Uitwerking LES 23 N CURSSUS ) A De meest effectieve schakeling om laagfrequent inpraten te voorkomen is:

Transcriptie

1 1) A De meest effectieve schakeling om laagfrequent inpraten te voorkomen is: A) Schakeling 2 (het is de bedoeling dat de condensator een kortsluiting vormt voor het stoorsignaal tussen de basis en emitter en dus zal de waarde van de condensator daarop aangepast moeten zijn. XC = 2πƒC ¹ ) B) Schakeling 1 ( hierbij speelt de serieweerstand een te grote rol) C) Schakeling 3 ( werkt averechts, omdat de spoel voor hogere frequenties een hoge weerstand heeft) 2) C Een 1O-meter zender veroorzaakt laagfrequent detectie in een geluidsinstallatie. Om de storing op te heffen worden de laagohmige luidsprekeruitgangen ontkoppeld door middel van condensatoren, parallel aan de uitgangen. De meest geschikte capaciteitswaarde is: A) 10 picofarad (530Ω) B) 10 microfarad (0,00053Ω) C) 10 nanofarad ( 10m is 30 MHz zie ook vraag 1- XC = 2πƒC ¹ = 2πx 30 x 10^6 x 10 x 10^ 9 = 0,53Ω Voor 10 pf is dat 530 Ω en voor 10μF is dat 0,00053 Ω bij 30 MHz) 3) C Een 2-meter EZB -zender veroorzaakt storing in een geluidsversterker. LF -detectie wordt voorkomen door toepassing van een weerstand van ongeveer 500Ω in de basisleiding van de 1e transistor en een C naar aarde. De goede keuze voor C is: A) 100nF (0,01097 Ω) B) 1pF (1097 Ω) C) 100pF (10,97 Ω) XC = 2πƒC ¹ = (2π x 145 x 10^6 x 100 x 10^ 12) ¹ = 10,97 Ω 4) B Met een dipmeter bepaalt men: A) de resonantiefrequentie van een kring. (door dat de dipmeter inductief gekoppeld is en als de frequentie gelijk is aan de resonantiekring onttrekt de kring energie en geeft een dip op de meteruitslag) B) de frequentiezwaai van een FM-zender (is afhankelijk van de sterkte van het LF signaal) C) de staandegolfverhouding ( hiervoor gebruikt met een SWR meter) PA4TON 1

2 5) C De modulatievorm welke de minste storing door laagfrequent detectie veroorzaakt is: A) amplitudemodulatie ( bij LF detectie wordt de omhullende AM- gedetecteerd ) B) enkelzijbandmodulatie (bij SSB is er juist de meeste kans op LFD) C) frequentiemodulatie (bij FM is er geen sprake van een omhullende en dus het minst) 6) B Laagfrequent detectie geeft de minst opvallende storing bij de volgende soort uitzending: A) amplitudemodulatie ( bij LF detectie wordt de omhullende AM- gedetecteerd ) B) frequentiemodulatie (bij FM is er geen sprake van een omhullende en dus het minst) C) enkelzijbandmodulatie (bij SSB is er juist de meeste kans op LFD) 7) A Een amateur zender veroorzaakt storing in een elektronisch orgel. De oorzaak hiervan kan zijn: A) in het orgel treedt ongewenste detectie op (in het orgel wordt het HF signaal laagfrequent gedetecteerd en hoorbaar door de luidspreker weergegeven ) B) de zender heeft een te grote bandbreedte (heeft alleen gevolgen voor de ontvanger) C) de zender straalt harmonischen uit (kan andere vormen van storingen veroorzaken) 8) B In een elektronisch orgel treedt laagfrequent detectie op. Deze is het duidelijkst waarneembaar bij: A) frequentiemodulatie ( bij LF detectie wordt de omhullende AM- gedetecteerd ) B) enkelzijbandmodulatie (bij SSB een vorm van AM- is de meeste kans op LFD) C) bij alle modulatie soorten ( dus niet) 9) C Wanneer in een geluidsinstallatie laagfrequent detectie optreedt als gevolg van een nabije EZB -zender, die gemoduleerd wordt met spraak, klinkt dat als: A) aan- / uitgeschakelde brom B) 'n fluittoon C) vervormde spraak ( detectie is zeker niet optimaal) 10) C Van een amplitude -gemoduleerde 2-meter zender is de modulatie hoorbaar uit de luidspreker van een TV -ontvanger, zelfs als de volumeregelaar hiervan op minimum is ingesteld. De juiste conclusie is: A) de storing zal verdwijnen als in de zender enkelzijbandmodulatie wordt toegepast (SSB geeft de meeste problemen bij LFD storingen) B) de TV -antenne heeft te weinig richteffect ( LFD komt niet via de antenne binnen, maar straalt in op niet lineaire componenten) C) in de LF versterker van de TV -ontvanger treden detectieverschijnselen op. ( LF detectie door slechte afscherming en of niet lineaire componenten) PA4TON 2

3 11) B Uit de luidsprekers van een geluidsinstallatie wordt het signaal van een 144 MHz amateur zender hoorbaar. Er is al een netfilter aangebracht en er zijn smoorspoelen in de luidsprekerleidingen geplaatst. De storing blijft ook aanwezig als alle signaal toevoerdraden zijn losgenomen. De oorzaak van de storing is waarschijnlijk het gevolg van: A) te sterke harmonischen van de zender ( geeft geen hoorbare signalen alleen storing) B) directe instraling (alleen maar omdat het niet via geleider binnen kan komen) C) onjuist gebruik van ringkern transformatoren ( er zijn geen draden meer aangesloten) 12) B Aan de antenne-ingang van een TV -ontvanger, geschikt voor frequenties tot 900 MHz, wordt een voorziening geplaatst om oversturing door een 13-cm amateur zender te voorkomen. Dit moet zijn een: A) breedbandversterker ( wordt het alleen maar erger door oversturing) B) laagdoorlaatfilter (13cm is 300/0,13 = 2307 MHz dus moet die tegengehouden worden door een laagdoorlaatfilter) C) hoogdoorlaatfilter (is er geen TV ontvangst meer mogelijk op 900Mhz) 13) C Als een radiozendamateur zijn Yagi -antenne in een bepaalde richting zet en gaat zenden, blijkt bij de buren de CD -speler gestoord te worden. De CD -speler heeft een CE -keurmerk. De storing is waarschijnlijk het gevolg van: A) frequentie-instabiliteit van de zender (verschuift alleen de zendfrequentie) B) harmonischen van de zender (geeft storingen op hogere frequenties) C) de hoge veldsterkte van het zendsignaal in de CD speler ( juist) (een hogere veldsterkte kan bij slechte afscherming instralen en storen) 14) C Om uitstraling van harmonischen door een zender te beperken wordt in de zenderuitgang een filter opgenomen. Dit moet zijn een: A) hoogdoorlaatfilter ( komen er alleen maar hogere harmonischen uit de zender) B) seinsleutel klikfilter ( geeft geen verbetering voor de uitgang) C) laagdoorlaatfilter ( Het bekende pi filter houdt hogere harmonischen tegen) 15) B Aan de antenne-ingang van een TV -ontvanger voor 50 MHz en hoger wordt een filter geplaatst om oversturing door een HF amateur zender te voorkomen. Dit moet zijn een: A) bandsperfilter voor frequenties van 50 MHz tot 1000 MHz (komt er niets meer uit van 50 tot 1000 MHz en dus ook geen TV ontvangst meer) B) hoogdoorlaatfilter voor frequenties boven 50 MHz (dit is het ontvangst gebied van de TV en dat moet beschikbaar blijven) C) laagdoorlaatfilter voor frequenties tot 30 MHz (komt er niets meer uit boven de 30MHz en dus geen 50MHz TV ontvangst meer) PA4TON 3

4 16) A Een omroepontvanger wordt over het hele afstembereik gestoord door een amateurstation. De meest waarschijnlijke oorzaak is: A) laagfrequent detectie in de ontvanger (onafhankelijk van volume en afstemming) B) splatter van de zender ( veroorzaakt door de oscillator) C) slechte spiegelonderdrukking van de ontvanger ( krijg je er een frequentie bij door) (krijg je er een frequentie bij doorheen en is wel afhankelijk van de afstemming) 17) C Welke maatregel kan worden genomen tegen het optreden van storing als gevolg van een aanwezig stoorveld? A) het toepassen van een kunststof kast ( geeft geen afscherming ) B) het stabiliseren van de voedingsspanning ( is niet van invloed) C) het toepassen van een gesloten metalen kast (denk aan een kooi van Faraday) 18) A Een amateur zender werkend in de 21 MHz band veroorzaakt storing in de frequentieband MHz. De storing kan worden verminderd door: A) de uitsturing van de eindtrap te verkleinen (meeste eenvoudige mannier om harmonische te verzwakken/verminderen is door het zendvermogen te verminderen) B) de frequentiestabiliteit te vergroten ( heeft alleen invloed op de zendfrequentie) C) een hoogdoorlaatfilter achter de zender te plaatsen ( moet een LDF zijn) 19) C Een amateur zender werkend in de 21 MHz band veroorzaakt storing in de TV ontvangst van kanaal 4 (61-68 MHz). De storingen kunnen worden opgeheven door: A) een hoogdoorlaatfilter in de antennevoedingskabel van de zender toe te passen. ( gaan alleen de hogere harmonische- frequenties door en niet de zendfrequentie) B) de eindtrap in klasse C in te stellen ( worden er veel harmonischen opgewekt en moet er gefilterd LDF- worden) C) een laagdoorlaatfilter in de antennevoedingskabel van de zender toe te passen ( z.g Pi filter prima oplossing om harmonischen te onderdrukken) 20) C Op grote afstand van een 21 MHz zender worden rasterstoringen ondervonden in de televisie -ontvangst op kanaal 4 (63 MHz). De storingen kunnen worden opgeheven door: A) de afscherming van de antennekabel van de televisie -ontvanger te verbeteren. ( oplossing geldt voor HF instraling op een slechte kabel) B) frequentiemodulatie in de zender toe te passen ( geeft meer harmonischen) C) de harmonischen -uitstraling van de zender te verminderen (is een veelvoud van 21 MHz en dus harmonischen te verminderen door een LFD en of zendvermogen) PA4TON 4

5 21) A Een lokaal station in de AM -omroepband wordt s avonds onvervormd ontvangen. Tegelijkertijd wordt op een nabijgelegen frequentie een veraf gelegen station met zo nu en dan ernstig vervormde modulatie ontvangen. De meest waarschijnlijke oorzaak van deze vervorming is: A) selectieve fading ( zo nu en dan duidt op fading) B) een plotselinge troposferische verstoring (betreft propagatie van V- UHF verbindingen) C) een fout in de zender (uitgesloten) 22) C Een amateur zender werkt op 2 meter met FM. Zijn tegenstation melden dat de uitzending sterk vervormd is. De zender werkt op de juiste frequentie. De oorzaak van de vervorming is waarschijnlijk: A) een repeater draait de zijbanden om (verschuift de inkomende frequentie 600KHz) B) de zendereindtrap is onvoldoende lineair (2m FM werkt in niet lineaire klasse C ) C) de frequentiezwaai van de zender is te groot. (door te sterke modulatie wordt de bandbreedte te groot en past niet in het MF filter van 12,5KHz met vervorming tot gevolg) 23) B Een 2-meter zender veroorzaakt storing in de ontvangst van een UHF- televisieuitzending. De oorzaak hiervan is: A) geen goede aanpassing van de zendantenne (heeft invloed op het vermogensrendement) B) onvoldoende onderdrukking van harmonischen in de 2-meter zender (UHF is een oneven veelvoud 3- van 145MHz en dus een harmonische) C) een te grote frequentiezwaai van de 2-meter zender (geeft bij ontvangst vervorming) 24) C Een 2-meter zender stoort de ontvangst van TV -signalen in de UHF -band. Deze storing wordt meestal veroorzaakt doordat van de zender: A) de frequentiezwaai te groot is (geeft bij ontvangst vervorming) B) de frequentie niet stabiel is (varieert de zendfrequentie, lastig voor de ontvanger) C) de harmonischen -onderdrukking onvoldoende is (harmonischen zijn veelvouden van b.v. een FM zender die d.m.v. een LDF pi- filter- onderdrukt moeten worden) 25) A Een 2-meter FM -station straalt te sterke harmonischen uit. Als gevolg hiervan kan storing optreden in: A) een TV -toestel afgestemd in de UHF band (harmonischen van VHF storen in UHF) B) een ontvanger afgestemd in de FM omroepband (zit lager op 100Mhz) C) een laagfrequentversterker ( geldt voor AM bij laagfrequent detectie -LDF-) PA4TON 5

6 26) A Op alle TV -kanalen (zowel boven als onder de 2-meter band) ondervindt een TV -ontvanger storing van een 2-meter amateur-station. Dit probleem kan worden opgelost door het plaatsen van een: A) bandsperfilter aan de antenne-ingang van de TV (zie vraag 30) B) hoogdoorlaatfilter aan de antenne-ingang van de TV (ontvang je niets boven 150MHz) C) laagdoorlaatfilter aan de antenne-uitgang van de 2-meter zender (en niets onder 2m) 27) C Achter een zender wordt een filter geplaatst om het uitzenden van harmonischen te verminderen. Dit moet zijn een: A) hoogdoorlaatfilter ( laat de harmonischen die hoger zijn in frequentie- door) B) bandsperfilter ( alles hoger dan de zendfrequentie en geen stukje) C) laagdoorlaatfilter (omdat harmonischen hoger in frequentie zijn) 28)B Er wordt storing ondervonden van de harmonischen van een amateur-zender. Om de storing op te heffen dient in de antennekabel bij de zender het volgende filter te worden opgenomen: A) filter 3 ( HDF) B) filter 1 (laagdoorlaat pi filter) C) filter 2 (HDF) 29) C Een zender neemt een aanzienlijke grotere bandbreedte in beslag dan normaal is voor de gebruikte modulatiemethode (veroorzaakt "splatter"). Dit wordt veroorzaakt door: A) brom op de draaggolf (vervormt het LF geluid in de ontvanger met 100Hz) B) onvoldoende onderdrukking van harmonischen (veroorzaakt storingen in hogere freq) C) overmodulatie (een te sterke modulatie veroorzaakt een te grote bandbreedte) PA4TON 6

7 30) C Ter voorkoming van oversturing van een TV -ontvanger door uitzendingen van een 2-meter zender, wordt in de antennekabel van de TV -ontvanger een filter geplaatst, afgestemd op 145 MHz. Het juiste schema is: A A B A B B 145MHz 145MHz 145MHz A) schema 2 ( laat alleen 145MHz door) B) schema 3 ( laat alleen 145MHz door) C) schema 1 (sluit 145MHz kort tussen A en B) 31) B Een breedband -antenneversterker is aangesloten tussen een TV -antenne en een TV. Bij het inschakelen van een HF- amateur-zender worden alle TV -kanalen gestoord. Deze storing is in het algemeen op te heffen door: A) een banddoorlaatfilter achter de versterker te plaatsen (moeten alle kanalen in passen) B) een hoogdoorlaatfilter voor de versterker te plaatsen (doordat het HF signaal te sterk is voor de antenneversterker gaat deze over z n nek dus verzwakt men deze door een HDF die het HF signaal van de zender tegen houdt) C) een laagdoorlaatfilter voor de versterker te plaatsen ( werkt averechts ) 32) A Een TV -toestel ondervindt op de meeste kanalen storing van een amateur-radiozender werkend in de 50 MHz band. De meest waarschijnlijke oorzaak is: A) de ingangstrap van de TV wordt overbelast (waarschijnlijk alle zenders gestoord) B) de zender straalt harmonischen uit ( frequentie is niet hoger dus geen harmonischen) C) bij de TV ontbreekt een laagdoorlaatfilter (ontvangt de TV niets) 33) A De draaggolf van een zender kan de volgende storing in de TV -ontvangst veroorzaken: A) streeppatronen ( juist, een ieder die een zendertje heeft gebouwd weet dat) B) dubbele beelden ( duidt op reflectie van een tweede indirect signaal) C) spikkeltjes op het beeld ( signaal is te zwak of brommer) PA4TON 7