TC/97/36. Gelet op de aanvraag van 26 februari 1997; Gelet op het verslag van de heer Ringelheim. 1. ONDERWERP VAN DE AANVRAAG

Vergelijkbare documenten
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Gelet op de aanvraag ingediend door de RKW bij brieven van 28 februari 1995 en 15 juni 1995;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 31 augustus 1999;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Gelet op de aanvraag ingediend door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering op 19 juni 2000;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 18 oktober 2004; A. SITUERING VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

SCSZ/04/85. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 mei 2004; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Gelet op de aanvraag ingediend door het RIZIV op 24 augustus 1998; Gelet op het verslag van de Kruispuntbank van 3 september 1998;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 25 januari 2004; A. SITUERING VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Art. 1. Parkeerkaart voor mensen met een handicap M.B Artikel 1

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 juni 2006; A. ONDERWERP VAN DE AANVRAAG EN SITUERING ERVAN

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 21 augustus 2006; A. JURIDISCHE CONTEXT EN ONDERWERP VAN DE AANVRAAG

Personen met een handicap. Tegemoetkomingen en andere maatregelen

TC/01/97. Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank; Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 17 september 2001;

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 24 juni 2005; A. SITUERING, ONDERWERP EN RECHTVAARDIGING VAN DE AANVRAAG

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Personen met een handicap. Tegemoetkomingen en andere maatregelen

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

SCSZ/06/083. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 april 2006; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

Directie-generaal Personen met een handicap. Tegemoetkomingen en andere maatregelen

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

SCSZ/04/26. Gelet op de aanvraag van het Vlaams Zorgfonds van 4 februari 2004;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 1 september 2006; A. JURIDISCHE CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 12 juli 2007;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 5;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

TC/01/82. Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 2 juni 2005;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 9 juli 2007;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

BERAADSLAGING NR 04/009 VAN 6 APRIL 2004 M.B.T

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn van 3 juli 2007;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 5 december 2005;

Algemene inhoud. DEEL 1 Inkomens 1. DEEL 2 Fiscaal 43

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 2 juli 2007;

Gelet op de aanvraag van de Minister van Maatschappelijke Integratie van 18 oktober 2004;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 15 maart 2002;

1. Wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden 3

Gelet op de aanvraag van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering van 20 maart 2007;

Vlaamse Gemeenschap KSZ gegevens van persoonlijke aard door de Kruispuntbank van de sociale Min SZ

Gelet op de aanvraag van het Centrum voor Sociaal Beleid van de Universiteit Antwerpen van 11 juni 2007;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Gelet op de aanvraag van de RVA ingediend op de Kruispuntbank op 4 juli 1997;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

A001. Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap

A001. Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH)

Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 1966 houdende coördinatie van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 19 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Gelet op de Wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Privacywet. Vlaamse Sociale Bescherming

Gelet op de aanvraag van de Waalse regering van 23 februari Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 30 mei 2006;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Gelet op de aanvraag van de FOD Sociale Zekerheid van 11 april 2005; Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 juni 2005;

Transcriptie:

TC/97/36 BERAADSLAGING Nr. 97/29 VAN 8 APRIL 1997 BETREFFENDE EEN AANVRAAG VAN DE BESTUURSDIRECTIE VAN DE UITKERINGEN AAN GEHANDICAPTEN (MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU) TOT MACHTIGING VOOR HET MOGEN MEDEDELEN VAN GEGEVENS AAN BEPAALDE INSTANTIES BEVOEGD VOOR HET TOEKENNEN VAN SOCIALE OF FISCALE VOORDELEN. Gelet op de Wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 15, 2de lid; Gelet op de aanvraag van 26 februari 1997; Gelet op het verslag van de heer Ringelheim. 1. ONDERWERP VAN DE AANVRAAG Verscheidene sociale of fiscale voordelen zijn voorzien voor gehandicapten die aan bepaalde medische of administratieve voorwaarden voldoen. Het bewijs dat aan de voorwaarden is voldaan, wordt veelal geleverd door de Bestuursdirectie van de uitkeringen aan gehandicapten die daartoe enerzijds, op basis van medische onderzoeken, attesten opstelt en anderzijds overzichten opmaakt van de door gehandicapten ontvangen bedragen over een bepaalde periode. Deze documenten worden in principe overgemaakt aan de gehandicapte zelf maar in enkele gevallen worden ze rechtstreeks verstuurd naar de instantie die bevoegd is voor het toekennen van het sociaal of fiscaal voordeel. De aanvraag heeft tot doel de Bestuursdirectie van de uitkeringen aan gehandicapten te machtigen deze gegevens aan de bevoegde instellingen mee te delen. 2. BEHANDELING VAN DE AANVRAAG 2.1. MEDISCHE ONDERZOEKEN 2.1.1. Toeslag op de vrijstelling van personenbelasting Voor de berekening van de inkomstenbelasting wordt een belastingvrije som verleend waarvan het bedrag afhankelijk is van het aantal kinderen ten laste; gehandicapte kinderen worden daarbij voor twee gerekend (art. 131132 W.I.B. 1992). De belastingvrije som wordt bovendien verhoogd met 39.000 BEF voor elke gehandicapte belastingplichtige en voor elke andere gehandicapte persoon ten laste (art. 133 W.I.B. 1992).

De belastingplichtige waarvan het gezin één of meer gehandicapten telt, kan bijgevolg genieten van een vrijstelling van belasting op een aanvullend deel van zijn belastbaar inkomen. De vrijstelling wordt verleend voor de persoon waarvan hetzij: de lichamelijke of psychische toestand het vermogen om een inkomen te verwerven verminderd heeft tot één derde of minder van wat een gezonde persoon kan verdienen door de uitoefening van een beroep op de algemene arbeidsmarkt; de gezondheidstoestand een vermindering van zelfredzaamheid veroorzaakt van minstens 9 punten; is vastgesteld dat hij lichamelijk of geestelijk gehandicapt is of een permanente werkonbekwaamheid heeft van minstens 66%; het vermogen om een inkomen te verwerven, na de primaire periode van werkonbekwaamheid die voorzien is in de ziekte en invaliditeitsverzekering, verminderd is tot hoogstens een derde. De persoon die het voordeel wenst te bekomen, moet op de daarvoor bestemde plaats in zijn belastingaangifte vermelden welke personen van zijn gezin gehandicapt zijn. De belastingplichtige die een handicap vermeldt, moet het bewijs ervan leveren; een officieel attest is daarvoor vereist. 2.1.2. Vermindering inzake onroerende voorheffing De onroerende voorheffing verschuldigd voor de woning die men op 1 januari van het aanslagjaar betrekt, kan verminderd worden; het basisprincipe is een vermindering van 10% per persoon ten laste van de belastingplichtige. Bijkomende verminderingen worden verleend aan de onder 1.1.1. vermelde gehandicapte personen en kinderen (art. 257 W.I.B. 1992). De onroerende voorheffing dient helemaal te worden betaald maar het vrijgestelde bedrag wordt teruggevorderd middels een verzoek gericht tot de gewestelijke directeur van de belastingen. Bij het verzoek dient een attest ter staving van de handicap worden toegevoegd. 2.1.3. Statuut van werknemer met gezinslast Om in het stelsel van de werkloosheid als werknemer met gezinslast te worden beschouwd, mag men volgens artikel 110, 1, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, uitsluitend samenwonen met één of meerdere bloed of aanverwanten tot en met de derde graad indien deze noch over beroeps noch over vervangingsinkomens beschikken. Artikel 62 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering bepaalt dat niet als vervangingsinkomen wordt beschouwd de pensioenen en voordelen waarop de bloed of aanverwant in de recht opgaande lijn die de werkloze ten laste heeft genomen, aanspraak kan maken, indien het totale brutobedrag 10.171 BEF per maand niet overschrijdt; dit bedrag wordt op 17.161 BEF per maand gebracht indien de werkloze op basis van een door de bevoegde instantie afgeleverd attest aantoont dat de gezondheidstoestand van de bloed of aanverwant in de recht opgaande lijn een volledig gebrek aan of een vermindering van zelfredzaamheid van tenminste 9 punten met zich brengt, gemeten volgens de handleiding en de 2

medischsociale schaal van toepassing in het kader van de wetgeving met betrekking tot de tegemoetkomingen aan gehandicapten. 2.1.4. Vrijstelling van kijk en luistergeld Krachtens artikel 19 van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk en luistergeld moet geen kijken luistergeld worden betaald door personen aan wie een invaliditeit of arbeidsongeschiktheid van ten minste 80% werd toegekend. De aanvragen om vrijstelling moeten bij de Dienst Kijk en Luistergeld schriftelijk, door middel van een vragenlijst, worden ingediend en het vrijstellingsmotief moet worden aangetoond door een attest afgeleverd door één van de instanties vermeld in artikel 3 van het ministerieel besluit van 4 augustus 1987 betreffende het kijk en luistergeld, waaronder de Algemene dienst voor uitkeringen aan gehandicapten van het Ministerie van Sociale Voorzorg. 2.1.5. Het sociaal telefoontarief Belgacom verleent aan sommige gehandicapten verminderingen op aansluitingskosten, abonnementsgelden en gesprekstarieven. Krachtens artikel 3 van het koninklijk besluit van 8 november 1989 kan een sociaal telefoontarief worden toegekend aan elke persoon met een handicap van tenminste 66%. De aanvraag hiervoor kan, door middel van een formulier, worden ingediend bij de dichtstbijzijnde Teleboetiek van Belgacom en moet vergezeld zijn van een invaliditeitsattest afgeleverd door een erkende dienst, waaronder de dienst voor tegemoetkomingen aan gehandicapten. Het koninklijk besluit van 5 september 1991 stelt een speciaal telefoontarief in ten voordele van sommige gehoorgestoorden en personen bij wie een laryngectomie werd uitgevoerd. De handicap die het recht geeft op dit tarief moet blijken uit een administratieve of gerechtelijke beslissing (art. 5); de dienst voor tegemoetkomingen aan gehandicapten is terzake bevoegd. 2.1.6. De vrijstellingen van belastingen op autovoertuigen Krachtens artikel 96 van het koninklijk besluit van 23 november 1965 houdende codificatie van de wettelijke bepalingen betreffende de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen worden de voertuigen die als persoonlijk vervoermiddel worden gebruikt door personen die volledig blind zijn, volledig verlamd zijn aan de bovenste ledematen of wier bovenste ledematen geamputeerd zijn en de personen die aangetast zijn door een blijvende invaliditeit die rechtstreeks toe te schrijven is aan de onderste ledematen en ten minste 50% bedraagt, vrijgesteld van de belasting op inverkeerstelling. Krachtens artikel 5, 1 van hetzelfde koninklijk besluit van 23 november 1965 zijn de ziekenauto s en de voertuigen die als persoonlijk vervoermiddel worden gebruikt door gebrekkigen vrijgesteld van de jaarlijkse verkeersbelasting op autovoertuigen. Artikel 15, 1 van het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen bepaalt dat deze vrijstelling onder meer van toepassing is op personen die volledig blind zijn, volledig verlamd zijn aan de bovenste ledematen of wier bovenste ledematen geamputeerd zijn en de personen met een blijvende invaliditeit die rechtstreeks toe te schrijven is aan de onderste ledematen en ten minste 50% bedraagt. 3

Voor de vrijstelling van de belasting op de inverkeerstelling en de verkeersbelasting moet een aanvraag en een attest van handicap worden ingediend bij de regionale directeur van de directe belastingen. In de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en diensten wordt bepaald dat op voertuigen die als persoonlijk vervoermiddel gebruikt worden door personen die volledig blind zijn, volledig verlamd zijn aan de bovenste ledematen of wier bovenste ledematen geamputeerd zijn en de personen met een blijvende invaliditeit die rechtstreeks toe te schrijven is aan de onderste ledematen en ten minste 50% bedraagt, een verminderd BTWtarief van 6% wordt toegepast. Het voordeel van het verlaagd tarief wordt toegekend op voorwaarde dat de gehandicapte vóór de aankoop van de wagen aan het BTWcontrolekantoor een getuigschrift van de dienst voor tegemoetkomingen aan gehandicapten overlegt. 2.2. ADMINISTRATIEVE ATTESTEN Op basis van volgende wettelijke bepalingen maakt de Bestuursdirectie van de uitkeringen aan gehandicapten attesten op waarin het bedrag van de door de gehandicapte genoten uitkeringen wordt vermeld. 2.2.1. Krachtens artikel 56quinquies, 1 van de gecoördineerde wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders heeft de mindervalide die geen winstgevende beroepsbezigheid uitoefent en een inkomensvervangende tegemoetkoming of een integratietegemoetkoming overeenstemmende met categorie II, III of IV geniet, recht op de kinderbijslag tegen de bij artikel 40 bepaalde bedragen en tegen de bijslagen bepaald bij artikel 50ter. Eenzelfde recht geldt voor de mindervalide die een tegemoetkoming geniet berekend op grond van een blijvende arbeidsongeschiktheid van ten minste 65% krachtens de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de mindervaliden. 2.2.2. Artikel 14 van het koninklijk besluit van 20 juli 1970 tot verruiming van de werkingssfeer van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging tot de mindervaliden bepaalt dat het voortduren van het recht op de gewone of aanvullende tegemoetkoming op basis van een ongeschiktheidsgraad van respectievelijk 80% of 70% bevestigd wordt door een attest dat door de Dienst voor mindervaliden van het Ministerie van Sociale Voorzorg afgeleverd wordt. 2.2.3. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 augustus 1980 tot vaststelling van het bedrag van de vermindering van de verzekeringstegemoetkoming in geval van opneming in een ziekenhuis of van verblijf in een revalidatiecentrum voorziet dat wanneer de hospitalisatie de termijn van 90 dagen overschrijdt (voor hospitalisatie in een psychiatrisch ziekenhuis: 180 dagen), de tussenkomst van de verzekering beperkt wordt indien de titularis op basis van de wet van 27 juni 1969 recht heeft op een tegemoetkoming die evenwel wegens hun verblijf in een psychiatrische dienst of instelling wordt verminderd of niet uitgekeerd. Het gaat met name om een vermindering van de verzekeringstegemoetkoming met 168 BEF (voor andere categorieën varieert de vermindering van 219 BEF tot 364 BEF). 4

2.3. ALGEMENE MACHTIGING De Bestuursdirectie van de uitkeringen aan gehandicapten wenst verder een algemene machtiging te bekomen om de sociale persoonsgegevens die onder haar bevoegdheid vallen mee te delen aan de geïnteresseerde instellingen wanneer uit het dossier zou blijken dat de voordelen aan de gehandicapte werden toegekend op basis van bedrieglijke elementen. Het gaat om volgende organismen: l Agence wallonne pour l intégration des personnes handicapées, le Fonds bruxellois francophone pour l intégration sociale et professionnelle des personnes handicapées, l Office de la communauté germanophone pour personnes handicapées et pour l assistance sociale en het Vlaams Fonds voor sociale integratie van personen met een handicap. 3. BERAADSLAGING 3.1. MEDISCHE ONDERZOEKEN Gelet op de wettelijke grondslagen en het wettig doeleinde dat wordt nagestreefd met de gegevensmededeling, met name het verlenen van fiscale en sociale voordelen aan gehandicapten gekoppeld aan een vereenvoudiging van de administratieve verplichtingen die de aanvragers van de voordelen moeten vervullen, blijken de gegevensmededelingen geoorloofd. Deze gegevensmededelingen blijven beperkt tot de identificatie van de gehandicapte en de vaststelling van diens handicap. Er is geen sprake van ambtshalve toekenning van de voordelen: de persoon die het voordeel wenst te bekomen, moet in elk geval een aanvraag indienen. Wanneer de instantie die bevoegd is voor de toekenning van het voordeel hierom verzoekt, kan het bewijs van de handicap rechtstreeks door de Bestuursdirectie van de uitkeringen aan gehandicapten aan bedoelde instantie worden toegekend. De bevoegde instellingen zijn de volgende: de Administratie der directe belastingen (voor de toeslag op de vrijstelling van personenbelasting, de vermindering inzake onroerende voorheffing, de vrijstelling van de belasting op de inverkeerstelling en de vrijstelling van de verkeersbelasting); de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (voor de toekenning van het statuut van werknemer met gezinslast); de Dienst Kijk en Luistergeld (voor de vrijstelling van het kijk en luistergeld); Belgacom (voor het sociaal telefoontarief); de Administratie van de BTW (voor het verlaagd BTWtarief bij de aankoop van een wagen). 3.2. ADMINISTRATIEVE ATTESTEN Om de redenen toegelicht in punt 2.1. hierboven, kan de rechtmatigheid van deze gegevensmededelingen niet worden betwist. Het overmaken van de attesten aan de diverse bestemmelingen is op rechtsgronden gesteund en de overgemaakte gegevens zijn, uitgaande van het 5

doeleinde (het toekennen van voordelen aan gehandicapten), toereikend, ter zake dienend en niet overmatig. De bestemmelingen zijn bovendien instellingen van sociale zekerheid die gehouden zijn de bepalingen van de Kruispuntbankwet, en meer bepaald de artikelen 22 en 23 (i.v.m. de maatregelen ter beveiliging van de sociale gegevens), na te leven. 3.3. ALGEMENE MACHTIGING De efficiënte opsporing en aanpak van het frauduleus misbruik van het stelsel van de voordelen die toegekend worden aan sociaal zwakkeren, is rechtmatig en noodzakelijk en dit in het belang van de personen die aanspraak kunnen maken op een of meer voordelen. Het blijkt dan ook aangewezen de Bestuursdirectie van de uitkeringen aan gehandicapten te machtigen om gegevens over te maken aan alle betrokken instellingen, o.a. aan diverse fondsen voor sociale integratie van de gehandicapten, wanneer blijkt dat een aanvraag om voordelen met bedrieglijk opzet werd ingediend bij het Ministerie van Sociale Zaken. Het weze opgemerkt dat de toekenning van deze machtiging geen afbreuk doet aan de beginselen uit de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid aan het finaliteitsbeginsel vastgelegd in artikel 5. Er dient te worden benadrukt dat de toekenning van sociale of fiscale voordelen slechts aan de gehandicapten worden toegekend op hun eigen verzoek. Om deze redenen, verleent Het Toezichtscomité de gevraagde machtigingen. Indien de gegevens elektronisch worden uitgewisseld, is de tussenkomst van de Kruispuntbank vereist. F. Ringelheim, Voorzitter. 6