GEEL Energie-en klimaatactieplan Kempen2020

Vergelijkbare documenten
Toelichting energie- en klimaatactieplan Ranst

Gemeenteraad Interpellatie Zitting van 1 april 2019

Actieplan Burgemeestersconvenant

RETIE Energie-en klimaatactieplan Kempen2020

ITUATIE EN UITDAGINGEN... 5 NDUSTRIE...

Inhoud. Oud-Turnhout

ITUATIE EN UITDAGINGEN... 5 NDUSTRIE...

INHOUD. VI TERTIAIRE SECTOR Inleiding Actuele toestand Doelstelling Parameters Actieplan...22

INHOUD HERENTHOUT. Energie- en klimaatactieplan

LAAKDAL. Energie-en klimaatactieplan Kempen2020

Inhoud RAVELS. Energie- en klimaatactieplan

HEIST-OP-DEN-BERG. Energie- en klimaatactieplan Kempen2020

TERTIAIRE SECTOR EN INDUSTRIE...

Burgemeestersconvenant. Gemeenteraad 23 november 2015

INHOUD. VIII PARTICIPATIE Inleiding Actuele toestand Doelstelling Actieplan...22 IX LIJST AFKORTINGEN...

NIJLEN Energie- en klimaatactieplan Kempen2020

HERSELT. Energie- en klimaatactieplan Kempen2020

I 1 Achtergrond. Vosselaar

MEERHOUT. Energie- en klimaatactieplan Kempen2020

HULSHOUT. Energie- en klimaatactieplan Kempen2020

Energie- en klimaatactieplan Kempen2020 HULSHOUT

INHOUD. VI TERTIAIRE SECTOR Inleiding Actuele toestand Doelstelling Parameters Actieplan...21

INHOUD. VIII PARTICIPATIE Inleiding Actuele toestand Doelstelling Actieplan...25 IX LIJST MET AFKORTINGEN...

DE OPMAAK VAN EEN SEAP VOOR DE GEMEENTE KLUISBERGEN KLIMAATTEAM

Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Ranst

COLLECTIEF RENOVEREN. K A M P C o n d e r s t e u n t l o k a l e o v e r h e d e n e n b u r g e r s

Opmaak van een strategisch meerjarenplan?

Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Brecht

INHOUD. VIII PARTICIPATIE Inleiding Actuele toestand Doelstelling Actieplan...30 IX LIJST AFKORTINGEN...

INHOUD. VI TERTIAIRE SECTOR Inleiding Actuele toestand Doelstelling Parameters Actieplan...

Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Zandhoven

WESTERLO. Energie-en klimaatactieplan Kempen2020

Gemeenteraadscommissie energie & klimaat. 20 januari u Mortsel

Brugge. 3 juni Kris Van Dijck Burgemeester Dessel

Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Stabroek

MERKSPLAS. Energie- en klimaatactieplan

Wat moet er gebeuren voor CoM? Aanbod ondersteuning en voorstel timing. Gemeenten staan niet alleen! Inhoudsopgave. Wat bestaat al?

Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Brecht

Vilvoorde. BROEK Bouwblokrenovatie & Demowoning

Energieverbruik gemeentelijke gebouwen

Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Rumst

INHOUD. VI TERTIAIRE SECTOR EN INDUSTRIE Inleiding Actuele toestand Doelstelling Parameters Actieplan...

Stedelijk energie- en klimaatactieplan Mortsel

Klimaatactieplan Hoegaarden

Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Wijnegem

Zuid-West-Vlaanderen Energieneutraal in Naar een regionale energiestrategie

Vlaams-Brabant Klimaatneutraal

Ontwerp. Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Borsbeek

ENERGIENEUTRALE REGIO MET EEN SOCIALE REFLEX DE REGIONALE ENERGIESTRATEGIE ZUID-WEST-VLAANDEREN. Energiedag voor lokale besturen 19 maart 2013

Tool Burgemeestersconvenant Actualisatie nulmeting 2011 & inventaris 2012

Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Zwijndrecht

Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Wommelgem

Ontwerp. Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Boechout

Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Kapellen

Regio-overleg milieu. HERNIEUWBARE ENERGIE EN KLIMAAT Inleiding. Ingelmunster 14 maart Dominiek Vandewiele

HERENTALS. Energie- en klimaatactieplan in het kader van het Burgemeestersconvenant

Klimaatplan Maldegem

Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Hove

Ontwerp. Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Kontich

Ondersteuning burgemeestersconvenant

Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Kalmthout

SAMENVATTING. Percentage tov totale uitstoot. Doelstelling CO2-reductie. Huidige uitstoot. Energie ,19. Huishoudens ,67. Tertiair 3.

Waasland 2020 (werktitel) Kick-off Sint-Niklaas, 27 maart 2015

Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Rumst

Naar meer dakisolatie voor sociale huurwoningen

Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Essen

7e ENERGIECONGRES VCB 26 maart Luc Peeters, administrateur-generaal Vlaams Energieagentschap

Word een participatie-expert!

Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Wuustwezel

Stedelijk energie- en klimaatactieplan Mortsel

Bijlage bij persbericht Hoe presteren gemeenten op klimaatvlak?

HERENTALS. Energie- en klimaatactieplan in het kader van het Burgemeestersconvenant

Dominiek Vandewiele 12 november 2014

Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Niel

DO-tank Duurzaam Bouwen DO-tank Duurzame Energie. Gezamenlijke startbijeenkomst 19 mei

Openbare verlichting in Avelgem

Ontwerp. Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Schilde

Gemeentelijk energie- en klimaatactieplan Edegem

Dirk Vanhoudt. Onderzoeker. VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek)

ENERGIESTRATEGIE OP MAAT VAN DE REGIO EN UW GEMEENTE CASE KLIMAATPLAN HARELBEKE

Uw logo. Luc Peeters. Administrateur-generaal Vlaams Energieagentschap

Klimaatactieplan Kortenaken Samen voor minder CO2

Samen sterk: Klimaatbeleid provincie Antwerpen en haar partners. Dirk Vandenbussche - 4 februari 2015

Hernieuwbare energie in Brussel

Emissie-inventaris broeikasgassen 2012 stadsontwikkeling EMA

Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen

Acasus?

Wonen & energie. Beleidsinstrumenten op federaal en gewestelijk niveau. Provinciehuis Vlaams-Brabant Bart Martens 26 juni 2006

OP WEG NAAR 2020 Bijna-Energieneutrale gebouwen?

Advies Milieuraad 2016/1 Klimaatactieplan

De Warmste Wijk - Wijkrenovatieproject Elisabethwijk - SHINE

Provinciale nulmeting 2011 als startpunt. Transport en gebouwen verantwoordelijk voor 88% van de broeikasgasemissies

Antwerpen, Duurzame stad voor iedereen. Focus energie en milieu

Studie Onthaalcapaciteit decentrale productie in Vlaanderen september 2012

PROVINCIE ANTWERPEN PARTNER VOOR HERNIEUWBARE ENERGIE

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werkgroep Ruimte voor Energie. Partnerforum Gent 18 oktober 2016

Transcriptie:

I Lijst met afkortingen 1 Achtergrond GEEL Energie-en klimaatactieplan Kempen2020

I Lijst met afkortingen 1 Achtergrond

1 Inleiding...35 2 Actuele toestand...35 3 Doelstelling...35 4 Indicatoren...35 5 Actieplan...36 INHOUD I LIJST MET AFKORTINGEN II INLEIDING 1 Achtergrond... 2 Ambitie en visie van de stad... 3 Opbouw en uitvoering plan... 4 Financiële aspecten... III SITUATIE EN UITDAGINGEN 1 Situatie (Nulmeting)... 2 Uitdagingen... 3 Verwachte CO2-besparing... 4 Opvolging...10 IV STAD ALS ORGANISATIE 11 1 Inleiding...11 2 Actuele toestand...11 3 Doelstelling...11 4 Indicatoren...11 5 Actieplan...12 V WONEN 19 1 Inleiding...19 2 Actuele toestand...19 3 Doelstelling...19 4 Indicatoren...19 5 Actieplan...20 VI MOBILITEIT 25 1 Inleiding...25 2 Actuele toestand...25 3 Doelstelling...25 4 Indicatoren...25 5 Actieplan...26 VII TERTIAIRE SECTOR 35 VIII INDUSTRIE 41 1 Inleiding...41 2 Actuele toestand...41 3 Doelstelling...41 4 Indicatoren...41 5 Actieplan...42 IX LANDBOUW 47 1 Inleiding...47 2 Actuele toestand...47 3 Doelstelling...47 4 Indicatoren...47 5 Actieplan...48 X PARTICIPATIE 51 1 Inleiding...51 2 Actuele toestand...51 3 Doelstelling...51 4 Actieplan...52

I LIJST MET AFKORTINGEN AWV EPC Agentschap Wegen en Verkeer Energie Prestatiecertificaat BBL ETS Bond Beter Leefmilieu Emissions Trading System (systeem van verhandelbare emissierechten) CBS EU College van burgemeester en schepenen Europese Unie BAU GAC Business as usual (geen veranderingen tov 2011) Gemeentelijke adviescommissie BEN HE-project Bijna Energie Neutraal Hernieuwbaar energieproject BTM HVAC Bedrijventerreinmanagement Heating, Ventilation and Air Conditioning (verwarming, ventilatie en koeling) CH4 Methaan Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen CleanTech ambassadeur KMO Ambassadeur van schone technologieën kleine of middelgrote onderneming CO2 KWP Koolstofdioxide Kempens Woonplatform DNB LAC Distributienetbeheerder Lokale Adviescommissie DSO LiTC Dienst Samenlevingsopbouw Logistiek Innovatie Trainingscentrum DYNAK NO2 Dynamisch Actieplan Kempen Stikstofdioxide EnergieK N2 O Goedkope energielening Kempen Lachgas

OCMW VITO Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Vlaamse Instelling Voor Technologisch Onderzoek PJ VOKA Petajoule (= 10 J, internationale eenheid van energie, omrekening in kwh: 1 J = 2.78 10-7 kwh) Vlaams netwerk van ondernemingen POM Personeelsbeschikbaarheid, uitgedrukt in voltijds equivalenten 15 Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij PV-panelen Fotovoltaïsche zonnepanelen REG Rationeel Energiegebruik RESOC Regionaal Sociaaleconomisch Overlegcomité RMO Rijdende melk ontvangst RURANT Platform voor rurale ontwikkeling in de provincie Antwerpen STOP Stappen, Trappen, Openbaar en collectief vervoer, Personenwagen STRAP Stappen en trappen SVK Sociaal verhuurkantoor UNIZO Unie van Zelfstandige Ondernemers VIL Vlaams Instituut voor de Logistiek VIM Vlaams Instituut voor Mobiliteit VTE V-test Vergelijkende test voor elektriciteit en aardgas WKK Warmtekrachtkoppeling

VIII Industrie 5 Actieplan II INLEIDING 1 Achtergrond Begin 2014 besliste de stad Geel, net zoals alle andere 28 Kempense gemeenten het Burgemeestersconvenant te ondertekenen en uit te voeren. (Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen) zal, in partnerschap met de distributienetbeheerders, VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) en de provincie Antwerpen de gemeentebesturen hierbij ondersteunen. De officiële ondertekening vond plaats op 21 maart 2014. Het Burgemeestersconvenant is een initiatief van de Europese Commissie waarbij ze de lokale overheden uitdaagt om de Europese doelstelling om tegen 2020 20% CO2-besparing (koolstofdioxide) te realiseren of zelfs te overtreffen op het gemeentelijk grondgebied. CO2 is het belangrijkste broeikasgas en ontstaat bij verbranding van fossiele brandstoffen. CO2 besparen betekent dus energie besparen, wat finaal neerkomt op kosten besparen. Dit actieplan is niet enkel gericht op het stedelijk patrimonium, maar op alles wat er zich binnen de grenzen van de stad afspeelt. Minder CO 2 uitstoten, biedt daarom kansen voor de stad als organisatie, de burger, de ondernemer, Daarbij kan zowel ingezet worden op minder CO2 produceren als op groene energieopwekking. en veelal in een eengezinswoning, is vooral een ontoereikende isolatie hiervoor verantwoordelijk. Met de stijgende energieprijzen neemt de energiefactuur een steeds grotere hap uit het Vlaamse gezinsbudget, wat in tijden van crisis een steeds groter aantal gezinnen in de problemen brengt. Een beleid dat zich richt op CO2-reductie heeft daardoor ook een belangrijk sociaal luik. Verder bouwen op succesvolle lopende initiatieven De afgelopen jaren heeft de stad diverse acties m.b.t. energie en klimaat gelanceerd. Deze acties hebben vandaag hun succes bewezen en zijn maatschappelijk en politiek sterk ingeburgerd. Voorbeelden zijn Energie Infotoer, Klimaatscholenproject, Duurzaamheidskrant, samenaankopen dak- & muurisolatie. Daarnaast kan verwezen worden naar provinciale initiatieven zoals de samenaankoop groene stroom. Dit vormt uiteraard een zeer interessante uitgangspositie om het energie- en klimaatbeleid nu ook een gezicht te geven door de opmaak van een klimaatactieplan. Door verder te bouwen op deze bestaande initiatieven worden immers al significante CO2-reducties gerealiseerd. Burgemeestersconvenant als sterk, internationaal beleidskader 20% lokale CO2-reductie is een haalbaar en betaalbaar engagement Naast de subsidieerbaarheid van het energie- en klimaatbeleid, is de uitvoering van het beleid zelf ook financieel interessant: gebruik maken van quickwins. De terugverdieneffecten van energiebesparende maatregelen bieden kansen in tijden van budgettaire beperkingen. De sterk groeiende kennis rond energiebesparing en de stijgende energieprijzen maken dat 20% reductie in CO2-uitstoot tegen 2020 technisch haalbaar, betaalbaar en financieel interessant is; investeren in CO2-reductie op het eigen grondgebied is meer investeren in de eigen economie. Het leidt bovendien tot een grotere energie-onafhankelijkheid en geeft een antwoord op de stijgende energieprijzen en energieschaarste. Er is nog een groot potentieel voor CO2-reductie met netto besparingen voor de gezinnen Samen met mobiliteit zijn de (private) woningen verantwoordelijk voor het leeuwendeel van de CO2-uitstoot. Daarbij komt dat de Vlaamse woningen, in vergelijking met de ons omringende landen, nog veel groeipotentieel hebben op vlak van CO2-reductie. Het gemiddeld energiegebruik voor woningverwarming ligt hier ruim 50% hoger dan in Nederland. Naast het feit dat de Vlaming ruimer woont Ontwikkeling van een proactief energie- en klimaatbeleid: het Burgemeestersconvenant biedt een interessant kader om ook op lokaal niveau beleid te ontwikkelen dat proactief inspeelt op de gevolgen van klimaatverandering. Onderzoek wijst uit dat tijdig ingrijpen goedkoper is dan een te sterk afwachtend beleid, waarbij pas ingegrepen wordt wanneer de gevolgen van de klimaatwijziging zich acuut (en scherper!) op het terrein manifesteren. Een proactief beleid anticipeert op nakende verplichtingen vanuit Europa die op de gemeenten afkomen, bijvoorbeeld de Europese richtlijn Energieprestatie van gebouwen bepaalt dat vanaf 2019 nieuwe overheidsgebouwen en vanaf 2021 alle nieuwe gebouwen bijna-energieneutraal moeten zijn. Het voordeel van een ondubbelzinnige beleidskeuze: het Burgemeestersconvenant heeft het voordeel van de duidelijkheid: het biedt een duidelijke beleidskeuze die alle collega-mandatarissen en ambtenaren engageert voor een gericht, langlopend beleid, een gemeenschappelijke focus in de vele grote en kleine duurzaamheidsacties, een gezamenlijke vlag die, mits doordachte participatieve aanpak, de levende lokale krachten enthousiasmeert en bundelt (bedrijven, middenveld, bevolking ). Een actueel beleid voeren: steeds meer besturen zijn overtuigd van de kansen die het Burgemeestersconvenant biedt. Sedert de aftrap begin 2009 hebben meer dan 6.100 Europese gemeenten getekend. In Vlaanderen hebben inmiddels meer dan 150 gemeentebesturen ingetekend, heeft VVSG een Vlaams Netwerk Burgemeestersconvenant opgericht, hebben 5 Vlaamse streekontwikkelingsintercommunales en 3 provinciebesturen het coördinatorschap rond het Burgemeestersconvenant opgenomen.

Vele handen maken licht werk: een gezamenlijk doel creëert de opportuniteit van een breed partnerschap. Een gemeenschappelijk beleidsdoel heeft als voordeel dat verschillende actoren rond dit doel ondersteuning (gaan) aanbieden. Het leidt tot vereenvoudigde samenwerking (met de buurgemeenten, met essentiële partners als distributienetbeheerders, VITO, provincie Antwerpen ) waarbij in een coördinerende rol zal optreden. 2 Ambitie en visie van de stad Met dit klimaatplan engageert de stad zich om: een CO2-reductie te realiseren tegen 2020 van minimaal 20%, door het verhogen van de energie-efficiëntie en de inzet van duurzame energiebronnen. Het stadsbestuur heeft in haar meerjarenplanning en bestuursakkoord doelstellingen opgenomen die bijdragen aan het burgemeestersconvenant. Het belang van de voorbeeldfunctie van het stadsbestuur op vlak van duurzaam beleid wordt hierin onderstreept. De doelstellingen uit het bestuursakkoord worden vertaald in een aantal thematische plannen (vb. het energieactieplan, het fietsbeleidsplan ) met concrete acties. 3 Opbouw en uitvoering plan 3.1 Opbouw Naast de inventarisatie van de huidige situatie en het definiëren van de uitdagingen voor de stad, bestaat het grootste deel van dit plan uit een overzicht van acties die het stadsbestuur wil uitvoeren om de doelstelling te behalen. De acties zijn thematisch ingedeeld. Volgende thema s komen hierbij aan bod: stad als organisatie; wonen; mobiliteit; tertiaire gebouwen; industrie; landbouw; participatie. Per thema wordt een situatieschets van de actuele toestand, de stedelijke doelstelling en de uit te voeren acties beschreven. 3.2 Organisatie uitvoering plan Om een succesvol klimaatbeleid uit te werken is het creëren van een groot draagvlak noodzakelijk. De stad organiseert zich daarom zowel intern als extern. Intern werden volgende en en mandatarissen betrokken: Bouw en Milieu (woningambtenaar en duurzaamheidsambtenaar) mobiliteits; Patrimonium; Lokale Economie; jeugd; sport; toeristische ; OCMW (Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn)/ Sociale ; stadssecretaris; college van burgemeester en schepenen. De vertegenwoordigers van de vernoemde en brainstormden samen met het College van burgemeester en schepenen (CBS) rond het klimaatvriendelijker maken van de stad rond een bepaald thema. De thema s zijn: wonen, mobiliteit, stedelijk patrimonium (incl. vloot en openbare verlichting), lokale economie (tertiaire gebouwen, industrie, landbouw, ). Doel binnen elke groep is om knelpunten en kansen aan te halen en concrete acties te bedenken om deze knelpunten aan te pakken. De knelpunten en mogelijke acties werden teruggekoppeld aan het bestuur en acties werden opgelijst voor uitvoering. De duurzaamheidsambtenaar is verantwoordelijk voor de coördinatie en de opvolging van de stedelijke acties die worden uitgevoerd in het kader van het klimaatbeleid. Jaarlijks of tweejaarlijks zal de workshop herhaald worden en kunnen de lopende acties ook toegelicht worden. Met een kernwerkgroep wordt halfjaarlijks samengezeten om de implementatie van het plan te overlopen en nieuwe acties te bespreken. Deze werkwijze garandeert een grote organisatiebetrokkenheid. Extern wordt de stad bijgestaan door een breed partnerschap, gecoördineerd door. De netbeheerders, VITO, provincie en hebben voor het streekproject Burgemeestersconvenant een gezamenlijke ambitie en een partner specifieke begeleiding aan gemeentebesturen afgesproken. Dit engagement is geformaliseerd in een engagementsverklaring die alle hoofdpartners ondertekenden op 21 maart 2014. Elke partner blijft zijn interne relatie met de gemeente behouden. Om de verschillende acties binnen het streekproject te

VIII Industrie 5 Actieplan stroomlijnen, komen de partners op regelmatige basis samen in een partneroverleg. Terugkoppeling over de afspraken binnen het partneroverleg naar de gemeenten gebeurt via het streekoverleg, nieuwsbrief en extranet. 4 Financiële aspecten Rekening houdend met de globale CO2-uitstoot van de stad op dit moment en het verwachtte resultaat van reeds geplande inspanningen, moet geconcludeerd worden dat de komende jaren extra inspanningen nodig zijn om de gestelde ambities/doelstellingen ook daadwerkelijk te verwezenlijken. Het budget om dit klimaatplan te realiseren bestaat uit: stedelijke personele inzet in de vorm van de duurzaamheidsambtenaar voor de coördinatie en de verplichte opvolging van stedelijke acties; stedelijke investeringen in eigen patrimonium en vloot om de voorbeeldfunctie uit te oefenen. Daarnaast voert de stad ook acties uit binnen de andere thema s van dit plan. In tabel 1 is een overzicht opgenomen van de provisies die de stad op dit moment in haar meerjarenbegroting hiervoor voorziet; jaarlijks budget voorzien voor REG-maatregelen (Rationeel Energiegebruik); werkingsmiddelen rond energie; inzet van middelen via werking kostendelende verenigingen en industriële verlening in de schoot van, nl intercommunale milieu, Kempens woonplatform, bedrijventerreinmanagement. Berekend a rato van proportionele verdeling a rato van inwoneraantal betekent dit voor Geel de inzet van 0,33 VTE, wat overeenkomt met 32.919,11 euro. Deze verlening van is inbegrepen in de algemene bijdrage van de stad en vereist bijgevolg geen bijkomende middelen; bijkomende middelen (bv. Europese middelen) die samen met partners zal aantrekken voor de financiering van regionale projecten; de stad zal, samen met, gedurende de planperiode onderzoeken of er een financieel model ontwikkeld kan worden waarin zowel overheid als privé ondernemingen participeren, dat kan opereren als rollend fonds van waaruit nieuwe projecten in kader van dit Kempense project Kempen2020 kunnen uitgevoerd worden; inzet van personeel van de verschillende partners binnen Kempen2020.

III 1 SITUATIE EN UITDAGINGEN Situatie (Nulmeting) Om de doelstellingen voor CO2-reductie te kunnen formuleren en de effecten van het klimaatbeleid te kunnen opvolgen, is inzicht nodig in de grootte en de bronnen van de huidige CO2-uitstoot. Daarvoor werd een emissie-inventaris opgemaakt. De emissie-inventaris geeft voor elke sector zijn aandeel in de totale CO 2-uitstoot weer. Het gehanteerde referentiejaar is 2011. De inventaris werd uitgevoerd met behulp van de generieke tool die VITO ontwikkelde in opdracht van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid, aangevuld met gemeentespecifieke data. In deze nulmeting wordt geen rekening gehouden met de uitstoot op autosnelwegen, de uitstoot van ETS (Emissions Trading System)-bedrijven en de emissies van de veeteelt. Het gemeentelijk beleid heeft geen impact op autosnelwegen, gezien deze onderhevig zijn aan gewestelijke regelgeving. Ook op de ETS-bedrijven, bestaande uit energie-intensieve industrieën en de elektriciteitssector, heeft de gemeente geen impact. De Europese Unie heeft het Europese emissiehandelssysteem opgezet, waardoor de uitstoot van broeikasgassen voor deze bedrijven wordt geplafonneerd. Bedrijven worden op die manier aangespoord om te investeren in maatregelen om hun emissies te doen dalen. Verder legt dit plan de focus op energiegebonden broeikasgassen. Aangezien emissies van veeteelt niet-energiegebonden zijn, maakt deze uitstoot bijgevolg eveneens geen deel uit van dit plan. Uit de emissie-inventaris blijkt dat in het jaar 2011 2.661.067 ton aan CO2 werd uitgestoten op het grondgebied van de Kempen. Figuur 1 toont de uitstoot van een gemiddelde Kempische gemeente Figuur 1 Aandeel sectoren in totale CO2-uitstoot voor een gemiddelde Kempense gemeente (2011) Uit de emissie-inventaris blijkt dat in het jaar 2011 214.907 ton aan CO 2 werd uitgestoten op het grondgebied van de stad Geel. Figuur 2 Aandeel sectoren in totale CO2-uitstoot voor grondgebied Geel (2011)

De CO2-uitstoot is in Geel anders over de verschillende sectoren verdeeld dan in de gemiddelde Kempische gemeente (vergelijk Figuur 1 en Figuur 2) De woningen zijn verantwoordelijk voor 28,08% van de stedelijke CO 2-uitstoot. 25,85% is toe te schrijven aan het wegverkeer. Van de totale uitstoot is het openbaar vervoer voor 0,53% verantwoordelijk. De totale CO2-uitstoot van de industrie bedraagt 22,06%. De tertiaire sector (kantoren, handelszaken, horeca, zorgsector..) en de landbouw nemen respectievelijk 18,15% en 3,88% voor hun rekening. De openbare verlichting en de werking van de stedelijke en vertegenwoordigen 1,46%. In vergelijking met een gemiddelde Kempische gemeente is het aantal particulier en commercieel vervoer en tertiair groter. Landbouw en huishoudens zijn kleiner in Geel dan in de Kempen. De nulmeting kan je terugvinden op de website www.lokalestatisitieken.be. 2 Uitdagingen Uit de emissie-inventaris kunnen we afleiden op welke terreinen het klimaatbeleid best kan inzetten. De stad wil met haar klimaatbeleid volgende uitdagingen aangaan. De stedelijke werking energiezuiniger maken De stedelijke werking vertegenwoordigt 1,46% in de totale CO 2-uitstoot. Het gaat om de uitstoot verbonden aan de verwarming en werking van het stedelijk patrimonium en stedelijk wagenpark. Bij elk van deze energiegebruikers bevindt zich nog besparingspotentieel. De stad geeft het goede voorbeeld en neemt maatregelen voor CO 2-reductie. Om burgers, organisaties en bedrijven te overtuigen actie te ondernemen en in functie van geloofwaardigheid is deze voorbeeldfunctie immers essentieel. Benutten van het besparingspotentieel van woningen en gebouwen Het woningbestand in de stad is relatief oud en vele woningen zijn nog niet voldoende geïsoleerd. Een groot gedeelte van het energiegebruik van de tertiaire sector is gerelateerd aan gebouwen: kantoren, handelszaken, horeca, scholen,. Ook het kantorenbestand in de stad is relatief oud. Het besparingspotentieel in gebouwen is dus nog groot. Minder gemotoriseerd verkeer is minder files en CO2 Verkeer draagt met 26,38% aanzienlijk bij tot de uitstoot van CO2 in de stad De uitdaging is om voor personenvervoer het aantal verplaatsingen te voet, met de fiets of het openbaar vervoer te verhogen. Optimaal benutten van opwekkingspotentieel hernieuwbare energie De opwekking van hernieuwbare energie is de laatste jaren in stijgende lijn, maar blijft al bij al nog zeer bescheiden. Het potentieel is echter groot. De opwekking van hernieuwbare energie (zonne- en windenergie, waterkracht, diepe geothermie en energie uit biomassa) stoot zo goed als geen CO2 uit. Andere vormen zoals energie uit warmtekrachtkoppeling stoten minder CO2 uit dan fossiele bronnen. Door in te zetten op de opwekking van hernieuwbare energie neemt de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen af. Verduurzamen van bedrijven op het stedelijk grondgebied Bedrijven zijn goed voor 22,06% van de CO2-uitstoot op het stedelijk grondgebied. Bedrijfsleiders bewust maken van het probleem, goede praktijken aanreiken en netwerkmomenten ondersteunen zijn taken die het stadsbestuur op zich kan nemen met als belangrijke partner. Verhogen van het maatschappelijk bewustzijn en een effectieve verandering van gedrag Het klimaatbewustzijn van de burgers, de bedrijven en de organisaties actief op het grondgebied van de stad is de afgelopen jaren gestegen. Toch zijn er nog verschillende knelpunten die dienen weggewerkt te worden. De toestroom aan informatie is omvangrijk, maar vaak weinig overzichtelijk. Het aanreiken van begrijpelijke, gestructureerde en gemakkelijk toegankelijke informatie via de juiste kanalen is een belangrijke uitdaging bij het creëren van een gemeenschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel. 3 Verwachte CO2-besparing De hieronder beschreven besparingen werden berekend op basis van de door VITO (in opdracht van LNE) ontwikkelde maatregelentool (zie http://aps.vlaanderen.be/lokaal/burgemeestersconvenant/burgemeestersconvenant.htm). De besparingen zijn berekend t.o.v. het BAU -scenario in het jaar 2020. Het BAU ( business as usual ) scenario geeft een inschatting van het energieverbruik en de gerelateerde CO2-emissies voor 2020, indien geen bijkomende acties door de lokale overheden worden genomen. Het scenario houdt wel rekening met autonome evoluties en beslist Europees beleid. De globale 20%-doelstelling zal bereikt worden door de focus te leggen op enkele hoofdaandachtsgroepen, zijnde de groep wonen, mobiliteit en de tertiaire sector. In deze groepen tracht de stad Geel een CO2-reductie van meer dan 20% te verwezenlijken.

VIII Industrie 5 Actieplan 3.1 Stad als organisatie De stad zal gedurende de planperiode (2011 tot en met 2020) investeren in haar patrimonium, stedelijke vloot en openbare verlichting opdat deze energiezuiniger worden. Hierdoor zal ze 20% of 628 ton CO2 besparen. 3.2 Wonen De stad zal, samen met de verschillende partners in dit project, inzetten op sensibilisatie- en andere acties om haar bevolking aan te zetten om energiezuiniger te wonen en bouwen. Door deze acties zullen naar schatting 20% van de huishoudens (i.e. 3.387 huishoudens): dakisolatie plaatsen: 3.145 ton CO2-reductie; muurisolatie plaatsen: 3.315 ton CO2-reductie; betere beglazing plaatsen: 2.110 ton CO2-reductie. Dit betekent dat puur door investeringen aan de gebouwen 8.570 ton CO 2-reductie gerealiseerd kan worden. Verder zal er nog CO2-reductie mogelijk zijn door gedragsverandering bij de inwoners. We verwachten hier 10% besparing of 6.636 ton CO2-reductie bij de huishoudens. De verwachte CO2-besparing binnen de sector Wonen wordt daarmee geraamd op 15.206 ton of 22,9% t.o.v. het BAU-scenario. 3.3 Mobiliteit De stad zal, samen met de verschillende partners in dit project, inzetten op sensibilisatie acties en infrastructuurwijzigingen opdat haar inwoners zich op een meer duurzame manier zullen verplaatsen en dit volgens het STOP-principe (Stappen, Trappen, Openbaar en collectief vervoer, Personenwagen). Door deze mentaliteitswijziging kan ervoor gezorgd worden dat 15% van de kilometers die in 2011 met personenwagen werden gereden, tegen 2020 worden vervangen door fiets of te voet. Hierdoor zal een CO2-reductie van 6.988 ton gerealiseerd kunnen worden. Verder CO2-reductie is mogelijk door meer en efficiëntere inzet van openbaar vervoer, technologische vernieuwingen in het wagenpark en overstap naar alternatieve brandstoffen. Hierdoor zal 10% of 6.045 ton minder CO 2 uitgestoten worden. De verwachte CO2-besparing binnen de sector Mobiliteit wordt daarmee geraamd op 13.033 ton of 21,6% t.o.v. het BAU-scenario. 3.4 Tertiaire sector De stad zal, samen met de verschillende partners in dit project, inzetten op sensibilisatie- en andere acties om de tertiaire sector aan te zetten om hun gebouwenpatrimonium energiezuiniger te maken. Door deze acties zal naar schatting in 30% van de oppervlakte gebouwen maatregelen uitgevoerd worden. Voorbeelden van deze maatregelen zijn onder andere isoleren, plaatsen van zonwerende beglazing, mechanische ventilatie of natuurlijke ventilatie, condenserende ketel, compressiekoelmachine en ventilo-convectoren voor verwarming en koeling, energiezuinige verlichting met aanwezigheidsdetectie en daglichtsturing: Dit betekent dat puur door investeringen aan de gebouwen 3.360 ton CO 2-reductie gerealiseerd kan worden. Verder zal er nog CO2-reductie mogelijk zijn door gedragsverandering bij de gebruikers van deze gebouwen. We verwachten hier 10% besparing of 3.751 ton CO2 reductie door gedragsverandering. De verwachte CO2-besparing binnen de Tertiaire sector wordt aldus geraamd op 7.111 ton of 19% t.o.v. het BAU-scenario. 3.5 Industrie De stad zal, samen met de verschillende partners in dit project, inzetten op sensibilisatie- en andere acties om de industrie aan te zetten om hun gebouwenpatrimonium en procesvoering energiezuiniger te maken. De verwachting is dat hiermee 5% CO2-reductie behaald kan worden t.o.v. het BAUscenario, wat overeenkomt met 2.371 ton CO2. 3.6 Landbouw De stad zal, samen met de verschillende partners in dit project, inzetten op sensibilisatie- en andere acties om de landbouwers aan te zetten om hun gebouwenpatrimonium en procesvoering energiezuiniger te maken. De verwachting is dat hiermee 5% CO2-reductie behaald kan worden t.o.v. het BAUscenario, wat overeenkomt met 417 ton CO2.

3.7 Hernieuwbare energie Daarnaast zal de stad, samen met haar partners, het gebruik van hernieuwbare energie promoten (bv. het plaatsen van PV-panelen (fotovoltaïsche zonnepanelen), zonneboilers, warmtepompen, windmolens, gebruik van warmte uit diepe geothermie en biomassa) waardoor de CO2-uitstoot uit fossiele bronnen verder daalt. Voor het volledige grondgebied van de stad zou hierdoor de CO2-uitstoot verder met 4.215 ton kunnen dalen. 3.8 Totaal Al deze maatregelen samen zullen 42.981 ton CO2-reductie realiseren. Dit komt overeen met 20% reductie ten opzichte van het referentiejaar 2011. 4 Opvolging Dit plan is een dynamisch plan dat in de komende jaren nog zal worden aangepast rekening houdende met nieuwe technologieën, nieuwe inzichten of een gewijzigde context. Om de uitvoering van de geplande acties en maatregelen, de reductie van de CO2uitstoot en het bereiken van de vooropgestelde doelstellingen op te volgen, wordt er monitoring en rapportage voorzien. In het kader van het Burgemeestersconvenant wordt er op regelmatige basis verplicht teruggekoppeld over de voortgang van het stedelijk klimaatbeleid. Jaar Soort rapport 2016 2018 2020 2022 Voortgangsrapport Implementatierapport Voortgangsrapport Implementatierapport Een voortgangsrapport bevat een kwalitatieve opvolging van acties. Een implementatierapport bevat gekwantificeerde informatie over de genomen maatregelen, de impact op het energiegebruik en de CO 2-uitstoot en een analyse van de implementatie van het klimaatbeleidsplan met aanvullende maatregelen die genomen moeten worden, indien nodig.

IV STAD ALS ORGANISATIE 1 Inleiding De stedelijke werking vertegenwoordigt 1,46% in de totale CO 2-uitstoot. Het gaat om de uitstoot verbonden aan de verwarming en werking van het stedelijk patrimonium en stedelijk wagenpark. Bij elk van deze energiegebruikers bevindt zich nog besparingspotentieel. 2 Actuele toestand De stad doet nu al een aantal inspanningen in deze sector: REG-maatregelen uitvoeren in het eigen gebouwenpatrimonium; energieboekhouding bijhouden van de eigen stedelijke gebouwen; de stad heeft een intern energiezorgsysteem; fietsen ter beschikking stellen van het personeel; energie-efficiëntie opnemen in de bestekken bij aankoop van elektronica; De stad zal deze bestaande, succesvolle acties ook in de toekomst verderzetten. 3 Doelstelling Minstens 20% reductie van de CO2-uitstoot bij het stedelijk patrimonium. De Europese staten moeten tegen 2050 hun CO2-uitstoot met 80 % reduceren (Europese Commissie, 8 maart 2011: Routekaart naar een Concurrerende Koolstofarme Economie in 2050). Het huidige besparingsdoel van 20 % in 2020 is enkel een opstap naar een veel ambitieuzer doel. Het doel van 20 % uitstootvermindering voor de stadsen zal behaald moeten worden ondanks de aanschaf van bijkomende energiegebruikers (gebouwen, apparatuur, voertuigen ). Zonder compenserende maatregelen zouden bijkomende energiegebruikers het totaal energiegebruik van de stadsen verhogen. M.a.w.: voor bijkomende energiegebruikers moeten elders bijkomende besparingen groter dan 20 % gerealiseerd worden. Dit kan bv. door bestaande toestellen volledig af te schaffen, door toestellen door zuinigere apparatuur te vervangen of door technische ingrepen besparingen groter dan 20 % te realiseren. (Voorbeeld: als een stads een bijkomend elektrisch vermogen installeert, worden hiervoor oude koelkasten verwijderd of minstens vervangen door de meest energie-efficiënte toestellen. Mutatis mutandis geldt dit ook voor voertuigen, machines en gebouwen zoals scholen. 4 Indicatoren Om de inspanningen van de stad te visualiseren en evalueren, worden een aantal indicatoren jaarlijks opgevolgd: elektriciteitsverbruik stedelijke gebouwen (per gezin); elektriciteitsverbruik openbare verlichting (per km openbare weg); aardgasverbruik (+stookolie) stedelijk patrimonium (per gezin); brandstofverbruik eigen vloot (per gezin).

5 Actieplan 5.1 Stedelijke gebouwen Verlagen van energiegebruik in stedelijke gebouwen

VIII Industrie 5 Actieplan 1. Opmaak van energieactieplan voor het stedelijk patrimonium om op termijn elk gebouw te verbeteren tot een energiezuinig gebouw; Energiewerkgroep, patrimonium Eandis Jaarlijks 2. Uitvoering van energieactieplannen, beginnend met de meest kostenefficiënte ingrepen: het energiegebruik verlagen door aanpassing van verlichting (vb. nieuwe energiezuinige verlichting in Wedbos, Gasthuismuseum, De Halle/ De Waag, cultureel centrum met als doel vermindering van het elektriciteitsverbruik met 10%); bewegingssensoren voor verlichting plaatsen in bijvoorbeeld sanitaire ruimtes; het energiegebruik verlagen door vervanging van energievreters; verbetering sanitaire warmwaterproductie; energetische verbetering buitenschrijnwerk; isoleren van de gebouwenschil; onderzoek naar mogelijkheden herlocatie of verbetering isolatie stadsmagazijn; isolatie van de glijbaan van het zwembad; renovatie stookplaatsen in scholen; temperatuur in stedelijke gebouwen verlagen en hierrond communiceren; onderhoudscontract voor gebouwbeheerssysteem HVAC (Heating, Ventilation and Air Conditioning), een systeem voor centrale aansturing van verwarming, ventilatie en koeling; timing onderhoudsmomenten per gebouw inplannen via onderhoudskalender; Dienst patrimonium, technische Eandis, Provincie Antwerpen ( duurzaam milieu- en natuurbeleid) 3. Onderzoek naar het afsluiten van een energie service contract (ESCO) voor 10 gebouwen met als doel vermindering energiegebruik met 20%; Dienst patrimonium (energiedeskundige) Eandis Vanaf 2014 4. Projectadvies vragen aan Kamp C bij duurzaam (ver)bouwen van een gemeentegebouw; Duurzaamheidsambtenaar Kamp C 5. Per gebouw een verantwoordelijke voor energie aanstellen die het energiegebruik in het oog houdt en andere gebruikers sensibiliseert om 10% van de energiekosten te besparen. Deze actie koppelen aan een wedstrijd; Energiewerkgroep Vanaf 2014 6. Verenigingen die stedelijke gebouwen gebruiken sensibiliseren over energiegebruik en eventueel kost doorrekenen; Energiewerkgroep Vanaf 2016 7. Rekening houden met mogelijkheden tot multifunctioneel gebruik bij verbouwingen of nieuwbouw; Dienst patrimonium 8. Ludieke sensibilisatieactie uitwerken (vb. tekeningen van schoolkinderen over energie ophangen in gebouwen); Energiewerkgroep, onderwijs, communicatie Vanaf 2014

5.2 Stedelijke vloot en mobiliteit Duurzaam woon-werkverkeer aanmoedigen door sensibilisatie en financiële compensatie 9. Opstellen van een mobiscan; Mobiliteitsambtenaar Provinciaal mobiliteitssteunpunt Aanleveren gegevens en mee opvolgen 10. Onderzoeken of er naast fietsvergoeding nog andere acties mogelijk zijn om het gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer te stimuleren; Energiewerkgroep, personeels 11. Haalbaarheid onderzoeken van terugbetaling woon-werkverkeer met het openbaar vervoer; Personeels 12. Organiseren van acties zoals Autoluwe werkdag, Car Free Day Duurzaamheidsambtenaar Duurzame verplaatsingen aanmoedigen door sensibilisatie 13. Stimuleren van het gebruik van de fiets voor korte verplaatsingen; Duurzaamheidsambtenaar 14. Carpoolen naar vergaderingen; Alle en 15. Stimuleren van het gebruik van het openbaar vervoer voor verre verplaatsingen (vergaderingen, congres, studiedag, ); Duurzaamheidsambtenaar 16. Periodieke bandenspanningscontrole. Garage Maandelijks

VIII Industrie 5 Actieplan Duurzame verplaatsingen door investeringen in alternatieve vervoerswijzen en de vloot 17. Aankoop van 11 extra fietsen voor verplaatsingen; Economaat 18. Onderzoek naar aankoop van elektrische scooter ter vervanging van wagen; Duurzaamheidsambtenaar 19. Aankoop van -plooifiets(en) voor verplaatsingen; Duurzaamheidsambtenaar 20. Gebruik maken van een autodeelsysteem ipv aankoop van een aparte wagen; Alle en 21. Gebruik maken van alternatieve brandstoffen in stedelijke vloot (vb. aardgasvoertuigen); 22. Opmaken van een quick fleetplan met o.a. onderzoek naar efficiëntere inzet van bestaande voertuigen in stedelijke vloot waardoor mogelijks minder voertuigen kunnen worden ingezet; 23. 2011 Autopia Technische Eandis Eandis Eandis Aanleveren gegevens en opvolgen opmaak plan Oude voertuigen vervangen door nieuwe, energiezuinige exemplaren (hoge ecoscore); Technische Eandis, Provincie Antwerpen ( duurzaam milieu-en natuurbeleid) 24. Deelnemen aan proefproject elektrische wagens; Technische Eandis 2013 25. Aankoop van elektrische en hybride voertuigen (vb. aankoop van een elektrische bestelwagen); Technische, duurzaamheidsambtenaar Eandis 2014 26. Milieuvriendelijke wagens herkenbaar maken. Technische, duurzaamheidsambtenaar Eandis Eandis

5.3 Hernieuwbare energie De stad investeert in hernieuwbare energiebronnen voor het eigen patrimonium 27. Aankoop van 100% groene stroom voor de stedelijke gebouwen; Dienst patrimonium Eandis 28. Onderzoek naar mogelijkheden investering in zonnepanelen en zonneboiler op de eigen gebouwen; Energiewerkgroep Eandis 29. Onderzoeken naar mogelijk gebruik van warmte van diepe geothermie in stedelijke gebouwen (vb. zwembad, rusthuis zijn potentiële warmtevragers); Energiewerkgroep VITO 2015 30. Investering in een WKK (warmtekrachtkoppeling) vb. in zwembad; Energiewerkgroep 2015 31. Onderzoek naar de mogelijkheid om als stad te investeren in windenergie. Energiewerkgroep 32. Sensibiliseren omtrent hernieuwbare energie; Energiewerkgroep, communicatie 33. Mogelijkheden onderzoeken tot warmterecuperatie van rioolwater; Technische Vanaf 2014 5.4 Openbare verlichting lokale overheid Invoeren van energiezuinige openbare verlichting 34. Uitvoeren van quickscan openbare verlichting; Eandis Eandis Opvolgen van de opmaak van de scan Vanaf 2014 35. Opmaak van een masterplan openbare verlichting; Eandis Eandis Opvolgen masterplan 2014 36. Investering in energiezuinige openbare verlichting; Technische Eandis 37. Terugschakeling verlichting s nachts; Technische Eandis 2014 38. Deelnemen aan de Nacht van de Duisternis en sensibiliseren over Earth Hour. Duurzaamheidsambtenaar, communicatie Natuurpunt, Sterrenkijkvereniging Andromeda opmaak

VIII Industrie 5 Actieplan 5.5 Energiezuinige overheidsaankopen Creëren van draagvlak voor energiezuinige overheidsaankopen 39. Overleg met betrokken en organiseren en communicatie naar personeel over energiezuinige overheidsaankopen; Energiewerkgroep 40. Organiseren van opleiding voor personeel rond bepaalde energiezuinigheid, Energiewerkgroep 41. Communicatie van goede voorbeelden naar bevolking; Energiewerkgroep, communicatie 2014 Vervangingsaankopen van energiezuinige toestellen 42. Aankoop van energiezuinige elektrische apparaten voor stedelijke (kantoor)gebouwen Energiewerkgroep 43. Aankoop van energiezuinige IT voor stedelijke gebouwen Energiewerkgroep 44. Aankoop van energiezuinige feestverlichting. Energiewerkgroep 2011 Eandis

V WONEN 1 Inleiding De stad kiest voluit voor duurzaam bouwen, niet alleen voor haar eigen patrimonium. De stad wenst via sensibilisatie en het ondersteunen van duurzaam (ver)bouwen de huishoudelijke gebouwen te verduurzamen. Duurzaam bouwen is een manier van bouwen waarbij de milieu- en gezondheidseffecten over de volledige levensduur van het bouwproject tot een minimum worden beperkt. sensibiliseren en informeren over energiebesparende ingrepen; bekendmaken van de energiescans voor kansarmen via de Energiesnoeiers om energiearmoede te bestrijden; bekend maken van het aanbod aan premies en belastingvoordelen vanuit Eandis en de Vlaamse overheid; bekend maken van het gratis bouwadvies Kamp C; uitwerken van acties in samenwerking met het Kempens woonplatform; De stad zal deze bestaande, succesvolle acties ook in de toekomst verderzetten. Hierbij wordt uitgegaan van de volgende principes, met steeds het economisch optimum als norm: 3 Dit plan legt de focus op enkele hoofdaandachtsgroepen, waaronder de groep wonen. De ambitie is om méér dan 20% reductie van de CO 2-uitstoot van woningen te verwezenlijken. 2 bouwen over generaties heen. Niet alleen door duurzame materialen te gebruiken maar ook door comfortabele leefomgevingen te creëren waar mensen graag vertoeven; efficiënt ruimtegebruik. Hoe dichter mensen bij elkaar wonen, hoe minder oppervlakte er bebouwd wordt, en hoe meer natuur behouden blijft; een dichte bebouwing beperkt de verplaatsingsafstand en het vergemakkelijkt een efficiënte infrastructuur en openbaar vervoer; rationeel energiegebruik. Zowel tijdens het bouwproces als tijdens de levensduur van de woning. Essentiële voorwaarden hiervoor zijn: compact en zuid georiënteerd bouwen, een luchtdichte afwerking, grondig isoleren, efficiënte verwarmingsinstallatie op hernieuwbare energie, het gebruik van duurzame materialen met een zo laag mogelijke milieu-impact, waarbij de volledige levenscyclus in acht wordt genomen; een goede waterhuishouding; Actuele toestand 4 De stad doet nu al een aantal inspanningen in deze sector: organiseren van infoavonden over diverse thema s van duurzaam bouwen (Energie Infotoer i.s.m. ); stimuleren van energiebesparende maatregelen via het organiseren van samenaankopen (i.s.m. en de provincie Antwerpen); Indicatoren Om de inspanningen van de stad te visualiseren en evalueren, worden een aantal indicatoren jaarlijks opgevolgd: Het woningbestand in de stad is relatief oud en vele woningen zijn nog niet voldoende geïsoleerd. Het besparingspotentieel in gebouwen is nog groot. Doelstelling totaal energiegebruik sector wonen; totale CO2-uitstoot sector wonen; gemiddeld energiegebruik (per gezin); aantal zonneboilers (per gezin); aantal warmteboilers (per gezin); energiearmoede: aantal ingeschakelde budgetmeters elektriciteit; energiearmoede: aantal ingeschakelde budgetmeters aardgas; energiearmoede: aantal afgesloten huishoudelijke toegangspunten elektriciteit (LAC-dossiers (Lokale Adviescommissie)); energiearmoede: aantal afgesloten huishoudelijke toegangspunten aardgas (LAC-dossiers); gemiddeld kengetal van EPC (Energie Prestatiecertificaat) voor bestaande residentiële gebouwen; gemiddeld E-peil van nieuwbouwwoning; aantal uitgereikte premies van Eandis voor isolatie daken, muren, ramen en vloeren.

5 Actieplan 5.1 Particuliere woningen Particulieren stimuleren om particuliere woningen energiezuinig te maken door sensibilisatieacties 45. Organisatie van samenaankopen (hernieuwbare energie, isolatie, energiezuinige toestellen, condensatieketels, groene energie, );, Provincie Antwerpen, Provincie Antwerpen Mee ondersteunen van de samenaankopen 46. Bestaande subsidies en belastingvoordelen voor o.a. isolatie kenbaar maken; Milieu Eandis, Vlaamse overheid, 47. Organisatie van de jaarlijkse Energie Infotoer (met aandacht voor praktische voorbeelden); Locatie voorzien Jaarlijks 48. Promoten van energiek (goedkope energielening Kempen); Dienst huisvesting 49. Promoten van gratis duurzaam bouwadvies; Milieu, Infocel technische Kamp C 50. Organiseren van bouwadvies in het stadshuis; Duurzaamheidsambtenaar Kamp C, KWP 51. Bekend maken van de bouwteams (met aandacht voor praktische voorbeelden); Milieu Dialoog, Provincie Antwerpen, Infrax 52. Uitbouw van een operationeel woonloket met gestructureerde basisinformatie aan de inwoners over woongerelateerde thema s zoals premies, woonkwaliteit, duurzaamheid, (ver)bouwen en (ver)huren, zorgwonen; Huisvestingsambtenaar KWP (Kempens Woonplatform) 53. Promoten van de gratis energiescans en sociaal dakisolatieproject voor de sociale doelgroep; OCMW Eandis, Kringwinkel Zuiderkempen 54. Organisatie van infobeurs voor burgers, architecten, projectontwikkelaars mbt duurzame ontwikkeling; Duurzaamheidsambtenaar Kamp C, middenstand, KWP Vanaf 2016 55. Sensibilisatie via stedelijke kanalen (vb. huurders sensibiliseren omtrent EPC-norm); Duurzaamheidsambtenaar, communicatie 56. Sensibilisatieacties gericht op schoolkinderen (vb. dikke truiendag); Schooldirectie, communicatie 57. Sensibiliserende, lokale energietool lanceren, waarmee ieder gezin haar energiegebruik kan positioneren t.o.v. alle andere gezinnen in de stad Eandis, gemeenten Vanaf 2016 58. Bekend maken van en informeren over het project Energiejacht; Milieu, communicatie BBL

VIII Industrie 5 Actieplan Particulieren stimuleren om particuliere woningen energiezuinig te maken door investeringen 59. Introductie van warmtenetten in wijken; Eandis Eandis, Provincie Antwerpen, Onderzoek opvolgen mee Vanaf 2014 60. Mee opvolgen van een proefproject rond slimme meters; Eandis Eandis Proefproject opvolgen mee Vanaf 2014 61. Uitvoering van een wijkrenovatie in samenwerking met de sociale huisvestingsmaatschappij;, Geelse Huisvestingsmaatschappij, Kleine Landeigendommen, Kamp C Mee op zoek gaan naar wijken Opstart in 2015 62. Uitvoeren van een wijkrenovatie met privé-eigenaars (gekoppeld aan samenaankopen);, Kamp Thomas More C, Mee op zoek gaan naar wijken Opstart in 2015 63. Uitvoeren van een gezamenlijke doorgedreven renovatie met eigenaars die hun woning tot een BEN woning willen renoveren (gekoppeld aan samenaankopen);, Kamp Thomas More C, Communicatie over het project Opstart in 2015

Energiearmoede aanpakken 64. Energiemeesterproject uitvoeren (lanceren van oproep naar vrijwilligers, organiseren van opleiding met aandacht voor benadering verschillende doelgroepen, energiemeesters inschakelen in renovatieprojecten, energiemeesters bekend maken bij het brede publiek);, huisvestingsmaatschappijen, SVK s (sociaal verhuurkantoren), privéverhuurders, energiesnoeiers, Eandis, BBL, Kamp C Communicatie over het project Opstart in 2015 65. Kansarmen proberen toe te leiden naar samenaankopen en energiek; Sociale OCMW, DSO (Dienst Samenlevingsopbouw), duurzaamheidsambtenaar OCMW,, huisvestingsmaatschappijen 66. Mensen uit de doelgroep worden begeleid naar de V-test (vergelijkende test voor elektriciteit en aardgas) via sociale werkers en jaarlijkse campagne tijdens energiemaand; OCMW OCMW, huisvestingsmaatschappijen 67. Organiseren van infosessies op maat van de doelgroep; OCMW OCMW, Samenlevingsopbouw, wijkwerking 68. Organiseren van een vorming voor maatschappelijk werkers om energiearmoede op te sporen en aan te pakken; OCMW OCMW, Welzijnszorg Kempen 69. Sensibilisatieactie opzetten naar eigenaars-verhuurders (vb. in verband met mogelijke premies en ingrepen aan huurwoningen); OCMW, communicatie Kempens Woonplatform

VIII Industrie 5 Actieplan Normen voor duurzaam ruimtegebruik 70. Implementatie van normen voor duurzaam ruimtegebruik (compacte bouwvormen, meervoudig ruimtegebruik, minimaliseren van de milieu-impact in alle fasen (ontwikkeling, bouw, wonen, afbraak); Planningsambtenaar Stedenbouwkundig ambtenaar 71. De stad houdt rekening met normen voor energieprestaties van verkavelingen en gebouwen. Projectontwikkelaars worden gestimuleerd om duurzame wijken en BEN-woningen te realiseren; Planningsambtenaar Stedenbouwkundig ambtenaar 72. Het lokale bestuur onderzoekt de mogelijkheden voor alternatieve, betaalbare en kwaliteitsvolle woonvormen (vb. cohousing, community land trust, opsplitsen grote woongelegenheden, zorgwonen ), werkt mogelijke knelpunten weg en faciliteert nieuwe projecten; Huisvestingsambten aar, planningsambtenaar, stedenbouwkundig ambtenaar KWP 2014-2016

5.2 Hernieuwbare energie Stimuleren van investeringen in hernieuwbare energie voor en door particulieren 73. Onderzoek naar de mogelijke inplanting van nieuwe waterkrachtcentrales; NV De Scheepvaart NV De Scheepvaart, Onderzoek opvolgen 74. Onderzoek naar de mogelijkheden inplanting kleine, middelgrote en grote windturbines; Planningsambtenaar Stedenbouwkundig ambtenaar 75. Organisatie evenement en aanbieden educatief materiaal ter promotie van nieuwe windturbines; Milieu, onderwijs, lokale economie 2015 76. Organiseren van infoavonden en/of samenaankopen hernieuwbare energie ( PV panelen, warmtekrachtkoppeling, zonneboilers, warmtepompen, pelletkachels, zonneboilers );, Provincie Antwerpen Voorzien van locatie Jaarlijks 77. Onderzoeken en bekend maken van locaties voor proefproject diepe geothermie; VITO VITO, Communicatie over het project 78. Opmaken van warmtekaarten, inventarisatie mogelijkheden warmte in bepaald gebied (warmtenetten); VITO VITO, Eandis, Onderzoek opvolgen 2015 79. Voorbeeldprojecten rond hernieuwbare energie in de kijker zetten; Duurzaamheidsambtenaar, communicatie 80. Onderzoeken van de mogelijkheid voor oprichting van een coöperatieve en effectieve oprichting ifv een concreet project (vb. gezamenlijke WKK);, Energie 81. Optimaliseren van houtwinning uit particuliere bossen volgens duurzaam bosbeheer. Bosgroepen, Bosgroepen 82. Verkavelingsvoorschriften omtrent hernieuwbare energie opleggen bij nieuwe verkavelingen; Milieu, bouw 5.3 Campina Onderzoek opvolgen mee mee mee Mee opvolgen CO2-captatie Stimuleren van maatregelen in functie van CO2-captatie 83. Sensibiliseringsactie ter promotie van duurzaam openbaar groen; Milieu 84. Sensibiliseringsacties omtrent behaging (als afscheiding rond percelen), kan aan de hand van de actie Behaag onze Kempen; Milieu 85. Duurzaam bosbeheer promoten voor productie van voornamelijk constructiehout: gekoppeld aan promotie van houtskeletbouw; Milieu

VI MOBILITEIT 4 1 Inleiding Om de inspanningen van de stad te visualiseren en evalueren, worden een aantal indicatoren jaarlijks opgevolgd: Duurzame mobiliteit zoekt het evenwicht tussen bereikbaarheid, economie, leefmilieu en klimaat. Duurzame mobiliteit draagt naast de verminderde CO 2uitstoot ook bij aan betere luchtkwaliteit (fijn stof, NO 2, ), verkeersveiligheid, minder geluidsoverlast, meer beschikbare open ruimte en economische winst. Als strategie wordt het STOP-principe toegepast. Hierbij wordt voorrang gegeven aan voetgangers (stappen), fietsers (trappen) en openbaar vervoer en wordt het autoverkeer (privé-vervoer) verminderd. Zowel woon-werkverkeer, vrijetijdsverkeer als logistiek verkeer zijn aandachtspunten. 2 Actuele toestand Momenteel draagt verkeer bij tot 26,38% van de totale stedelijke CO2-uitstoot. Het meeste woon-werk/school verkeer wordt afgelegd met de auto. Hiervoor zijn tal van alternatieven aan te bieden. Inzetten op duurzame mobiliteit in deze sector resulteert niet alleen in een CO2-reductie, maar zorgt bovendien voor een meer leefbare omgeving. De stad doet nu al een aantal inspanningen in deze sector: onderhouden en nieuw aanleggen van fietspaden; fietsknopennetwerk uitwerken; organiseren van STRAP-dag (stappen en trappen) op school; organiseren van de actie Met Belgerinkel naar de Winkel; De stad zal deze bestaande, succesvolle acties ook in de toekomst verderzetten. 3 Doelstelling Dit plan legt de focus op enkele hoofdaandachtsgroepen, waaronder de sector mobiliteit. De ambitie is om méér dan 20% CO 2-reductie binnen deze sector te verwezenlijken. Indicatoren totaal energiegebruik sector mobiliteit; totale CO2-uitstoot sector mobiliteit; aantal voertuigkilometers (per km openbare weg); aantal kilometers personenwagens (per km openbare weg); aantal kilometers zware vrachtwagens (per km openbare weg); aantal kilometers personenwagens op niet-genummerde wegen; aantal kilometers zware vrachtwagens op niet-genummerde wegen; gereden buskilometers per gezin; aantal verkeersongevallen; aantal verkeersongevallen met fietsers.

5 Actieplan 5.1 Particulier vervoer Infrastructuur voor fietsers en voetgangers uitbreiden en gebruiksvriendelijker maken Door dergelijke veilige en comfortabele fietsinfrastructuur en voetpaden te voorzien wordt het fietsgebruik aantrekkelijker voor bewoners en bezoekers, zeker voor korte verplaatsingen (uitbouw functioneel en recreatief fietsroute-netwerk, voorzien fietsenstallingen, bewegwijzering, fietsdoorsteken ( short-cuts ), terug open stellen van trage wegen, inrichten van doorlopende straten ). Een belangrijke maatregel met impact gezien het grote aandeel van korte verplaatsingen. 86. Voorzien van voldoende, kwalitatieve (bewaakte) fietsenstallingen en fietskluizen op oordeelkundig gekozen plaatsen (vb. aan bushaltes, aan carpoolparkings). Onderzoek naar de inplanting van fietsenstallingen en fietskluizen bij realisatie van nieuwe woonprojecten en straten. Mogelijkheid om met de fiets naar toeristische, cultuur- en sportevenementen te gaan voorzien. Onderzoek naar mogelijkheden voorzien van bewaakte fietsenstallingen op evenementen en hierover communiceren. Er worden afspraken gemaakt met organisatoren van evenementen. Dienst mobiliteit, openbare werken, Lokale afdeling fietsersbond, lokale tewerkstelling Fietspunt 87. Selecteren en uitwerken van een functioneel en recreatief fiets- en wandelroutenetwerk. Missing links die verbinding maken met lokale en bovenlokale fietsnetwerken worden opgespoord. Jaarlijkse uitbreiding en renovatie van het netwerk van voet- en fietspaden met 1,5 km (vb. fietspad langs Lichtaartseweg, fietspad langs de N-126 module 13 ). De richtplanning van het voet- en fietspadenplan wordt hierbij gehanteerd.; Dienst werken mobiliteit, openbare Provincie Antwerpen ( mobiliteit) 88. Onderzoek naar voorzien van kwalitatieve bewegwijzering van fietsroutes, met aanduiding van aantal minuten tot bestemming; Dienst werken mobiliteit, openbare 89. Actualisering en verspreiding van een fietsroutefolder; Dienst werken mobiliteit, openbare 90. Verbetering van de infrastructuur voor de trage weggebruiker (vb. herwaarderen en heropenen van Trage wegen, aanleggen van fiets- en voetgangersdoorsteken, voorzien van onderhoud van fietspaden). Dienst mobiliteit, milieu 91. Fietsdiefstalpreventie; Politiezone, technische Mee ondersteunen Trage wegen vzw, provincie Antwerpen

VIII Industrie 5 Actieplan 92. Koppeling trein en fiets optimaliseren (vb. samenwerken met Fietspunt, voorzien van bluebikes aan het station); Dienst mobiliteit, lokale tewerkstelling, openbare werken 93. Onderzoeken welke straten als fietsstraten kunnen worden ingericht; Dienst werken 94. Invoeren van een voetgangerszone of bij aanleg van het openbaar domein uitgaan van de fietser en voetganger als maatgevend ontwerpvoertuig ; 95. 2013-2020 mobiliteit, openbare Dienst werken mobiliteit, openbare Garanderen van een vlotte toegankelijkheid van het publiek domein voor fietsers en voetgangers (vermijden van omwegen, wegwerken obstakels, voorzien van veilige oversteekplaatsen op drukke verkeerswegen, moeilijke bochten vermijden, veilige en afgescheiden fietsroutes naar scholen, oversteekhulp en voldoende verlichting aan scholen ).vb. Aanleg fiets- en voetgangerstunnel oversteekplaats ring naar de Thomas More-hogeschool. Dienst werken mobiliteit, openbare 96. Uitbreiding fietsostrades om snelle verplaatsingen per fiets mogelijk te maken; Provincie Antwerpen, openbare werken, mobiliteit Provincie Antwerpen Mee opvolgen, ondersteunen en communiceren 97. De routes van de Lijn veiliger maken voor de zwakke weggebruiker; Dienst werken De Lijn 98. Onderzoek naar mogelijkheden invoering fietsverhuursysteem op maat van de stad (met koppeling aan carpoolparkings, randparkings en bedrijventerreinen). Dienst mobiliteit 99. Meldpunt voorzien voor fiets- en voetpaden waar kleine problemen van een tijdelijk en onverwacht karakter kunnen bekeken worden; Infocel mobiliteit, openbare technische Fietspunt, NMBS, Blue Mobility