LRG 16-40 LRG 16-41 LRG 17-40



Vergelijkbare documenten
GESTRA Steam Systems LRG Nederlands. Gebruiksaanwijzing Geleidbaarheidselektrode LRG 16-4

LRG Gebruiksaanwijzing Geleidbaarheidselektrode LRG 12-2

LRG LRG LRG 17-40

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRG Montagehandleiding GESTRA Niveau-elektrode NRG 26-21

LRG LRG LRG 17-40

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRG Gebruiksaanwijzing Niveauelektrode NRG 26-40

TRG 5-53 TRG 5-54 TRG 5-55 TRG 5-57

GESTRA Steam Systems NRGS 11-2 NRGS Nederlands. Gebruiksaanwijzing Compact systeem NRGS 11-2, NRGS 16-2

GESTRA. GESTRA Steam Systems VK 14 VK 16. Gebruikershandleiding Kijkglazen Vaposkop VK 14, VK 16

NRG NRG NRG Montagehandleiding Niveau-elektrode NRG 16-12, NRG 17-12, NRG 19-12

NRGT 26-1 NRGT 26-1 S. Gebruiksaanwijzing Niveau-elektrode NRGT 26-1, NRGT 26-1 S

NRS 2-4. Gebruiksaanwijzing HN-schakelaar NRS 2-4

URN 1. Gebruiksaanwijzing Stroomomvormer URN 1

URN 2. Gebruiksaanwijzing Netvoedingsapparaat URN 2

NRG NRG Gebruiksaanwijzing Niveau-electrode NRG 16-36

GESTRA. GESTRA Steam Systems BK 212. Inbouwhandleiding Condenspot BK 212

GESTRA Steam Systems AK 45. Gebruiksaanwijzing Opstart-aflaatklep AK 45

GESTRA. GESTRA Steam Systems ERL 16-1 LRG Gebruiksaanwijzing Geleidbaarheidselektroden ERL 16-1, LRG 16-4

NRG 16-12, NRG 17-12, NRG 19-12

AK 45 Gebruiksaanwijzing

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRS Gebruiksaanwijzing Niveauschakelaar NRS 2-40

Condensaatafvoerregelaar UBK 46. Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing Nederlands

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9

GESTRA MK 36/51. Installatie instructies Condenspot MK 36/51

Kijkglazen Vaposkop VK 14 VK 16. Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing Nederlands

GESTRA Steam Systems URB 1. Nederlands. Gebruiksaanwijzing Bedienings- en visualisatie-instrument URB 1

LRGT 16-1 LRGT 16-2 LRGT 17-1

NRG NRG NRG NRG GESTRA Steam Systems. Gebruiksaanwijzing Nederlands

Condenspot BK BK 212- ASME

GESTRA Steam Systems VK 14, VK 16. Gebruikershandleiding Kijkglazen Vaposkop

NRG NRG NRG 19-11

MK MK Installatie instructies Condenspot

GESTRA Steam Systems BK 45 BK 45U BK 46. Gebruiksaanwijzing Condenspot BK 45, BK 45U, BK 46

GESTRA Steam Systems BK 15. Gebruikershandleiding Condenspot BK 15, DN 40-50

Niveauelektrode NRG Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing Nederlands

NRGS 11-2 NRGS Gebruiksaanwijzing Niveau-elektrode NRGS 11-2 Niveau-elektrode NRGS 16-2

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRS 1-54 NRS Nederlands. Gebruiksaanwijzing Niveauschakelaar NRS 1-54 Niveauschakelaar NRS 1-55

NRG Gebruiksaanwijzing Niveau-elektrode NRG 211-1

GESTRA Steam Systems TRS 5-8. Nederlands. Gebruiksaanwijzing GESTRA temperatuurschakelaar TRS 5-8

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRS 2-50 NRS Nederlands. Gebruiksaanwijzing Niveauschakelaar NRS 2-50 Niveauschakelaar NRS 2-51

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRGT 26-1 NRGT 26-1S. Nederlands. Gebruiksaanwijzing Niveautransmitter NRGT 26-1, NRGT 26-1S

NRS 2-3. Gebruiksaanwijzing Niveauschakelaar NRS 2-3

NRGS 11-1 NRGS 16-1 NRGS 16-1 S. Gebruiksaanwijzing Niveau-elektrode NRGS 11-1 Niveau-elektrode NRGS 16-1 Niveau-elektrode NRGS 16-1S

GESTRA Steam Systems NRS 1-7. Nederlands. Gebruikershandleiding Niveauschakelaar NRS 1-7

Aanvullende handleiding. Connector ISO voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 30380

GESTRA Steam Systems LRS 1-7. Deutsch. Gebruiksaanwijzing Geleidbaarheidsschakelaar LRS 1-7

NRS 1-8. Gebruikaanwijzing GESTRA Niveauschakelaar NRS 1-8

NRG NRG NRG NRG

BK 46 Gebruikershandleiding

BK 45 BK 45U. Gebruikershandleiding Condenspot BK 45, BK 45U

UNA 23 UNA 25 UNA 26 UNA 27

NRG NRG NRG NRG

TRS 5-7. Gebruiksaanwijzing Temperatuurschakelaar TRS 5-7

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRG Nederlands. Gebruiksaanwijzing Niveauelektrode NRG 26-40

GESTRA Steam Systems CB 1..., CB 2... Inbouwhandleiding Terugslagkleppen

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRS TWEE-elektroden-instrument. Nederlands. Gebruiksaanwijzing Niveauschakelaar NRS 1-50

GESTRA. GESTRA Steam Systems BB...1 BB...2. Inbouwhandleiding Dubbele terugslagklep BB 1..., BB 2...

GESTRA Steam Systems NRS 1-7. Gebruikershandleiding Niveauschakelaar NRS 1-7

Aanvullende handleiding. Connector Harting HAN 7D. voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 34456

Aanvullende handleiding. Connector Harting HAN 7D. Voor continu metende sensoren. Document ID: 34457

Aanvullende handleiding. Connector M12 x 1. Voor continu metende sensoren. Document ID: 30377

UBK 46. Gebruiksaanwijzing Thermische condensaatafvoerregelaar UBK 46

GESTRA. GESTRA Steam Systems BK 15. Gebruikershandleiding Condenspot BK 15, DN 40-50

GESTRA Steam Systems NRR Nederlands. Gebruiksaanwijzing Niveauregelaar NRR 2-40

GESTRA. GESTRA Steam Systems LRS Nederlands. Gebruiksaanwijzing Geleidbaarheidsschakelaar LRS 1-50

Temperatuurregelaar zonder hulpenergie Model 43 Temperatuurregelaar type 43-1 type 43-2

Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 2183 NL. Veiligheidstemperatuurbewaking (STW) met veiligheidsthermostaat type 2403 K

Aanvullende handleiding. VEGADIS-adapter. Voor de aansluiting van een externe displayof bedieningseenheid of een slave-sensor. Document ID: 45250

Product information Scheidingsversterkers en Beveiliging

LRR 1-50 LRR GESTRA Steam Systems. Gebruiksaanwijzing Deutsch. Geleidbaarheidsregelaar LRR 1-50 Geleidbaarheidsregelaar LRR 1-51

Aanvullende handleiding. Connector M12 x 1. voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 30382

TRS 5-6. Gebruiksaanwijzing Temperatuurschakelaar TRS 5-6

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRS 1-9. Gebruiksaanwijzing Waterstandbegrenzer/-regelaar NRS 1-9

FACILA DP093. Buitenpost inbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

GESTRA Steam Systems BK 37 BK 28 BK 29. Gebruikershandleiding Condenspot BK 37, BK 28, BK 29 BK 37 ASME, BK 28 ASME, BK 29 ASME

GESTRA. GESTRA Steam Systems. NRR 2-2e. Gebruiksaanwijzing Niveauregelaar NRR 2-2e

UNA 23 UNA 25 UNA 26 UNA 27

Afbeelding 1: Helderheidsregelaar inbouw

Montage- en gebruiksaanwijzing

BES External Signaling Device

Binnenontvanger verlichting RTS - opbouw. Installatiehandleiding

Aanvullende handleiding. Staaf- en kabelcomponenten. voor VEGAFLEX Serie 80. Document ID: 44968

Product information. Procesdruk. Procesdrukmeetversterker VEGABAR 14 VEGABAR 17. Document ID: 37527

Beknopte handleiding alarmeringssysteem voor olieafscheiders type WGA 01

Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type type Type A type A Type B type B

Bedieningshandleiding. Vloerverwarmingsthermostaat

Bedieningshandleiding. Analoge ingangsmodul 4-kanaals

FACILA DP091, DP092. Buitenpost opbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

Model 240 Pneumatisch open-/dicht-regelventiel Type 3351

KNX/EIB Voedingseenheid. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid 640 ma. Best.nr. : Best.nr.

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRR Gebruiksaanwijzing Niveauregelaar NRR 2-40

Gebruiksaanwijzing. AS-i CompactLine module AC2454 AC2455 AC /01 04/2016

Veiligheidsafsluitventiel met drukreduceer Type Fig. 1 Type Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB NL

...een product van BEKA

FACILA DP094. Buitenpost inbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

A-ISOMETER IZ427 Impedantie-bewakingstoestel met geïntegreerde belasting-, temperatuur- en spanningsbewaking voor MES ketens

KNX/EIB Lichtsterkteregelaar. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid. Art.-Nr.: 2005 REG. Art.-Nr.: 2002 REG. Bedieningshandleiding

Transcriptie:

GESTRA Steam Systems LRG 16-40 LRG 16-41 LRG 17-40 NL Nederlands Gebruiksaanwijzing 818874-01 Geleidbaarheidselektrode LRG 16-40 Geleidbaarheidselektrode LRG 16-41 Geleidbaarheidselektrode LRG 17-40

Inhoud Belangrijke instructies Blz. Correcte toepassing...4 Veiligheidsinstructies...4 Gevaar...4 ATEX (Atmosphère Explosible)...4 Opmerking betreffende conformiteitverklaring / fabrikantverklaring...4 Verklaringen Verpakkingsinhoud...5 Systeembeschrijving...5 Werking... 5, 6 Systeemcomponenten...7 Technische gegevens LRG 16-40, LRG 16-41, LRG 17-40... 8, 9 Opmerking...8 Typeplaat/markering...10 Corrosiebestendigheid...10 Ontwerp...10 Afmetingen...11 13 Legenda...15 Functie-elementen LRG 16-40, LRG 16-41, LRG 17-40...14 Legenda...15 Inbouw Inbouwinstructies...16 Opgelet...16 Opmerking...16 Geleidbaarheidselektrode monteren...16 Inbouwvoorbeeld Inbouwvoorbeeld... 17, 18 Legenda...18 Gereedschappen...18 Elektrische aansluiting LRG 16-40, LRG 16-41, LRG 17-40...19 Buskabel...19 Opmerking...19 Aansluitschema sensor-connectoren...20 Opgelet...20 Aansluitschema CAN-Bus-systeem voorbeeld...20

Inhoud vervolg Elektrische aansluiting Vervolg Blz. Aansluitschema geleidbaarheidselektrode LRG 16-40, LRG 17-40...21 Aansluitschema geleidbaarheidselektrode LRG 16-41...21 CAN-Bus voedingsspanning...22 Gereedschappen...22 Basisinstellingen CAN-bus...23 Instelling Node-ID...23 Fabrieksinstelling...23 Node-ID bepalen / wijzigen...24 Opgelet...24 Node-ID, baudrate...24 Inbedrijfname Elektrische aansluiting controleren...25 Voedingsspanning inschakelen...25 Parameters instellen...25 Functionele storingen bedrijf Checklist functionele storingen bedrijf... 26, 27 Reinigen van de geleidbaarheidselektrode...27 Vervangen van de elektronica...27 Opmerking...27 Uit bedrijf nemen Vervangen van de geleidbaarheidselektrode...28 Gevaar...28 Opgelet...28 Afvoeren...28 3

Belangrijke instructies Correcte toepassing De geleidbaarheidselektroden LRG 16-40, LRG 16-41 en LRG 17-40 mogen alleen worden gebruikt voor het meten van de elektrische geleidbaarheid in vloeibare media. Als geleidbaarheidsbegrenzer of spuiregelaar in stoomketels is toepassing van de geleidbaarheidselektroden LRG 1-40 / LRG 16-41 / 17-40 alleen in combinatie met de besturing LRR 1-40 en een bedieningsapparaat type URB of SPECTORcontrol mogelijk. Voor een optimale werking moeten de eisen aan de waterkwaliteit conform de TRD- en EN-regelingen worden aangehouden. Toepassing is alleen binnen de toegestane druk- en temperatuurgrenzen toegestaan. Ieder ander gebruik geldt als niet conform de bedoeling. Het daaruit ontstane risico is uitsluitend voor de gebruiker. De leverancier is uitdrukkelijk niet aansprakelijk voor schade, die door ondeskundig gebruik ontstaat. Veiligheidsinstructies De armatuur mag alleen door geschikt en opgeleid personeel worden gemonteerd en in bedrijf worden genomen. Onderhouds- en ombouwwerkzaamheden mogen alleen door geautoriseerde personen worden uitgevoerd, die daarvoor speciaal zijn opgeleid. Gevaar Bij het losmaken van de geleidbaarheidselektrode kan heet water of stoom uittreden en zware verbrandingen over het hele lichaam veroorzaken! De geleidbaarheidselektrode mag alleen bij een keteldruk 0 bar worden gemonteerd of gedemonteerd. De geleidbaarheidselektrode is tijdens bedrijf heet! Bij aanraking zijn zware verbrandingen van handen en armen mogelijk! Alle montage-, demontage- en onderhoudswerkzaamheden mogen alleen in koude toestand worden uitgevoerd! ATEX (Atmosphère Explosible) Het apparaat mag conform de Europese richtlijn 94/9/EG niet in explosiegevaarlijke omgeving worden toegepast. Opmerking betreffende conformiteitverklaring / fabrikantverklaring Details omtrent de conformiteitsbeoordeling conform de Europese richtlijnen vindt u in onze conformiteitsverklaring of onze fabrikantverklaring. De geldige conformiteitverklaring / fabrikantverklaring is via het internet onder www.gestra.de/dokumente beschikbaar of kan bij ons worden opgevraagd. 4

Verklaringen Verpakkingsinhoud LRG 16-40 1 geleidbaarheidselektrode LRG 16-40 1 afdichtingring 33 x 39, vorm D, DIN 7603, 1.4301, blankgegloeid 1 afsluitweerstand 120 Ω 1 gebruiksaanwijzing LRG 16-41 1 geleidbaarheidselektrode LRG 16-41 1 afdichtingring 33 x 39, vorm D, DIN 7603, 1.4301, blankgegloeid 1 afsluitweerstand 120 Ω 1 gebruiksaanwijzing LRG 17-40 1 geleidbaarheidselektrode LRG 17-40 1 afdichtingring 33 x 39, vorm D, DIN 7603, 1.4301, blankgegloeid 1 afsluitweerstand 120 Ω 1 gebruiksaanwijzing Systeembeschrijving De geleidbaarheidselektrode LRG 16-40, LRG 16-41, LRG 17-40 bestaat uit een geleidbaarheidsmeetelektrode, een temperatuursensor voor het registreren van de mediumtemperatuur en een geleidbaarheidstransmitter in de aansluitbehuizing. De geleidbaarheidselektrode LRG 16-40, LRG 17-40 werkt volgens de conductometrische tweeelektroden meetmethode en de elektrode LRG 16-41 volgens de conductometrische vier-elektroden meetmethode. De instrumenten meten in elektrisch geleidende vloeibare media de elektrische geleidbaarheid. Samen met de besturing LRR 1-40 en een bedieningsapparaat van het type URB of SPECTORcontrol kan de geleidbaarheidselektrode LRG als geleidbaarheidsbegrenzer en spuiregelaar in stoomketels en heetwaterinstallaties worden ingezet of als geleidbaarheidsmeetsysteem in condensaat- en voedingswatercircuits. De geleidbaarheidselektrode LRG 16-40, LRG 17-40 wordt bij voorkeur in stoomketels met geringe indamping toegepast, bijv. in zuiverstoomketels, hogedrukketels of ook condensaattanks. De geleidbaarheidselektrode LRG 16-41 wordt bij voorkeur in industriële ketelinstallaties tot druktrap PN 40 ingezet, waarbij maximale geleidbaarheden conform TRD / EN van 8000 / 6000 µs/cm toegestaan zijn. De data-overdracht tussen de geleidbaarheidselektrode LRG, het besturings- en bedieningsapparaat en andere apparaten wordt via de CAN-Bus conform ISO 11898 uitgevoerd, gebruik maken van het CANopen-protocol. Werking LRG 16-40, LRG 17-40 Door het medium stroomt een meetstroom met een variabele frequentie en deze laat tussen meetelektrode en meetbuis een potentiaalverschil ontstaan, die als meetspanning U U wordt geregistreerd. LRG 16-41 De geleidbaarheidsmeetelektrode bestaat uit twee stroom- en twee spanningselektroden. Door de stroomelektroden wordt in het medium een meetstroom U I met een vast frequentie geactiveerd en er ontstaat tussen deze elektroden een potentiaalverschil. Dit potentiaalverschil wordt door de spanningselektroden opgenomen en als meetspanning U U geregistreerd. 5

Verklaringen vervolg Functie vervolg LRG 16-40, LRG 16-41 en LRG 17-40 De elektrische geleidbaarheid verandert met de temperatuur. Als relatie van de meetwaarde tot een referentietemperatuur meet daarom een in het elektrodedeel geïntegreerde weerstandsthermometer de mediumtemperatuur. Uit de meetspanningen U U en U I wordt de elektrische geleidbaarheid berekend en door de temperatuurcompensatie op de referentietemperatuur van 25 C gerelateerd. De elektrische geleidbaarheid verandert niet lineair met de toenemende temperatuur. Voor de compensatie van de meetwaarde kunnen drie methoden worden ingesteld: n Temperatuurcompensatie Auto: Voor het betreffende medium neemt de geleidbaarheidselektrode de specifieke geleidbaarheids-/temperatuurcurve op en voert daarna de compensatie uit. De auto-curve-temperatuurcompensatie is geschikt voor stoomketels met glijdend drukbedrijf, wat betekent dan de stoomketels werken zonder vaste bedrijfsdruk (bijv. lage last 10 bar, vollast 15 bar). Het systeem registreert de waarden temperatuur en geleidbaarheid over 100 C iedere 10 C tot de bedrijfstemperatuur. De stoomketel moet daarvoor op bedrijfsdruk (bij glijdend drukbedrijf max. bedrijfsdruk) zijn gebracht. Bij glijdend drukbedrijf kan bij een niet passende normcurve de geregistreerde curve worden gebruikt. n Temperatuurcompensatie Norm: In de elektrode zijn 11 met standaard conditioneringsmiddellen opgenomen geleidbaarheids-/temperatuurcurves opgeslagen, die voor de compensatie worden gebruikt. De normcurve-temperatuurcompensatie is geschikt voor stoomketels met glijdend drukbedrijf, wat betekent dan de stoomketels werken zonder vaste bedrijfsdruk (bijv. lage last 10 bar, vollast 15 bar). De normcurven van de voedingswater-conditioneringsmiddellen met verschillende basisgeleidbaarheid compenseren de temperatuurinvloed van de meting binnen het bedrijfsspectrum. n Temperatuurcompensatie Lineair: De meetwaarde van de geleidbaarheid wordt afhankelijk van een vast ingestelde temperatuurcoëfficiënt lineair gecorrigeerd. De coëfficiënt, standaard is 2,1 % / C, wordt normaal gesproken voor stoomketels met constante druk gebruikt. De geleidbaarheid wordt bij omgevingstemperatuur (25 C) bepaald. Door eventuele verandering van de celconstante wordt de elektrodemeetwaarde ingeregeld. De verificatie van de gradiënt volgt dan bij bedrijfsdruk met een gekalibreerd geleidbaarheidsmeetinstrument. De volgende signalen worden cyclisch als datatelegram door de geleidbaarheidselektrode LRG via de CAN-bus overgedragen: n Meetwaarde van de geleidbaarheid, gerelateerd op 25 C als momentele waarde (X), n Meetbereik / aanpassing momentele waarde-uitgang, n Alarmmelding: interne kabelbewaking elektrode, n Alarmmelding: temperatuursensor defect, n Alarmmelding: temperatuur in elektrode-aansluitbehuizing te hoog. Bij een kortsluiting van de kabels naar meetelektrode, meetbuis en weerstandsthermometer of bij onderbreking van de data-overdracht via de CAN-bus wordt een foutmelding gegenereerd. Met behulp van een sensor wordt de temperatuur in de aansluitbehuizing bewaakt en bij overschrijding van de grenswaarde wordt een foutmelding gegenereerd. 6

Verklaringen vervolg Systeemcomponenten LRR 1-40 Digitaal werkende meetversterker voor geleidbaarheidselektrode LRG. Functies: geleidbaarheidsbegrenzer, spuiregelaar. Data-overdracht: CAN-Bus conform DIN ISO 11898 via CANopen-protocol. URB 1, URB 2 Bedienings- en visualisatie-apparaat. Functies: Parametrering, visualisatie via LC-display. Data-overdracht: CAN-Bus conform DIN ISO 11898 via CANopen-protocol. 7

Technische gegevens LRG 16-40, LRG 16-41, LRG 17-40 Testidentificatie TÜV.WÜL.xx-007 Bedrijfsdruk LRG 16-40: 32 bar bij 238 C LRG 16-41: 32 bar bij 238 C LRG 17-40: 60 bar bij 275 C Mechanische aansluiting Schroefdraad G1 ISO 228-1 Materialen Elektroden-inschroefbehuizing: 1.4571, X6CrNiMoTi17-12-2 Meetelektrode(n): 1.4571, X6CrNiMoTi17-12-2 Elektrodestaafisolatie: PTFE Aansluitbehuizing: 3.2161 G AlSi8Cu3 LRG 16-40, LRG 17-40: Meetbuis, meetschroef 1.4571, X6CrNiMoTi17-12-2 LRG 16-40, LRG 16-41: Afstandhouder PEEK LRG 17-40: Afstandhouder PEEK HT Meet- en inbouwlengte (niet inkortbaar) LRG 16-40, LRG 17-40: 200, 300, 400, 500, 600, 800, 1000 mm LRG 16-41: 180, 300, 380, 500, 600, 800, 1000 mm Temperatuursensor Weerstandsthermometer Pt 1000 Geleidbaarheidsmeetbereik*) LRG 16-40, LRG 17-40: 0,5 12000 μs/cm bij 25 C / 0,25 6000 ppm (parts per million) Voorkeursmeetbereik tot 500 μs/cm LRG 16-41: 100 10000 μs/cm bij 25 C / 50 5000 ppm (parts per million) *) Omrekening µs/cm in ppm (parts per million): 1 µs/cm = 0,5 ppm Meetcyclus 1 seconde Tijdconstante T (gemeten volgens tweebadmethode) LRG 16-40, LRG 17-40: Temperatuur: 9 seconden Geleidbaarheid: 14 seconden LRG 41: Temperatuur: 11 seconden Geleidbaarheid: 19 seconden. In- / uitgang CAN-Bus interface met voeding 18-36 V DC, kortsluitvast Dataoverdracht CAN-Bus conform ISO 11898, CANopen-protocol Opmerking De elektrische geleidbaarheid wordt in µs/cm gemeten. Bij gebruik van ppm (parts per million) volgt de omrekening als volgt: 1 μs/cm = 0,5 ppm. 8

Technische gegevens vervolg LRG 16-40, LRG 16-41, LRG 17-40 vervolg Temperatuurcompensatie Methode instelbaar op bedieningsapparaat URB of SPECTORcontrol: n Temperatuurcompensatie Auto met installatiespecifieke geleidbaarheids-/temperatuurcurve. n Temperatuurcompensatie Norm *) met normgeleidbaarheids-/temperatuurcurve. n Temperatuurcompensatie lineair met ingestelde temperatuurcoëfficiënt (Tk). *) De normgeleidbaarheids-/temperatuurcurves kunnen via de aanwijs- en bedieningsapparaten SPECTORcontrol en URB worden ingesteld. Normcurve Conditioneringsmiddel Basisgeleidbaarheid bij 25 C 1 NaOH (natronloog) 260 μs/cm 2 NaOH (natronloog) 1080 μs/cm 3 NaOH (natronloog) 5400 μs/cm 4 NaOH (natronloog) 11000 µs/cm 5 Na 3 PO 4 (trinatriumfosfaat) 190 μs/cm 6 Na 3 PO 4 (trinatriumfosfaat) 1100 μs/cm 7 Na 3 PO 4 (trinatriumfosfaat) 5900 μs/cm 8 Na 3 PO 4 (trinatriumfosfaat) 11200 µs/cm 9 Na 2 SO 3 (natriumsulfiet) 980 μs/cm 10 Dipolique 444 200 μs/cm 11 Levoxin 195 μs/cm Opgenomen vermogen 3,8 Watt Beveiliging Elektronische temperatuurbeveiliging T max 85 C, hysterese -2 K. Aanwijs- en bedieningselementen Twee lichtdioden voor interne statusmeldingen Een 10-polige codeerschakelaar voor de instelling Node-ID en baudrate Elektrische aansluiting M12 sensorstekker, 5-polig, A-gecodeerd, M12 sensorbus, 5-polig, A-gecodeerd Beschermingsklasse IP65 conform EN 60529 Omgevingstemperatuur Maximaal 70 C Gewicht Ca. 2,5 kg 9

Technische gegevens vervolg Typeplaat / markering Veiligheidsinstructies Identificatie instrument Druktrap, schroefdraadaansluiting, materiaalnummer Specificaties toepassingsgebied Meetbereik Elektrische specificaties Instructies afvoeren Fig. 1 CE-markering Leverancier Specificaties bestelling reserveonderdelen Corrosiebestendigheid Bij een correcte toepassing wordt de veiligheid van het instrument niet door corrosie beïnvloed. Ontwerp De behuizing is niet geschikt voor toenemende belasting. Dimensionering en corrosietoeslagen zijn conform de laatste stand der techniek uitgevoerd. 10

Technische gegevens vervolg Afmetingen 173 b = 68 20 336 SW 41 L C E [mm] 200 300 400 500 600 800 1000 G1 EN ISO 228-1 N A E M RA 12,5 40 G1 EN ISO 228-1 RA 3,2 0,5 Fig. 2 LRG 16-40 28 11

Technische gegevens vervolg Afmetingen vervolg 173 20 336 SW 41 L C E [mm] 200 300 400 500 600 800 1000 G1 EN ISO 228-1 N A E M RA 12,5 40 G1 EN ISO 228-1 RA 3,2 0,5 12 Fig. 3 LRG 17-40 28

Technische gegevens vervolg Afmetingen vervolg 173 b = 68 336 20 SW 41 L C E [mm] 180 300 380 500 600 800 1000 G1 EN ISO 228-1 A E RA 12,5 40 G1 EN ISO 228-1 RA 3,2 0,5 Fig. 4 LRG 16-41 30 13

Functie-elementen LRG 16-40, LRG 16-41, LRG 17-40 B C D C Fig. 5 K 1 2 3 Dipschakelaar wit J H I F G 14 Fig. 6 Weergave LRG 16-40 (afbeelding zonder afdekplaat)

Technische gegevens / functie-elementen Legenda 1 Lichtdiode 1 kleur groen 2 Lichtdiode 2 kleur rood 3 Codeerschakelaar A Afdichtingring 33 x 39, vorm D, DIN 7603, 1.4301, blankgegloeid B Dekselschroeven (kruiskopschroef M4) C M 12 sensorstekker/sensorbus, 5-polig, A-gecodeerd D Behuizingsdeksel E Meet- en inbouwlengte F Klemmenstrook G Bevestigingsschroef voor elektronica H Aansluiting functieaarde I Afdichtingring J Bevestigingsmoer voor aansluitbehuizing K Steekpennen voor elektrodenkabels, functieaarde L Warmte-isolatie M Meetbuis N Draadstift M 2,5 DIN 913 15

Inbouw Inbouwinstructies Opgelet n De afdichtingvlakken van de tanksok of het flensdeksel moeten in een technisch optimale conditie verkeren! n Alleen de meegeleverde afdichtingring 33 x 39, vorm D, DIN 7603, 1.4301, blank gegloeid mag worden gebruikt! n Schroefdraad niet met hennep of PTFE-band afdichten! n Geleidbaarheidselektrode horizontaal of schuin inbouwen. De meetoppervlakken moeten constant zijn ondergedompeld. n De gegeven aandraaimomenten moeten absoluut worden aangehouden. n Aansluitbehuizing niet in de warmte-isolatie van de ketel opnemen! LRG 16-40, LRG 17-40 n Tussen het onderste uiteinde van de meetbuis en de ketelwand, de rookkanalen, andere metalen ingebouwde onderdelen en het laatste waterpeil (LW) moet een afstand van ca. 30 mm worden aangehouden. n Meetelektrode en meetbuis kunnen niet worden ingekort. LRG 16-41 n Tussen het onderste uiteinde van de meetelektroden en de ketelwand, de rookkanalen, andere metalen ingebouwde onderdelen en het laatste waterpeil (LW) moet een afstand van ca. 60 mm worden aangehouden. n De meetelektroden kunnen niet worden ingekort. n Vermijd harde stoten tegen de meetelektroden. Opmerking n De beproeving van de ketelsok met aansluitflens moet in het kader van de ketelbeproeving worden uitgevoerd. n Op pagina s 17/18 zijn meerdere inbouwvoorbeelden gegeven. Geleidbaarheidselektrode monteren 1 Afdichtoppervlakken op tanksokken of flensdeksel (zie fig. 2, 3, 4) controleren. Indien nodig overeenkomstig de specificaties van de tekening nabewerken. 2. Meegeleverde afdichtingring A op het afdichtingsoppervlak van de geleidbaarheidselektrode plaatsen. 3 Schroefdraad van de geleidbaarheidselektrode met een kleine hoeveelheid siliconenvet insmeren. 4 Geleidbaarheidselektrode in de tanksok of flensdeksel schroeven en met steeksleutel SW 41 vastdraaien. Het aandraaimoment is in koude toestand 150 Nm. 16

R* Inbouwvoorbeeld Geleidbaarheidsmeting, directe inbouw van de geleidbaarheidselektrode via flenssokken aan de zijkant 400 336 NW LW NB ~ 250 G 1 EN ISO 228-1 R* LRG 16-40 GESTRA LRG 16-40 GESTRA Steam Systems Fig. 7 4 A R*: LRG 16-40, LRG 17-40 R = 30 mm LRG 16-41 R = 60 mm Geleidbaarheidsmeting en spuiregeling, directe inbouw van de geleidbaarheidselektrode via meetvat met aansluiting van een spuiklep NW LW NB ~ 250 600 336 197 G 1 EN ISO 228-1 LRG 16-40 GESTRA LRG 16-40 A GESTRA Steam Systems Fig. 8 4 5 6 8 A R*: LRG 16-40, LRG 17-40 R = 30 mm LRG 16-41 R = 60 mm DNA [mm] A [mm] 15 182 20 184 25 184 40 189 17

Inbouwvoorbeeld vervolg Geleidbaarheidsmeting en spuiregeling, inbouw van de geleidbaarheidselektrode in de spuiregeling via een afzonderlijk meetvat Uitlaat 6 5 DN 15-40 G 1 EN ISO 228-1 Inlaat LRG 16-40 DN 15-40 7 A Fig. 9 18 Legenda A Afdichtingring 33 x 39, vorm D, DIN 7603, 1.4301, blankgegloeid 4 Keteltrommel 5 Afsluiter GAV 6 Spuiklep BAE 7 Meetvat 8 Aansluitstuk in T-vorm Gereedschappen n Steeksleutel SW 18 (19) n Steeksleutel SW 41 n Inbusschroevendraaier gr. 1,3 n Kruiskopschroevendraaier gr. 1 en 2

Elektrische aansluiting LRG 16-40, LRG 16-41, LRG 17-40 De aansluitbehuizing is via een zelfborgende bevestigingsmoer op het elektrodendeel geschroefd. Voor de elektrische aansluiting kan daarom de aansluitbehuizing met max. +/ 180 in de gewenste richting (kabeluitgang) worden gedraaid. Buskabel De geleidbaarheidselektrode is met een M12 sensor-stekkerverbinding, 5-polig, A-gecodeerd, uitgerust. Aansluitschema Fig. 10. Voor de verbinding van de businstrumenten zijn prefab stuurkabels (met stekker en koppeling) in verschillende lengten als toebehoren leverbaar. De aanbevolen stuurkabels zijn niet UV-bestendig en moeten bij buitenmontage met een UV-bestendige kunststof buis of kabelkanaal worden beschermd. Indien geen prefab stuurkabels worden toegepast, moet meeraderige, paarsgewijs getwiste, afgeschermde stuurkabel als buskabel worden gebruikt, bijv. UNITRONIC BUS CAN 2 x 2 x... mm 2 of RE-2YCYV-fl 2 x 2 x... mm 2. De kabellengte bepaalt de baudrate (data-overdrachtsnelheid) en de kabeldiameter tussen de buseindapparaten. Voor de keuze van de aderdiameter is bovendien het totale stroomverbruik maatgevend. Het totale stroomverbruik resulteert uit het aantal busdeelnemers. S 8 S 9 S 10 Baudrate Kabellengte OFF on OFF 250 kbit/s 125 m Fabrieksinstelling Aantal paren en kabeldiameter [mm 2 ] 2 x 2 x 0,34 on on OFF 125 kbit/s 250 m 2 x 2 x 0,5 OFF OFF on 100 kbit/s 335 m 2 x 2 x 0,75 on OFF on 50 kbit/s 500 m OFF on on 20 kbit/s 1000 m on on on 10 kbit/s 1000 m Op aanvraag, afhankelijk van de busconfiguratie De baudrate wordt via de codeerschakelaar 3 Fig. 6 (S 8 t/m S 10) ingesteld. Af fabriek wordt de geleidbaarheidselektrode LRG met de baudrate 250 kbit/s (kabellengte 125 m) uitgeleverd. Bij grotere kabellengten moet de baudrate worden gereduceerd. Bij alle busdeelnemers moet dezelfde instelling worden uitgevoerd. Opmerking De maximale baudrates en kabellengten zijn gebaseerd op GESTRA-ervaringswaarden. In de praktijk kan het nodig zijn, de baudrate voor een betrouwbaar bedrijf te reduceren. De uitvoering van de datakabel heeft een wezenlijke invloed op de elektromagnetische compatibiliteit (EMC). Bij de aansluiting moet daarom zeer zorgvuldig te werk worden gegaan. Wanneer niet de prefab-stuurkabels worden gebruikt, dan moet de aansluitstekker en de aansluitbus voor de CAN-bus kabels overeenkomstig het aansluitschema fig. 10 worden aangesloten. UNITRONIC is een gedeponeerd handelsmerk van LAPP Kabelwerke GmbH, Stuttgart 19

Elektrische aansluiting vervolg Aansluitschema sensor-connectoren 634 1 52 3 2 1 54 6 Fig. 10 120 Ω 120 Ω Opgelet n Alleen in lijn bedraden, geen steraansluiting! n Sluit a.u.b. de afscherming van de buskabel aan op pin 1 fig. 10. Legenda 1 Afscherming 2 Voedingsspanning 24V DC+ (rood) 3 Voedingsspanning 24V DC- (zwart) 4 CAN-datakabel C H (wit) 5 CAN-datakabel C L (blauw) 6 Afsluitweerstand 120 Ω aan busuiteinde n Afschermingen van de buskabels doorgaand onderling verbinden en op het centrale aardpunt (ZEP) in de schakelkast aansluiten. n Indien potentiaalvereffeningsstromen (buiten opgestelde installaties) kunnen worden verwacht, maak dan a.u.b. de afschermingen op het centrale aardingspunt los. n Wanneer twee of meer systeemcomponenten in een CAN-busnetwerk zijn opgenomen, dan moet op het eerste en het laatste apparaat een afsluitweerstand van 120 Ω worden aangesloten (elektrode pin 4: C H, pin 5: C L ; Meetversterker klem 2: C L, klem 4: C H ) n Het CAN-bus-netwerk mag tijdens bedrijf niet worden onderbroken! Bij onderbreking wordt een alarmmelding geactiveerd! Aansluitschema CAN-Bus-systeem voorbeeld URB 2 ZEP NRS, NRR, LRR, TRS, URB 1 NRG, LRG, EF, URZ TRV 20 Fig. 11 RES 2 RES 1

Elektrische aansluiting vervolg Aansluitschema geleidbaarheidselektrode LRG 16-40, LRG 17-40 Steekpen Dipschakelaar wit Codeerschakelaar voor de invoer van de Node-ID / baudrate Meetelektrode Temperatuursensor Pt1000 Massa Aansluitpunt voor functie-aarde Fig. 12 Aansluitschema geleidbaarheidselektrode LRG 16-41 Steekpen Meetelektrode Dipschakelaar wit Codeerschakelaar voor de invoer van de Node-ID / baudrate Temperatuursensor Pt1000 Massa Aansluitpunt voor functie-aarde Fig. 13 21

Elektrische aansluiting vervolg CAN-Bus-voedingsspanning Voorwaarde voor het storingsvrije bedrijf van een CAN-bussysteem is voldoende gedimensioneerde voedingsspanning. Controleer aan de hand van de volgende tabel de voedingsspanning van uw bussysteem. Besturingen met voedingsspanning Aantal x vermogensspecificatie per instrument = Totaal 1 x 6 W = W Sensor, transmitter, stuureenheden, bedienings- en visualisatie-instrument URB 1 Aantal x Opgenomen vermogen per instrument = Totaal x 3 W = W Bedienings- en visualisatieinstrument URB 2 x 5 W = W Totaal 2 = W Wanneer het totaal 2 groter is dan totaal 1, moet de CAN-bus door een afzonderlijke, gestabiliseerde veiligheidsvoeding (bijv. SITOP Smart, 24 V, 2,5 A) met 24 V DC worden gevoed. De voeding moet ten opzichte van aanrakingsgevaarlijke spanningen een scheiding hebben, die minimaal aan de eisen voor dubbele of verbeterde isolatie conform DIN EN 50178 of DIN 61010-1 of DIN EN 60730-1 of DIN EN 60950 voldoet (veilige scheiding). De voeding moet met een overstroombeveiliging worden gezekerd conform DIN EN 61010-1. Op de meetversterkers (klemmen 1 en 5) mag dan niet de CAN-bus voeding worden aangesloten. Gereedschappen n Kruiskopschroevendraaier grootte 1 n Schroevendraaier grootte 2,5 volledig geïsoleerd conform VDE 0680-1 n Steeksleutel SW 12 n Steeksleutel SW 18 (19). 22

Basisinstellingen CAN-Bus Alle apparaatgroepen (niveau, geleidbaarheid) zijn via een CAN-bus onderling verbonden. De dataoverdracht tussen de apparaatgroepen wordt uitgevoerd gebruik makend van het protocol CANopen. Alle apparaten hebben een elektronisch adres de Node ID gekregen. De vieraderige buskabel is bedoeld voor de voedingsspanning en als datasnelweg :, via welke informatie met hoge snelheid in beide richtingen wordt overgedragen. Het CAN-adres (Node ID) kan binnen het bereik 1-123 worden ingesteld. De geleidbaarheidselektrode LRG is in combinatie met GESTRA componenten af fabriek bedrijfsgereed geconfigureerd en kan zonder instelling van de Node-ID direct worden gebruikt. Instelling Node-ID Wanneer aan de apparaten een andere node-id moet worden toegewezen, moet vanwege de onderlinge afhankelijkheid de node-id voor de afzonderlijke groepsdeelnemers als volgt worden vastgelegd: Besturingseenheid URZ 40a Spuiklep BAE 46, BAE 47 Besturing LRR 1-40 Geleidbaarheidselektrode LRG 1x-40 Reserve X 1 X X + 1 X + 2 49 50 51 52 Gereserveerde bereik Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling De geleidbaarheidselektrode wordt af fabriek geleverd met de volgende instellingen: n Baudrate: 250 kbit/s (125 m buskabel) n Node-ID: 051 De gebruikte node-id moet op de typeplaat worden vermeld. 23

Basisinstelling vervolg Node-ID bepalen / wijzigen Om in CAN-Bus te communiceren, moet ieder systeem (bijv. regelaar) een node-id toegewezen krijgen. Bij geopende behuizing: 1. Node-ID conform tabel op codeerschakelaar 3 via de schakelaars S1 t/m S7 met een smalle schroevendraaier instellen. 2. Deksel behuizing D plaatsen en dekselschroeven B vastdraaien. 3. A.u.b. ingestelde node-id op de typeplaat invullen. 4. Node-ID van de meetversterker LRR1-40 indien nodig conform gebruiksaanwijzing wijzigen. Opgelet In de CAN-bus mag een node-id niet meervoudig worden toegekend. De node-id 0 is niet toegestaan. Node-ID, baudrate In een CAN-bus kunnen maximaal 123 deelnemers (apparaten) worden beheerd. Iedere deelnemer krijgt een eigen adres (node-id), die op de 10-polige codeerschakelaar kan worden ingesteld. 3 3 Dipschakelaar wit Dipschakelaar wit Node-ID 51 S1 on 1 S2 on 2 S3 OFF 4 S4 OFF 8 S5 on 16 S6 on 32 S7 OFF 64 (fabrieksinstelling) Node-ID 77 S1 on 1 S2 OFF 2 S3 on 4 S4 on 8 S5 OFF 16 S6 OFF 32 S7 on 64 (voorbeeld) S 8 S 9 S 10 Baudrate Kabellengte OFF on OFF 250 kbit/s 125 m Fabrieksinstelling on on OFF 125 kbit/s 250 m OFF OFF on 100 kbit/s 335 m on OFF on 50 kbit/s 500 m OFF on on 20 kbit/s 1000 m on on on 10 kbit/s 1000 m 24

Inbedrijfname Elektrische aansluiting controleren Voor de inbedrijfname a.u.b. controleren: n Komt de bedrading van alle CAN-busapparaten overeen met de aansluitschema s? n Is de polariteit van de buskabel correct? n Is bij de eindapparaten de buskabel telkens met een 120 Ω weerstand afgesloten? Netspanning inschakelen n Schakel de netspanning voor de besturing LRR 1-40 resp. de busvoedingsspanning in. n De groene lichtdiode 1 fig. 6 brandt en gaat iedere 5 s kort uit. De dataoverdracht is continu. Parameters instellen De configuratie, parametrering, bediening en visualisatie van de regelparameters van de geleidbaarheidselektrode wordt op het bedieningsapparaat URB of SPECTORcontrol uitgevoerd. 25

Functionele storingen bedrijf Checklist functionele storingen bedrijf Het instrument werkt niet Fout: Voedingsspanning uitgevallen, geen functie. Oplossing: Voedingsspanning / alle elektrische aansluitingen controleren. Fout: Elektronica defect. Oplossing: Eenheid vervangen. Alleen de rode LED 2 knippert Fout: Geleidbaarheidselektrode defect (interne verbindingen kortgesloten of onderbroken, isolator defect). Oplossing: Geleidbaarheidselektrode vervangen. Fout: Meetvlakken van de geleidbaarheidselektrode zijn niet ondergedompeld (vrij). Oplossing: Inbouw controleren en permanente onderdompeling van de meetoppervlakken waarborgen. Fout: Door afzetting op het meetoppervlak kan een verkeerde waarde worden aangewezen (vastgesteld bij vergelijkingsmeting). Oplossing: Geleidbaarheidselektrode demonteren en meetvlak(ken) reinigen. Fout: Door afzetting op het meetoppervlak / aan de meetoppervlakken kan grenswaarde MIN of MAX worden gesignaleerd, ondanks dat de momentel waarde tussen deze beide waarden in ligt (vergelijkingsmeting). Oplossing: Geleidbaarheidselektrode demonteren en meetvlak(ken) reinigen. Fout: De massaverbinding naar de tank is onderbroken. Geen werking. Oplossing: Afdichtende oppervlakken reinigen en apparaten met metalen afdichtingring 33 x 39, vorm D, DIN 7603-1.4301, blank gegloeid, inschroeven. Elektroden niet met hennep of PTFE-band afdichten! De groene LED 1 en de rode LED 2 knipperen Fout: De temperatuurzekering is aangesproken. Oplossing: Inbouw controleren. De omgevingstemperatuur mag niet hoger dan 70 C zijn. Zodra de maximaal toegestane temperatuur wordt onderschreden, schakelt het instrument weer over naar de bedrijfstoestand. Fout: Temperatuursensor voor de mediumtemperatuur kortgesloten of onderbroken. Oplossing: Geleidbaarheidselektrode vervangen. Indien er storingen of fouten optreden, die met deze gebruiksaanwijzing niet kunnen worden opgelost, neem dan contact op met onze Technische service-afdeling. 26

Functionele storingen bedrijf vervolg Fouten-checklist functionele storingen bedrijf vervolg De groene LED 1 en de rode LED 2 branden niet Fout: Geen communicatie tussen elektrode en besturing mogelijk. Oplossing: 24 V Bus voeding, bedrading, node-id, baudrate en afsluitweerstanden controleren. Bij verandering netspanning uitschakelen en na ca. 5 s weer inschakelen. Reinigen van de geleidbaarheidselektrode Het apparaat mag alleen door geschikt en opgeleid personeel worden gemonteerd en gedemonteerd. Houdt de instructies in hoofdstuk Inbouw op bladzijde 16 aan. Voor het reinigen van de meetelektrode(n) moet de geleidbaarheidselektrode uit bedrijf worden genomen en worden gedemonteerd. Afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden verdient reiniging eenmaal per jaar aanbeveling, bijv. in het kader van de onderhoudswerkzaamheden. LRG 16-40, LRG 17-40 Schroef met de hand de meetbuis M na losmaken van de borgstift N af en reinig de elektrodenstaaf en het meetoppervlak. LRG 16-41 Reinig de meetelektroden. LRG 16-40, LRG 17-40, LRG 16-41 n Loszittende aanslag met een vetvrije doek verwijderen. n Vastzittende afzetting met schuurlinnen (gemiddelde korrel) verwijderen. Vervangen van de elektronica 1 Dekselschroeven B losmaken en het deksel van de behuizing D afnemen. 2 Elektrodenkabels van de steekpennen K op de printkaart lostrekken. Klemmenstrook F aftrekken. 3 Aansluiting functionele aarde H losmaken. 4 Bevestigingsschroeven G voor de elektronica uitdraaien en eenheid uitnemen. De eenheid is als reserve-onderdeel leverbaar, type LRV 1-41 voor LRG 16-40, LRG 17-40, type LRV 1-43 voor LRG 16-41. 5 De nieuwe elektronica wordt in omgekeerde volgorde ingebouwd. Opmerking Bij bestellingen van reserve-onderdelen moet het op de typeplaat aangegeven materiaalnummer en de op de plaat LRG/LRGT opgegeven lengte worden gespecificeerd. Na het vervangen van de elektronica moet via een vergelijkingsmeting de aanwijzing van de geleidbaarheid op het bedieningsapparaat URB of SPECTORcontrol worden gecontroleerd. Bij afwijkingen moet de celconstante van de elektrode worden gecorrigeerd, a.u.b. de gebruiksaanwijzing URB of SPECTORcontrol aanhouden. 27