GESTRA GESTRA Steam Systems NRG 26-40 NL Nederlands Gebruiksaanwijzing 819491-04 Niveauelektrode NRG 26-40 1
Inhoud Belangrijke instructies Blz. Correcte toepassing...4 Werking...4 Veiligheidsinstructies...4 Systeemcomponenten...5 Richtlijnen en normen VdTÜV-merkblad waterbewaking 100...6 NSP (laagspanningsrichtlijn) en EMC (Elektromagnetische compatibiliteit)...6 ATEX (Atmosphère Explosible)...6 UL/cUL (CSA) toelating...6 Opmerking betreffende conformiteitverklaring/fabrikantverklaring...6 Technische gegevens NRG 26-40...7 Technische gegevens Typeplaat / markering...8 Verpakkingsinhoud...8 Inbouw Afmetingen NRG 26-40...10 NRG 26-40...11 Legenda...11 Gereedschappen...11 Inbouwvoorbeelden NRG 26-40...12 Legenda...13 2
Inhoud Elektrische aansluiting Blz. NRG 26-40...14 Legenda...14 Aansluiting niveauelektrode...15 Aansluiting niveauelektrode...15 Gereedschappen...15 Aansluitschema, bezetting stekker - bus...16 Legenda...16 CAN-Bus-bedradingsschema...17 CAN-Bus-voedingsspanning...18 Basisinstellingen Buskabel...18 Node-ID...19 Fabrieksinstelling...20 Node-ID bepalen / wijzigen...20 Schakelaarstanden...21 Inbedrijfname Voedingsspanning inschakelen...22 Meetbereik instellen...22 Bedrijf Demping van de niveauregelaar instellen...23 Storingsindicatie en oplossingen Weergave, diagnose en oplossing...24 Overige instructies Maatregelen tegen hoogfrequente storingen...25 Onderhoud Veiligheidsinstructies...26 Reinigen van de elektrodestaaf...26 Niveauelektrode demonteren en afvoeren Niveauelektrode NRG 26..-40 demonteren en afvoeren...26 3
Belangrijke instructies Correcte toepassing De niveauelektrode NRG 26-40 wordt voor het continu meten van het waterpeil in stoomketel- en heetwaterinstallaties of in condensaat- en voedingswaterreservoirs gebruikt. In combinatie met de niveauschakelaars NRS 2-40 en de niveauregelaar NRR 2-40 wordt de elektrode bijv. als waterpeilregelaar met MIN-/MAX-alarm ingezet. De niveauelektrode is bedoeld voor gebruik in combinatie met de volgende niveauschakelaars/-regelaars: NRS 2-40 en NRR 2-40. De niveauelektrode kan in elektrische geleidende en niet-geleidende media worden toegepast. Werking De niveauelektrode NRG 26-40 bestaat uit een niveaumeetelektrode en een elektronicamodule in de aansluitbehuizing. De niveauelektrode werkt volgens het capacitieve meetprincipe en zet de niveauveranderingen in een niveau-afhankelijk datatelegram om, waarbij het meetbereik wordt bepaald door de lengte van de elektrodenstaaf. De niveauelektrode wordt intern in de stoomketel en tank of extern in een meetvat gemonteerd. Daarbij wordt bij interne inbouw door een plaatselijk uit te voeren beschermbuis de werking gewaarborgd (zie paragraaf inbouwvoorbeelden op pag. 12, 13). De niveauelektrode kan met een GESTRA-niveauelektrode voor de waterpeilbegrenzing of voor de hoogwaterbeveiliging in een gemeenschappelijke beschermbuis resp. meetvat worden ingebouwd. De niveauelektrode NRG 26-40 verzendt cyclisch een datatelegram aan de niveauschakelaar NRS 2-40 en NRR 2-40 of aan andere systeemcomponenten. De overdracht van de data verloopt via een CAN-bus conform DIN ISO 11898 gebruik maken van het CANopen protocol. Veiligheidsinstructies Het apparaat mag alleen door geschikt en opgeleid personeel worden gemonteerd en in bedrijf worden genomen. Onderhouds- en ombouwwerkzaamheden mogen alleen door geautoriseerde personen worden uitgevoerd, die daarvoor speciaal zijn opgeleid. Gevaar Bij het losmaken van de niveauelektrode kan stoom of heet water vrijkomen! Zware verbrandingen over het gehele lichaam zijn mogelijk! Demonteer de niveauelektrode alleen bij 0 bar keteldruk! De niveauelektrode is tijdens bedrijf heet! Zware verbrandingen aan armen en handen zijn mogelijk. Montage- of onderhoudswerkzaamheden alleen in koude toestand uitvoeren! 4
Belangrijke instructies Systeemcomponenten NRS 2-40 Digitaal werkende niveauschakelaar voor niveauelektroden NRG 26-40. Functies: Vier niveaus met ieder een schakelpunt, MAX-alarm, MIN-alarm, pomp AAN, pomp UIT met ieder een schakelpunt, niveaumeting continu binnen gedefinieerd meetbereik van de elektrode. Data-overdracht: CAN-bus conform DIN ISO 11898 via CANopen-protocol. NRR 2-40 Digitaal werkende niveauschakelaar voor niveauelektroden NRG 26-40. Functies: Vier niveaus met ieder een schakelpunt (MAX-alarm, MIN-alarm). Driepunts-stappen- of continu regeling binnen een instelbare proportionele band. Continue niveaumeting in een gedefinieerd meetbereik van de elektrode. Data-overdracht: CAN-bus conform DIN ISO 11898 via CANopen-protocol. Vier niveaus met ieder een schakelpunt (MAX-alarm, MIN-alarm). URB 1, URB 2 Bedienings- en visualisatieapparaat. Functies: Parametrering, visualisatie via LC-display. Data-overdracht: CAN-Bus conform DIN ISO 11898 via CANopen-protocol. Opgelet De typeplaat specificeert de technische eigenschappen van het apparaat. Een apparaat zonder specifieke typeplaat mag niet in bedrijf worden genomen of worden gebruikt! 5
Richtlijnen en normen VdTÜV-merkblad waterbewaking 100 De niveauelektrode NRG 26-40 is in combinatie met de volgende niveauschakelaars typebeproefd conform VdTÜV-merkblad waterbewaking 100. NRS 2-40 en NRR 2-40. Het VdTÜV-merkblad waterpeil 100 beschrijft de eisen aan waterpeilregel- en -begrenzingsinrichtingen voor ketels. NSP (laagspanningsrichtlijn) en EMC (Elektromagnetische compatibiliteit) Het apparaat voldoet aan de eisen van de laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG en de EMC-richtlijn 2004/108/EG. ATEX (Atmosphère Explosible) Het apparaat mag conform de Europese richtlijn 94/9/EG niet in explosiegevaarlijke omgeving worden toegepast. UL/cUL (CSA) toelating Het instrument voldoet aan de normen: UL 508 en CSA C22.2 No. 14-13, Standards for Industrial Control Equipment. File E243189. Opmerking betreffende conformiteitverklaring/fabrikantverklaring Details omtrent de conformiteit van het instrument conform de Europese richtlijnen vindt u in onze conformiteitsverklaring of onze fabrikantverklaring. De geldige Conformiteitverklaring/fabrikantverklaring is via het internet onder www.gestra.de/ dokumente beschikbaar of kan bij ons worden opgevraagd. 6
Technische gegevens NRG 26-40 Bedrijfsdruk PN 40, 32 bar bij 238 C Mechanische aansluiting NRGT 26 1: Schroefdraad G ¾ A, ISO 228 Materialen Inschroefbehuizing 1.4571, X6CrNiMoTi17-12-2 Isolatie elektrodenstaaf PTFE Aansluitbehuizing: 3.2161 G AlSi8Cu3 Inbouwlengte 373 477 583 688 794 899 1004 1110 bij 238 C Meetbereik 300 400 500 600 700 800 900 1000 Inbouwlengte 1214 1319 1423 1528 1636 2156 bij 238 C Meetbereik 1100 1200 1300 1400 1500 2000 Gewicht Ca. 2,5 kg Elektronicamodule voedingsspanning 18 36 V DC) Stroomverbruik 65 ma Zekering Temperatuurbeveiliging T max = 80 C Hysterese -2 K Dataoverdracht CAN-bus conform DIN ISO 11898, CANopen-protocol Demping signaaluitgang 19 seconden Aanwijs- en bedieningselementen 1 10-polige codeerschakelaar Node-ID / Baud-Rate 1 groene LED Communicatie CAN-Bus 1 rode LED BUS-fout Elektrische aansluiting M 12 sensorstekker, 5-polig, A-gecodeerd, M 12 sensorbus, 5-polig, A-gecodeerd Beschermingsklasse IP 65 conform DIN EN 60529 Toegestane omgevingstemperatuur Maximaal 70 C 7
Technische gegevens NRG 26 40 Opslag- en transporttemperatuur 40 tot + 80 C Toelatingen: TÜV-typebeproeving Typeplaat / markering VdTÜV merkblad waterpeil 100: Eisen aan waterpeilregel- en -begrenzingsinrichtingen. Modelmarkering: TÜV WR XX-399 (zie typeplaat) Markering Leverancier Betriebsanleitung beachten See installation instructions Voir instructions de montage Hier öffnen Open here Ouvrir ici NRG 26-40 Niveauelektrode Level electrode Électrode de niveau PN40 G3/4 1.4571 IP65 Pmax Tmax 32 bar (464psi) 238 C (460 F) Tamb = 70 C (158 F) H= mm 18-36 V DC IN/OUT: CAN-Bus TÜV WR XX - 399 GESTRA AG Münchener Str. 77 D-28215 Bremen Veiligheidsinstructies Identificatie instrument, druktrap, schroefdraadaansluiting, materiaalnummer, beschermingsklasse Specificaties toepassingsgebied Meetbereik CAN-Bus data CE-markering Instructies afvoeren Fig. 1 Verpakkingsinhoud NRG 26 40 1 Niveauelektrode NRG 26-40 1 Afdichtingring 27 x 32, vorm D, DIN 7603, 1.4301, blankgegloeid 1 Gebruiksaanwijzing 8
Inbouw Opmerking De niveauelektrode NRG 26-40 kan met een GESTRA-niveauelektrode voor de waterpeilbegrenzing of voor de hoogwaterbeveiliging in een gemeenschappelijke beschermbuis resp. meetvat (binnendiameter 100 mm) worden ingebouwd. Fig. 5-8. Daarbij moet bij inwendige inbouw de niveauelektrode voor de waterpeilbegrenzing op minimaal 40 mm afstand van de bovenste ontluchtingsopening liggen. De beproeving van de ketelsok met aansluitflens moet in het kader van de ketelbeproeving worden uitgevoerd. Op de pagina's 12 en 13 zijn inbouwvoorbeelden weergegeven. De hellinghoek van de elektrode mag maximaal 45 zijn. De inbouwlengte is daarbij begrensd tot 688 mm. Fig. 8 Opgelet De afdichtingoppervlakken van de schroefdraadsokken of flensdeksel moeten conform fig. 3 in een technisch optimale conditie verkeren! Verbuig de elektrodenstaaf niet tijdens het inbouwen! Voorkom harde stoten tegen de elektrodestaven. Alleen de meegeleverde afdichtingringen mogen worden gebruikt! 27 x 32, vorm D, DIN 7603, 1.4301, blankgegloeid Elektrodebehuizing niet in de warmte-isolatie van de ketel opnemen! Elektrodeschroefdraad niet met hennep of PTFE-band afdichten! Het elektrodeschroefdraad niet met geleidende pasta's of vetten insmeren! De minimale afstandsmaten moeten voor de inbouw van de elektrode worden aangehouden! Het gespecificeerde aandraaimoment moet absoluut worden aangehouden. Kort de elektrodestaaf niet in. 9
GESTRA Steam Systems Inbouw Afmetingen NRG 26-40 173 336 5 GESTRA 6 b = 68 140 NRG 26-40 1 2 373 300 477 400 583 500 688 600 794 700 899 800 1004 900 1110 1000 1214 1100 1319 1200 1423 1300 1528 1400 1636 1500 2156 2000 G ¾ A, ISO 228 4 37 3 1 2 15 26 33 G ¾ A, ISO 228 RA 3,2 0,5 Fig. 2 NRGT 26-1 Fig. 3 RA 3,2 0,5 10
Inbouw NRG 26-40 1. Afdichtende vlakken controleren. Fig. 3 2. Meegeleverde afdichtingring 3 op het afdichtoppervlak van de schroefdraadaansluiting of het flensdeksel plaatsen. Fig. 3 3. Elektrodenschroefdraad 4 met een kleine hoeveelheid temperatuurbestendig siliconenvet insmeren (bijv. WINIX 2150). 4. Niveauelektrode in de schroefdraadaansluiting of flens schroeven en met steeksleutel SW 41 vastdraaien. Het aandraaimoment is in koude toestand 160 Nm. Legenda 1 Maximale inbouwlengte bij 238 C 2 Meetbereik 3 Afdichtingring 27 x 32, vorm D, DIN 7603, 1.4301, blankgegloeid 4 Transmitterschroefdraad G ¾ A, ISO 228 5 Warmteisolatie door klant, d = 20 mm (uitgezonderd de warmteisolatie van de stoomketel) 6 M 122 sensorstekker, 5-polig, A-gecodeerd, M 12 sensorbus, 5-polig, A-gecodeerd Gereedschappen Steeksleutel SW 41, DIN 3110, ISO 3318 11
Inbouwvoorbeelden NRG 26-40 G 3/4 G 3/4 DN 50 7 8 DN 50 7 82 d 0 20 20 9 a b 1500 0 20 20 9 a b Fig. 4 90 20 Beschermbuis (bouwzijdig) voor inwendige inbouw f g Fig. 5 10 90 20 Beschermbuis (bouwzijdig) voor inwendige inbouw f g G 3/4 G 3/4 7 8 G 3/4 7 9 Fig. 6 e 20 20 DN 100 24,5 24,5 4 14 10 3000 a c d 0 f h 90 20 Beschermbuis (door de klant) voor inwendige inbouw gecombineerd met andere GESTRA apparaten DN 20 DN 20 ME 20 20 0 i a f Fig. 7 Meetvat voor uitwendige toepassing DN 20 12
Inbouwvoorbeelden NRG 26-40 45 9 7 DN 100 120 Buis bijv. 33,7 x 3,2 9 9 max.688 Fig. 8 Schuine inbouw bijv. in stoomketel Legenda 7 Flens PN 40, DN 50, DIN EN 1092-01 (enkele elektrode) Flens PN 40, DN 100, DIN EN 1092-01 (elektrodencombinatie) 8 Voorbeproeving van de sok met aansluitflens in het kader van de ketelbeproeving uitvoeren. 9 Ontluchtingsopening 20 mm 0 Hoog niveau HW a Elektrodenstaaf b Beschermbuis DN 80 (in Frankrijk conform AFAQ DN 100) c Beschermbuis DN 100 d Afstand elektrodenstaaf - beschermbuis 14 mm e Afstand elektrodenverlenging (NRG 1..-40 of NRG 1...-41) 14 mm (lucht- en kruiptraject) f Laag niveau NW g Verloopstuk DIN 2616-2, K-88,9x3,2-42,4 x 2,6 W h Verloopstuk DIN 2616-2, K-114,3x3,6-48,3 x 2,9 W i Meetvat DN 80 ME Middenafstand van de aansluitsokken 13
Elektrische aansluiting NRG 26-40 GESTRA Steam Systems GESTRA = a b b ON 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 ch Fig. 9 h Ck Cx d e 1 2 3 4 5 g f Fig. 10 Legenda = Dekselschroeven (kruiskopschroeven M4) a Behuizingsdeksel b M 12 sensorstekker, 5-polig, A-gecodeerd, M 12 sensorbus, 5-polig, A-gecodeerd c Codeerschakelaar, 10-polig 14 d LED groen, communicatie CAN-Bus e LED rood, BUS-fout f Klemmenstrook g PE-aansluiting h Bevestigingsmoer voor aansluitbehuizing
Elektrische aansluiting Aansluiting niveauelektrode De aansluitbehuizing is via een zelfborgende bevestigingsmoer h op het elektrodendeel geschroefd. Voor de elektrische aansluiting kan daarom de aansluitbehuizing met max. +/ 180 in de gewenste richting (kabeluitgang) worden gedraaid. Aansluiting niveauelektrode De niveauelektrode NRG 26-40 is met een M 12 sensorstekker en een M12-sensorbus uitgevoerd, beide telkens 5-polig en A-gecodeerd. Voor de aansluiting van de elektrode en voor de elektrische verbinding van de CAN-bus instrumenten is een prefab stuurkabel (met stekker en koppeling) in verschillende lengte als toebehoren leverbaar. Deze stuurkabels zijn niet UV-bestendig en moeten bij buitenmontage worden beschermd door een UV-bestendige kunststof buis of een kabelgoot. Wordt de prefab kabel niet gebruikt,dan moet als buskabel meeraderige, per paar getwiste afgeschermde stuurkabel worden geïnstalleerd, bijv. UNITRONIC BUS CAN 2 x 2 x... mm 2 of RE-2YCYV-fl 2 x 2 x... mm 2. Sluit bovendien aan de kant van de elektrode een afgeschermde stekker of een afgeschermde bus op de stuurkabel aan. Fig. 11, 12 De baudrate (dataoverdrachtssnelheid) bepaalt de kabellengte en de aderdiameter tussen de buseindapparaten. Voor de keuze van de kabeldiameter is bovendien het totale opgenomen vermogen van doorslaggevend belang. Het totale opgenomen vermogen resulteert uit het aantal busdeelnemers. Wij bevelen bij een kabellengte meer dan 15 m tussen stoomketel en schakelkast aan om op de stoomketel een EMC-aftakkingsdoos (bestelnr. 1501214) te plaatsen en de afstand tot de schakelkast met een stuurkabel van grote diameter te overbruggen. S 8 S 9 S 10 Baudrate Kabellengte Aantal paren en kabeldiameter [mm 2 ] OFF ON OFF 250 kbit/s 125 m Fabrieksinstelling 2 x 2 x 0,34 ON ON OFF 125 kbit/s 250 m 2 x 2 x 0,5 OFF OFF ON 100 kbit/s 335 m 2 x 2 x 0,75 ON OFF ON 50 kbit/s 500 m OFF ON ON 20 kbit/s 1000 m Op aanvraag, afhankelijk van de busconfiguratie ON ON ON 10 kbit/s 1000 m De baudrate wordt op een codeerschakelaar c ingesteld. Bij alle busdeelnemers moet dezelfde instelling worden uitgevoerd. Gereedschappen n Schroevendraaier grootte 1 n Schroevendraaier grootte 2,5, volledig geïsoleerd conform DIN VDE 0680-1 UNITRONIC is een gedeponeerd handelsmerk van LAPP Kabelwerke GmbH, Stuttgart 15
Elektrische aansluiting Aansluitschema, bezetting stekker - bus NRG 26-40 Ck Cx 1 2 3 4 5 S i + j Fig. 11 i C L C H Ω 120 Ω u v 120 Ω Fig. 12 j y z w A z y z w A z j Fig. 13 RES 1 Fig. 14 RES 2 Legenda i CAN-Bus-kabel paarsgewijs getwist (stuurkabel) j Afsluitweerstand 120 Ω, RES 1 of RES 2 u M 12 sensorstekker, 5-polig, A-gecodeerd v M 12 sensorbus, 5-polig, A-gecodeerd w Pin 1: afscherming x Pin 2: Voedingsspanning 24 V DC+ (rood) y Pin 3: Voedingsspanning 24 V DC (zwart) z PIN 4:CAN-datakabel C H (wit) A Pin 5: CAN-datakabel C L (blauw) 16
Elektrische aansluiting CAN-Bus-bedradingsschema URB 2 NRS, NRR, LRR, ZEP TRS, URB 1 TRS, URB 1 NRG, LRG, EF, URZ EF, URZ TRV EF, URZ - C H S C L + 5 5 5 5 120 Ω 120 Ω Fig. 15 RES 2 RES 1 Opmerking De maximale baudrates en kabellengten zijn gebaseerd op ervaringswaarden van GESTRA. In de praktijk kan het nodig zijn, de baudrate voor een betrouwbaar bedrijf te reduceren. De uitvoering van de datakabel heeft een wezenlijke invloed op de elektromagnetische compatibiliteit (EMC). Bij de aansluiting van de instrumenten moet daarom zeer zorgvuldig te werk worden gegaan. Wanneer geen prefab kabel wordt gebruikt, dan moeten stekker en bussen conform het aansluitschema van de sensorverbindingen worden aangesloten. Opgelet Alleen in lijn bedraden, geen steraansluiting! Afschermingen van de stuurkabels doorgaand onderling verbinden en eenmaal op het centrale aardpunt (ZEP) aansluiten. Wanneer potentiaalvereffeningsstromen kunnen worden verwacht, bijvoorbeeld in buiten opgestelde installaties, moet de afscherming van het centrale aardpunt worden gescheiden. Wanneer twee of meerdere systeemcomponenten in een CAN-busnetwerk zijn opgenomen, moet op het eerste en het laatste instrument een afsluitweerstand 120 Ω worden aangesloten! Fig. 13, fig. 14 Per CAN-busnetwerk mag slechts één waterstandbegrenzing worden toegepast. Het CAN-netwerk mag tijdens bedrijf met één of meerdere systeemcomponenten niet worden onderbroken! Bij de onderbreking wordt het veiligheidscircuit geopend! Voordat de CAN-buskabel van de klemmenstrook wordt losgemaakt, moeten alle aangesloten systeemcomponenten uit bedrijf worden genomen! 17
Elektrische aansluiting CAN-Bus-voedingsspanning Voorwaarde voor het storingsvrije bedrijf van een CAN-bussysteem is voldoende voedingsspanning voor alle businstrumenten. Controleer aan de hand van de volgende tabel de voedingsspanning van uw bussysteem. Besturingen met voedingsspanning Sensor, transmitter, stuureenheden, bedienings- en visualisatie-instrument URB 1 Aantal vermogensspecificatie per x = Totaal instrument x 6 W = W Data hier invullen! Totaal 1 = W Opgenomen vermogen per Aantal x = Totaal instrument x 3 W = W Bedienings- en visualisatieinstrument URB 2 x 5 W = W Data hier invullen! Totaal 2 = W Wanneer het totaal 2 groter is dan totaal 1, moet de CAN-bus door een afzonderlijke, gestabiliseerde veiligheidsvoeding (bijv. SITOP smart, 24 V, 2,5 A) met 24 V DC worden gevoed. De voeding moet ten opzichte van aanrakingsgevaarlijke spanningen een scheiding hebben, die minimaal aan de eisen voor dubbele of verbeterde isolatie conform DIN EN 50178 of DIN 61010-1 of DIN EN 60730-1 of DIN EN 60950 voldoet (veilige scheiding). De voeding moet met een overstroombeveiliging worden gezekerd conform DIN EN 61010-1. Opgelet Basisinstellingen Wanneer een veiligheidsvoeding (bijv. SITOP smart, 24 V, 2,5 A) voor de voedingsspanning van de CAN-bus wordt toegepast, mag geen voedingsspanning van de klemmen 1 en 5 van de GESTRA-besturingen worden afgenomen! 18 Buskabel Alle apparaatgroepen (niveau, geleidbaarheid) zijn via een CAN-bus onderling verbonden. De dataoverdracht tussen de apparaatgroepen wordt uitgevoerd gebruik makend van het protocol CANopen. Alle apparaten hebben een elektronisch "adres" de "Node ID" gekregen. De stuurkabel is bedoeld voor de voedingsspanning en als "datasnelweg", via welke informatie met hoge snelheid in beide richtingen wordt overgedragen. Het CAN-adres (Node-ID) kan in het bereik 1-123 worden gekozen. Wanneer meerdere gelijksoortige systemen via het CAN-bus netwerk moeten communiceren, dan moet aan ieder systeem (bijv. regelaar) een Node-ID worden toegekend. Wanneer de kabellengte van de CAN-buskabel meer is dan 125 meter, moet de schakelaarstand op de codeerschakelaar c worden gewijzigd! Let hiervoor op de schakelaarstanden onder Basisinstelling / schakelaarstanden. SITOP smart is een handelsmerk van Siemens AG, München
Basisinstellingen Node-ID Waterstandbegrenzer NRS 1-40 NRG 16-40 (1) NRG 16-40 (2) Reserve Reserve X X + 1 X + 2 X + 3 X + 4 1 2 3 Fabrieksinstelling Veiligheidssysteem voor stoomketel met oververhitter NRS 1-40.1 NRG 16-40 (1) NRG 16-40 (2) TRV 5-40 Begrenzer 4 X X + 1 X + 2 X + 3 X + 4 1 2 3 4 Fabrieksinstelling Veiligheidssysteem (bijv. heetwatervoorziening) NRS 1-40.1 NRG 16-40 (1) NRG 16-40 (2) Begrenzer 3 Begrenzer 4 X X + 1 X + 2 X + 3 X + 4 1 2 Fabrieksinstelling Veiligheidssysteem (bijv. heetwatervoorziening) NRS 1-40.2 TRV 5-40 (1) TRV 5-40 (2) Begrenzer 3 Begrenzer 4 X X + 1 X + 2 X + 3 X + 4 6 7 8 9 10 Fabrieksinstelling TRS 5-40 (1) TRS 5-40 (2) X + 1 + 90 X + 2 + 90 97 98 Hoogniveau-alarm NRS 1-41 NRG 16-41 Reserve Reserve Reserve X X + 1 X + 2 X + 3 X + 4 6 7 8 9 10 Fabrieksinstelling Andere componenten SRL 40 X = (sensor WB // HW) + 2 Fabrieksinstelling ORT 6 98 Fabrieksinstelling Interval-niveauregeling Reserve NRS 1-42 NRG 16-42 X 1 X X + 1 19 20 21 Fabrieksinstelling Continue niveauregeling URZ 40 NRS 2-40 NRR 2-40 NRG 26-40 Reserve X 2 X 1 X X + 1 X + 2 38 39 40 41 42 Fabrieksinstelling Automatische spuiregeling EF 1-40 Reserve LRR 1-40 LRG 1-4... Reserve X 2 X 1 X X + 1 X + 2 48 49 50 51 52 Fabrieksinstelling Bedieningseenheid URB 1, URB 2 60 Fabrieksinstelling 19
Basisinstellingen Fabrieksinstelling De niveauelektrode wordt af fabriek geleverd met de volgende instellingen: Baudrate: 250 kb/s Demping niveauregelaar: 19 sec. Node-ID: 041 Node-ID bepalen / wijzigen Wanneer meerdere gelijksoortige systemen via het CAN-bus netwerk moeten communiceren, dan moet aan ieder systeem (bijv. regelaar) een Node-ID worden toegekend. 1. Schroeven = losmaken en uitschroeven, behuizingsdeksel a afnemen. 2. Schakelaarposities van de codeerschakelaar c zoals gewenst verstellen. Let s.v.p. op het instelschema op blz. 19. 3. Behuizingsdeksel a plaatsen en met schroeven = monteren. Opgelet Wij adviseren, de CAN-businstrumenten met GESTRA-fabrieksinstellingen in bedrijf te nemen. In het CAN-busnetwerk mogen geen dubbele Node-ID's worden toegekend! 20
Basisinstellingen Schakelaarstanden c ON 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 ON 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 c Node-ID 41 S1 ON 1 S2 OFF 2 S3 OFF 4 S4 ON 8 S5 OFF 16 S6 ON 32 S7 OFF 64 Fig. 16 (fabrieksinstelling) Node-ID 71 S1 ON 1 S2 ON 2 S3 ON 4 S4 OFF 8 S5 OFF 16 S6 OFF 32 S7 ON 64 Fig. 17 (voorbeeld) S8 S9 S0 Baudrate Kabellengte OFF ON OFF 250 kbit/s 125 m ON ON OFF 125 kbit/s 250 m OFF ON ON 100 kbit/s 335 m ON ON ON 50 kbit/s 500 m OFF ON ON 20 kbit/s 1000 m ON ON ON 10 kbit/s 1000 m Fig. 18 (fabrieksinstelling 250 kbit/s) 21
Inbedrijfname Voedingsspanning inschakelen Controleer of de NRG 26-40 met de bijbehorende niveauschakelaar NRS 2-40 resp. de niveauregelaar NRR 2-40 conform het aansluitschema is bedraad. Fig. 11, 12 + 15 Schakel de voedingsspanning voor de niveauschakelaar NRS 2-40 resp. voor de niveauregelaar NRR 2-40 in. Meetbereik instellen Het meetbereik van de niveauelektrode NRG 26-40 kan alleen op de niveauschakelaars NRS 2-40 en NRR 2-40 en op het bedienings- en aanwijsinstrument URB worden ingesteld. Houdt de gebruiksaanwijzingen van de instrumenten aan! Opmerking n Wanneer de meetpunten van de elektrode in koude toestand ingesteld worden, verschuiven de meetpunten bij warmte-inwerking vanwege de lengte-uitzetting van de elektrodestaaf. Een correctie van de instellingen is noodzakelijk. 22
Bedrijf Demping van de niveauregelaar instellen Wanneer er tijdens bedrijf kortstondige, sterke niveauvariaties ontstaan, dan moet de demping van het niveausignaal worden veranderd. Af fabriek is een demping van 19 seconden ingesteld. 1. Schroeven = losmaken en uitschroeven, behuizingsdeksel a afnemen. 2. Ingestelde Node ID en Baudrate noteren. CAN-Bus-stekker lostrekken. 3. Codeerschakelaar c S 1 op ON schakelen, S 2 tot S 7 op OFF. S 1 S 2 S 3 S 4 S 5 S 6 S 7 ON OFF OFF OFF OFF OFF OFF 4. Gewenste demping op de codeerschakelaars S8 t/m S10 instellen. S 8 S 9 S 10 Demping [s] OFF OFF OFF 3 ON OFF OFF 5 OFF ON OFF 7 ON ON OFF 9 OFF OFF ON 15 ON OFF ON 19*) OFF ON ON 25 ON ON ON 29 *) Fabrieksinstelling 5. CAN-Bus-stekker weer aansluiten. Groene LED 1 brandt: overnemen van de nieuwe demping succesvol afgerond. Rode LED 2 brandt: Nieuwe demping werd niet overgenomen. Instelling herhalen of elektronica vervangen. 6. CAN-Bus-stekker lostrekken. Oorspronkelijke Node ID en baudrate weer instellen. CAN-Bus-stekker weer aansluiten. De niveauelektrode NRG 26-40 werkt nu met de nieuwe demping. 7. Behuizingsdeksel a plaatsen en met schroeven = monteren. 23
Storingsindicatie en oplossingen Weergave, diagnose en oplossing Opgelet Voor de storingsdiagnose a.u.b. het volgende controleren: Voedingsspanning: Wordt de niveauelektrode gevoed met de netspanning zoals vermeld op de typeplaat? Bedrading: Komt de bedrading overeen met het aansluitschema? Fout Storingsmeldingen Het instrument werkt onnauwkeurig Oplossing De niveauelektrode is zonder beschermbuis ingebouwd. De beschermbuis is als tegenelektrode nodig. Het compensatiegat in de beschermbuis ontbreekt, is verstopt of is overstroomd. Afsluitventielen van de externe meetfles gesloten (optie). De gewenste meetbereikaanvangswaarde onder ligt buiten het meetbereik van de niveauelektrode. De niveauelektrode is te kort. Instelling meetbereik verkeerd. De elektrodestaaf is door aangroei sterk vervuild. Beschermbuis inbouwen. Beschermbuis controleren resp. van compensatiegat voorzien. Afsluitventielen openen. Niveauelektrode met voldoende inbouwlengte inbouwen. Instelling meetbereik op niveauschakelaar NRS 2-40 NRR 2-40 controleren. Niveauelektrode demonteren en staaf met vochtige doek reinigen. Niveauschakelaar NRS 2-40, NRR 2-40 signaleert MIN- of MAX-alarm, ondanks dat het niveau zich binnen het meetbereik bevindt. Niveauelektrode is defect. Niveauelektrode vervangen. De niveauelektrode reageert te traag op de niveauverandering Demping corrigeren 24
Storingsindicatie en oplossingen Weergave, diagnose en oplossing Fout Voedingsspanning uitgevallen De temperatuurzekering is aangesproken. Op de niveauschakelaar NRS 2-40 NRR 2-40 knipperen langzaam LED 1-4 De massaverbinding naar de tank is onderbroken. Elektronicamodule defect Het instrument werkt niet Oplossing Voedingsspanning inschakelen. Alle elektrische aansluitingen controleren. Controleer de omgevingstemperatuur. De omgevingstemperatuur mag niet hoger dan 70 C zijn. Afdichtende oppervlakken reinigen en niveauelektrode met metalen afdichtingring 27 x 32, vorm D, DIN 7603, 1.4301, blankgegloeid, inschroeven. Elektrode niet met hennep of PTFE-band afdichten Elektronicamodule vervangen. Opgelet n Houd de handleidingen van de niveauschakelaars NRS 2-40 en NRR 2-40 aan en het aanwijs- en bedieningsinstrument URB voor aanvullende foutdiagnose. Overige instructies Maatregelen tegen hoogfrequente storingen Hoogfrequente storingen ontstaan, bijv. door niet fasesynchrone schakelingen. Wanneer dergelijke storingen optreden en ontstaat sporadisch uitval, dan adviseren wij de volgende ontstoringsmaatregelen: n Inductieve verbruikers moeten conform de specificaties van de leverancier worden ontstoord (RC-combinatie). n Installeer de stuurkabel gescheiden van krachtstroomkabels. n Afstanden tot storende verbruikers vergroten. n Controleer de aansluiting van de afscherming op het centrale aardingspunt (ZEP) in de schakelkast. n HF-ontstoring door klapschaalferrietring. 25
Onderhoud Veiligheidsinstructies Het apparaat mag alleen door geschikt en opgeleid personeel worden gemonteerd en in bedrijf worden genomen. Onderhouds- en ombouwwerkzaamheden mogen alleen door geautoriseerde personen worden uitgevoerd, die daarvoor speciaal zijn opgeleid. Gevaar Bij het losmaken van de niveauelektrode kan damp of heet water vrijkomen! Zware verbrandingen over het gehele lichaam zijn mogelijk! Demonteer de niveauelektrode alleen bij 0 bar keteldruk! De niveauelektrode is tijdens bedrijf heet! Zware verbrandingen aan armen en handen zijn mogelijk. Montage- of onderhoudswerkzaamheden alleen in koude toestand uitvoeren! Reinigen van de elektrodestaaf Het instrument mag alleen door gekwalificeerde vaktechnici worden in- en uitgebouwd. Houdt de instructies in hoofdstuk "Inbouw" op bladzijde 11 aan. Voor het reinigen van de elektrodestaaf moet de niveauelektrode uit bedrijf worden genomen en worden gedemonteerd. Reinig de elektrodestaaf met een vochtige doek. Niveauelektrode demonteren en afvoeren Niveauelektrode NRG 26..-40 demonteren en afvoeren 1. Voedingsspanning uitschakelen. 2. Sensorstekker en sensorbus b losmaken, aftrekken en met elkaar verbinden. Het CAN-netwerk mag tijdens bedrijf met één of meerdere systeemcomponenten niet worden onderbroken! Bij de onderbreking wordt het veiligheidscircuit geopend! 4. Niveauelektrode demonteren. Bij het afvoeren van de niveauelektrode moeten de wettelijke voorschriften worden aangehouden. Indien er storingen of fouten optreden, die met deze gebruiksaanwijzing niet kunnen worden opgelost, neem dan contact op met onze technische service-afdeling. 26
Notities 27
GESTRA Wereldwijde vertegenwoordigingen vindt u onder: www.gestra.de Belgium MRC Transmark n.v. Bredastraat 129/133 B-2060 Antwerpen Tel. 0032 3 / 2 05 13 20 Fax 0032 3 / 2 32 84 34 E-Mail belgium@mrctransmark.com Web www.mrctransmark.com Netherland MRC Transmark b.v. Spectrumlaan 7-9 NL - 2665 NM Bleiswijk Tel. 00 31 88 1414 222 E-Mail netherlands@mrcglobal.com Web www.mrcglobal.com GESTRA AG Postbus 10 54 60, D-28054 Bremen Münchener Str. 77, D-28215 Bremen Tel. 0049 (0) 421 35 03-0 Fax 0049 (0) 421 35 03-393 E-mail gestra.ag@flowserve.com Web www.gestra.de 818491-04/05-2015csa (808457-07) GESTRA AG Bremen Printed in Germany 28