VIERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN HOVELING INSTALLATIE TECHNIEK B.V. HOVELING ELEKTROTECHNIEK B.V. HOVELING COMMUNICATIE TECHNIEK B.V. 1/8
Gegevens onderneming : de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid Hoveling Installatie Techniek B.V. Hoveling B.V. Hoveling Communicatie Techniek B.V. (hierna: Communicatie Faillissementsnummers : Installatie Techniek C 13/13/525 F C 13/13/526 F Communicatie Techniek C 13/13/527 F Datum uitspraak : 6 augustus 2013 Curator : mr. H. Reitsma, AMS Advocaten N.V. Postbus 69111, 1060 CD Amsterdam telefoon: 020-3080315, telefax: 020-3080325 e-mail: h.reitsma@amsadvocaten.nl Rechter-commissaris : mr. I.M. Bilderbeek Activiteiten onderneming : Installatie van verlichting, telecom en alarm in gebouwen. Omzetgegevens : Installatie Techniek 2011 2012 Communicatie Techniek 2011 2012 Personeel gemiddeld aantal : Circa 33 werknemers. Datum verslag : 2 juli 2014 Verslagperiode : 2 april 2014 tot en met 1 juli 2014 Bestede uren in verslag periode : Bestede uren totaal : Saldo faillissementsrekening : Installatie Techniek: 318.808,09 1 : nihil. Communicatietechniek: nihil. ALGEMENE INLEIDING De verslaglegging in dit faillissement is ingericht volgens de Recofa Richtlijnen voor faillissementen en surseances van betaling 2009. Authentiek zijn alleen verslagen die zijn geprint op briefpapier van AMS Advocaten te Amsterdam en die zijn voorzien van een authentieke handtekening van de curator. KOSTENCONSOLIDATIE In dit faillissement wordt gewerkt met kostenconsolidatie. Voor de wijze waarop deze kostenconsolidatie geschiedt, wordt verwezen naar het eerste faillissementsverslag. 1 Excl. saldo op vooralsnog aangehouden betaalrekeningen i.v.m. debiteurenincasso 2/8
1. Inventarisatie 1.1 Directie en organisatie Verwezen wordt naar het eerste Faillissementsverslag onder 1.1. 1.2 Winst en verlies Verwezen wordt naar het eerste Faillissementsverslag onder 1.2. 1.3 Balanstotaal Verwezen wordt naar het eerste Faillissementsverslag onder 1.3. 1.4 Lopende procedures Verwezen wordt naar het eerste Faillissementsverslag onder 1.4. 1.5 Verzekeringen 4.416,27 premierestitutie van Nationale Nederlanden ontvangen op de ABN Rekening. Dit bedrag is inmiddels doorgestort naar de boedelrekening. 1.6 Huur Verwezen wordt naar het eerste Faillissementsverslag onder 1.6. 1.7 Oorzaak faillissement Verwezen wordt naar het eerste en tweede faillissementsverslag onder 1.7. De oorzaak van het faillissement is nog in onderzoek. 2. Personeel Verwezen wordt naar het eerste en tweede faillissementsverslag onder randnummer 2. 3. Activa In principe afgewikkeld. Verwezen wordt naar het tweede faillissementsverslag onder randnummer 3. 4. Debiteuren 4.1 Omvang debiteuren Verwezen wordt naar voorgaande verslagen, met name verslag 3. De totale debiteurenpositie bedroeg na facturatie van het nog onderhanden werk, in totaal (op basis van de aangetroffen administratie en het in kaart gebrachte onderhanden werk) ca. 1.381.860,-. ABN Amro Bank N.V. had per datum faillissement (in totaal, op alle hoofdelijk (mede) aansprakelijke vennootschappen) een vordering van ca. 637.539,15 tot zekerheid waarvan zij (de boedel behoudt zich ter zake de geldigheid van het pandrecht alle rechten voor, maar daarvan wordt hierna uitgegaan) pandrecht heeft op (uitsluitend) de debiteuren (zie ook Bank/zekerheden). Bank en boedel zijn overeengekomen uitgaande van het feit dat het pandrecht van de bank rechtsgeldig is - dat de boedel 3/8
een boedelbijdrage van 20% over de geïncasseerde facturen zal ontvangen; Inmiddels is het banksaldo 52.867,55). Het door de bank betaalde voorschot van reeds uit de ontvangsten voldaan. De boedel heeft in overleg met de bank het primaire proces van incasso en facturatie van verpande vorderingen (vorderingen uit werk ontstaan tot en met 5 augustus), gemanaged. Deze incasso is, onder de met de doorstartpartij gesloten overeenkomst, in eerste lijn verricht door de beide administratief medewerkers van Hoveling uit de bestaande backoffice, door de bestaande administratie, die de curator wekelijks zal rapporteren. Gelijktijdig met het derde verslag is de RC door de curator vertrouwelijk geïnformeerd over de status van de lopende incassozaken, en heeft de boedel toestemming gekregen om in een aantal gevallen rechtsmaatregelen te mogen treffen. In de afgelopen verslagperiode is nog 20.000,=,= aan debiteurenbetalingen binnengekomen. De thans nog openstaande debiteurenpositie bedraagt totaal 524.782,58 735,55,= en HCT: 09.347,60,=). Het betreft voor het overgrote deel grotere debiteuren die de vorderingen (deels) betwisten, waarvan het lijkt dat procedures onvermijdelijk zullen zijn. In enkele van deze dossiers is in de afgelopen periode bruikbare informatie boven tafel gekomen, waardoor buitengerechtelijke incasso wellicht nog mogelijk is. Evenwel is intussen wel gebleken dat een deel van de debiteuren oninbaar is. 4.2 Opbrengst Zie hiervoor. De bank heeft zich in principe kunnen verhalen voor haar vordering 2 ) is voldaan. De curator heeft overleg gevoerd de bank over een eindafrekeningsvoorstel, waar partijen in grote lijnen uit zijn. De boedel moet enkel nog de door de bank berekende rente controleren. 4.3 Boedelbijdrage Overeengekomen is dat boedel ontvangt een boedelbijdrage van 20% van de geïncasseerde vorderingen, bij gebleken geldigheid van het pandrecht. De boedelbijdrage is wel in eerste instantie ten laste van de gefailleerde gebracht, zodat de boedelbijdrage niet meer terzake doet indien en voor zover de bank geheel dus inclusief de kosten voorde boedelbijdrage is gelost. Dat is inmiddels gebeurd. De totale creditstand bij de bank bedraagt -, en de bank maakt nog aanspraak op rente (na rentecompensatie). De bank zal 55.000,- overmaken aan de boedel. De boedel dient aan de doorstarter tot het moment waarop de doorstarter de facturatie en incasso weer overdroeg aan de boedel over de in die periode ontvangen betalingen een boedelbijdrage van 5%. De boedel houdt dit bedrag onder zich in afwachting van de afrekening van de met de doorstarter - 2 De boedel behoudt zich terzake van de geldigheid van het pandrecht en daarmee de geldigheid van het verhaal van de bank nog alle rechten voor. Indien het pandrecht niet geldig blijkt te zijn, was de bank niet gerechtigd tot verrekening van de debetstanden op de lopende rekeningen met op die rekeningen geïncasseerde vorderingen. Die bevoegdheid bestaat immers enkel indien de bank ook een stil pandrecht op de ontvangen vorderingen had (HR 17 februari 1995, NJ 1996, 472: Mulder qq/clbn). 4/8
5. Bank / zekerheden 5.1 Vorderingen van bank(en) Per datum faillissement ter zake een krediet. De bank is inmiddels gelost en uitgaande van de geldigheid van het pandrecht - zal er tot een eindafrekening worden gekomen (zie hoofdstuk 4.3). 5.2 Leasecontracten Niet van toepassing. 5.3 Beschrijving zekerheden Zie voorgaand verslag en onder 4.2 en 5.1 en 5.2. De curator handhaaft het voorbehoud ten aanzien van de geldigheid van het pandrecht van ABN. Deze discussie is nog niet verder uitgekristalliseerd. 5.4 Separatistenpositie Zie hiervoor. 5.5 Boedelbijdragen Zie onder 4.3 van dit faillissementsverslag. 5.6 Eigendomsvoorbehoud Verwezen wordt naar het eerste faillissementsverslag onder 5.6. 5.7 Reclamerechten Er hebben zich geen partijen gemeld met een recht van reclame. 5.8 Retentierechten Er hebben zich geen partijen gemeld met een retentierecht. 6. Doorstart/voortzetten Voortzetten 6.1 Exploitatie/zekerheden Zie het eerste Faillissementsverslag onder 6.1. 6.2 Financiële vastlegging Zie financieel verslag. Doorstart 6.3 Beschrijving Verwezen wordt naar het eerste Faillissementsverslag onder 6.3 6.4 Verantwoording Verwezen wordt naar het eerste Faillissementsverslag onder 6.3 6.5 Opbrengst Verwezen wordt naar het eerste Faillissementsverslag onder 6.3 5/8
6.6 Boedelbijdrage Niet van toepassing. 7. Rechtmatigheid 7.1 Boekhoudplicht In onderzoek. 7.2 Depot jaarrekeningen 2012: 16 juli 2013 2011: 22 november 2012 2010: 22 juli 2011 7.3 Goedkeuringsverklaring accountant Lijkt niet van toepassing. 7.4 Stortingsverplichting aandelen Nog in onderzoek. 7.5 Onbehoorlijk bestuur Nog in onderzoek. 7.6 Paulianeus handelen Nog in onderzoek. 8. Crediteuren 8.1 Boedelvorderingen Installatie Techniek Salaris curator p.m. UWV 26.539,75 Verhuurder Tankkosten - Salaris curator p.m. UWV Kosten werknemers Zuidpark Communicatie Techniek Salaris curator p.m. UWV Tankkosten - 8.2 Preferente vordering fiscus Tot 8 oktober 2013 was een fiscale eenheid voor de omzetbelasting van kracht, waar ook de vennootschap Holding Hoveling B.V. (niet failliet) onderdeel van uitmaakt. Voor eventuele 6/8
belastingvorderingen van voor 8 oktober 2013 van Holding Hoveling B.V. zijn gefailleerden ook hoofdelijk aansprakelijk. De curator zal bij de Belastingdienst informeren of er nog vorderingen op Holding Hoveling B.V. zijn, opdat de boedel een eventuele regresvordering kan claimen. Holding Hoveling B.V. heeft zelf (nog) geen regresvordering ingediend.. Op de failliete vennootschappen zijn thans de navolgende vorderingen ter verificatie ingediend: Installatie Techniek vooralsnog - terzake LH en MTRB vooralsnog 42.265,- terzake LH en MTRB Communicatie Techniek vooralsnog 88.206,- terzaje LH en MTRB 8.3 Preferente vordering UWV Installatie Techniek Communicatie Techniek 8.4 Andere preferente crediteuren Installatie Techniek vooralsnog geen. vooralsnog geen. Communicatie Techniek vooralsnog geen. 8.5 Aantal concurrente crediteuren Installatie Techniek 25 47 Communicatie Techniek 45 8.6 Bedrag concurrente crediteuren Installatie Techniek 64.918,25 137.077,61 Communicatie Techniek 247.955,97 Bancaire vordering thans geen, doordat de debiteurenbetalingen zijn ingelopen op het debetsaldo bij de bank, waardoor de bank haar vordering in het faillissement reeds had ingediend. 8.7 Verwachte wijze van afwikkeling Nog niet bekend. 9. Procedures Verwezen wordt naar het eerste Faillissementsverslag onder randnummer 9. 10. Overig 10.1 Termijn afwikkeling faillissement Nog niet bekend. 7/8
10.2 Plan van aanpak In de komende verslagperiode zal de focus liggen op inning van het restant van de debiteuren, tevens zal de curator een nader standpunt innemen over de rechtmatigheid van het gestelde pandrecht van ABN Amro, alsmede ten aanzien van de uitkomst van het rechtmatigheidsonderzoek. 10.3 Indiening volgend verslag Over zes maanden. Amsterdam, 2 juli 2014 H. Reitsma, curator 8/8