AAN: GEMEENTERAAD. Raadsvergadering : Agendapunt : Voorstelnummer : Portefeuillehouder : J. Vos Onderwerp : Verschuiving inkomensgrens van 110% naar 120% op het geheel van beleidsnotities, verordeningen en uitvoeringsregelingen voor minima Marum : Doel raadsvoorstel In vervolg op het onderzoek naar maatschappelijke kosten en opbrengsten bij een verschuiving van de inkomensgrens van 110% naar 120% op het geheel van beleidsnotities, verordeningen en uitvoeringsregelingen wordt in dit voorstel nader ingegaan op de positie in het Westerkwartier, stapelingseffecten als ook op de armoedeval gevolgd door beslispunten. Aanleiding / vraagstelling Proces in het Westerkwartier Op 11 april jl. heeft het Portefeuillehoudersoverleg Sociaal Domein kennisgenomen van het onderzoek wat in Marum plaatsvindt naar de maatschappelijke kosten en opbrengsten bij een verschuiving van de inkomensgrens van 110% naar 120% van de bijstandsnorm op het geheel van beleidsnotities, verordeningen en uitvoeringsregelingen. De portefeuillehouders hebben destijds de verwachting uitgesproken dat alle vier gemeenten hiertoe bereid zullen zijn. Ambtelijke afstemming in dit kader heeft na de zomerperiode plaatsgevonden. Hieruit is naar voren gekomen dat de bereidheid voor het verschuiven van de inkomensgrens in elke gemeente bestaat, maar dat iedere gemeenten op haar eigen tempo werkt aan het armoede- c.q. minimabeleid. Inhoudelijke tekst / achtergronden / uitleg van het raadsvoorstel Doelgroep Benadrukt moet worden dat de optrekking van de inkomensgrens zich niet beperkt tot een specifieke doelgroep binnen de minima-populatie. Alle huishoudens met een beperkt inkomen komen in aanmerking. Werkenden, werklozen, mensen in de pensioengerechtigde leeftijd, gezinnen, alleenstaanden, ouderen, jongeren etc. Wanneer uw raad besluit tot het optrekken van de inkomensgrens zal er, zoals benoemd in het onderzoek, nadrukkelijk aandacht moeten zijn voor communicatie. Een deel van de beoogde groep is niet in beeld bij de gemeenten en/of de ISD. Deze groep zal sneller geneigd zijn te
-2- veronderstellen dat zij niet in aanmerking (kunnen) komen voor bepaalde regelingen. Advies is om breed te communiceren en bovenal duidelijk en concreet aan te geven wat de criteria zijn om in aanmerking komen. Stapelingseffecten De aard van het onderzoek naar optrekking van de inkomensgrens is ingegeven door het feit dat het Kabinet de gemeenten (weer) de vrijheid hebben gegeven om de inkomensgrens op te trekken en dat de uitgaven van mensen stijgen. Mensen met een langdurig laag inkomen kunnen de eindjes steeds moeilijker aan elkaar knopen en de zorgkosten voor kwetsbare doelgroepen stijgen. Het optrekken van de inkomensgrens heeft, zoals reeds aangegeven, effect op de huishoudens die in aanmerking komen voor de inkomensafhankelijke regelingen. Hierbij wordt de vraag gesteld of er door optrekken van de inkomensgrens sprake is van ongewenste stapelingseffecten. Stapelingseffecten ontstaan daar waar de mogelijkheid zich voordoet om meerdere regelingen te stapelen. Mensen kunnen meerdere regelingen aanvragen waardoor er als het ware een extra aanvulling op het inkomen ontstaat. Als er door de stapeling van regelingen een inkomen wordt gegenereerd nagenoeg gelijk aan een inkomen wat gegenereerd wordt door werk, zijn deze stapelingseffecten een probleem. Hierdoor kunnen mensen de prikkel naar werk verliezen. De regelingen waarop een verandering van de inkomensgrens invloed heeft zij de volgende: witgoedregeling; computer voor minima met kinderen; kerstpakketten voor minima; collectieve zorgverzekering; Activiteitenfonds; individuele inkomenstoeslag. Witgoedregeling De witgoedregeling is een regeling die bestaat voor mensen die langer dan drie jaar een inkomen genieten op bijstandsniveau. De regeling is alleen van toepassing op de volgende producten: koelkast met vriesvak: vergoeding maximaal: 230 gasfornuis: vergoeding maximaal: 300 wasmachine: vergoeding maximaal: 370 Bij deze producten wordt uitgegaan van een levensduur van acht jaar. Dit betreft een lange termijn waardoor, met inachtneming van de criteria, deze niet als een structurele inkomensaanvulling kan worden gezien. Computer voor minima met kinderen Deze regeling is voor kinderen die in groep 8 van het basisonderwijs zitten of in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs. Deze regeling bestaat zodat kinderen van minima niet op afstand komen te staan en ook kunnen meekomen met het huiswerk waarvoor zij een computer nodig hebben etc. De maximale vergoeding voor een computer bedraagt 465 en 70 voor een printer. Ook hier gaat het niet om een structurele inkomensaanvulling. De regeling kan alleen worden aangevraagd voor kinderen zoals hierboven beschreven én als er niet al een goed werkende computer/printer aanwezig is binnen het huishouden. Kerstpakketten minima Dit is een jaarlijks gebaar vanuit de gemeenten met een gemiddelde waarde van 17,50. Dit wordt niet in geld uitgekeerd aan degene die hier voor in aanmerking komen. Er is in zekere zin sprake van
-3- een structurele inkomensaanvulling, echter is deze zeer gering. Daarnaast bestaat er in de vorm van het kerstpakket geen vrijheid in de wijze van uitgave. Collectieve zorgverzekering Dit is een structurele inkomensaanvulling doordat mensen besparen op de uitgave van hun zorgverzekering. Mensen met een lager inkomen hebben ook recht op goede zorg, zeker als er sprake is van een chronische ziekte of beperking. Op het moment dat mensen zijn toegelaten tot de collectieve zorgverzekering geldt dit voor het gehele jaar, ook als in dat jaar sprake is van verhoging van het inkomen waardoor de geldende inkomensgrens wordt overschreden. Activiteitenfonds Deze regeling betekent een structurele inkomensaanvulling doordat diverse kosten gesubsidieerd kunnen worden. De aard van de kosten worden in de verordening als volgt uitgelegd: Voor de kosten voor sociale en culturele activiteiten, studie- en schoolkosten, lidmaatschap sportverenigingen, abonnement en lesgeld zwemmen, ouderbijdrage peuterspeelzaal, abonnement krant, telefoon, kabel en internet en kosten aanschaf ID-kaart wordt een algemene subsidie toegekend. Daarnaast wordt een subsidie toegekend voor schoolkosten voor elk ten laste komend kind per schooljaar en daarboven voor elk kind dat voor het eerst het voortgezet onderwijs bezoekt. Het betreft hier een breed fonds waarop verschillende doelgroepen aanspraak kunnen maken. De hoogte van de subsidie zoals deze is gesteld in de Verordening Activiteitenfonds: 1. De algemene subsidie bedraagt maximaal 126 voor een volwassene en voor elk inwonend, niet verdienend kind tot 18 jaar. 2. Daarnaast komt per schooljaar een bedrag voor schoolkosten van 54 voor elk kind dat het basisonderwijs bezoekt en 94 voor elk kind dat het voortgezet onderwijs bezoekt. 3. Daarboven komt ingaande het schooljaar 2012/2013 nog een bedrag van 265 voor elk kind dat voor het eerst het voortgezet onderwijs bezoekt. 4. De eigen bijdrage voor de peuterspeelzaal komt volledig in aanmerking voor subsidie. 5. De bedragen genoemd in lid 1, 2 en 3 van dit artikel worden jaarlijks verhoogd met het percentage voor de loon- en prijsstijging zoals dat ook gehanteerd wordt bij de begroting van de gemeente Marum, voor het eerst per 1 januari 2013. Individuele inkomenstoeslag Dit is een structurele inkomensaanvulling, die eenmaal per jaar wordt uitgekeerd. Mensen die langer dan drie jaar een inkomen genieten op bijstandsniveau komen hiervoor in aanmerking. Een individuele inkomenstoeslag bedraagt per jaar: 381 voor een alleenstaande; 486 voor een alleenstaande ouder; 544 voor gehuwden. Uit het hiervoor genoemde blijkt dat er verschil per regeling bestaat als het gaat om de mate van structurele inkomensaanvulling. De genoemde regelingen kunnen allen gestapeld worden, met de huidige inkomensgrens én op het moment van optrekking van de inkomensgrens. De collectieve zorgverzekering, het Activiteitenfonds en de individuele inkomenstoeslag zijn de regelingen die een structurele inkomensaanvulling zijn. De ander benoemde regelingen zijn niet structureel als inkomensaanvulling en/of bestaat niet uit een financiële tegemoetkoming. Met de optrekking van de inkomensgrens naar 120% voor alle genoemde regelingen verandert er niets in de mate van stapeling zoals dat deze nu ook van toepassing is. Bij optrekking van de inkomensgrens naar 120% zit het verschil in het feit dat er meer mensen én mensen langer gebruik kunnen maken van de verschillende regelingen.
-4- Armoedeval Wanneer een persoon welke gebruik maakt van inkomensafhankelijke regelingen uitstroomt naar werk kan er sprake zijn van armoedeval. Dit betekent dat degene die uitstroomt naar werk er per saldo niet of nauwelijks op vooruit gaat omdat het recht op de inkomensafhankelijke regelingen verloren gaat. De armoedeval zal in mindere mate voorkomen bij mensen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt en mensen die volledig arbeidsongeschikt zijn. Zij hebben vanuit de Participatiewet geen verplichting (meer) om zich in te spannen tot werk waardoor verschuiving van inkomen niet voor de hand ligt. Voor de mensen die deze verplichting wel hebben ligt dit anders. Met het optrekken van de inkomensgrens wordt de mate waarin aanspraak gemaakt kan worden op de inkomensafhankelijke regelingen ruimer. Mensen met een laag inkomen krijgen bij optrekking van de inkomensgrens ook recht op de voor hen geldende inkomensafhankelijke regelingen. Mensen die langere tijd een uitkering hebben genoten blijven nadat zij uitgestroomd zijn naar werk met een minimaal inkomen ook recht houden op de voor hen geldende regelingen. Door de inkomensgrens op te trekken wordt de mate waarin de armoedeval voorkomt verkleind. Hierbij moet wel de opmerking geplaatst worden dat de armoedeval resultaat is van een stelsel van inkomensafhankelijke regelingen en dat optrekking van de inkomensgrens niet persé de oplossing is om armoedeval te voorkomen. Bij optrekking van de inkomensgrens wordt de armoedeval naast dat deze voor de minima-populatie wordt verkleind ook verlegd. Procedure en planning Bij positieve besluitvorming door uw raad zullen er meerdere stappen gezet moeten worden: - aanpassing diverse verordeningen; deze worden naar verwachting in het eerste kwartaal van 2017 ter besluitvorming aan uw raad voorgelegd; - informatie aan de ISD Noordenkwartier; - informatie aan inwoners. Communicatie De wijzigingen zullen breed en begrijpelijk gecommuniceerd worden via de website, het AchtDorpen- Nieuws en informatie bij het Lokaal Loket. Burgerparticipatie Trede 1; informerend. Financiële consequenties In de tabel op de volgende bladzijde is een overzicht te vinden van de regelingen en verordeningen in 2015 waarbij een inkomensgrens lager dan 120% gehanteerd wordt. De regelingen en verordeningen waarbij geen inkomensgrens wordt gehanteerd of waar de gemeenten niet de vrijheid hebben om de inkomensgrens aan te passen zijn niet opgenomen in de tabel.
-5- Regelingen/verordeningen: Inkomensgrens 100% Uitgaven 2015*: Aantal gebruikers 2015: 120% Geschatte Uitgaven: 120% Geschatte Gebruikers: Witgoedregeling 5823,75 15 6216,32 16 Inkomensgrens 110% Activiteitenfonds 30096,00 119 31866,35 126 Kerstpakketten Minima 3.500,00 200 3692,50 211 Computer voor minima met kinderen 0,00 0 1.473,95** 3** Collectieve zorgverzekering 18.444,00 87 19504,00 92 Individuele inkomenstoeslag 29.235,00 62 30.649,60 65 Totaal 87.098,75 483 93.402,72 513 *Bedragen uit de jaarrekening 2015 Gemeente Marum of het jaarverslag 2015 ISD ** Het aantal gebruikers en kosten uit 2014. Op basis van landelijke cijfers wordt voor de gemeente Marum uitgegaan van een populatiegroei van 8% bij verschuiving van de inkomensgrens van 100% naar 120%. De populatiegroei bij een verschuiving van 110% naar 120% zal naar verwachting 5,5% bedragen. Hiermee zal de populatie die aanspraak kan doen op de regelingen groeien met 30 personen/huishoudens. De uitgaven in 2015 waren 87.098,75 de geschatte uitgaven na oprekking van de inkomensgrens naar 120% zijn 93.402,72 Dit laat een verschil zien van 6.303,97. Bovenstaand bedrag van 6.303,97 geeft een indicatie. De daadwerkelijke kosten zullen pas gedurende het jaar zichtbaar worden bij de Voor- en Najaarsnota alsmede in de managementrapportages van de ISD. Met de verruiming van de inkomensgrens en de hierbij gemoeide extra kosten is voor een gedeelte rekening gehouden in de begroting 2017. Er is een bedrag van in totaal 5.000 gereserveerd voor extra uitgaven. Dit bedrag is terug te vinden bij het Activiteitenfonds ( 2.000) en bij Bijzondere bijstand en overige regelingen ( 3.000). Resumé Wij stellen uw raad voor over te gaan tot het verhogen van de inkomensgrens van 110% naar 120% op het geheel van beleidsnotities, verordeningen en uitvoeringsregelingen voor minima.
-6- Burgemeester en wethouders van de gemeente Marum, de secretaris, de burgemeester, (J.A. Jellema) (H. Kosmeijer) Advies raadscommissie