ANNEX HANDLEIDING: DRAGERS

Vergelijkbare documenten
ANNEX HANDLEIDING: DRAGERS

ANNEX HANDLEIDING: DRAGERS

ANNEX HANDLEIDING: DRAGERS

Fotogids Voor de identificatie van audiovisuele formaten

Een ontdekkingstocht doorheen het Vlaamse shellac- en lakplatenerfgoed

OPLEIDINGSSESSIE 1: Registratie & Service Agreement Donderdag 20 oktober - Brussel

OPLEIDINGSSESSIE 2: Registratie & Service Agreement Woensdag 16 november Antwerpen

INFOBROCHURE GOLF 6. Kleine formaten

VIAA: Digitaliseringsgolf 2 Open Reel Video

VIAA: Digitaliseringsgolf 2 Draadspoel

iminds / VIAA: Digitalisatie Golf 1 Compact audiocassette

Digitaliseren film video dia s, foto s, negatieven audio

VIAA: Digitaliseringsgolf 1 U-matic

Logo van een dvd (Bron:

VIAA: Digitaliseringsgolf 2 Betamax

VIAA Digitaliseringsgolf 7: DV-cassettes Tussentijds rapport Juni 2018

Herastraat TX Tilburg The Netherlands

HANDLEIDING REGISTRATIE EN LOGISTIEK ALGEMEEN

Uw herinneringen behouden voor de toekomst. Digitaliseren film video dia s, foto s, negatieven audio

Conservering van videomateriaal uit openbare collecties S.M.A.K. MoMu PMMK MuHKA mei maart Uitgangspunt

Voorbeeld: digitalisering van foto s

GLAS ETSEN MAAK JOUW GLAS PERSOONLIJK! Ontwikkeld door

Inhoudstafel IDENTIFICATIE VAN UW MEDEWERKERS EN BEZOEKERS IDENTIFICATIE VOOR UW EVENEMENTEN & CONFERENTIES DESKTOP PERFORATORS

Tagout LOCKOUT TAGOUT

VIAA: Digitaliseringsgolf 2 VCR

Enveloppen. nieuwe richtlijnen vanaf 1/1/2008

FICHE 12: GRAFISCHE DOCUMENTEN INPAKKEN

Fujifilm Krafter. Foto Luuk Schudde. Basis handleiding

Montage Handleiding van SignWorld

Striping van de fietsen van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus

HANDLEIDING REGISTRATIE EN LOGISTIEK ALGEMEEN

Handleiding 'maken verlengde doos'

Cijfers & letters in B-500: binnengebruik

Touchscreen iphone 3G / 3GS Installatie handleiding

Webwinkel verzendmateriaal

Achterkant ipod Classic Installatie handleiding

Foto- en digitale media

VIAA: Digitaliseringsgolf 2 Wassen rol

VOOR HERBELEVING IN DE TOEKOMST

INHOUD CD 1. CD produkten 2. CD masters 3. Facilitair Bijlage A: Extra informatie over de CD Bijlage B: CD-Specificaties:

Inhoudsopgave. Whisper380-computerhulp 2

Het huis van vertrouwen

Herastraat TX Tilburg The Netherlands

7. Muziek-cd s branden

Fujifilm Krafter. Foto Luuk Schudde. Basis handleiding

Hoe moet je een prachtige presentatie maken?

Xbox DVD Drive Demontage

Informatiesessie Podiumkunstensector

Opslag van video en audio (backup)

Handleiding Berichtensysteem. Multitask ICT bv

Basisbegrippen 3D-tekenen.

NEW. METRIC standard(mm).ipt. Dit staat bij PART

VINYLTASJE MAAK EEN OPDRUK VOOR JE TAS. Ontwikkeld door

LABELFILM SPECIFICATIES Bij het ontwerpen van de labels dient u rekening te houden met de volgende onderwerpen:

Korte geschiedenis van de weergave van geluid

7. Muziek-cd s branden met Windows Media Player 10

Hoe beschrijf ik audiovisueel materiaal?

HP Color LaserJet CP1210-serie-printer

stoelmatten onderleggers voetensteunen

VHS videobanden overzetten.

Partnr. Afmeting. 15 mm x 50 mtr 19 mm x 50 mtr 25 mm x 50 mtr 38 mm x 50 mtr 50 mm x 50 mtr. Partnr. Afmeting

Mooie geschenkverpakkingen

Handleiding voor de aangifte van het gebruikte repertoire in audiovisuele producties

Bijlage 2. Bijlage 2 van de Regeling verkeersregelaars 2009, zoals geldend op 19 december 2016 zie voor de vigerende tekst

Muziek en mediabestanden

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding


Afbakening van gangpaden

Pennen. omschrijving kleur verpakking. pen tops zwart, rood of blauw koker à 50 stuks. omschrijving kleur verpakking

Toshiba Satellite A205-S4577 optische drive

Algemeen. HOME startpagina. NBD BIBLION achtergrondinformatie. AANBIEDINGEN overzicht acties. CONTACT speciale verzoeken indienen

Handleiding. voor Casablanca 3 en 4 evenals Windows PCs

Click wheel ipod Classic Installatie handleiding

HP Color LaserJet CP1510-serie-printer Handleiding voor papier en afdrukmateriaal

Lader rol reiniging FS 2000 / FS 3000 series

LCD scherm ipad mini Reparatie handleiding

CODES Binnenformaat Type Kleur Verk.eenh. Aantal/pallet

BEDRUKKINGEN SPECIAL GEPERSONALISEERDE UW MERK IN DE KIJKER! BINNEN 24 U!

LCD scherm ipad 2 Installatie handleiding

Lcd scherm ipod Classic Installatie handleiding

Accu ipod Classic Installatie handleiding

Lijnen/randen en passe-partouts maken met Photoshop.

HTA Software - Klachten Registratie Manager Gebruikershandleiding

Handleiding microfiche- en microfilmapparaat

Na het inloggen met de gegevens die je hebt gekregen, verschijnt het overzichtsscherm zoals hieronder:

Pennen. omschrijving kleur verpakking prijs. pen tops zwart, rood of blauw koker à 50 stuks 6,35. prijs per verpakking.

Gegevens. Doelstellingen Elektronica. verwerven. opslaan. bewerken doorsturen. weergeven. Analoog signaal : snelheidsmeting. KHLim - dep.

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding

Onderzoek van de drakenfiguur

Antenne links ipad mini Reparatie handleiding

Happy Easter. Happy Easter Ca. 28 x 35 cm. Ellie s Quiltplace

RICHTLIJNEN VOOR AANLEVERING DRUKWERK

1 1: Algemene informatie

3M Traffic Safety Systems. Diamond Grade Contourmarkering. Zichtbaar beter. zichtbaar veiliger

Uw unieke en dierbare filmbeelden laat u toch niet verloren gaan? SMALFILM SCANNEN

Cursus KeyCreator. Basisoefening 1:

HANDLEIDING. Milestone 310 Nederlandssprekende memorecorder

tekentaken [ TO ] technisch tekenen [ A ] BA VA RZA graa klas 1

Harde schijven hebben tegenwoordig zelfs een capaciteit van 4 tot 15 gigabyte. Een gigabyte is 1024 megabyte.

Transcriptie:

ANNEX HANDLEIDING: DRAGERS

versie 0.3. - december 2016

INHOUD 1. KWARTDUIMS AUDIOTAPE 6 1.1. Herkennen van de kwartduims audiotape 6 1.2. Verschillende voorkomende spoelen 7 1.3. Foute vrienden van de Kwartduims audiotape 7 1.4. Specifieke velden voor kwartduims audiotape in AMS 8 1.5. Barcoderen 8 1.6. Verpakken 9 2. AUDIOCASSETTE 10 2.1. Herkennen van de audiocassette 10 2.2. Toelichting op het IEC-type 11 2.3. Foute vrienden van de Audiocassette 11 2.4. Specifieke velden voor audiocassette in AMS 12 2.5. Barcoderen 12 2.6. Verpakken 13 3. AUDIO CD-R 14 3.1. Herkennen van de CD-R 14 3.2. Foute vrienden 15 3.3. Specifieke velden voor audio CD-R in AMS 16 3.4. Barcoderen 16 3.5. Verpakken 17 4. WASSEN ROL 18 4.1. Herkennen van de Wassen rol 18 4.2. Specifieke velden voor wassen rol in AMS 19 4.3. Barcoderen 19 4.4. Verpakken 19 5. DRAADSPOEL 20 5.1. Herkennen van de draadspoel 20 5.2. Specifieke velden voor draadspoel in AMS 21 5.3. Barcoderen 21 5.4. Verpakken 21 6. U-MATIC 22 6.1. Herkennen van de U-matic 22 6.2. Foute vrienden van de u-matic 23

6.3. Specifieke velden voor U-matic in AMS 24 6.4. Barcoderen 24 6.5. Verpakken 24 7. BETACAM SP 26 7.1. Herkennen van de Betacam SP 26 7.2. Foute vrienden van de Betacam SP 27 7.3. Specifieke velden voor Betacam SP in AMS 28 7.4. Barcoderen 28 7.5. Verpakken 29 8. DIGITALE BETACAM 30 8.1. Herkennen van de Digitale betacam 30 8.2. Foute vrienden 31 8.3. Specifieke velden voor Digitale betacam in AMS 32 8.4. Barcoderen 32 8.5. Verpakken 32 9. VCR 34 9.1. Herkennen van de VCR 34 9.2. Foute vrienden van de VCR 35 9.3. Specifieke velden voor VCR in AMS 36 9.4. Barcoderen 36 9.5. Verpakken 36 10. BETAMAX 38 10.1. Herkennen van de Betamax 38 10.2. Foute vrienden van de Betamax 39 10.3. Specifieke velden voor Betamax in AMS 40 10.4. Barcoderen 40 10.5. Verpakken 40 11. OPEN SPOEL VIDEO 42 11.1. Herkennen van de open spoel video 42 11.2. Foute vrienden 43 11.3. Specifieke velden voor de open spoel video in AMS 44 11.4. Barcoderen 44 11.5. Verpakken 44

12. VHS 46 12.1. Herkennen van de VHS 46 12.2. Foute vrienden VAN DE (S-)VHS 47 12.3. Specifieke velden voor VHS in AMS 48 12.4. Barcoderen 49 12.5. Verpakken 49 13. BETACAM SX 50 13.1. Herkennen van de betacam SX 50 13.2. Foute vrienden 51 13.3. Specifieke velden voor Betacam SX in AMS 52 13.4. Barcoderen 52 13.5. verpakken 52 14. SHELLAC- EN LAKPLAAT 54 14.1. Herkennen van Shellac 54 14.2. Herkennen van Lakplaat 55 13.3. Foute vrienden 56 13.4. Specifieke velden voor shellac- en lakplaat 56 13.5. Barcoderen 59 13.4 Verpakken 59

1. KWARTDUIMS AUDIOTAPE 1.1. HERKENNEN VAN DE KWARTDUIMS AUDIOTAPE VOORKOMENDE NAMEN SPOEL OF CASSETTE Open spoel audiotape, ¼ inch audiospoel, kwartduim audiotape Open spoel of op kern VOORKOMENDE FORMATEN Meest voorkomende spoelgroottes: doorsnedes van ongeveer 4.5 cm / 6 cm / 10 cm / 18 cm en 27 cm TAPEBREEDTE Er zijn verschillende breedtes open spoel audiotape (1/4,1, 2 ) OPNAMESNELHEDEN KENMERKEN VIAA digitaliseert nu enkel de ¼ audiotape (0,63cm breed). Audiotape kan op verschillende snelheden opgenomen worden: 4,75 cm/s; 9,5 cm/s; 19 cm/s; 38 cm/s; 72 cm/s Terwijl kwart duim open spoel tapes ook werden gebruikt voor professionele en semi-professionele toepassingen, zijn ze vooral gekend als de meest voorkomende dragers voor amateuropnamen en draagbare opnametoestellen. De 1 en 2 reel-to-reel taperecorders werden vooral gebruikt voor KENMERKEN BIJBEHORENDE DOOS professionele toepassingen zoals studio-opnamen en mastering. Meestal een kartonnen dragerdoos of een plastieken dragerdoos die openklapt. MEEST VOORKOMENDE MERKEN Agfa, BASF, Scotch, Maxell, AMPEX, Sony, Philips, Shamrock,... IN GEBRUIK SINDS 1930 begin jaren 90 6

1.2. VERSCHILLENDE VOORKOMENDE SPOELEN standaard standaard standaard NAB kern NAB kern voor plateau s CCIR-AEG-EIC kern voor plateau s 1.3. FOUTE VRIENDEN VAN DE KWARTDUIMS AUDIOTAPE Open spoel video Foute vrienden van de ¼ tape Open spoel audiotapes komen in meerdere formaten voor dan ¼ duim, namelijk ook ½ duim, 1 duim en 2 duim. VIAA digitaliseert alleen de ¼ duim tapes. Behalve de open spoel audiotapes bestaan er ook open spoel videoformaten met dezelfde afmetingen. Voorbeelden van merken van een kwartduim videoformaat zijn Sony, Akai VT en Philips LDL. 7

1.4. SPECIFIEKE VELDEN VOOR KWARTDUIMS AUDIOTAPE IN AMS Duurtijd Voor kwart duim audiotape is het vaak lastig te achterhalen wat de speelduur is indien u de opnamesnelheid niet weet. Daarom mag u in dat geval volgende stelregel hanteren: - Voor een kleine spoel: 15 minuten - Voor een grote spoel (27 cm diameter): 30 minuten Opnamesnelheid Voor de kwartduims tape is de opnamesnelheid van belang voor een juiste digitalisering. Vul door middel van het drop down menu de opnamesnelheid van uw tape in. - Indien de tape meerdere opnamesnelheden kent, kiest u voor Variabel ; - Als de opnamesnelheid van uw tape niet in het drop down menu staat kiest u voor Andere ; - indien niet gekend dan kiest u hier voor Onbekend. Kern/spoel Kies hier met behulp van het drop down menu of uw tape op een kern of een spoel is gewikkeld. Een spoel is een drager van tape die ook de zijkant afdekt en ondersteunt. Vaak heeft een spoel spaken of is het een volle schijf met gaten erin. Een kern is een cilinder (vaak van ijzer) waarrond de tape gewikkeld zit, zonder verdere ondersteuning of bescherming. Bitdiepte Indien u over muziekopnames beschikt die origineel en uniek zijn, kunt u hier aangeven dat u deze naar 24 bit/96 khz wenst te laten digitaliseren. U dient deze keuze echter ook steeds te kunnen motiveren aan VIAA. Standaard staat in dit veld 16 bit (/48kHz) als keuze aangeduid. Indien u banden naar 24 bit/96 khz wil laten digitaliseren, verpak ze in een aparte doos, ze zullen in een aparte batch ingedeeld en opgehaald worden. 1.5. BARCODEREN Hieronder is kort omschreven op welke plaats u de barcodesticker kleeft op de drager en op de dragerdoos. Ter verduidelijking is per drager ook een illustratie toegevoegd. Voor de service provider is het van belang dat de barcodestickers steeds op dezelfde plaats en manier zijn gekleefd, om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken. Enkel indien uw eigen identificatienummer zich op dezelfde plaats bevindt als waar de VIAA-barcode zou moeten komen, is het toegelaten om de VIAA-barcode op een andere plaats te kleven. U hoeft dus nooit uw eigen identificatie te overplakken met een VIAA-barcode. Kies in dit geval liefst de rechterkant in plaats van de linkerkant, steeds van dezelfde zijde. De plaats van de barcode voor Kwartduim audiotape is afhankelijk van het type spoel of kern. In alle gevallen kleeft u de barcode aan de bovenzijde van de spoel of kern. Indien u geen barcode kunt aanbrengen op de kern of spoel omdat deze te klein is, breng dan enkel een barcode aan op de dragerdoos. Op de dragerdoos kleeft u de barcode linksboven. Zie de illustratie voor meer verduidelijking. 8

AQIA_TVL_000001 www.viaa.be AQIA_TVL_000001 AQIA_TVL_000001 BBSP_TVL_000001 AQIA_TVL_000001 BBSP_TVL_000001 AQIA_TVL_000001 1.6. VERPAKKEN Verpak de gebarcodeerde audiocassettes in de daartoe aangeleverde doos (TYPE 4). De doos heeft de afmetingen 305x305x245mm. Er passen telkens ongeveer 14 audiotapes in een kartonnen verpakkingsdoos, en er gaan telkens 2 verpakkingsdozen in een transportbak. 4 9

2. AUDIOCASSETTE 2.1. HERKENNEN VAN DE AUDIOCASSETTE Audiocassette: type I op de voorgrond, daarachter type II en type IV. Foto: Malcolm Tyrrell VOORKOMENDE NAMEN SPOEL OF CASSETTE Cassette, audiocassette, compact cassette, audio compact cassette Cassette VOORKOMENDE FORMATEN Ongeveer 10 cm bij 6,4 cm TAPEBREEDTE 1/8 SPEELDUUR C46 (23 minuten per kant); C60 (30 minuten per kant); C90 (45 minuten per kant); C120 (60 minuten per kant). Minder voorkomend zijn andere niet-standaard lengtes zoals bv. C10, EC TYPE EN AANDUIDING C15, C74, C105 en C180. Type I, II, III of IV (zie verder) KENMERKEN Transparante of niet- transparante behuizing KENMERKEN BIJBEHORENDE DOOS Plastieke dragerdoos MEEST VOORKOMENDE MERKEN BASF, Maxell, TDK, Philips, Grundig, Agfa, Scotch, Fuji, Ampex,... IN GEBRUIK SINDS 1962 - heden 10

2.2. TOELICHTING OP HET IEC-TYPE Compact cassettes bestaan uit een polyester onderlaag en een bindmiddel dat in de loop der jaren uit vier verschillende soorten magnetisch materiaal bestond. Over het algemeen vermelden de fabrikanten het IEC type op de cassette zelf en/of het bijbehorende doosje. Het IEC type is herkenbaar aan het Romeinse cijfer I, II, III of IV. Soms staat ook het IEC logo vermeld in combinatie met een Romeins Cijfer. Bovendien kunt u de verschillende types herkennen aan de inkepingen op de cassette, waarmee de afspeeltoestellen automatisch het juiste type cassette konden herkennen. Dit ziet u op de afbeelding hiernaast en onderstaande tekeningen: Type I Type II Type IV Type Aanduiding Materiaal Omschrijving I Fe, Normal IJzer(III)oxide Het meest voorkomende formaat compactcassette. Deze cassette stond bekend als Normaal. IEC-type I cassettes hebben twee inkepingen en lipjes die verwijderd kunnen worden om per abuis wissen te voorkomen. II Chrome, High Chroom(IV)oxide Het tweede meest voorkomende formaat compactcassette Deze cassettes waren bekend als Chroom. IEC-type II cassettes hebben een aanvullend paar inkepingen t.o.v. de type I cassettes. III Ferrochroom Deze cassettes waren bekend als Ferrochroom. Dit type komt vrijwel niet voor. IV Metal IJzerpoeder Deze cassettes waren bekend als Metaal. IEC-type IV cassettes hebben nog een derde paar inkepingen. Bron: Wikipedia, www. scart.be 2.3. FOUTE VRIENDEN VAN DE AUDIOCASSETTE Micro-cassette (rechts) Foto: PACKED vzw Foute vrienden van de Audio Compact cassette Qua uiterlijk, maar niet qua afmeting, kan een micro-cassette worden aangezien voor een compact cassette. Micro-cassettes werden in de jaren 60 op de markt gebracht voor opnamen met dictafoons. Micro-cassettes worden momenteel nog niet gedigitaliseerd. 11

2.4. SPECIFIEKE VELDEN VOOR AUDIOCASSETTE IN AMS Ruisonderdrukking Vul door middel van het drop-down menu in welke ruisonderdrukking is toegepast. Indien niet gekend, dan kiest u hier voor Onbekend. IEC-type Vul door middel van het drop-down menu in of uw audiocassette type I, II, III of IV is. Indien niet gekend, dan kiest u hier voor Onbekend. Zie ook punt 2.2. Toelichting op het IEC-type op pagina 11 voor een toelichting op het herkennen van het IEC-type van uw cassette. 2.5. BARCODEREN Hieronder is kort omschreven op welke plaats u de barcodesticker kleeft op de drager en op de dragerdoos. Ter verduidelijking is per drager ook een illustratie toegevoegd. Voor de service provider is het van belang dat de barcodestickers steeds op dezelfde plaats en manier zijn gekleefd, om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken. Enkel indien uw eigen identificatienummer zich op dezelfde plaats bevindt als waar de VIAA-barcode zou moeten komen, is het toegelaten om de VIAA-barcode op een andere plaats te kleven. U hoeft dus nooit uw eigen identificatie te overplakken met een VIAA-barcode. Kies in dit geval liefst de rechterkant in plaats van de linkerkant, steeds van dezelfde zijde. Op de compact cassettes kleeft u de barcode op de A-zijde van de cassette, midden onder de tandwieltjes. De barcode op het doosje kleeft u links op de bovenkant. Zie de illustratie voor meer verduidelijking. AQIA_TVL_000001 A AQIA_TVL_000001 AQIA_TVL_000001 12

BBSP_TVL_000001 AUDIO CASSETTE BBSP_TVL_000001 BBSP_TVL_000001 2.6. VERPAKKEN Verpak de gebarcodeerde audiocassettes in de daartoe aangeleverde doos (TYPE 3). De doos heeft de afmetingen 335x75x485cm. Er passen telkens minimaal 72 audiocassettes in een kartonnen verpakkingsdoos, en er gaan telkens 4 verpakkingsdozen in een transportbak. www.viaa.be 13

3. AUDIO CD-R 3.1. HERKENNEN VAN DE CD-R VOORKOMENDE NAMEN SPEELDUUR CD-R (Compact Disc Recordable), CD-WO (Write Once), CD-RW (Compact Disc ReWritable) Afhankelijk van de inhoud, maximale speelduur is 80 minuten VOORKOMENDE FORMATEN KENMERKEN KENMERKEN BIJBEHORENDE DOOS Ronde schijf van 1,2 mm dik en een diameter van 120 mm Geschikt voor zelfgebrande audio opnames, herkenbaar aan de logo s. Plastieken doos in 2 maten en diktes met transparante voorzijde, of papieren hoesje met transparante voorzijde. MEEST VOORKOMENDE MERKEN IN GEBRUIK SINDS Philips, Sony, TDK, Maxell, Verbatim, BASF, Emtec, 1988 - heden 14

Hoe onderscheid ik een audio-cd-r van een data-cd (cd-rom)? Een cd-rom (compact disc read-only memory) is een compact disc die in een computer kan worden gelezen en die meestal computerprogramma s of -gegevens bevat. Op een audio-cd-r staan één of meerdere audiotracks die bijvoorbeeld muziek of gesproken woord opnames kunnen bevatten. Indien u twijfelt, kunt u de CD-R ter controle steeds in een CD-speler of in een CD-lezer van uw computer steken. De opmaak van de opgeslagen gegevens is bij een audio-cd anders dan bij een cd-rom. De gegevens van een audio-cd zijn verdeeld in een aantal tracks (muziekstukken), terwijl een cd-rom doorgaans slechts één track bevat. Een audiospeler is meestal niet in staat een cd-rom af te spelen, en vroeger konden cd-lezers in computers een audio-cd wel afspelen, maar niet lezen of kopiëren. Cd-roms kunnen door een computer met een cd-rom-, dvd-rom- of blu-raydiskspeler gelezen worden. 3.2. FOUTE VRIENDEN Foto: PACKED vzw Foute vrienden van Audio CD-R Qua uiterlijk is de CD-R identiek aan CD-ROM (data CD), DVD-R, DVD-RW en de commerciële cd. In golf 2 wordt enkel de zelfgebrande CD-R(W) gedigitaliseerd, waar audiotracks op staan, herkenbaar aan de logo s of de vermelding van CD-R of CD-RW op de schijf zelf. 15

3.3. SPECIFIEKE VELDEN VOOR AUDIO CD-R IN AMS Deterioratiefenomenen Bij CD-R(W) kan u verschillende fenomenen waarnemen: verkleuring, krassen of stift op de schijf; audio speelt niet af of slaat over; schilfers of breuken. Allemaal fenomenen die met het blote oog waar te nemen zijn, of door de schijf af te spelen. Een fenomeen dat specifiek is voor CD-R(W) is disc rot. Disc rot betekent dat de schijf onleesbaar is, door toedoen van fysische of chemische factoren die de reflectieve laag van de schijf aantasten. U kan disc rot op 2 manieren herkennen: - als u de schijf tegen een sterk licht houdt, ziet u licht schijnen door gaatjes de grootte van een speldenprik - als u een verkleuring waarneemt op de schijf, die lijkt op een koffievlek Mocht u zulke zaken tegenkomen, kunt u deze in het veld Deterioratiefenomenen noteren. 3.4. BARCODEREN Hieronder is kort omschreven op welke plaats u de barcodesticker kleeft op de drager en op de dragerdoos. Ter verduidelijking is per drager ook een illustratie toegevoegd. Voor de service provider is het van belang dat de barcodestickers steeds op dezelfde plaats en manier zijn gekleefd, om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken. Enkel indien uw eigen identificatienummer zich op dezelfde plaats bevindt als waar de VIAA-barcode zou moeten komen, is het toegelaten om de VIAA-barcode op een andere plaats te kleven. U hoeft dus nooit uw eigen identificatie te overplakken met een VIAA-barcode. Kies in dit geval liefst de rechterkant in plaats van ACDR_TVL_000001 ACDR_TVL_000001 de linkerkant, steeds van dezelfde zijde. Er wordt geen barcode op de drager zelf gekleefd, enkel op de dragerdoos. De barcode kleeft u op de voorkant van de dragerdoos, in de rechter bovenhoek. Zie de illustratie voor meer verduidelijking. 16

high density ACDR_TVL_000001 www.viaa.be BBSP_TVL_000001 BBSP_TVL_000001 TYPE 6 TYPE 6 TYPE 5 TYPE 5 3.5. VERPAKKEN Voor de CD-R gebruikt u doos type nr 5. Er zullen telkens minstens 45 CD-R s in de doos passen, en er passen 4 verpakkingsdozen in een transporbak. 5 17

4. WASSEN ROL 4.1. HERKENNEN VAN DE WASSEN ROL VOORKOMENDE NAMEN VOORKOMENDE FORMATEN Wassen rol, wasrol, wassen cilinder, wax cylinder Verschillende diameters, hoogtes en kleuren. SPEELDUUR KENMERKEN KENMERKEN BIJBEHORENDE DOOS MEEST VOORKOMENDE MERKEN 2 of 4 minuten Cilindervormige rol (licht conisch), met minimale verdikking aan onder- en bovenkant, gemaakt uit was of plastic in verschillende kleuren: bruin, zwart, grijs (was); blauw, paars/roze (celluloid). Met horizontale groeven aan de buitenzijde en opschrift op de bovenrand. Gebruikt voor het opnemen van geluidsopnames. Zeer fragiel omwille van materiaal en ouderdom. Kartonnen cilindervormige doos met een deksel, en meestal opschrift (naam firma) op de zijkant. Edison, Pathé, IN GEBRUIK SINDS 1877-1929 18

4.2. SPECIFIEKE VELDEN VOOR WASSEN ROL IN AMS Deterioratiefenomenen Door de aard - was of celluloid - en de ouderdom van het materiaal van de wassen rol kunnen verschillende deterioratiefenomenen zichtbaar zijn. De wassen rol kan gebroken zijn, kan barsten of scheuren vertonen, door temperatuur vervormd zijn of slijtage van de groeven vertonen. 4.3. BARCODEREN Er wordt GEEN barcode op de drager zelf, noch op de dragerdoos gekleefd. Dit heeft te maken met de fragiliteit en de erfgoedwaarde van zowel drager als dragerdoos. Voor de wassen rol voorzien we een elastiek waar een barcodelabel aanhangt. De elastiek bevestigt u rond de dragerdoos, en hangt u in het midden zodat de elastiek bij transport niet kan loskomen. Als de dragerdoos heel fragiel is, en belangrijke informatie bevat die niet verloren mag gaan, kan u een laagje noppenfolie aanbrengen tussen dragerdoos en elastiek, zo vermijdt u schade. Het is belangrijk dat u bij terugkeer van de dragers na de digitalisatie de elastiek opnieuw verwijdert. Deze kan op langere termijn schade berokkenen. 4.4. VERPAKKEN Voor de wassen rol zullen u aparte dozen worden aangeleverd. 19

5. DRAADSPOEL 5.1. HERKENNEN VAN DE DRAADSPOEL foto: JiscDigitalMedia VOORKOMENDE NAMEN SPOEL OF CASSETTE Geluidsdraad, staaldraad, wire recording Spoel VOORKOMENDE FORMATEN Kleine spoel van ca. 20 mm dik, met een diameter van ca. 50-100 TAPEBREEDTE SPEELDUUR KENMERKEN KENMERKEN BIJBEHORENDE DOOS MEEST VOORKOMENDE MERKEN mm Zeer dunne staaldraad van 0,05 mm tot 0,10 mm 15/30/60 minuten Draadspoel is een analoog audioformaat, waarbij een magnetische opname gemaakt wordt op een dunne staaldraad die om een spoel gewonden wordt. Vierkant kartonnen of rond blikken doosje, meestal met opschrift. ACEC, Webster Chicago, Silvertone, IN GEBRUIK SINDS 1898 - jaren 1960 (piek tussen 1946 en 1954) 20

5.2. SPECIFIEKE VELDEN VOOR DRAADSPOEL IN AMS Deterioratiefenomenen Ook bij draadspoel zijn er door de aard van het materiaal - metaal - specifieke deterioratiefenomenen mogelijk. Een draad die gebroken of verstrengeld is, zal het vaakst voorkomen. Draadspoel die in een vochtige omgeving bewaard werd, kan gaan oxideren waardoor roestvorming zichtbaar is op de staaldraad. 5.3. BARCODEREN Er wordt GEEN barcode op de drager zelf, noch op de dragerdoos gekleefd. Dit heeft te maken met de fragiliteit en de erfgoedwaarde van zowel drager als dragerdoos. Voor de draadspoel voorzien we een elastiek waar een barcodelabel aanhangt. De elastiek bevestigt u rond de dragerdoos, en hangt u in het midden zodat de elastiek bij transport niet kan loskomen. Als de dragerdoos heel fragiel is, en belangrijke informatie bevat die niet verloren mag gaan, kan u een laagje noppenfolie aanbrengen tussen dragerdoos en elastiek, zo vermijdt u schade. Het is wel belangrijk dat u bij terugkeer van de dragers na de digitalisatie de elastiek opnieuw verwijdert. Deze kan op langere termijn schade berokkenen. 5.4. VERPAKKEN Voor de draadspoel zullen u aparte dozen worden aangeleverd. 21

6. U-MATIC 6.1. HERKENNEN VAN DE U-MATIC VOORKOMENDE NAMEN VARIANTEN ¾ -inch U-matic, U-matic, Type E Helical Scan Low-band U-matic, High-band U-matic (BVU), U-matic SP SPOEL OF CASSETTE Cassette VOORKOMENDE FORMATEN Groot, vaak KCA genoemd: 221 mm x 140 mm x 32 mm) (speelduur tot 75 minuten) Klein, vaak U-matic S genoemd: 186 mm x 123 mm x 32 mm (speelduur tot 30 minuten) TAPEBREEDTE ¾ SPEELDUUR 5 minuten 10 minuten 20 minuten 30 minuten 60 minuten KENMERKEN 75 minuten Over het algemeen zwart of grijs plastic, maar ook rode, witte of transparante cassettes komen voor. Beide spoelen zijn zichtbaar door een transparant of lichtblauw getint venster 22

KENMERKEN BIJBEHORENDE DOOS Stevig zwart, grijs of blauw plastic met een knipsluiting, soms afgeronde hoeken. MEEST VOORKOMENDE MERKEN Sony; 3M (Scotch); Maxell; Ampex; Panasonic; Fuji; Sony-tapes zijn te herkennen aan de reeksbenamingen BRS, XBR en KSP en KSA. 3M-benamingen zijn UCA, MBR of SP30. Maxell gebruikte KCA en KCS, vaak met de toevoeging BQ (broadcast quality) of HG (High Grade). IN GEBRUIK SINDS 1971 - heden 6.2. FOUTE VRIENDEN VAN DE U-MATIC Foute vrienden van de U-matic In 1988 werd een verbeterde versie van de U-matic geïntroduceerd, de U-matic BVU SP (van Superior Performance). Deze is te herkennen door de letters SP in de rechterbovenhoek van de tape en mogen ook meegegeven worden in de eerste golf. Let op: verwar deze tapes niet met de Betacam SP! 23

AUMA_TVL_000001 AUMA_TVL_000001 www.viaa.be AUMA_TVL_000001 AUMA_TVL_000001 AUMA_TVL_000001 AUMA_TVL_000001 BBSP_TVL_000001 AUMA_TVL_000001 BBSP_TVL_000001 6.3. SPECIFIEKE VELDEN VOOR U-MATIC IN AMS Er zijn geen extra specifieke velden voor U-matic in AMS. 6.4. BARCODEREN Hieronder is kort omschreven op welke plaats u de barcodesticker kleeft op de drager en op de dragerdoos. Ter verduidelijking is per drager ook een illustratie toegevoegd. Voor de service provider is het van belang dat de barcodestickers steeds op dezelfde plaats en manier zijn gekleefd, om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken. Enkel indien uw eigen identificatienummer zich op dezelfde plaats bevindt als waar de VIAA-barcode zou moeten komen, is het toegelaten om de VIAA-barcode op een andere plaats te kleven. U hoeft dus nooit uw eigen identificatie te overplakken met een VIAA-barcode. Kies in dit geval liefst de rechterkant in plaats van de linkerkant, steeds van dezelfde zijde. De barcode op de U-matic tapes kleeft u links onderaan de tape, d.w.z. niet op het beweegbare deel. Op de dragerdoos kleeft u de barcode linksboven op de korte zijde. Zie de illustratie voor meer verduidelijking. 60 U-matic AUMA_TVL_000001 6.5. VERPAKKEN Verpak de gebarcodeerde U-matic tapes in de daartoe aangeleverde dozen (type 2: 255x178x325mm). er passen telkens 8 tapes in een doos. Indien u kleine en grote tapes heeft, mag u die combineren in één doos. Begin de tapes echter niet te stapelen, maar zorg ervoor dat de barcode steeds zichtbaar blijft in de doos. Er gaan telkens 2 verzameldozen in een transportbak. 2 24

7. BETACAM SP 7.1. HERKENNEN VAN DE BETACAM SP VOORKOMENDE NAMEN SPOEL OF CASSETTE Betacam SP Cassette VOORKOMENDE FORMATEN Groot: 236 mm x 144 mm x 25 mm (speelduur tot 194 minuten) Klein: 155 mm x 95 mm x 25 mm (speelduur tot 62 minuten) TAPEBREEDTE ½ Speelduur 30 minuten 60 minuten 90 minuten KENMERKEN In de rechterbovenhoek staat telkens een logo waar aangeduid staat dat het om een Betacam SP cassette gaat (zie ook foto hiernaast). Over het algemeen zwart, blauw of grijs plastic.transparant venster waardoor beide spoelen zichtbaar zijn. 26

KENMERKEN BIJBEHORENDE DOOS Meest voorkomend is zwart, blauw of grijs hard plastic. Voorzien van een antistatisch doorschijnend plastic insteekhoesje en bandkaart met logo van de fabrikant. MEEST VOORKOMENDE MERKEN Sony, Ampex, Fuji, Maxell, Panasonic,... IN GEBRUIK SINDS 1986 - heden 7.2. FOUTE VRIENDEN VAN DE BETACAM SP Foto: PACKED vzw Foute vrienden van Betacam SP In de Betacam formaten zijn er verschillende subtypes ontwikkeld: de Betamax, Digitale Betacam, Betacam SX,... Meestal hebben al deze cassettes dezelfde afmetingen en bestaat er zowel een kleine als een grote variant. De verschillende types zijn makkelijk te herkennen aan het logo in de rechterbovenhoek. Betacam SX is bovendien eenvoudig te onderscheiden door de gele kleur van de cassette en tapedoos. 27

7.3. SPECIFIEKE VELDEN VOOR BETACAM SP IN AMS Er zijn geen extra specifieke velden voor Betacam SP in AMS. 7.4. BARCODEREN Hieronder is kort omschreven op welke plaats u de barcodesticker kleeft op de drager en op de dragerdoos. Ter verduidelijking is per drager ook een illustratie toegevoegd. Voor de service provider is het van belang dat de barcodestickers steeds op dezelfde plaats en manier zijn gekleefd, om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken. Enkel indien uw eigen identificatienummer zich op dezelfde plaats bevindt als waar de VIAA-barcode zou moeten komen, is het toegelaten om de VIAA-barcode op een andere plaats te kleven. U hoeft dus nooit uw eigen identificatie te overplakken met een VIAA-barcode. Kies in dit geval liefst de rechterkant in plaats van de linkerkant, steeds van dezelfde zijde. De barcode op de Betacam SP tapes kleeft u links op de onderkant van de tape, d.w.z. niet op het beweegbare deel. Op de dragerdoos kleeft u de barcode linksboven op de korte zijde. Zie de illustratie voor meer verduidelijking. 28

www.viaa.be BBSP_TVL_000001 BBSP_TVL_000001 www.viaa.be 7.5. VERPAKKEN Verpak de gebarcodeerde Betacam SP tapes in de daartoe aangeleverde dozen. Er zijn 2 verschillende dozen voor de Betacam SP: eentje voor de tapes van groot formaat (type 1: 275x166x485mm) en eentje voor de tapes van een klein formaat (type 7: 175x115x420mm) In de doos van type 1 passen telkens 15 grote tapes, in de dozen van type 7 passen telkens 14 kleine tapes. Er passen telkens 2 dozen van het type 1 in een blauwe transportbak, en 4 dozen van type 7. 1 1 29

8. DIGITALE BETACAM 8.1. HERKENNEN VAN DE DIGITALE BETACAM VOORKOMENDE NAMEN SPOEL OF CASSETTE DigiBeta, D-Beta, DBC Cassette VOORKOMENDE FORMATEN TAPEBREEDTE SPEELDUUR KENMERKEN KENMERKEN BIJBEHORENDE DOOS MEEST VOORKOMENDE MERKEN IN GEBRUIK SINDS Groot formaat: 252 x 144 x 25 mm Klein formaat: 156 x 96 x 25 mm 1/2" (12,7 mm) 30/60/90 minuten Populair professioneel formaat, vooral bij omroepen. In erfgoedorganisaties vaak als mastertape gebruikt. Grijs, blauw of blauwgrijs, met vermelding Digital Betacam in de rechterbovenhoek. Plastieken doos, vergelijkbaar qua uiterlijk met de dozen van de Betacam familie (SP, SX of Oxide). Sony, Maxell, BASF, Fuji, 1993 - heden 30

8.2. FOUTE VRIENDEN foto: PACKED vzw Foute vrienden van de Digitale Betacam In de Betacam formaten zijn er verschillende subtypes ontwikkeld: Betamax, Betacam SP, Betacam SX, Betacam Oxide, Meestal hebben deze cassettes dezelfde afmetingen en zijn ze gelijkaardig qua uiterlijk. De verschillende types zijn makkelijk te herkennen aan het logo in de rechterbovenhoek van de cassette zelf. 31

www.viaa.be BBSP_TVL_000001 BBSP_TVL_000001 www.viaa.be TYPE 1 8.3. SPECIFIEKE VELDEN VOOR DIGITALE BETACAM IN AMS Er zijn geen specifieke velden voor de digitale Betacam in AMS. 8.4. BARCODEREN De barcode op de Digital Betacam tapes kleeft u links op de onderkant van de tape, d.w.z. niet op het beweegbare deel. Op de dragerdoos kleeft u de barcode linksboven op de korte zijde. Zie de illustratie voor meer verduidelijking. ADBE_TVL_000001 Digital Digital 60 ADBE_TVL_000001 ADBE_TVL_000001 ADBE_TVL_000001 ADBE_TVL_000001 8.5. VERPAKKEN Voor de digitale Betacam zijn er 2 types van dozen: voor de grote tapes gebruikt u type 1 (275x166x485mm), daar passen telkens 15 tapes in een doos, en 2 dozen in een transportbak. Voor de kleine tapes gebruikt u doos type 7 (175x115x420mm), daar passen telkens 14 tapes in een doos, en 4 dozen in een transportbak Digital 60 1 1 32

9. VCR 9.1. HERKENNEN VAN DE VCR VOORKOMENDE NAMEN VOORKOMENDE FORMATEN VCR, Video Cassette Recording 126 x 144 x 40 mm SPOEL OF CASSETTE VARIANTEN TAPEBREEDTE OPNAMESNELHEDEN KENMERKEN KENMERKEN BIJBEHORENDE DOOS MEEST VOORKOMENDE MERKEN Cassette VCR-LP, Super Video (SVR) 1/2" (12,7 mm) 20/30/45/60 minuten Analoog opname formaat, ontwikkeld voor amateur opnames. Dikke (bijna) vierkante cassette, herkenbaar aan het logo in kleur of in zwart/wit. Plastieken dragerdoos met transparante voorkant, of kartonnen hoes. Philips, Norelco, BASF, Grundig, Aristona, IN GEBRUIK SINDS 1972 - jaren 1980 34

Achterkant VCR cassette 9.2. FOUTE VRIENDEN VAN DE VCR VHS cassettes Foute vrienden van de VCR tape De afkorting VCR kan ook verward worden met het Engels woord voor Video (Cassette) Recorder, die VHS-cassettes afspeelt. VHS cassettes zijn qua uiterlijk absoluut niet vergelijkbaar met de VCR cassette en herkenbaar aan de vermelding VHS in de rechterbovenhoek. Deze laatste zullen door VIAA later in een ander project worden gedigitaliseerd. 35

AVCR_TVL_000001 www.viaa.be AVCR_TVL_000001 AVCR_TVL_000001 AVCR_TVL_000001 AVCR_TVL_000001 AVCR_TVL_000001 AVCR_TVL_000001 AVCR_TVL_000001 AVCR_TVL_000001 BBSP_TVL_000001 BBSP_TVL_000001 TYPE 6 TYPE 6 www.viaa.be www.viaa.be 9.3. SPECIFIEKE VELDEN VOOR VCR IN AMS Er zijn geen extra specifieke velden voor VCR in AMS. 9.4. BARCODEREN Hieronder is kort omschreven op welke plaats u de barcodesticker kleeft op de drager en op de dragerdoos. Ter verduidelijking is per drager ook een illustratie toegevoegd. Voor de service provider is het van belang dat de barcodestickers steeds op dezelfde plaats en manier zijn gekleefd, om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken. Enkel indien uw eigen identificatienummer zich op dezelfde plaats bevindt als waar de VIAA-barcode zou moeten komen, is het toegelaten om de VIAA-barcode op een andere plaats te kleven. U hoeft dus nooit uw eigen identificatie te overplakken met een VIAA-barcode. Kies in dit geval liefst de rechterkant in plaats van de linkerkant, steeds van dezelfde zijde. De barcode op de VCR tapes kleeft u links op de onderkant van de tape. Op de dragerdoos kleeft u de barcode rechtsboven op de lange zijde. Zie de illustratie voor meer verduidelijking. AVCR_TVL_000001 Video cassette VC60 AVCR_TVL_000001 9.5. VERPAKKEN Verpak de gebarcodeerde VCR tapes in de daartoe aangeleverde dozen (type 6: 140x160x380mm). Er passen steeds 8 tapes in een doos, en er gaan 4 dozen in een transporbak. 6 6 6 36

10. BETAMAX 10.1. HERKENNEN VAN DE BETAMAX VOORKOMENDE NAMEN VOORKOMENDE FORMATEN Betamax, Beta (β) 156 x 96 x 25 mm SPOEL OF CASSETTE VARIANTEN TAPEBREEDTE SPEELDUUR KENMERKEN KENMERKEN BIJBEHORENDE DOOS MEEST VOORKOMENDE MERKEN Cassette SuperBeta(max), Extended Definition Betamax 1/2" (12,7 mm) L-125: 32 minuten L-165: 43 minuten L-250: 65 minuten L-370: 96 minuten L-500: 130 minuten L-750: 195 minuten L-830: 216 minuten Analoog opname formaat, ontwikkeld voor amateur opnames. Rechthoekige cassette herkenbaar aan het Griekse beta teken (β) in de rechter bovenhoek. Kartonnen hoes of plastieken doos. Sony, Scotch, 3M, BASF, Maxell, Memorex, TDK, IN GEBRUIK SINDS 1975-2002 38

10.2. FOUTE VRIENDEN VAN DE BETAMAX Foute vrienden van de Betamax cassette Betamax cassettes zijn makkelijk te verwarren met de kleine formaten van Betacam familie (SP, SX, Oxide, ). Qua afmetingen en uitzicht lijkt de Betamax cassette erg op de Betacam Oxide. Op deze foto ziet u links de Betacam Oxide, rechts de Betamax cassette. Let goed op de logo s in de rechterbovenhoek om deze te onderscheiden van elkaar. Betacam betamax tapes by User Colin99 on en.wikipedia - From http://www.video99.co.uk with permissions.. Via Wikimedia Commons - http://commons.wikimedia.org/wiki/file:betacam_betamax_tapes.jpg#mediaviewer/file:betacam_betamax_tapes.jpg 39

www.viaa.be BBSP_TVL_000001 BBSP_TVL_000001 TYPE 6 TYPE 6 www.viaa.be www.viaa.be 10.3. SPECIFIEKE VELDEN VOOR BETAMAX IN AMS Label Bij Betamax cassettes kan u gemakkelijk de speelduur bepalen door het juiste label aan te duiden; het label hangt namelijk samen met de tijdsduur van de cassette. Het label staat vermeld op de doos van de Betamax cassette, en start standaard met de letter L, gevolgd door een liggend streepje en 3 cijfers (bijv. L-125). De speelduur wordt dan automatisch ingevuld in het veld ernaast. Indien u het Label niet kent, kiest u Onbekend. U dient dan zelf de duurtijd in te vullen. 10.4. BARCODEREN Hieronder is kort omschreven op welke plaats u de barcodesticker kleeft op de drager en op de dragerdoos. Ter verduidelijking is per drager ook een illustratie toegevoegd. Voor de service provider is het van belang dat de barcodestickers steeds op dezelfde plaats en manier zijn gekleefd, om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken. Enkel indien uw eigen identificatienummer zich op dezelfde plaats bevindt als waar de VIAA-barcode zou moeten komen, is het toegelaten om de VIAA-barcode op een andere plaats te kleven. U hoeft dus nooit uw eigen identificatie te overplakken met een VIAA-barcode. Kies in dit geval liefst de rechterkant in plaats van de linkerkant, steeds van dezelfde zijde. De barcode op de Betamax tapes kleeft u links op de onderkant van de tape, d.w.z. niet op het beweegbare deel. Op de dragerdoos kleeft u de barcode linksboven op de korte zijde. Zie de illustratie voor meer verduidelijking. L-250 10.5. VERPAKKEN Verpak de gebarcodeerde VCR tapes in de daartoe aangeleverde dozen (type 6: 140x160x380mm). Er passen steeds 8 tapes in een doos, en er gaan 4 dozen in een transportbak. L-250 7 7 7 40

11. OPEN SPOEL VIDEO 11.1. HERKENNEN VAN DE OPEN SPOEL VIDEO VOORKOMENDE NAMEN VOORKOMENDE FORMATEN EN TYPES SPOEL OF CASSETTE Reel-to-reel video, Open reel video 1/4": EIAJ, andere 1/2": EIAJ, CV, andere 1": A, B, C, IVC, andere 2": IVC, quadruplex Spoel TAPEBREEDTE 1/4" (6,35 mm) 1/2" (12,7 mm) 1" (25,4 mm) 2" (50,8 mm) KENMERKEN Dikke bruine of zwarte tape los op een spoel gewonden, zonder cassette-omhulzing. KENMERKEN BIJBEHORENDE Stevige plastieken doos, soms ook uit karton vervaardigd. Voor DOOS grotere formaten plastieken dozen met afgeronde hoeken en een handvat in één van de hoeken. MEEST VOORKOMENDE MERKEN Ampex, Marconi, Memorex, Sony, Hitachi, NEC, RCA, 3M, Grundig, Philips, Panasonic, Akai, IN GEBRUIK SINDS 1956 - begin jaren 1980 42

Indien u niet zeker bent over de breedte van uw open spoel video, plaats hier uw tape op de tekening (ware grootte). 1/4 inch 1/2 inch 1 inch 2 inch In de meeste gevallen staat er een vermelding van Video of Videotape op de verpakking of op de spoel. 11.2. FOUTE VRIENDEN 1/4 audiotape pellicule Foute vrienden van de Open Spoel Video Behalve de open spoel video tapes, bestaan er ook open spoel audiotapes met dezelfde afmetingen. De kwartduim audiotape (1/4 ) werd meegenomen in digitalisatiegolf 1. Uiterlijk kan u moeilijk het verschil bepalen tussen audio en video. Bij twijfel, kan u steeds één of meerdere duidelijke foto s nemen en mailen naar support@viaa.be. Wij zullen trachten de drager te identificeren. Indien u tape tegenkomt met perforaties, gaat dit om pellicule, niet om open spoel videotape. 43

high density VIDEO TAPE www.viaa.be video tape high density AORV_TVL_000001 AORV_TVL_000001 AORV_TVL_000001 AORV_TVL_000001 AORV_TVL_000001 AORV_TVL_000001 AORV_TVL_000001 AORV_TVL_000001 AORV_TVL_000001 AORV_TVL_000001 AORV_TVL_000001 AORV_TVL_000001 AORV_TVL_000001 BBSP_TVL_000001 BBSP_TVL_000001 TYPE 6 TYPE 6 www.viaa.be www.viaa.be 11.3. SPECIFIEKE VELDEN VOOR DE OPEN SPOEL VIDEO IN AMS Formaat versie* indien u de formaat versie van uw open spoel video weet, kunt u dat hier aangeven. Dit zal meestal aangeduid staan op de spoel of op de verpakking van de open spoel video. Indien u de formaat versie niet weet, duid dan onbekend aan. 11.4. BARCODEREN Hieronder is kort omschreven op welke plaats u de barcodesticker kleeft op de drager en op de dragerdoos. Ter verduidelijking is per drager ook een illustratie toegevoegd. Voor de service provider is het van belang dat de barcodestickers steeds op dezelfde plaats en manier zijn gekleefd, om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken. Enkel indien uw eigen identificatienummer zich op dezelfde plaats bevindt als waar de VIAA-barcode zou moeten komen, is het toegelaten om de VIAA-barcode op een andere plaats te kleven. U hoeft dus nooit uw eigen identificatie te overplakken met een VIAA-barcode. Kies in dit geval liefst de rechterkant in plaats van de linkerkant, steeds van dezelfde zijde. AORV_TVL_000001 AORV_TVL_000001 high density VIDEO TAPE De plaats van de barcode voor open reel video is afhankelijk van het type spoel. In alle gevallen kleeft u de barcode aan de bovenzijde van de spoel. Indien u geen barcode kunt aanbrengen op de kern of spoel omdat deze te klein is, breng dan enkel een barcode aan op de dragerdoos. Op de dragerdoos kleeft u de barcode linksboven. Zie de illustratie voor meer verduidelijking. 11.5. VERPAKKEN Er zijn verschillende dozen beschikbaar naargelang het formaat van de open spoel video. Voor de 1 open reel video gebruikt u doos type nr 4 (305x305x245mm). Hiervan passen er telkens 2 in een blauwe transportbak. Voor de 1/2 open reel video gebruikt u voor de grote formaten type nr 2 (255x178x325mm), hiervan passen er 2 in een transportbak. Voor de kleine formaten type nr 5 (150x150x450mm), hiervan passen er vier in een transportbak. 5 5 5 44

12. VHS 12.1. HERKENNEN VAN DE VHS VOORKOMENDE NAMEN SPOEL OF CASSETTE VOORKOMENDE FORMATEN VHS Cassette Groot: VHS (Standaard) 187 x 103 x 25 mm Klein: VHS-C (Compact) 92 x 58 x 20 mm Andere: - S-VHS(-C) (Super-VHS): komt regelmatig voor, in gebruik vanaf 1987, zelfde afmetingen als standaard VHS(-C). - W-VHS ( double VHS, 1989): komt zeer zelden voor. TAPEBREEDTE SPEELDUUR KENMERKEN KENMERKEN BIJBEHORENDE DOOS MEEST VOORKOMENDE MERKEN IN GEBRUIK SINDS - D-VHS (Digital VHS, vanaf 1998): komt zeer zelden voor. ½ inch (12,7 mm) Variabel: 30 min tot 8 uur. De speelduur kan afgeleid worden uit het tape label. bv. E-120 is een cassette van 120min, oftwel 2uur. De cassettes zijn doorgaans zwart met 2 witte assen en doorschijnende vensters die beide spoelen tonen. Het logo is aangebracht in de rechterboven- of onderhoek. Meest voorkomend is een plastieken doos met een klipsluiting op de lange zijde. Soms komen ook kartonnen of plastieken hoezen voor. JVC, Sony, Fuji, Maxell, Panasonic, BASF, Philips, 1976 heden 46

12.2. FOUTE VRIENDEN VAN DE (S-)VHS Foute vrienden van de VHS: Betamax De Betamax cassette dateert uit dezelfde periode als de VHS cassette, maar heeft een kleiner formaat en maar 1 venster. Foute vrienden van de VHS: Video 2000 Ook Video 2000 (of Video Compact Cassette) heeft in de jaren 1980 gecirculeerd, al komt dit formaat minder voor. Deze ziet eruit als een audiocassette met de afmetingen van een VHS cassette. Afbeelding: Grundig-Video2000-VCC-Kassette-1983-Rotated by Grundig-Video2000-VCC-Kassette-1983.JPG: Mrps at de.wikipediaderivative work: Ubcule Foute vrienden van de VHS: Betacam Ten slotte zijn de Betacam cassettes (SP, SX, Oxide en Digital) redelijk gelijkaardig. De L tapes zijn groter en hebben net als de VHS 2 vensters, maar met kleinere spoelen. De S tapes zijn kleiner en qua uitzicht vergelijkbaar met een Betamax cassette. Al de formaten zijn herkenbaar aan het logo in de rechterboven- (of onder)hoek van de tape zelf. 47

Foute vrienden van de (S-)VHS-C: 8mm/Hi8/Digital8 De VHS-Compact cassette kan u makkelijk verwaren met een video8(mm), Hi8 of Digital8 cassette. Zij zijn vergelijkbaar van grootte. Het verschil herkent u aan de het logo en het feit dat VHS-C maar 1 doorkijkvenster heeft i.p.v. 2 bij video8, H8 of Digital8. 12.3. SPECIFIEKE VELDEN VOOR VHS IN AMS Formaat versie* Indien u de formaat versie weet van de VHS, kan u dit hier aangeven. De formaatversie kan u aflezen aan het logo in de rechterbovenhoek van de tape: - VHS (Standaard) - VHS-C (VHS-Compact) - S-VHS (Super-VHS) - S-VHS-C (Super-VHS-Compact) - W-VHS ( Double -VHS) - D-VHS (Digital-VHS) VHS en S-VHS zijn de meeste voorkomende formaatversies. Als er geen logo vermeld staat op de cassette, dan kan u VHS(-C) en S-VHS(-C) van elkaar onderscheiden door een extra gaatje aan de achter- of zijkant van cassette: 48

AVHS_TVL_000001 www.viaa.be BBSP_TVL_000001 BBSP_TVL_000001 www.viaa.be www.viaa.be 12.4. BARCODEREN Hieronder is kort omschreven op welke plaats u de barcodesticker kleeft op de drager en op de dragerdoos. Ter verduidelijking is per drager ook een illustratie toegevoegd. Voor de service provider is het van belang dat de barcodestickers steeds op dezelfde plaats en manier zijn gekleefd, om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken. Enkel indien uw eigen identificatienummer zich op dezelfde plaats bevindt als waar de VIAA-barcode zou moeten komen, is het toegelaten om de VIAA-barcode op een andere plaats te kleven. U hoeft dus nooit uw eigen identificatie te overplakken met een VIAA-barcode. Kies in dit geval liefst de linkerkant in plaats van de rechterkant, steeds van dezelfde zijde. AVHS_TVL_000001 AVHS_TVL_000001 AVHS_TVL_000001 De barcode op de VHS tapes kleeft u rechts op de onderkant van de tape, d.w.z. niet op het beweegbare deel. U dient ook de vierkante opening links te vermijden, deze moet open blijven. Op de dragerdoos kleeft u de barcode linksboven op de korte zijde. Zie de illustratie voor meer verduidelijking. 12.5. VERPAKKEN Verpak de gebarcodeerde VHS tapes in de daartoe aangeleverde dozen (type 8: 210 x 125 x 450 mm). Er passen steeds 16 tapes in een doos, en er gaan 2 dozen in een transportbak. 8 8 8 49

13. BETACAM SX 13.1. HERKENNEN VAN DE BETACAM SX bron: https://en.wikipedia.org/wiki/betacam X VOORKOMENDE NAMEN SPOEL OF CASSETTE VOORKOMENDE FORMATEN TAPEBREEDTE SPEELDUUR KENMERKEN Betacam SX, Beta SX Cassette Groot (L): 253 mm x 144 mm x 25 mm Klein (S): 155 mm x 95 mm x 25 mm ½ inch (12,7 mm) Klein (S): - 6min - 12min - 22min - 32min - 62min Groot (L): - 64min - 94min - 124min - 184min - 194min In tegenstelling tot andere Betacam cassettes heeft de SX cassette een typisch gele kleur. Dit videoformaat werd vooral in de professionele omroepsector gebruikt voor digitale opnames. In de rechterbovenhoek KENMERKEN BIJBEHORENDE DOOS MEEST VOORKOMENDE MERKEN IN GEBRUIK SINDS staat telkens het logo vermeld. Meest voorkomend is een gele plastieken doos met een klipsluiting op de lange zijde, voorzien van een antistatisch doorschijnend plastic insteekhoesje en bandkaart met logo van de fabrikant. Sony, Fuji, Maxell, 1996 heden 50

13.2. FOUTE VRIENDEN Foute vrienden van de Betacam SX De overige Betacam cassettes (SP, Oxide en Digital) zijn gelijkaardig in uitzicht en formaat. De Betacam SX onderscheidt zich door zijn gele kleur (drager en dragerdoos). 51

www.viaa.be BBSP_TVL_000001 BBSP_TVL_000001 www.viaa.be 13.3. SPECIFIEKE VELDEN VOOR BETACAM SX IN AMS Er zijn geen extra specifieke velden voor Betacam SX in AMS. 13.4. BARCODEREN Hieronder is kort omschreven op welke plaats u de barcodesticker kleeft op de drager en op de dragerdoos. Ter verduidelijking is per drager ook een illustratie toegevoegd. Voor de service provider is het van belang dat de barcodestickers steeds op dezelfde plaats en manier zijn gekleefd, om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken. Enkel indien uw eigen identificatienummer zich op dezelfde plaats bevindt als waar de VIAA-barcode zou moeten komen, is het toegelaten om de VIAA-barcode op een andere plaats te kleven. U hoeft dus nooit uw eigen identificatie te overplakken met een VIAA-barcode. Kies in dit geval liefst de rechterkant in plaats van de linkerkant, steeds van dezelfde zijde. ABSX_TVL_000001 BETACAM SX 60 BETACAM SX ABSX_TVL_000001 ABSX_TVL_000001 ADBE_TVL_000001 ADBE_TVL_000001 De barcode op de Betacam SX tapes kleeft u links op de onderkant van de tape, d.w.z. niet op het beweegbare deel. Op de dragerdoos kleeft u de barcode linksboven op de korte zijde. Zie de illustratie voor meer verduidelijking. 13.5. VERPAKKEN Verpak de gebarcodeerde Betacam SX tapes in de daartoe aangeleverde dozen. Er zijn 2 verschillende dozen voor de Betacam SX: eentje voor de tapes van groot formaat (type 1: 275x166x485mm) en eentje voor de tapes van een klein formaat (type 7: 175x115x420mm). In de doos van type 1 passen telkens 15 grote tapes, in de dozen van type 7 passen telkens 14 kleine tapes. Er passen telkens 2 dozen van het type 1 in een blauwe transportbak, en 4 dozen van type 7. 60 1 1 52

14. SHELLAC- EN LAKPLAAT 14.1. HERKENNEN VAN SHELLAC bron: CC BY-SA 2.0 foto: DRs Kulturarvsprojeckt ANDERE VOORKOMENDE NAMEN VOORKOMENDE FORMATEN 78-toerenplaat, shellack, schellak Diameter: - 7 inch = 17.78 cm - 10 inch = 25.4 cm* - 12 inch = 30.48 cm* - 16 inch = 40.46 cm* *Meest voorkomende formaten. OPNAMESNELHEID - Ca. 30 toeren per minuut (rpm) - Ca. 70 toeren per minuut (rpm) KENMERKEN - Ca. 78 toeren per minuut (rpm) - Het oudste type fonoplaatopnamen: een plaat die opgenomen is voor het einde van de jaren twintig, is hoogstwaarschijnlijk een shellacplaat. - Het label van een commercieel geperste 78-toerenplaat is zichtbaar in de shellac gedrukt, terwijl deze bij de meeste vinyl- en lakplaten bovenop de plaat geplakt zijn. - Ze zijn doorgaans zwaarder, dikker en minder flexibel dan lakplaten en vinyl. - Ze hebben een matter oppervlak vergeleken met vinyl- of lakplaten. VOORAL IN GEBRUIK TUSSEN 1890-1950 54

14.2. HERKENNEN VAN LAKPLAAT bron: https://psap.library.illinois.edu/collectioon-id-guide/phonodisc#lacquerdisc ANDERE VOORKOMENDE NAMEN Acetate disc, gesneden plaat, direct cut disk VOORKOMENDE FORMATEN Diameter: - 7 inch = 17.78 cm - 8 inch = 20.32 cm - 10 inch = 25.4 cm* - 12 inch = 30.48 cm* - 13 inch = 33.02 cm* - 16 inch = 40.46 cm* *Meest voorkomende formaten. OPNAMESNELHEID - Circa 16 toeren per minuut (rpm) - Circa 33 1/3 toeren per minuut (rpm) - Circa 78 toeren per minuut (rpm) KENMERKEN - De kern kan gemaakt zijn uit verschillende soorten materiaal: als je het gaatje van de afspeelas van dichtbij bekijkt, kan je hier een stukje zien van een metaalachtig, glasachtig of bruin papieren materiaal. Dit is het materiaal waaruit de kern is gemaakt en waar de lak op is aangebracht: glas, metaal of karton. - Een glazen kern kan je herkennen als de plaat doorzichtig is wanneer je ze voor een lichtbron houdt. Deze platen zijn erg fragiel. - Lakplaten zijn zwaarder dan vinyl en lichter dan shellac, afhankelijk van het material waaruit de kern is gemaakt. - Ze zijn minder flexibel dan vinylplaten en minder stijf dan shellac. - Ook soms te herkennen aan een zelfgeschreven label. VOORAL IN GEBRUIK TUSSEN 1930-1970 55

13.3 FOUTE VRIENDEN Shellac- en lakplaten mogen niet verward worden met de meer flexibele vinyl en andere langspeelplaten zoals minigroove en sonosheet platen, die niet in dit project zijn opgenomen. Deze soorten kan je makkelijk herkennen: bron: https://psap.library.illinois.edu/collectioon-id-guide/phonodisc#lacquerdisc Ze hebben altijd commerciële labels; Ze werden geproduceerd na 1947; Ze zijn lichter dan shellac- en lakplaten, met slechts heel weinig uitzonderingen, Ze voelen anders aan, door de andere samenstelling van het vinyl, vergeleken met lak of shellac; De meeste vinylplaten moeten worden afgespeeld op ca. 33 of 45 toeren per minuut (rpm) en ze hebben een langere afspeelduur dan shellac en lakplaten; De plastic platen (bv. sonosheet ) zijn de dunste en meest flexibele van al deze platen. 13.4. SPECIFIEKE VELDEN VOOR SHELLAC- EN LAKPLAAT In tegenstelling tot andere dragerformaten wordt de gesneden plaat niet per drager maar per kant beschreven. Voor elke kant neemt u dus een nieuwe barcode, en opent u een nieuw record in AMS. Per plaat zullen er dus steeds 2 barcodes zijn, tenzij één van de kanten blanco is. Deel in een reeks* Het is goed mogelijk dat een bepaalde inhoudelijke opname verdeeld is over verschillende platen en kanten, maar wel deel uitmaakt van de zelfde reeks. Dit is belangrijke informatie, zowel voor de metadatering, ontsluiting alsook voor de service provider. De notatie is als volgt: xx/xx, u dient dus zowel voor als na de schuine streep (/) twee cijfers in te vullen. Bijvoorbeeld, u bent deel 2 van de 5 aan het registeren, dan noteert u: 02/05. Als er maar één enkel deel in de reeks is, dan noteert u 01/01. Dit veld wordt in het overzicht samengevoegd met de titel. U zal zien dat dit in het dragersoverzicht zal staan, bv. Part 01/01: dit is een test. Indien mogelijk, plaatst u de verschillende delen uit een reeks bij elkaar in een doos. Eenzijdig?* Het kan natuurlijk ook zijn dat er maar één kant beschreven is en de andere kant bijgevolg blanco is, dan kunt u dat hier aanvinken. Dit kan u gemakkelijk zien doordat er geen groeven op het oppervlak aanwezig zijn. Het veld Barcode andere kant dat er achter staat, zal verdwijnen als u dit vakje aanvinkt. Als de plaat twee beschreven kanten heeft, dan laat u dit vinkje leeg, en scant u in het veld Barcode andere kant de barcode van de andere kant. Zo blijft de link tussen beide plaatkanten bestaan. 56

Kern* - Lakplaat: een lakplaat kan verschillende soorten materiaal als kern hebben. U kunt dit afleiden door schuin naar het centrale gaatje te kijken, waar u het kernmateriaal kan waarnemen. Dit zal in de meeste gevallen glas of metaal zijn. Als het volgens u toch iets anders is, dan kan u Andere of Onbekend aanduiden. - Shellacplaat: als het over een shellacplaat gaat, dan duidt u shellac aan in deze lijst. Opnamesnelheid* U kan hier kiezen uit een vaste lijst: 16 rpm, 33 1/3 rpm, 78 rpm, Andere of Onbekend. Als er geen informatie over de snelheid op de plaat of de hoes te lezen staat, kan u dit alleen achterhalen door de plaat af te spelen wat bij de digitalisering sowieso zal gebeuren. In het algemeen kan men stellen dat platen tot 1945 op 78 rpm draaien. Pas daarna werden andere snelheden gestandaardiseerd. Diameter* Hier duidt u aan hoe breed de diameter van de plaat is. Dit komt u te weten door eenvoudigweg de plaat te meten met een meetlat of -lint. We hebben ervoor gekozen ook hier te werken met een vaste lijst: < 20 cm, 20-35 cm of > 35 cm. Deze informatie is belangrijk voor het kiezen van de juiste schoonmaak- en afspeelapparatuur bij de digitalisering. Merk* Het merk zal in sommige gevallen moeilijk te achterhalen zijn, in dat geval duidt u Onbekend aan in de lijst. Als het vermelde merk op de plaat niet in de vaste lijst voorkomt, dan kan u kiezen voor de optie Andere. Let op: als u een Edison Diamond Disc of een Pathé Disc tegenkomt, is het van belang dat u het merk juist aanduidt in de lijst. Dit heeft namelijk impact op de digitalisering: Pathé en Edison sneden de platen op een verticale manier in plaats van lateraal. Dit vergt een andere aanpak bij de digitalisering en is dus belangrijke informatie voor de service provider. Deterioratiefenomenen* Deze lijst bestaat uit een aantal deterioratiefenomenen die specifiek van toepassing zijn op de shellac- en lakplaat. U kunt telkens één of meerdere fenomenen aanvinken. VUIL Het opppervlak van de plaat kan door de jaren heen stof vergaard hebben. Probeer eventueel vuil of stof zelf niet te verwijderen, u kunt mogelijk meer schade toebrengen. Elke plaat wordt voor de digitalisering zorgvuldig schoongemaakt door de service provider. KRASSEN Er kunnen krassen zijn op het oppervlak, die vervorming van het geluid kunnen teweegbrengen bij de digitalisering. Het is belangrijk dat de service provider hiervan op de hoogte is. GEBROKEN Enkel platen die in max. 3 stukken gebroken zijn, mogen meegegeven worden voor digitalisering. De service provider zal de stukken trachten te plakken om de digitalisering te kunnen realiseren, maar dit is geen garantie op een succesvolle digitalisering. 57