MONUMENTENZORG NEERIJNEN

Vergelijkbare documenten
Uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van restauratie en onderhoud van monumenten

Uitvoeringsvoorschriften Monumenten en Rieten daken Vastgesteld bij B&W-besluit van 24 januari 2011

Uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden

SUBSIDIEVERORDENING ONROEREND CULTUREEL ERFGOED RIDDERKERK 2013 BIJLAGE II

Behoort bij besluit van Omgevingsdienst De Vallei Kenmerk; 2014W2350 Datum: Nr. 2006/17 7 februari 2006 ISSN: X

GEMEENTE OLDEBROEK. gelezen het advies van de Monumentencommissie Oldebroek van 9 februari 2005;

UITVOERINGSVOORWAARDEN RESTAURATIE EN ONDERHOUD MONUMENTEN GEMEENTE APELDOORN

ONTWERPBESLUIT VERLENING OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING LAAN 110 TE NUNSPEET

OMGEVINGSVERGUNNING LAAN 110 TE NUNSPEET

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING LAAN 110 NUNSPEET

HERSTELPROJECT CULTUURHISTORISCH WAARDEVOLLE KARAKTERISTIEKE OBJECTEN IN HET WCL GEBIED WINTERSWIJK

O m g e v i n g s v e r g u n n i n g

Inleiding Algemeen Metselwerk, voegwerk en pleisterwerk Timmerwerk Natuursteenwerk...11

Nadere regels voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten gemeente Noordoostpolder

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en molens Doetinchem 2014

Inleiding Algemeen Metselwerk, voegwerk en pleisterwerk Timmerwerk Natuursteenwerk...11

Verordening stimuleringsleningen monumenten Doetinchem 2014

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Omgevingsvergunning. Wij verlenen de omgevingsvergunning voor het verbouwen van een woning. Kadastraal bekend : Gemeente Vorden, Sectie M, Nummer 262

Omgevingsvergunning. Besluit d.d. 7 november 2016 Wij verlenen de omgevingsvergunning voor het verbouwen van 3 woningen.

Kennisgeving. Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

O m g e v i n g s v e r g u n n i n g

Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Richtlijnen voor het verbouwen, wijzigen en restaureren van monumenten, beeldbepalende panden en zaken

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Ontwerpomgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Uitvoeringsvoorschriften restauratie en onderhoud monumenten. Elburg, september 2010

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

UITVOERINGSRICHTLIJN Vergunningvrije onderhoudswerkzaamheden gemeentelijke monumenten Gemeente Lingewaal. 01 Metselwerk

bwt november 2009 contactpersoon uw kenmerk ons kenmerk

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Werkomschrijving restauratieve onderdelen tbv. de drie hofhuizen, het klooster en de kapel aan de Nieuwstraat te Breda

Omgevingsvergunningen Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Rijksstraatweg 150 in Twello

Uitvoeringsvoorschriften restauratie en onderhoud monumenten. Elburg, januari 2014

gemeente Bronckhorst Omgevingsvergunning

O m g e v i n g s v e r g u n n i n g

OPNAMERAPPORT objectnummer INSPECTIERAPPORT 2016 Objectnummer Voormalig Raadhuis (kosterij)

Specifieke subsidieregeling onderhoudsactiviteiten cultuurhistorische. gemeente Overbetuwe 2009

dhandig Zwolle Handreiking voor onderhoud en wijzigingen Woningen in de Krekenbuurt

Verleende omgevingsvergunning Haitinkweg 8 Zelhem

Subsidieverordening monumenten Heerhugowaard. De subsidieverordening monumenten Heerhugowaard 1996 in te trekken en tevens de gewijzigde

Aan Van Belangstellenden Bureau Aanbestedingen

Sjef Kickken. Kickken Bouwtechnisch Advies

Aanvraaggegevens. Publiceerbare aanvraag/melding. Aanvraagnummer Aanvraagnaam Sandtlaan Ingediend op

Aanvraagformulier subsidie voor onderhoud aan gemeentelijke monumenten Gemeente Krimpenerwaard

PROGRAMMA VAN EISEN HANDHAVING WONINGWET GEMEENTE ROTTERDAM

RESTAURATIE en VERBOUWING VESTESTRAAT 146, LEIDEN

RESTAURATIE VOORMALIG STEDELIJK ZWEMBAD MECHELEN - FASE 1 - gevels en daken oostvleugel

MEERJARENPLANNING ONDERHOUD GEBOUWEN EN WONINGEN Gebouw totaal gem.

TZ1. Dakgoten in de beugel. Gootbeugels Specificatie. Montage dakgoten in de beugel. Dakgoten en hulpstukken. Voorbewerking dakgoten.

PERIODIEK INSTANDHOUDINGSPLAN HERVORMDE KERK TE BROEK IN WATERLAND BUREAU DELFGOU ARCHITECTUUR EN MONUMENTENADVIES

Kuyperschool Ridderkerk Bouwkundige opname 15 augustus Bouwkundige opname. Voormalige Kuyperschool te Ridderkerk

Verwerking advies monumentencommissie DO-00+

INSPECTIERAPPORT 2015 objectnummer 0645 Klokkenstoel nr DT Teroele

begane grond- nieuw (ongewijzigd)

SUBSIDIEVERORDENING MONUMENTEN CULEMBORG 2011 BIJLAGE 1 LEIDRAAD VASTSTELLING SUBSIDIABELE KOSTEN 2007

Monumenten en beschermde gezichten Vergunningvrije werkzaamheden. Informatieblad

Subsidieverordening Monumentenzorg 2002

INSPECTIERAPPORT 2010 Objectnummer 2781 Mausoleum Achter Ljouwerterdyk GC Akkrum

NADERE REGELS SUBSIDIE ONDERHOUD GEMEENTELIJKE MONUMENTEN HELMOND 2009

basis college bouwkunde bok5

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Rapportage opname ten behoeve MJOP

Het nieuwe lood. Leadax takes the lead. leadax.com. Nederlands fabricaat

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 3 december 2008, nr

BEGLAZING IN BRIELLE november 2007 monumentencommissie Brielle

INSPECTIERAPPORT 2018 objectnummer 0

Verwerkingsvoorschriften Collectie daksysteemcomponenten

De Waag, Leiden Opnamerapport gebreken en herstelplan - dakbedekkingen

Artikel Omschrijving Eenheid Aantal Lengte Breedte Hoogte Totaal subs. Totaal niet-subs. Hoeveelheid

Instructies bij het plaatsen van stalen CAST-PMR ramen

Onderwerp: Beslissing op aanvraag omgevingsvergunning (uitgebreid)

gevelelementen op de bouw; hoe te stellen en in te metselen

Dakkapellen Door H. Koelemij (TNO Bouw)

INSPECTIERAPPORT 2014 objectnummer 0068 v.m. Stadhuis Heerenwal XW Sloten

INSPECTIERAPPORT 2015 Objectnummer 2781 Mausoleum Achter Ljouwerterdyk GC Akkrum

Bouwtechnisch Rapport 1e Brandenburgerweg 17 Bilthoven

Onderhoud Adviezen Dubbelglas- systemen 2011

WAKAFLEX VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN Collectie daksysteemcomponenten

In plaats van lood. Leadax takes the lead. leadax.com. Nederlands fabricaat

onderhoudswijzer Schilderwerk

KREDIETVOORWAARDEN MONUMENTENFONDS RHEDEN Reikwijdte en toepassing

Uniforme hoofdstuk-indeling: zorgt voor herkenbaarheid

Behoud van waarde Voorkomen van schade Lange levensduur. Hardhouten kozijnen Bitumen dakbedekking

Meerjarenonderhoudsplan

Aanvraaggegevens. Publiceerbare aanvraag/melding. Aanvraagnummer Oegstgeesterweg te Rijnsburg. Uw referentiecode 1682

In plaats van lood. Leadax takes the lead. leadax.com. Nederlands fabrikaat

BEGLAZING IN BRIELLE november 2007 monumentencommissie Brielle

Restauratie toekomstbestendig.

Toelichting programma voorzieningen in de onderwijshuisvesting 2010

Monumenten in de gemeente Schagen

Transcriptie:

Bijlage 10 MONUMENTENZORG NEERIJNEN Uitvoeringsvoorschriften onderhoud monumenten Neerijnen 1997 - Definitieve versie - U CULTUURHISTORISCHEBELEID GEMEENTE NEERIJNEN 2009 2023 BIJLAGE 10 1

15 april 1997 agendanummer: 4.18 06/06014-09\560 CULTUURHISTORISCHEBELEID GEMEENTE NEERIJNEN 2009 2023 BIJLAGE 10 2

CULTUURHISTORISCHEBELEID GEMEENTE NEERIJNEN 2009 2023 BIJLAGE 10 3

UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN ONDERHOUD MONUMENTEN NEERIJNEN 1997 Burgemeester en wethouders hebben de navolgende uitvoeringsvoorschriften vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 1.1.5. van de Subsidieverordening monumenten Neerijnen editie 1997. Werkzaamheden waarvoor op grond van de Subsidieverordening monumenten Neerijnen een subsidiebeschikking is afgegeven dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig deze uitvoeringsvoorschriften. VOORAF Het subsidie voor onderhouds- en restauratiewerkzaamheden wordt alleen verstrekt als de verschillende onderhoudswerkzaamhe den volgens de gemeentelijke voorschriften zijn uitge voerd. Er kunnen zich situaties voordoen waarbij twijfel be staat of een gemeentelijk voorschrift wel of niet kan of moet worden uitgevoerd. Ook kunnen zich situaties voordoen waarbij handelen in strijd met de gemeentelijke voorschriften bij de aanvrager van het subsidie de voorkeur geniet. Het kan in deze situaties onder meer gaan over het toe te passen materi aal, de toepassing van technieken, de vraag of er sprake is van wel of geen historisch juiste detaillering of vormge ving en derge lijke. In genoemde situaties van twijfel of voorkeur voor handelen in strijd met de voorschriften dient voor uitvoering van de werkzaamheden contact opgenomen te worden met de uitvoerend monumenten ambtenaar van de gemeen te. Deze func tionaris kan beoorde len of afwijking van een gemeente lijk voorschrift in dat geval redelijk is. Deze functionaris zal tevens aange ven of schrifte lijk onthef fing van de verplichting tot nakoming van de uitvoerings voorschriften aange vraagd dient te worden. Uitvoe ring in strijd met de voorschriften, zonder vooraf verleende schrifte lijke toestemming van burgemeester en wethouders, brengt de uitbeta ling van het gemeenteli jk subsi die in ge vaar, ook al is de afwijking achteraf bezien ( bij de gemeentelijke beoor deling van de subsidieaanvraag) redelijk of accepta bel. In dit verband wordt verwezen naar de Subsidieregeling monumenten Neerijnen editie 1997. Met betrekking tot de in deze uitvoeringsvoorschriften genoemde onderwerpen worden door de Stichting Monumentenwacht Gelderland informatiebladen uitgebracht. Deze informatiebla den zijn op te vragen bij: - de Stichting Monumentenwacht Gelderland, Postbus 95, 6670 AB Zetten, tel. (0488) 42 02 22; CULTUURHISTORISCHEBELEID GEMEENTE NEERIJNEN 2009 2023 BIJLAGE 10 4

- de sectie Monumentenzorg van de Provincie Gelderland, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem tel. (026) 359 92 17/359 92 97). UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN 0.0 Algemeen 0.1 Alle te vervangen onderdelen of constructies dienen overeenkom stig bestaande, histo risch juiste vormge ving en detaillering te wor den uitgevoerd. 0.2 Alle te vervangen onderdelen of constructies dienen met behulp van bestaande, histo risch juiste materia len en technieken te worden vervaardigd en afgewerkt. 0.3 Toe te voegen elementen ten behoeve van geriefs- of functieverbe tering dienen op een zodanige wijze te worden ingepast dat dit geen consequenties heeft voor de historische vormgeving of detaillering ( bijv. isolatie t. b. v. warmte en geluid, beschermende begla zing, ventila tie etc.). 0.4 Alle bij de voorbereiding, planvorming, uitvoering en controle van onderhouds- en restauratie- werkzaamheden betrokken partijen ( eige naar, architecten, opzich ters, aanne mers, uitvoer ders, onderaanne mers, ambte naren bouw- en woningtoezicht etc.) dienen voordat met de werkzaamhe den een aanvang wordt gemaakt van deze uitvoeringsvoor schriften op de hoogte te worden ge bracht. Dit dient desge wenst schriftelijk door subsi dieaanvrager te worden aange toond. 0.5 Het verdient aanbeveling bij de aanwezigheid van waarde volle muurplanten, vleermuizen en/ of kerkuilen contact op te nemen met het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Directie Oost te Deventer, tel. (0570) 66 88 88. 1.0 Metselwerk, voegwerk en pleisterwerk 1.1 Gevelreiniging is niet toegestaan. Onder gevelreiniging wordt onder meer verstaan: stra len met grit, zand en water en het reinigen met be hulp van chemische middelen. 1.2 Het hydrofoberen en impregneren van gevels is niet toegestaan. 1.3 Het toepassen van steenverstevigers is niet toege staan. CULTUURHISTORISCHEBELEID GEMEENTE NEERIJNEN 2009 2023 BIJLAGE 10 5

1.4 Het inboeten van het metselwerk dient met bijpassende steen te geschieden, lettend op kleur, hardheid en afme ting. Inboetwerk dient in het bestaande metselver band te worden uitgevoerd. 1.5 Nieuw voegwerk dient in samenstelling, kleur en uit voering overeen te komen met het bestaande, histo risch juiste voegwerk. 1.5.1 Ter hoogte van het maaiveld dient het voegwerk tot ten minste 30 cm beneden het maaiveld te worden nage zien, hersteld of vernieuwd. 1.5.2 De voegen dienen in verband met een goede hechting van de voegspecie zodanig te worden uitgehakt dat de voeg voldoende massa heeft. Als richtlijn kan worden aangehou den een verhouding van voegdikte staat tot voegdiep te is als 1 staat tot 2. 1.5.3 Het uithakken van voegen dient uitsluitend met de hand, of indien pneuma tisch, met een fijne beitel te geschie den. Het uitslijpen van de voegen is in verband met mogelijke beschadiging van de steen slechts toege staan met gebruikmaking van een zo klein mogelij ke slijptol, voorzien van een afzui ging. 1.5.4 Bij uithakken van bestaand voegwerk mogen smalle stootvoegen niet worden verbreed; het zogenaamd ophak ken van stootvoegen is niet toegestaan. 1.5.5 Een monster van het nieuwe voegwerk dient voorafgaand aan het integraal uithakken van de gevel( s) ter goedkeuring te worden gemeld bij de gemeentelijke monumenten-inspec teur. 1.6 Nieuw pleisterwerk dient in samenstelling, kleur en uitvoering overeen te komen met het bestaan de, histo risch juiste pleisterwerk. 1.6.1 Het pleisterwerk dient ter hoogte van het maaiveld tot ten minste 30 maaiveld te worden nage zien, hersteld of vernieuwd. cm beneden het 1.6.2 De samenstelling van het pleisterwerk dient aan de hardheid van de onderliggende steen te zijn aange past. 2.0 Timmerwerk 2.1 De te vervangen houten onderdelen dienen op histo risch verantwoor de wijze te worden uitge- voerd, waar bij de bestaande detaillering en vormgeving, indien juist, als uitgangs punt dient. CULTUURHISTORISCHEBELEID GEMEENTE NEERIJNEN 2009 2023 BIJLAGE 10 6

2.2 De te vervangen houten onderdelen moeten dezelfde zwaarte en profilering krijgen als de bestaande. De vervangen houten onderdelen dienen ter contro le te worden bewaard tot het subsidie is vastge steld. 2.3 Het houtwerk dat in aanraking komt met metselwerk dient tweemaal in lijvige menie of grondverf te wor den gezet. 2.4 De toe te passen houtsoorten dienen overeenkomstig het bestaande werk te zijn. 2.5 Toepassing van multiplex, kunststof, kunststof-ver lijmde vezelpla ten en hiermee vergelijk bare plaatmate rialen ten behoeve van herstel van dakgoten, windve ren, dekplanken, gevel en dakbeschietingen is niet toege staan. 2.6 Gaten in houten gootbodems ten behoeve van zinken of koperen gootbekleding dienen 0,5 cm wijder dan de betreffende tapeinden te zijn. 3.0 Schilderwerk 3.1 Nieuw schilderwerk dient ten aanzien van systeem, kleur en uitvoering overeen te komen met het bestaan de, historisch juiste schilderwerk. 3.2 Het is niet toegestaan schilderwerk uit te voeren in de periode eind oktober tot eind maart, dit in ver band met de overwegend heersende weersomstandig heden. In deze periode mag het houtwerk wel in de grondverf worden gezet. 3.3 Het verwijderen van oude verflagen mag niet door middel van afbranden geschieden ( krachtens het Brandveilig heidsbesluit bijzondere gebouwen). Het verwijde ren van oude verflagen door middel van hete lucht ( föhnen) is wel toegestaan. 3.4 Het schilderen van pleisterwerk of natuursteen dient uitsluitend met een glad opdrogende verf te geschie den. In verband met de waterhuishouding in de con structie dient het verfsys teem aan het over te schil deren type pleisterwerk of natuursteen te worden aangepast. 3.5 Afkitten van naden en kieren in geveltimmerwerk: deze dienen opgevuld en strak te worden afgewerkt met een 2- componenten vulmiddel. Naden tussen kozijnen en metsel werk of tussen kozijnen en natuursteen mogen niet worden afgedicht met behulp van PUR- schuim of kit. 4.0 Zinkwerk, koperwerk en loodwerk CULTUURHISTORISCHEBELEID GEMEENTE NEERIJNEN 2009 2023 BIJLAGE 10 7

4.1 Het zinkwerk dient in de dikte 1,1 mm ( STZ 16) te worden uitgevoerd. Indien nodig in verband met de lengte dient het zink in de bakgoten van een broek- voorzien. of rekstuk te worden 4.1.1 Het zink in de kilgoten dient in meterstukken, aan de bovenzijde vernageld en aan de zijkanten voorzien van een felsnaad te worden uitgevoerd. 4.1.2 Nieuw zink mag niet aan oud zink worden gesoldeerd. 4.1.3 De hemelwaterafvoeren in zink dienen in de dikte 0,8 mm ( STZ 14), met opgesoldeerde wrongen, opgehangen aan beugels en vrij van de muur te worden uitgevoerd. 4.2 Tapeinden van zinken, koperen en loden goten dienen 100 totale houtpak ket van de bakgoot ter plaatse te zijn. mm langer dan de dikte van het 4.3 De hemelwaterafvoeren dienen in zink, koper of lood te worden uitgevoerd. Waar nodig is de toepassing van gietijzeren of gietstalen ondereinde toegestaan. 4.4 Toepassing van PVC is niet toegestaan, met uitzonde ring van onder grondse aansluitin gen op het riool. 4.5 Sprongen of verzetten in hemelwaterafvoeren dienen door middel van gesoldeerde valse verstekken te wor den geformuleerd. Gebogen standaard hulpstukken mogen niet worden toegepast. 4.6 Koperen goten dienen volgens de methode beschreven in het info- blad " Koperen goten" van de Monumentenwacht Gelder land te worden uitgevoerd. 4.7 Het loodwerk dient in minimaal 20 kg/ m 2, uitsluitend met koper vernageld te worden 4.7.1 uitgevoerd. Het gebruik van gegalvaniseerde nagels is niet toegestaan. Het loodwerk dient ter plaatse van muuraanslui tingen door middel van loodproppen in voldoende diep uitge hakte of uitgeslepen voegen ( drie cm diep) te worden vastgezet en daarna te worden afgevoegd. 4.7.2 Alle aansluitingen op schoorstenen e. d. dienen door middel van muurlood en loketten te worden uitgevoerd in lood zwaar 20 kg/ m 2 ( NHL 20) en met lood proppen in voldoende diep uitgehakte of uitgeslepen voegen ( drie cm) te worden vastgezet en daar na te worden afgevoegd. CULTUURHISTORISCHEBELEID GEMEENTE NEERIJNEN 2009 2023 BIJLAGE 10 8

4.7.3 Het lood op hoekkepers en nokken dient in minimaal 25 kg/ m 2 ( NHL 25), in meterstukken met gefelste naden. Op ieder felsnaad dient een klang ter bevesti ging te worden aange bracht. Ieder stuk lood dient slechts in het midden te worden vernageld met koperen nagels. Eventueel zichtbare koperen nagels dienen met trotseerlood jes te worden afgedekt. 4.8 Bevestiging van lood- vrij kan werken. en zinkbekleding dient zodanig te geschieden dat het materiaal volledig 5.0 Dakdekkerswerk 5.1 DAKPANNEN Bij inboeten en vernieuwen van panbedekking dienen nieuw aan te brengen pannen in vorm, type en kleur overeen te komen met de oorspronkelijke, historisch juiste pannen. 5.1.1 Toepassing van betonpan nen is niet toegestaan. Het dak dient met keramische dakpan nen te worden gelegd. De toepas sing van Oudhollandse pannen dient in samen hang met DRAKA- ventifolie te geschie den. De folie dient bij dakdoorbrekingen en opgaand muurwerk voldoende te wor den opge zet. Bij voorkeur dienen oude ( gebruik te) pannen in plaats van nieuw gebakken pan nen te worden toege past. 5.1.2 Alle aan te brengen keramische dakpannen dienen met de bij de pansoort behorende hulpstukken te worden toege past. 5.1.3 De nok- en hoekkepervorsten dienen met behulp van een gewapende kalkspecie te worden aangebracht. De mortel kan, indien nodig, iets worden bijgekleurd. 5.1.4 De eventueel toe te passen panhaken en - klemmen dienen in roest vast staal te zijn uitgevoerd. 5.2 LEIEN Bij inboeten en vernieuwen van leibedekking dienen de nieuw aan te brengen leien in kleur, afmeting en vorm, alsmede ten aanzien van de wijze waarop het dak wordt gedekt, overeen te komen met de bestaande, his torisch juiste leidekking. 5.2.1 De leien mogen uitsluitend met koper worden vernageld of met roestvrij stalen leihaken ( type 316) beves tigd. CULTUURHISTORISCHEBELEID GEMEENTE NEERIJNEN 2009 2023 BIJLAGE 10 9

5.2.2 De levering van leien dient te geschieden onder verle ning van een bewijs van herkomst en garantie van kwaliteit en dikte, af te geven door de groeve. 5.2.3 De toe te passen leien moeten vrij zijn van breuk, insluitin gen, schadelijke verbindingen zoals kalk, ijzer, zwavel en bitumineuze verbindingen. 5.3 RIET De werkzaamheden dienen conform de richt lijnen van de Rietdekkersfederatie te worden uitge voerd. 5.3.1 Het rietdekkers werk dient met inlands riet te worden uitge voerd. 5.3.2 Het rietwerk dient met dun eenjarig riet met een frisgele kleur en een sterke, harde dikwandi ge sten gel, behoudens een zeer dunne spreilaag van dikker en langer riet te worden uitge voerd. De in de bossen aanwezige doelen dienen zoveel mogelijk te worden verwij derd. 5.3.3 Bij het dekken van het riet dient gebruik gemaakt te worden van spand raad nr. 6 in roestvast staal of dubbel gegalvani seerd. Binddraad nr. 18 in roestvast staal; gegalvani seerd draad hiervoor is niet toege staan. Traditionele bindmetho den met wilgen tenen zijn tevens toegestaan. 5.3.4 Voorzover herstelwerk aan de dakconstructie plaats vindt, waar rondhout zit of heeft gezeten, moet ook weer rondhout worden toegepast. Doorsneden in het algemeen 100 mm, h. o. h. 75 cm. 5.3.5 Bij killen mogen geen zinken goten worden toegepast, doch het riet moet steeds in de killen worden doorge dekt. 5.3.6 Rietvorsten dienen in een met paarde- of varkenshaar gewapende kalkspecie te worden gelegd. De wijze van nokafwerking dient in materiaal, vorm en kleur over een te komen met de oorspronke lijke en historisch juiste nokafwerking. 6.0 Natuursteen 6.1 Het toe te passen natuursteen dient op ambachtelijke wijze door middel van hakken, frijnen e. d. te zijn verwerkt. CULTUURHISTORISCHEBELEID GEMEENTE NEERIJNEN 2009 2023 BIJLAGE 10 10

6.2 De te vervangen natuursteen onderdelen of construc ties dienen overeenkomstig bestaan de, historisch juiste detaillering te worden uitgevoerd. Vervan gen onderdelen dienen ter contro le te worden be waard tot het subsidie is vastge steld. 6.3 Natuursteenreiniging is niet toegestaan. 6.4 Het impregneren en toepassen van steenverstevigers ten behoeve van gevels, gevelelementen en ornamenten is niet toegestaan. 7.0 Diversen 7.1 Het glaswerk dient in enkel glas ( in stopverf gezet) en in principe zonder gebruikmaking van glaslatten te worden uitge voerd. Glaslatten mogen slechts worden toegepast in situaties waar dit historisch juist is. Ten aanzien van de detaillering van glaslatten wordt verwezen naar de voorschriften 2.1 en 2.2. 7.2 Bij onderhoud of herstel van smeedijzeren onderdelen zoals tuinhekken, gevelankers en ander siersmeedwerk dient al het ijzerwerk volledig van oude verflagen en roest te worden ontdaan. 7.3 Bij demonteren van tuinhekken dienen de hoofdstaan ders te blijven staan in de voetmuur. Afslijpen en later weer aanlassen van deze hoofdstaanders is niet toegestaan. 7.4 Het hang- en sluitwerk van ramen, deuren en luiken dient overeen komstig bestaande (oorspronke lijke) modellen te worden uitgevoerd. 7.5 De houtaantasterbestrijding dient met een middel op basis van permethroïden en conform de norm NEN 3252 te worden uitgevoerd. Alvorens tot bestrijding wordt overgegaan, moeten eerst de ruimte en de constructies goed stofvrij worden gemaakt. 7.5.1 Bij toepassing van injectoren ter bestrijding van houtaantasters dient vooraf op het kapplan of op de spantte keningen het aantal en de plaats van de injectoren te worden aangegeven. Dit kapplan of eventuele tekenin gen dienen vooraf ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het gemeente bestuur. 7.5.2 Het uitvoerend bedrijf moet na uitvoering van de bestrijding een schriftelijke garantie van ten minste vijf jaar afgeven, dit in verband met de cyclustijd van de larven. 7.5.3 Van het uitvoerend bedrijf dient te worden ver langd dat deze bij de toegang tot de behandelde ruim ten of kappen een plaat bevestigt met daarop de datum van de bespui ting, het CULTUURHISTORISCHEBELEID GEMEENTE NEERIJNEN 2009 2023 BIJLAGE 10 11

toegepaste middel, de garan tietermijn en de naam van het bedrijf dat de bestrij ding heeft uitge voerd. Deze uitvoeringsvoorschriften komen overeen met de door de Provincie Gelderland opgestelde Uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van restauratie en onderhoud van monumenten 1997 als opgenomen in het provinciaal blad nr. 4 d. d. 14 januari 1997. Vastgesteld tijdens de vergadering van burgemeester en wethouders van Neerijnen op; 15 april 1997 de secretaris, de burgemeester, F. R. Hoving Drs. A. W. H. M. Jansen CULTUURHISTORISCHEBELEID GEMEENTE NEERIJNEN 2009 2023 BIJLAGE 10 12