Anna wist niet meer hoe ze de kerk uit was gekomen. Zonder

Vergelijkbare documenten
De eekhoorn kon niet slapen. Hij liep van zijn deur om zijn tafel heen naar zijn kast, bleef daar even staan, aarzelde of hij de kast zou opendoen,

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Bart Moeyaert. Blote handen

2

Spreekbeurt Dag. Oglaya Doua

Ze zouden haar treiteren! Gegiechel achter haar rug. Gemene opmerkingen. Flauwe geintjes. Misschien wel een spin in haar cola... Ze zag het gezicht

Val. Als je been slaapt en het bloed gaat weer stromen, dan doet het pijn, ken je dat? Leslie Feinberg: Een butch zingt de blues

Edward van de Vendel Toen kwam Sam. Met tekeningen van Philip Hopman

Een knipoog van tante Wilma

René van der Velde. met tekeningen van Georgien Overwater. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

Tussen de palen I E F

Britt & Esra - Het avontuur met het zadel

Hans Kuyper. F-Side Story. Tekeningen Annet Schaap. leopold / amsterdam

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.


De redding van Zacheüs Meditatie ds. Gerard Rinsma zondag 30 oktober e zondag na Trinitatis

Saskia en Jeroen Aan zee

-23- Geen medelijden

Hoofdstuk 1. De eerste dag op een nieuwe school met een nieuw begin

Het paaltje van Oosterlittens Er stond weer een pot met bonen! Elke avond kreeg de schoenmaker van Oosterlittens bonen te eten. Maar de schoenmaker

Sofie liet haar ogen steeds verder de straat afdwalen. Plotseling verstijfde ze. Aan het eind van de straat kwam iets aangestapt.

"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"

Tommie, Dik en Esmeralda

Geschreven voor Ivy en Tess. met hun woordje Brompeltje

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal

Een felle bliksemflits zette het bos heel even in een spookachtig,

Edward van de Vendel. De grote verboden zolder

Het lam. Arna van Deelen

De hoed van Oom Nacho

Boekverslag Engels The skeleton man door Joseph Bruchac

De kleine wildebras. Th. Storm. Magda Stomps. Zie voor verantwoording:

Anna Woltz. Mijn bijzonder rare week met Tess

Naar de bovenste verdieping

Talenten: Gebruik ze of verlies ze!

DE APENHOF. een spannende speurtocht naar rollen, regie en de waarheid. Robert Beernink

DE GURE WIND JOEG DE HERFSTBLADEREN IN EEN GRILLIGE

het laatste station van de wereld

De jongen die niet griezelen kon

't gummybeertje le journal D' Hoge School redactie: Tom & Senne jaargang 3 nr. 7 frankieweyns@hotmail.

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 7 Delen maakt blij. H. Theobaldusparochie, Overloon

Belevenis van een jeugd

BJÖRN PEETERS. Editie: 2016 ISBN:

Niemand op mijn kerstfeest

Televisie. binnenwerk_herrie 64 pagina s inclusief schutbladen_ indd 4

Rivka voelt tranen in haar ogen. Vader aait over haar wang. Hij zegt: Veel plezier, prinsesje. Vergeet je nooit wie je bent? Dan draait vader zich

Het meisje in de trein

Ankie. het meisje uit de bossen van Karoetsja. Antoon Kersten ooit geschreven voor zijn kleindochter Karin. blad 1

Lene Kaaberbøl. De wilde heks. De vuurproef

Er was eens een gezin met zeven dochters. De zeven meisjes woonden met hun ouders een heel eind buiten de stad.

Verhaal: Jozef en Maria

Extra Materiaal groep 1-2

Het geheim van de olympische vlam

2016 Marianne Busser en Ron Schröder 2016 Illustraties: ivan en ilia 2016 Moon, Amsterdam Ontwerp omslag en binnenwerk: Petra Gerritsen

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Ruth 1. Ruth en Noömi

gistermiddag had ik met iemand een gesprek over er bijna zijn het was een gesprek met mijn nichtje van 4 en we zaten in bad

Boekverslag Nederlands Wolf waakt in de nacht door Jan Postma

Dit boekje is van... Meneertje Kietel_Binnen.indd :20 Meneertje Kietel_Binnen.indd :05

- VIOLET - Ninja Paap-Luijten

Sofie en Regenboog HOOFDSTUK ÉÉN

Suzanne Peters. Blijf bij me! liefdesroman

Kikkertje en de geheime schatkistjes

SAMMIE SPIN VIERT ZIJN EERSTE SIMCHAT TORA. Sylvia A. Rouss. Illustraties: Katherine Janus Kahn VERTALING

Andrea Voigt. Augustus in Parijs. Uitgeverij De Geus

Op hun knieën blijven ze wachten op het antwoord van Maria. Maar het beeld zegt niets terug.

inhoud 1. Mijn fiets 2. De delen van een fiets 3. De loopfiets 4. Trappen maar! 5. Hoog op een wiel 6. De ketting 7. De damesfiets 8.

De magische deur van KASTEEL013

Louis van Dievel. De onderbroek

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

Kinder Woord Dienst van Oase. Elke keer dat je komt, krijg je een Bijbel verhaal, Verzamel ze en je hebt je eigen Bijbel!

Rindert Kromhout. Die dag in augustus. met tekeningen van. Annemarie van Haeringen. Leopold / Amsterdam

Boekverslag Nederlands Met mijn ogen dicht door Maren Stoffels

HARA HACHI BU, LIBANON door Tommy Wieringa

E H E I M G E H E I M H E I M

woorden Woorden

Samen met Jezus op weg

Hoofdstuk 14 Botsingen

GRATIS VOORPUBLICATIE

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

D Artagnan gaat naar Parijs

101. Weglopen. Wijsheid

Shayla en de bewegende ster

3.5. Vertellenderwijze, niet moraliseren! Verkenning van het verhaal " #

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Lust ik niet! Junior. groep 1/2/3/4


Haarbandjes en wedstrijdkriebels

OPGELEGDE TEKSTEN DERDE JAAR (EERSTE JAAR TWEEDE GRAAD) Drama

Het raam achter het gordijn stond op een kier. Uit de nacht kwamen geluiden de kamer van Dolfje binnen. Tsjirpende krekels, brullende kikkers,


We bespieden de Watergeest

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn

De wonder- baarlijke Merlijn

Gerard van Gemert. De twaalfde man

MENSEN ZIJN LUI ONDERBOUW

BART MOEYAERT DE MELKWEG

Een verhaal voor kleuters aanpassen (vereenvoudigen of verrijken)

Transcriptie:

7 Anna wist niet meer hoe ze de kerk uit was gekomen. Zonder rekening te houden met anderen baande ze zich met haar ellebogen een weg naar voren. Ze zocht niet naar haar tante en neefjes. Er maalde maar één gedachte door haar hoofd: ik moet Maarten zien. Ze rukte haar fiets uit het rek, stapte op en begon als een bezetene te trappen. Achter de stroom vrouwen aan die door de Dorpsstraat en de Stationsstraat gingen, in de richting van het station. Even voorbij de spoorbomen zaten de gijzelaars op hun knieën op de harde grond. De Duitsers hadden hen in verschillende groepen verdeeld. In een wijde kring stonden soldaten om de mannen heen, met hun geweren op hen gericht. Besluiteloos stapte Anna af, zoekend gleden haar ogen over hen heen. Zag ze Maarten daar? Nee, toch niet. Teleurgesteld wendde ze haar blik naar de volgende rij. Over de weg kwamen nog meer vrouwen aan, lopend, op de fiets, zwaaiend met pakken en koffers. Maar plotseling lieten de Duitsers de spoorbomen zakken en hielden zo iedereen tegen. Er kwam een trein aangereden die het uitzicht op de mannen blokkeerde toen hij stilstond op het station. Anna liep een eindje door, voorbij de trein. Nu zag ze de gevangenen weer: de Duitsers gaven het bevel dat ze op moesten staan. Een commandant las namen van een lijst, sommige mannen mochten uit de rijen stappen. Dat gaf Anna opnieuw hoop dat ze de niet-puttenaren zouden vrijlaten. Lopen! snauwden de Duitsers. De eerste groep kwam in beweging. Anna ging op haar tenen staan. Maarten was er niet bij. Nu haastten de vrouwen en oudere mannen van het dorp zich naar de spoorwegovergang en drongen zich langs de wagons op 59

zoek naar hun echtgenoten, verloofden, broers en zonen. Ook Anna rukte het pakket met eten en de jas van Maarten van haar bagagedrager en begon gericht te zoeken. Ze startte aan het begin. Als ze maar genoeg tijd had voor de deuren dichtgingen! De Duitsers duwden de eersten al in de trein, zo veel mogelijk tegelijk. Het was nu wel duidelijk: iedereen ging mee, of ze uit Putten kwamen of niet. Anna probeerde nog sneller vooruit te komen, maar meer vrouwen en ook oudere mannen wurmden zich door de mensenmassa. Maarten! gilde Anna. maarten! Ze zag hem niet. Hoe hard ze ook worstelde om dichterbij te komen, het lukte haar niet om alle mensen opzij te duwen. Ik moet erlangs! Haar ogen schoten alle kanten uit, zochten door de ramen van de coupés naar haar broer. Ze beet op haar lip, proefde bloed en de tranen sprongen haar in de ogen. Niet van pijn, maar van pure boosheid dat ze Maarten niet kon vinden. Laat me erbij! Ga opzij! Het zware pak brood dat haar tante die morgen klaargemaakt had, gleed bijna uit haar handen. Ze sjorde het terug in haar armen, gebruikte het om een forse vrouw weg te duwen die haar het uitzicht belemmerde. Met iedere wagon werd haar hoop een beetje kleiner. Zoveel mensen vochten om bij de trein te komen, hun verbeten gezichten hadden Anna onder andere omstandigheden vast bang gemaakt, maar nu wist ze dat ze er precies zo uitzag als zij. De Duitsers werden steeds zenuwachtiger van de opdringende mensen. Grimmig sloegen ze de mannen de overvolle coupés in. Een oude man gooide op goed geluk een pakje naar zijn zoon, over de hoofden van andere mannen heen. Een vrouw krijste de naam van haar geliefde. En toen toch nog, in de een-na-laatste wagon, zag Anna haar broer staan. maarten! Ook hij keek zoekend in het rond, en zag haar bijna op hetzelfde moment als zij hem. Ze vocht zich naar voren, zonder 60

op te letten wie ze omverduwde. Anna! Maarten probeerde naar haar toe te komen, maar er stonden zoveel mannen op elkaar geperst, als haringen in een ton, dat hij niet dichter naar de deur kon komen. Anna keek naar het begin van de trein, nog drie wagons en dan kwamen ze ook deze deur dichtdoen. Anna? Een jonge man die vooraan bij de deur stond, strekte zijn armen naar haar uit. Ondanks de spanning merkte Anna op dat hij dezelfde groenbruine ogen en blonde krullen had als haar broer. Van verbazing bleef ze hem even gebiologeerd aanstaren. Geef het pak maar aan mij, ik geef het wel aan Maarten. Ze aarzelde, de jongen zag eruit of hij zelf niemand had. Hij droeg een versleten jas en bezat zo te zien niet eens een pet. Hij keek naar haar, hield zijn hoofd een beetje scheef en probeerde haar met zijn blik gerust te stellen. Nog twee wagons. Ze had geen tijd meer. Ze gooide het pak naar de jongen toe, hij ving het op en gaf het onmiddellijk door aan Maarten. Haar broer hield met zijn ogen haar blik vast. Geef mama en Lena een kus van me, riep hij. Alle lucht liep ineens uit Anna weg. Ze voelde haar knieën slap worden. Over haar hele lichaam begon ze ongecontroleerd te rillen. Een soldaat stootte haar ruw opzij. Pijn schoot door haar arm, ze wankelde even. De man gooide de deur dicht en ging zelf op de treeplank zitten. Een officier wuifde naar de locomotief, de wielen begonnen te draaien en de stoomfluit snerpte. Op het station bleef Anna achter, nog met de jas van Maarten in haar hand. Ze had vergeten hem door te geven. Verdoofd en met de fiets aan de hand liep ze naar het dorp terug, met de jas over haar stuur. Anna was als enige blijven staan tot de trein een stipje werd aan de horizon. De andere vrouwen haastten zich terug naar het dorp, in de hoop nog iets van hun huisraad te redden. 61

Ook tante Janneke rende als een bezetene door het huis. Ze laadde een stel dekens op haar schouders, bracht ze naar beneden en legde ze op een handkar voor het huis. Daarna holde ze weer terug naar binnen, woelde door een stapel kleding, smeet een paar bloesjes en rokken opzij. Haar gezicht was ongewoon rood, haar ogen gezwollen. Uit de zorgvuldig vastgespelde knot piekten slierten haar. Ik kon je niet meer vinden, zei ze. Help je me? Anna knikte. Haar keel was zo droog dat het pijn deed om te slikken. Sinds de trein vertrokken was, had ze weer een knoop in haar maag. Hebt u oom nog kunnen vinden? vroeg ze zachtjes. Janneke schudde het hoofd. Het was er veel te druk. En ik kwam niet goed vooruit met de kinderen. En daarna bedacht ik dat ik beter kon proberen hier iets te redden. De twee vrouwen zwegen. Anna durfde niet meer naar haar tante te kijken. Ze probeerde uit alle macht het beeld van de wegrijdende trein uit haar gedachten te bannen en concentreerde zich op de spullen die tante haar aangaf. Het zilver, en een portret van oom Herman. Arie en Kees kwamen naar haar toe met speelgoed. Na een tijdje stopte Janneke plotseling en ze keek machteloos in het rond. Ik kan niet alles meenemen, zei ze wanhopig. Alles wat we hebben opgebouwd in één klap weg De tranen stroomden over haar wangen. Ze veegde langs haar ogen en haalde haar neus op. En Herman De enige woorden die Anna uit kon brengen waren: Waar gaat u nu naartoe? Nijkerk. Hermans familie woont daar. Ze zullen ons wel opvangen. Het is te laat om nog naar Amsterdam te fietsen, zei Anna. Kind! Natuurlijk ga je nu niet weg. Je komt met mij mee en we vinden wel een plekje voor vannacht. Als het weer veilig is, ga ik trouwens meteen naar Putten terug. 62

Ze zetten Arie boven op de dekens in de kar. Anna tilde Kees op het zadel van haar fiets. Om hen heen kwam een stroom vluchtelingen op gang, ze duwden handkarren voor zich uit of zaten op wagens met een pony ervoor. Het was een trieste uittocht: eerst de mannen, en nu ook nog hun huizen. Even buiten het dorp keek Anna om. De eerste rookpluimen verschenen al aan de lucht. Putten brandde. 63