een AM-signaal b. twee maal de bandbreedte van een AM-signaal c. de helft van de bandbreedte van een AM-signaal 6. Een met spraak in frequentie gemoduleerd signaal heeft als eigenschap: a. alle zijbandcomponenten hebben gelijke amplitude b. de frequentie van het uitgezonden signaal is constant c. de bandbreedte is afhankelijk van de amplitude van het modulerende signaal 7 lzön MncrCt2nr1 I(fl rimicf a. mica b. koolstof c. polystyreen 8. De letter C wordt in de elektronica gebruikt voor een: a. spoel b. condensator c. weerstand 9. Condensatoren met een grote capaciteit zijn: a. elektrolytische condensatoren b. micacondensatoren c. luchtcondensatoren Proef examen RZAM N lncorrect blad 2
Proef examen RZAM N Blad 3 10. De weerstand R is: 20 ma 10V a. 2000 b. 2.5000 c. 1000 11. Eén van deze toepassingen van een transformator is ijjt juist: a. aanpassen van antenne aan kabel b. wijzigen van wisselspanning c. versterken van vermogen 12. Als transistoroscillator kan het best worden gebruikt: schakeling 1 schakeling 2 schakeling 3 a. schakeling 1 b. schakeling 2 c. schakeling 3 Proef examen RZAM N Incorrect blad
Proef examen RZAM N Blad 4 13. De vervangingsweerstand is: 10Ç 10ç2 a. 100 b. 2,50 C. 4QQ 14. Welke schakeling wordt als laagdoorlaatfilter gebruikt? schakeling 1 D0 0 T T00 schakehng 2 schakeing 3 a. schakeling 3 b. schakeling 2 c. schakeling 1 15. Aan de antenne-ingang van een TV-ontvanger, geschikt voor frequenties tot 900 MHz, wordt ccn vocrzcnng gep5aatt om cversturng door een l3-cm amateurzender te voorkomen. Dit moet zijn een: a. laagdoorlaatfilter b. breedbandversterker c. hoogdoorlaatfilter Proef examen RZAM N orrect blad -
Proef examen RZAM N Blad 5 16. Dit is het schema van een: 0 0 a. banddoorlaatfilter b. laagdoorlaatfilter c. hoogdoorlaatfilter 17. Welke karakteristiek behoort bij een bandsperfilter? U uitt Uuit t T) ui karakteristiek i karakferistiek 2 karakteristiek 3, :f a. karakteristiek 1 b. karakteristiek 3 c. karakteristiek 2 18. De mengtrap van een enkel superheterodyne-ontvanger dient om uit het antennesignaal met het oscillatorsignaal: a. het middenfrequentsignaal te verkrijgen b. het laagfrequentsignaal te verkrijgen c. het signaal voor automatische frequentiebijregeling te verkrijgen Proef examen RZAM N llncorrect blad 5
Proef examen RZAM N Blad 6 19. Dit is het blokschema van een ontvanger. Het blokje gemerkt X stelt voor de: a. middenfrequentversterker b. mengtrap c. detector 20. De zwevings-oscillator (BFO) van een superheterodyne-ontvanger is nodig bij de ontvangst van: a. EM (F3E) b. CW(A1A) c. AM (A3E) Proef examen RZAM N Incorrect blad 6
Proef examen RZAM N Blad 7 21. Dit is het blokschema van een 2-meter EM-zender. Wat is juist: a. blok 4 is een vermenigvuldiger en blok 6 de eindtrap b. blok 4 is de oscillator en blok 6 de modulator c. blok 4 is een mf-versterker en blok 6 de eindtrap 22. Deze dipool-antenne is het best bruikbaar voor de: 7,5 m a. 80-meter amateurband b. 2-meter amateurband c. 15-meter amateurband 23. De radialen van een groundplane antenne voor de 2-meter band hebben een lengte van ongeveer: a. 50cm b. 100 cm c. 25cm Proef examen RZAM N Incorrect blad 7
Proef examen RZAM N Blad 8 24. De gebruikelijke naam voor element nr. 2 van de yagi-antenne is: 1 x en y = voedirigspunten a. reflector b. director c. straler 25. Na inval van de schemering zijn signalen van ver verwijderde zenders op de 80-meter band sterker omdat: a. de D-laag dikker is geworden b. de D-laag is verdwenen c. de F-laag is gestegen 26. De golflengte van een signaal, dat gereflecteerd wordt door de F-laag, kan zijn: a. im b. lom 27. Een lokaal station in de AM-omroepband wordt s-avonds onvervormd ontvangen. Tegelijkertijd wordt op een nabijgelegen frequentie een veraf gelegen station met zo nu en dan ernstig vervormde modulatie ontvangen. De meest waarschijnlijke oorzaak van deze vervorming is: a. een fout in de zender b. een plotselinge troposferische verstoring c. selectieve fading 28. Bij normale condities zullen radiogolven van circa 2 meter golflengte: a. van het aardoppervlak afbuigen b. met het aardoppervlak meebuigen c. zich volgens een vrijwel rechte lijn voortplanten Proef examen RZAM N Incorrect blad 8
Proef examen RZAM N Blad 9 29. Indien een 3-30 MHz staandegolfmeter op UHF wordt toegepast dan zullen aflezing en nauwkeurigheid: a. geheel niet betrouwbaar zijn b. alleen kloppen indien de aanwijswaarden met 10 vermenigvuldigd worden c. voldoende betrouwbaar zijn 30. In een elektronisch orgel treedt Iaagfrequentdetectie op. Deze is het duidelijkst waarneembaar bij: a. bij alle modulatie soorten b. frequentiemodulatie c. enkelzijbandmodulatie 31. Laagfrequentdetectie wordt veroorzaakt door: a. niet-lineaire zendereindtrappen b. onvoldoende harmonischen-onderdrukking van de zender c. niet-lineaire effecten van halfgeleiders 32. Op grote afstand van een 21 MHz zender worden rasterstoringen ondervonden in de televisie-ontvangst op kanaal 4 (63 MHz). De storingen kunnen worden opgeheven door: a. de afscherming van de antennekabel van de televisie-ontvanger te verbeteren b. de harmonischen-uitstraling van de zender te verminderen c. frequentiemodulatie in de zender toe te passen 33. Een voeding wordt beveiligd met één of meer smeitveiligheden in de netleiding. Dit wordt in de praktijk gedaan met: a. één trage zekering b. één snelle zekering c. een snelle en een trage zekering parallel 34. De volgende gebieden bevinden zich in ITU regio III: a. Australië en China b. Afrika en Australië c. Europa en Afrika Proef examen RZAM N Incorrect blad 9
Proef examen RZAM N Blad 10 35. Bewering 1: Een dubbelzijband AM-zender wordt gemoduleerd met een spraaksignaal. De klasse van uitzending is F3E. Bewering 2: Een FM-zender zendt een telegrafiesignaal uit, bestemd voor automatische ontvangst. De klasse van uitzending is FIB. Wat is juist? a. alleen bewering 2 b. alleen bewering 1 c. bewering 1 en bewering 2 36. Bij het toepassen van fasemodulatie in een zender voor de overdracht van een telefoniesignaal is de klasse van uitzending: a. J3E b. G3E c. F3E 37. Juist is: a. de 50 MHz frequentieband mag door de radiozendamateur met een F-registratie worden gebruikt met een zendvermogen van 30 W b. de 50 MHz frequentieband mag door de radiozendamateur met een F- of N-registratie worden gebruikt met een zendvermogen van 120 W c. de 50 MHz frequentieband mag door de radiozendamateur met een F- of N-registratie worden gebruikt met een zendvermogen van 25 W 38. Op het vaste adres van de geregistreerde radiozendamateur staat het amateurstation zodanig opgesteld dat door het indrukken van de microfoonschakelaar de zender in bedrijf komt. De radiozendamateur is niet aanwezig. Wat is juist? a. de radiozendamateur handelt correct als hij aan z n huisgenoten heeft verteld dat niemand aan het amateurstation mag komen b. dit is toegestaan als het bewijs van registratie aanwezig is c. dit is in strijd met de voorschriften en beperkingen Proef examen RZAM N lncorrect blad 10
Proef examen RZAM N Blad 11 39. Het zendvermogen van een zender is instelbaar van 1 tot 50 watt. De zender kan werken van 144-1 48 MHz. Mag een radiozendamateur met een N-registratie dit apparaat gebruiken? a. alleen als de niet toegestane frequenties zijn geblokkeerd b. ja, mits hij binnen de grenzen van zijn N-bevoegdheid blijft c. nee 40. De roepletters PDONRO worden volgens het voorgeschreven spellingalfabet gespeld als: a. Papa December Nul November Romeo Oscar b. Papa Delta Nul November Radio Oscar c. Papa Delta Nul November Romeo Oscar Heeft u alle vragen op het voorblad ingevuld? Totaal aantal incorrect Proef examen RZAM N lincorrect blad 11
1 Proef examen RZAM N Correctieblad Correctieblad 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 1& 1& 29 3 A B 39 16 35 1013C A 4BA 30 C 19 B 24C 40 c c 511 A 36 C C 21 31:B 14 A 25 6 B 1720 37 C BB A 26 B32 7 18 B A 12 15 22 CA C. B 8 33 B 27 A 38 c c 23 34 2 9 A 28A BA C