Modulerende HydroPower geisers met waterturbine

Vergelijkbare documenten
Modulerende HydroPower geisers voorzien van een elektronische ontsteking via waterturbine

Modulerende solargeiser

Gebruiksaanwijzing. Geisers. Met Thermische Terugslag Beveiliging (TTB) W KD PT

Modulerende geisers WR KD0..P.. WR KD0..P.. WR KD0..P.. lnstallatievoorschrift VOOR UW VEILIGHEID. Bij gaslucht:

Geisers Met Thermische Terugslag Beveiliging (TTB)

Keukengeisers W 125 K..TZ1 W 125..TZ1 W 135 K..TZ1 W 135..TZ1. lnstallatievoorschrift

Modulerende geisers met ventilator Elektronische ontsteking en vlambeveiliging

HSF EcoMechanic Compact

Bewaar deze handleiding bij de afleverset

Modulerende geisers met ventilator

montage instructie & gebruikshandleiding

Installatie-instructie voor de installateur

montage instructie & gebruikshandleiding

BAMBINO 70T BAMBINO 46T

Quattro-fire Gasblokken

Nefit geiser F2555HE-N F3255HE-N F4055HE-N

Bedieningsvoorschriften

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan

Big Fire Gasblokken. Big-fire 400. Big-fire 570. Big-fire 730. Big-fire 750. Big-fire Big-fire Big-fire 570 Propaan. Big-fire 750 Propaan

Gebruiksaanwijzing. Gasbranders Gasbrander zonder vlambeveiliging Gasbranders met vlambeveiliging.

Bedieningsvoorschriften

Geisers / /

Geachte klant, de specifieke gasketel Logano G234X TH van Buderus werd volgens de laatste technologische ontwikkelingen en de meest recente veiligheid

Gasblokkenvuur serie - handbediening. Installatievoorschrift Gebruiksaanwijzing

Nefit Economy cv-boilers

Nefit geiser F2555-N F3255-N F4055-N

Nefit ventilatorgeiser F2500 VE-N F3300 VE-N NL ( ) SM

Gebruikers- en installatie handleiding GVK 5 DL GVK 7 DL GVK 3 GVK 5 GVK 7. Laat deze instructies als handleiding achter bij het toestel

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

F2555HE-N F3255HE-N F4055HE-N

Gebruikers- en installatie- handleiding SUNWOOD MARINO. Propaan

Nefit ventilatorgeiser

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Bedieningsvoorschrift

Gebruikersinstructie. Nefit ventilatorgeiser (2017/05) NL F2500 VE-N F3300 VE-N

ABSORPTIE KOELKAST MODEL FA60G 12 V - 220/230 V - Flessengas GEBRUIKSAANWIJZING

Gebruiksaanwijzing. Nefit geiser (2017/03) NL F2555HE-N F3255HE-N F4055HE-N

Geisers / /

F2555-N F3255-N F4055-N

Bosch VRC. s.v.p. volledig invullen! Gaswandketel BOSCH VRC s.v.p. volledig invullen! XXX XXXX XXX XXXX. Bedieningsvoorschrift.

Celsius WT 10 AM1 E/ WT 13 AM1 E. Gebruikersinstructie (2015/04) NL

Geiser GWH11 COH... / GWH14 COH... / GWH18 COH... gebruiksaanwijzing (2015/04) NL

F2555HE-N F3255HE-N F4055HE-N

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

Voor de installateur. Installatie- en bedieningsvoorschrift. Gasgeiser F JS (2015/09) NL

INSTALLATIE- EN BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN

Rolkachel infrarood Chauffage mobile infrarouge Gasheizung Mobil infrarot Mobile gasheater infrared. Model: GRT-508

Installatie.- en gebruiksaanwijzing ALP HA Harmonia: open toestel AARDGAS voor Nederland ( versie )

SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS

Geiser GWH11 COH... / GWH14 COH... / GWH18 COH... Installatie- en gebruiksaanwijzing (2015/04) NL

Gaswandketel. Bosch HRC O. Bosch 26 HRC Bosch 30 HRC Bosch 35 HRC Bosch 42 HRC NL (2006/01) OSW

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Bosch EBU boilers, indirect gestookte boilers EBU 80-1 EBU EBU 200-1

Installatie-instructie. Nefit geiser

HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN INSTALLATIE. Vaillant Geyser MAG NL 9/1 OZ-DG met Atmosfeerbeveiliging

FLUENDO CF P. GAS-BADGEISER Uitvoering voor aansluiting op enn schouwafvoer. Installatie- en gebruiksoorschriften. Inhoud: Beschrijving:

Geiser GWH11 COP... / GWH14 COP... / GWH18 COP... gebruiksaanwijzing (2015/04) NL

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN INSTALLATIE

Installatie- en gebruikersinstructie

TechGrow CO 2 -generator (Aardgas) HANDLEIDING. Uitgifte datum:

GEBRUIKSAANWIJZING WAND AFZUIGKAPPEN

Installatievoorschrift en Gebruikershandleiding FOX. Bewaar dit document zorgvuldig DRU VERWARMING B.V. HOLLAND

Installatievoorschriften

/2000 BE (NL)

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

HOOFDVRIJE AFZUIGKAPPEN

storingssleutel MAG juli 2009:storingssleutel MAG juli Storingssleutel MAG Geysers

425GA 425GAP 725GA 725GAP BE

Nefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm

Universele Werklamp GT-AL-02

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

Dia mkii installatie. Benodigde materialen en gereedschappen. min x x45 0 min. 850

Gebruiks- en montage instructies VERWARMINGSTOESTEL

Geiser GWH11 COH... / GWH14 COH... / GWH18 COH... Installatie- en gebruiksaanwijzing (2010/01) NL

Gebruiksaanwijzing elektrische sfeerhaard

Cerapur TOP 30-3 ZWB TOP 30/42-3 ZWB TOP 28-3 ZSB TOP 42 ZB. condensatieketels met gestuwde afvoer

Gasblokkenvuur. RF - E serie : electronic. Installatievoorschrift Gebruiksaanwijzing

Onderdelenboek. Geisers

Gasblokkenvuur. RF - TT - Tiptronic. Installatievoorschrift Gebruiksaanwijzing

Gasdiafragma vervangen

Gebruikers- en montagehandleiding Pijpdakventilator MPV

GEBRUIKERSHANDLEIDING

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: voor de vakman

Erratablad Comfort Classic

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming

Instructies voor het gebruik van de geiser

Gas-warmwaterbron WR8..P... WR11..P... Installatie- bedieningshandleiding. Voor uw veiligheid:

HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN INSTALLATIE. Vaillant Geyser MAG NL 9/2 XZ met VATO en TTB

HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN INSTALLATIE. Vaillant Geyser MAG Premium Turbo NL 19/2 MAG Premium Turbo NL 24/2

Alfamix (wasmachines) Handleiding

HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN INSTALLATIE. Vaillant Geyser MAG premium NL 19/2-24/2 XIP

HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN INSTALLATIE

* /1 * /1 * x40

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type type Type A type A Type B type B

The Tube Installatie- en gebruikersvoorschrift

Montage handleiding Broilfire 4 Poot powerfire/gas komfoor 4p-01p

Transcriptie:

Installatievoorschrift Modulerende HydroPower geisers met waterturbine WR 275-7 K.. G... WR 350-7 K.. G... WR 440-7 K.. G... 6 720 606 240 NL (03.09) AL VOOR UW VEILIGHEID Bij gaslucht: 1. Sluit de gaskraan 2. Ramen openen 3. Geen elektriciteitsschakelaars gebruiken 4. Open vuur doven 5. Direkt energiebedrijf, erkend gastechnisch installateur waarschuwen Plaats en gebruik geen licht ontvlambare materialen en vloeistoffen in de nabijheid van het toestel. - Montage van het toestel dient door een erkend installateur te geschieden. - Voor het juist functioneren van het toestel, de aanwijzingen in het installatievoorschrift opvolgen. - Dit installatievoorschrift aan de gebruiker overhandigen en de werking en het gebruik van het toestel nader toelichten. - Zijn aandacht vestigen op het feit dat in geen geval de openingen voor de aanvoer van verse lucht of voor de afvoer van verbrandings gassen belemmerd mogen worden. - Voor een juist functioneren van het toestel, dient het onderhoud regelmatig door een erkend installateur te worden verricht.

Inhoud blz. Voor uw veiligheid 1. Toestelgegevens...3 1.1 Toestelbeschrijving... 3 1.2 Typeoverzicht... 3 1.3 Levering... 3 1.4 Aansluitingen en afmetingen... 4 1.5 Schema en functies... 5 1.6 Elektrische bedrading... 6 1.7 Technische gegevens... 7 2. Opstellingen...8 3. Voorschriften...8 4. Installatie...9 5. Gasinstelling...10 5.1 Gasinstelling... 10 5.2 Branderdrukmethode... 10 5.3 Volumetrische instelmethode... 11 5.4 Instelling van het toestel via temperatuurverhoging. 11 6. Ombouw op propaan...11 7. Inbedrijfstelling en bediening...12 8. Storingen en oplossingen...14 9. Controle en onderhoud...14 10. Belangrijke gegevens...16 11. Garantie...16 Bij gaslucht: B Sluit de gasstopkraan. B Ramen openen. B Geen elektriciteitsschakelaars gebruiken. B Open vuur doven. B Direct energiebedrijf, erkend gastechnisch installateur waarschuwen Bij rookgaslucht: B Toestel buiten bedrijf stellen. B Ramen en deuren openen. B Erkend gastechnisch installateur waarschuwen. Opstelling, wijzigingen B Toestel alleen door een erkend installateur laten monteren c. q. ombouwen. B Rookgasafvoer voerende delen mogen niet veranderd worden. B Montage van rookgas afvoertraject dient volgens B 11 te geschieden. Be- en ontluchtingsopeningen in deuren, ramen en muren mogen niet afgesloten worden. Bij kierdichte ramen dient de verbrandingslucht zeker gesteld te worden. Onderhoud B Aanbeveling voor de gebruiker: wij raden u aan een onderhoudscontract met uw installateur af te sluiten. Een jaarlijkse controle c. q. onderhoudsbeurt is aan te bevelen. B De gebruiker is verantwoordelijk voor het milieu en de veiligheid van de installatie. B Alleen originele onderdelen monteren! Explosieve en licht-ontvlambare materialen B Plaats en gebruik geen licht-ontvlambare materialen (papier, oplosmiddelen, verf enz.) in de nabijheid van het toestel. Verbrandings/ruimte lucht B Om corrosie te vermijden, dient de verbrandingslucht vrij te zijn van agressieve stoffen (sterk corrosiebevorderende stoffen zijn halogeenkoolwaterstoffen die chloor en fluorverbindingen bevatten). Belangrijke opmerkingen: Werking HDG (HydroPower) De HDG-turbine bevindt zich tussen het waterdeel en het binnenwerk. Het water door de HDG drijft een elektrische generator aan. Deze geeft spanning aan de ontsteekunit. Deze spanning ligt tussen 1,1 en 1,7 V DC. Ontkalking Enkel het binnenwerk zelf mag ontkalkt worden omdat de ontkalkingsproducten de HDG en onderdelen in het waterdeel kunnen beschadigen. Vorst Bij vorstgevaar dient u het toestel uit te schakelen en af te tappen. Het uitzetten van het water kan het toestel beschadigen. 2 6 720 606 240

1. Toestelgegevens 1.2 Typeoverzicht Toestel WR 275/350/440-7 K.G. W R 275-7 K D 0 G 5 S0790 Prod.-ID-Nr. CE 0064 AR 159 Categorie Rookgas afvoertrajekt De Bosch toestellen dragen een Gaskeur/CW-label. Dit is een prestatielabel dat aangeeft dat het toestel bij de bereiding van warm water voldoet aan een aantal specifieke eisen met betrekking tot doelmatigheid en comfort. 1.1 Toestelbeschrijving II 2L3B/P B 11BS - Warmwaterdoorstroomtoestellen met ontsteking via waterturbine (geen elektrische aansluiting) W R 350-7 K D 0 G 5 S0790 W R 440-7 K D 0 G 5 S0790 W Geiser R Modulerende werking 275 Nominaal vermogen (kcal/min) -7 Toestel generatie K Schoorsteen aansluiting D Gasinstelschroef 0 Zonder tapkranen G Elektronische ontsteking via waterturbine (generator) 5 Aardgas S0790 Holland uitvoering 1.3 Levering - Levering op afstandsbediening, om te bouwen op gelijk tappen d.m.v. toebehoren 434 (best. nr. 7 709 000 406) en een uitloop (beide niet bijgeleverd) - S. koppeling warmwateraansluiting / S. koppeling waterstopkraan koudwater - Bevestigingsmateriaal - Ionisatiebeveiliging - Schoorsteenaansluiting - Hydrogenerator (waterturbine) voor elektrische spanning - Modulerende werking - Uitgerust met thermische terugslagbeveiliging (T.T.B.) - Oververhittingbeveiliging - Geschikt voor gebruik van thermostatische en eenhendelmengkranen - Zowel voor klein als groot warmwaterdebiet en lagedrukinstallaties - Waakvlam brandt alleen tijdens het ontsteken bij het tappen van warmwater - Millieuvriendelijk binnenwerk - Groene LED voor werkingscontrole brander - Rode LED voor storingsmelding 6 720 606 240 3

1.4 Aansluitingen en afmetingen D085_091 Afmetingen A B C D(Ø) E F G H(Ø) L (mm) WR 275-7 KG 360 680 228 110 526 60 25 1/2" 92 WR 350-7 KG 400 755 228 130 565 95 30 3/4" 92 WR 440-7 KG 460 755 334 130 595 65 30 3/4" 92 1 Mantel 2 Ophangpunten 3 Temperatuurkiezer 3.1 Schroefhuls 4 Gasaansluiting 5 Schoorsteenaansluiting 6 Trekonderbreker 7 Binnenwerk 8 Gasdeel 9 Ontsteekunit 10 Waterdeel 11 LED storingsmelding rode controle lamp 12 LED werkingscontrole groene controle lamp 13 Warmwateraansluiting Ø 1/2 14 Koudwateraansluiting Ø 1/2 117 Meetnippel gasvoordruk Afb. 2 4 6 720 606 240

1.5 Schema en functies Afb. 3 Schema van het toestel op aardgas 1 Waakvlambrander 2 Ontstekingselektrode 3 Ionisatie-elektrode 4 Binnenwerk 5 Brander 6 Spuitstuk 7 Drukmeetnippel 8 Waterturbine 9 Instelschroef (aardgas) 10 Gasklep 11 Gasmembraan 12 Waakvlamgasklep 13 Servo gasventiel 14 Stuurklep 15 Gaszeef 16 Langzaam ontstekingsventiel 17 Aftapschroef 18 Gasvoordrukmeetnippel 19 Gasaansluiting 20 Venturi 21 Correctieschroef temperatuur 22 Temperatuurkiezer 23 Schakelaar 24 Waterhoeveelheidsregelaar 25 Afdekschroef 26 Waterzeef 27 Watermembraan 28 Koudwateraansluiting 29 Warmwateraansluiting 30 Waterdeel 31 Ontsteekunit 32 Gasventiel (aardgas) 33 Waakvlampijp 34 Temperatuurbegrenzer 35 Rookgasbeveiliging (T.T.B.) 36 Gasventiel (propaan) 37 Diafragma (propaan) 6 720 606 240 5

1.6 Elektrische bedrading E085_029 Afb. 4 1 - Stuurklep 2 - Servo gasventiel 3 - Waakvlamgasklep 4 - Ionisatie-elektrode 5 - Ontstekingselektrode 6 - Rookgasbeveiliging (T.T.B.) 7 - Temperatuurbegrenzer 8 - Ontsteekunit 9 - Waterturbine 10 - Onderbreker 11 - LED werkingscontrole groene controle lamp 12 - LED storingsmelding rode controle lamp 6 6 720 606 240

1.7 Technische gegevens WR 275-7 WR 350-7 WR 440-7 Nominaal vermogen kw 19,2 24,4 31,0 Minimaal vermogen kw 7,0 7,0 7,0 Regelbereik kw 7,0 19,2 7,0 24,4 7,0 31,0 Nominale belasting kw 21,8 27,9 35,2 Minimale belasting kw 8,1 8,1 8,1 Gasaansluitvoordruk Aardgas mbar 20-30 20-30 20-30 Propaangas mbar 25-35 25-35 25-35 Gasaansluitwaarde Aardgas G 25 *) (H UB = 8,3 kwh/m 3 ) m 3 /h 2,6 3,4 4,2 Propaan (H UB = 30,2 kwh/m 3 ) kg/h 1,75 2,25 2,75 Branderdruk (nominale belasting) Aardgas mbar 7,3 8,6 8,4 Propaan/butaan mbar 26,5 28,0 28,0 Spuitstukken Aardgas hoofdbrander/aantal Ø mm 1,45 / 12 1,45 /14 1,45 / 18 Inspuitercode 146 146 146 Propaan/butaan hoofdbrander/aantal Ø mm 0,72 / 12 0,75 / 14 0,74 / 18 Inspuitercode 72 75 74 Gashoeveelheid (nominale belasting) Aardgas l/min 45 57 72 Waterdrukverlies van het toestel bij Temperatuurkiezer LINKS om tegen de aanslag Uitstroomhoeveelheidng 4l/min bar 0,45 0,45 0,45 Uitstroomhoeveelheidng 11 l/min bar 1,0 - - Uitstroomhoeveelheidng 14 l/min bar - 1,4 - Uitstroomhoeveelheidng 17,6 l/min bar - - 1,7 Temperatuurkiezer RECHTS om tegen de aanslag Uitstroomhoeveelheidng 2l/min bar 0,35 0,35 0,45 Uitstroomhoeveelheidng 5,5 l/min bar 0,55 - - Uitstroomhoeveelheidng 7 l/min bar - 0,65 - Uitstroomhoeveelheidng 8,8 l/min bar - - 0,8 Max. waterdruk bar 12 12 12 Waterhoeveelheid bij T 50 K l/min 2 5,5 2 7,0 2 8,8 Waterhoeveelheid bij T 25 K l/min 4 11 4 14 4 17,6 Type rookgasafvoer B 11BS ** B 11BS ** B 11BS ** Minimale schoorsteentrek mbar 0,015 0,015 0,015 Rookgasvolumestroom bij nominaal vermogen kg/h 47 61 79 Rookgastemperatuur bij nominaal vermogen C 160 170 180 *) slochteren, 15 C, 1013 mbar, droog De som van bovenstaande drukverliezen en de daarbij bijhorende drukverliezen in leidingen en appendages en hoogte verschillen moet kleiner zijn dan de beschikbare minimum watervoordruk. Is dit niet het geval, dan zal de modulerende geiser automatisch de warmwatercapaciteit dienovereenkomstig aanpassen. De modulerende geiser voldoet aan de Europese Norm EN 26, kategorie II 2HL3B/P. **) B 11BS = Toestel met schoorsteenaansluiting, voorzien van een T.T.B. Dit toestel aan de hand van de voorgeschreven richtlijnen zorgvuldig installeren. De toestellen zijn gekeurd op basis van de CE-normen en worden vanuit de fabriek ingeregeld en verzegeld. 6 720 606 240 7

2. Opstellingen Algemeen Dit toestel dient door een erkend installateur te worden geplaatst. Hij dient zich te houden aan de geldende landelijke en plaatselijke voorschriften met name GAVO NEN 1078. In geval van twijfel dient hij zich te informeren bij de officiële instanties. Voor het monteren van het toestel de mantel demonteren: - temperatuurkiezerknop naar voren eraf halen, - huls losdraaien, - de mantel van onder naar voor trekken en vervolgens oplichten. Belangrijk Het toestel waterpas hangen. Let op de volgende minimumafstanden aanhouden: B tussen toestel en plafond minimum 30 cm B onder het toestel minimum 30 cm B rondom het toestel minimum 10 cm. De modulerende geiser vorstvrij, in de buurt van schoorsteen of afvoer monteren. Ruimten met agressieve dampen of z.g. drijfgassen onder geen voorwaarde benutten. (voor dergelijke gevallen de BOSCH ventilator geiser toepassen) Ter voorkoming van corrosie dient er op te worden gelet, dat de verbrandingslucht vrij is van agressieve stoffen. Corrosie bevorderende stoffen zijn halogeenkoolwaterstof (b.v. chloor en fluor) die in oplosmiddelen, verf, lijm, drijfgassen en diverse huishoudelijke schoonmaakmiddelen enz. voorkomen. Indien noodzakelijk dienen hiertegen voorzorgsmaatregelen genomen te worden. In geen geval het toestel tegen een wand uit brandbaar materiaal plaatsen. Brandbare stoffen moeten brandwerend bekleed zijn. De maximale temperatuur van de buitenmantel ligt onder de 85 C, zodat er behalve voor omkastingen (zie afb. 5) geen speciale voorzorgsmaatregelen genomen moeten worden. Installatie in een kast Bij opstelling in een kast met deur moeten maten als op afb. 5 weergegeven, worden aangehouden. Worden de openingen met een sierstrip afgedekt, dan de openingen vergroten tot 600 cm² vije doortocht per opening. Bevestiging van het toestel Hang het toestel op met de twee ophanghaken zoals aangeduid in afb. 2. Toestel aansluiten met de bijgeleverde toebehoren. 3. Voorschriften Voor de BOSCH geisers, zijn de navolgende voorschriften van toepassing: B GAVO NEN 1078 (voorschriften voor aardgasinstallaties) B NPR 3378 (toelichting bij NEN 1078) B NEN 2757 (toevoer verbrandingslucht en afvoer van rookgassen van verbranding toestellen) B AVWI NEN 1006 (waterinstallaties) B diverse landelijke en plaatselijk geldende voorschriften. G767_165 Afb. 5 8 6 720 606 240

4. Installatie Hydraulische aansluiting De aansluiting gebeurt d.m.v. de bijgeleverde toebehoren. Voor het toestel aan te sluiten, controleren of de waterzeef (afb. 3 nr. 26) in de koudwateraansluiting van het toestel gemonteerd is. Waterleiding Leiding diameter Ø ½ (lage druk Ø ¾ ). Leidingen goed doorspoelen. Koudwater rechts ingaande pijl. Warmwater links uitgaande pijl. Bij toepassing van kunststofleidingen dient bij de toestelaansluiting zowel koud- als warmwaterzijdig een metalen leiding van tenminste 1,5 m lengte worden aangebracht. Waterleiding drukverliezen Vernauwingen, vooral fittingen en appendages met zeer kleine doorlaat, vermijden. De modulerende geiser heeft immers een grote tapsnelheid (zie technische gegevens). Thermostatisch gestuurde mengkranen en eenhendelmengkranen kunnen worden toegepast. De waterhoeveelheid hoeft niet ingesteld te worden. De toestellen zijn voorzien van een automatische waterhoeveelheidsregelaar. gebruiker overhandigen. B Door lucht in de gasleiding is het mogelijk dat de brander na 30 tot 40 sec. ontsteken nog niet brandt. In dit geval de warmwaterkraan dichtdraaien en opnieuw openen. De ontstekingsprocedure herhaalt zich. Controleer de rookgasafvoerbeveiliging (TTB) op het goed functioneren en volg de instucties zoals beschreven in hoofdstuk Onderhoud. Gasaansluiting Diameter van de gasleiding volgens GAVO NEN 1078 bepalen. Giveg goed gekeurde gasstopkraan aanbrengen. Gasleiding moet inwendig schoon zijn. Rookgasafvoer Zie GAVO NEN 1078. De afvoerleiding, alvorens een bochtstuk te gebruiken, eerst zoveel mogelijk vertikaal boven het toestel aanbrengen. (minimal 0,5 m) Voorzie het toestel van een afvoerleiding voor rookgassen, Ø 110 mm voor WR 275-7 KG en Ø 130 mm voor WR 350-7 KG en WR 440-7 KG. De trek van de schoorsteen moet voldoende zijn. (ideaal 0,1 mbar onderdruk bij nominaal vermogen). Belangrijk Indien de afvoer dwars door brandbare gedeelten gaat, moet men deze goed isoleren. Opmerking Voor rookgasafvoer, ventilatie- en beluchtingsopeningen dient de GAVO NEN 1078 strikt te worden gerespecteerd. Waterleidingen spoelen en gasleidingen doorblazen. Het toestel onmiddellijk in gebruik nemen. Zowel de modulerende geiser als de aansluitingen voor gas, water en rookgasafvoer op dichtheid controleren. Ook uit de trekonderbreker mogen geen rookgassen naar buiten komen. De eerste inbedrijfstelling omvat: B het controleren van de gasdichtheid van de aansluiting van het toestel, door middel van afzepen, bij normale bedrijfsdruk, B het controleren van de goede werking van het toestel (langzaam ontsteken en snel doven), B deze voorschriften met bijhorende aanwijzingen aan de 6 720 606 240 9

5. Gasinstelling De modulerende geiser wordt in de fabriek, op de in de technische gegevens vermelde waarden, ingesteld en verzegeld. Zo nodig branderdruk aan drukmeetnippel (afb. 7 Pos. D) controleren. Vooral na een ombouw op een ander soort gas moet de instelling van de gashoeveelheid voor minimale en maximale verwarmingscapaciteit worden gecontroleerd of opnieuw ingesteld. 5.1 Gasinstelling De nominale warmtecapaciteit kan worden ingesteld volgens de branderdrukmethode of de volumetrische methode. Voor beide instelmethoden is een manometer noodzakelijk. Aardgastoestellen zijn in de fabriek ingesteld op een Wobbeindex van 12.2 kwh/m³ en een voordruk van 25 mbar en verzegeld. Controleer de functie van het toestel en de gasinstelling. G762_120 Afb. 6 5.2 Branderdrukmethode Het toestel uitschakelen, de gaskraan sluiten. 1.1 Draai de afdichtschroef D los en sluit de manometer aan. Gaskraan openen. 1.2 Toestel volgens bedieningsvoorschrift in bedrijf nemen. 1.3 Verwijder de afscherming van de instelschroef E en stel de op pagina 7 aangegeven branderdruk (mbar) met instelschroef E af. 1.4 Schakel de geiser uit en sluit de gaskraan. Verwijder de manometer en draai de afdichtschroef D vast. 1.5 Draai de afdichtschroef A los en sluit de manometer aan op de meetaansluiting. Open de gaskraan en schakel de geiser in. 1.6 Controleer de vereiste aansluitvoordruk (dynamisch). aardgas: 20 30 mbar propaan: 25 35 mbar 1.7 Schakel de geiser uit en sluit de gaskraan. Verwijder de manometer en draai de afdichtschroef A vast. 1.8 Controleer met de volumetrische instelmethode. 1.9 Breng de afscherming over de gasinstelschroef E aan en verzegel deze. 1.10 Controleer de gasdichtheid. G662_042 G663_054 Afb. 7 Afb. 8 10 6 720 606 240

5.3 Volumetrische instelmethode Het toestel uitschakelen, de gaskraan sluiten. 2.1 Gaskraan openen. Toestel volgens bedieningsvoorschrift in bedrijf nemen. 2.2 Verwijder de afscherming van de instelschroef E en stel de op pagina 7 aangegeven aantal liters gas (l/ min) over de gasmeter met instelschroef E in. 2.3 Schakel de geiser uit en sluit de gaskraan. 2.4 Draai de afdichtschroef A los en sluit de manometer aan op de meetaansluiting. 2.5 Open de gaskraan en schakel de geiser in. 2.6 Controleer de vereiste aansluitvoordruk (dynamisch). aardgas: 20 30 mbar propaan: 25 35 mbar 2.7 Schakel de geiser uit en sluit de gaskraan. Verwijder de manometer en draai de afdichtschroef A vast. 2.8 Controleer met de instelmethode vervolgens de branderdruk. 2.9 Breng de afscherming over de gasinstelschroef E aan en verzegel deze. 2.10 Controleer de gasdichtheid. 6. Ombouw op propaan Alleen originele ombouwset monteren. B Gaskraan sluiten en mantel demonteren. B Brander demonteren en beide brandergroepen losnemen. B Spuitstukken uitwisselen. B Waakvlambranderspuitstuk uitwisselen. B Watergestuurde gasklep uitwisselen. B Brander en waakvlamgasleiding vastdraaien. B Controleer de dichtheid. B Sticker met nieuwe gassoort op typeplaatje plakken. 5.4 Instelling van het toestel via temperatuurverhoging Nieuwe of ontkalkte en gereinigde toestellen kunnen ook via temperatuurverhoging op het water ingesteld worden. Waterhoeveelheid controleren op de juiste hoeveelheid. Het toestel is uitschakelen, de gaskraan sluiten. 3.1 Gaskraan openen. Toestel naar bedieningsvoorschrift in bedrijf nemen. De temperatuurkiezer moet op aanslag rechts staan. 3.2 Verwijder de afscherming van de instelschroef E. Koudwatertemperatuur meten: de gashoeveelheid instellen dat de uitlooptemperatuur om 50 K is verhoogd. 3.3 Schakel de geiser uit en sluit de gaskraan. 3.4 Draai de afdichtschroef A los en sluit de manometer aan op de meetaansluiting. 3.5 Open de gaskraan en schakel de geiser in. 3.6 Controleer de vereiste aansluitvoordruk (dynamisch). aardgas: 20 30 mbar propaan: 25 35 mbar 3.7 Schakel de geiser uit en sluit de gaskraan. Verwijder de manometer en draai de afdichtschroef A vast. 3.8 Controleer de gasdichtheid. G661_009 49 Inspuiters 74 Waakvlamspuitstuk Afb. 9 6 720 606 240 11

7. Inbedrijfstelling en bediening Afstand LED werkingscontrole groene controle lamp LED storingsmelding rode controle lamp Schakelaar aan/uit Temperatuurkiezer Gasstopkraan G181_271 Koudwaterstopkraan Direkt tappen Warmwaterkraan Temperatuurkiezer Koudwaterkraan Koudwaterstopkraan Draaibare uitloop G181_271 Aan- en uitschakelen Koudwaterstopkraan openen Gasstopkraan naar links openen tot aanslag Toestel inschakelen: schakelaar indrukken Toestel uitschakelen: schakelaar indrukken G085_257 G085_257 G767_163 G767_163 Groene controle lamp uit: hoofdbrander uitgeschakeld Groene controle lamp aan: hoofdbrander in bedrijf Rode controle lamp knippert: waterhoeveelheid contoleren (zie storingen en oplossingen in het installatievoorschrift) 12 6 720 606 240

Temperatuurverhoging Tegen klokrichting in: veel water = warm Met klokrichting mee: minder water = heet G661_004 Een mogelijke lagere ingestelde temperatuur vermindert het energieverbruik en het verkalken van het binnenwerk. Warmwater tappen aan het toestel G661_003 Warmwater Koudwater Thermische terugslagbeveiliging Het toestel is met een thermische terugslagbeveiliging uitgevoerd. Bij een ontoelaatbare terugstroming van de verbrandingsgassen wordt de gastoevoer naar de brander afgesloten. Uit veiligheidsoverweging is het wederom in bedrijf nemen van het toestel pas na 10 minuten mogelijk. Herhaald het afsluiten van de gastoevoer zich telkens weer, dan is dit een teken dat er geen goede afvoer van verbrandingsgassen plaats vindt. Hiervoor dan een erkend installateur waarschuwen. Vorstbeveiling Laat bij vorst het toestel en de waterleiding volledig leeglopen! Hiervoor zijn volgende maatregelen nodig: 1. Toestel buiten werking stellen (schakelaar in stand O zetten en gaskraan dichtdraaien). 2. Waterstopkraan van het toestel sluiten. (onderaan rechts) 3. Warmwaterkranen openen. 4. Stop onderaan het waterdeel demonteren. Na volledig leeglopen van leidingen en toestel, de stop monteren en de warmwaterkranen sluiten. Bij het in gebruik nemen van het toestel erop letten dat het toestel opniew in de stand buiten werking staat. Dan, na het openen van de hoofdkraan, de warmwaterkranen openen. Als daar geen water uitstroomt, is de waterleiding en/of het toestel bevroren. Het ontdooien door uw installateur laten uitvoeren. Daarbij het toestel in de stand buiten werking laten, tot er water uit de geopende warmwaterkranen stroomt. Bij aanhoudende vorst raden wij u aan ook de koudwatertoevoerleiding af te tappen. 6 720 606 240 13

8. Storingen en oplossingen Indien het toestel onvoldoende warmwater levert, dient u de perlators en douchekoppen op verkalking te controleren. Storing Oorzaak Oplossing Geiser ontsteekt niet. Schakelaar is uitgeschakeld. Geiser inschakelen. De waakvlam ontsteekt niet gelijk. Waterhoeveelheid niet voldoende. Controleren en corrigeren. Geiser ontsteekt niet. Geen gastoevoer. Controleer gastoevoer. Water te koud. Temperatuurkiezer niet goed ingesteld. Positie van de temperatuurkiezer controleren. Water te koud en vlammen te laag. Te weinig gasdoorlaat. Controleer gasvoordruk, gaszeef & controleer brander. De brander schakelt tijdens bedrijf uit, T.T.B. heeft geschakeld. Opstellingsruimte luchte en toestel na 10 minuten wederom inschakelen. Bij herhaling van deze storing, raadpleeg u installateur. Temperatuurbegrenzer aangesproken Watervoordruk te laag. Controleren. Waterdruk verhogen. Perlator vervuild. Controleren en reinigen. Waterzeef vervuild. Zeef reinigen. Binnenwerk verkalkt. Binnenwerk ontkalken. 9. Controle en onderhoud Zelfs een BOSCH toestel heeft een regelmatige controleen onderhoudsbeurt nodig. Preventief onderhoud vermijdt vroegtijdige slijtage en/of een abnormaal hoog verbruik. De geiser moet eenmaal per jaar worden nagezien, gereinigd en zo nodig ontkalkt. Deze werkzaamheden mogen enkel door een erkend installateur uitgevoerd worden. Alvorens de werken uit te voeren, moeten water- en gasafsluitkraan dichtgedraaid worden. B Alleen originele onderdelen monteren. B Gedemonteerde pakkingen en o-ringen door nieuwe onderdelen vervangen. B De volgende vetsoorten gebruiken: Watervet: Unisilikon L 641 (8 709 918 413) Koppelingen: HFt 1 v 5 (8 709 918 010) Waakvlam De waakvlamspuitstuk demonteren en reinigen. De luchttoevoeropening van de waakvlambrander reinigen. Binnenwerk De lamellen reinigen. Bij een verkalkt binnenwerk, eventueel met in de handel verkrijgbare producten ontkalken, volgens voorschriften van de fabrikant, en de dichtheid op max. 15 bar uittesten. Gebruik nieuwe pakkingen bij het terug monteren. Brander Jaarlijks controleren. Bij erge vervuiling de brander in water met spoelmiddel dompelen. Daarna goed afspoelen. Voor het terug in bedrijf stellen van de geiser, zorgen dat de brander volledig droog is. Waakvlambrander De vlam moet de ionisatie-elektrode (3) verhitten. Indien deze vlam te klein brandt, dient men de waakvlambrander te reinigen. Eventueel het spuitstuk vervangen. Waterdeel - Sluit de koudwaterkraan en de gaskraan. - Demonteer het waterdeel. - Deksel van het waterdeel demonteren. Behuizing en deksel reinigen. De stift en o-ring met vet L 641 invetten. - Complete sets zijn ter beschikking. - Waterhoeveelheidsregelaar reinigen. - Waterfilter reinigen of vervangen. - Eventueel membraan vervangen. - Waterdeel terug monteren. - Open de koudwaterkraan en de gaskraan. - Controleren of de brander ontsteekt bij minimum waterhoeveelheid. - De warmwaterkraan sluiten. O-ring opdrukstift waterdeeldeksel lekt Demonteer de o-ring. O-ring en stift vervangen. De nieuwe stift en o-ring met vet L 641 invetten. Complete sets zijn te bestellen. Langzaam ontstekingsventiel (16) Het langzaam ontstekingsventiel demonteren en reinigen. Het kogeltje moet los zitten. Daarna het langzaam ontstekingsventiel terug monteren. Servo gasventiel (13) testen - Schakelaar in stand l (zie blz. 12) zetten en een warmwaterkraan openen. - Trek de groene kabel van de stuurklep (14) van het servo gasventiel (13). De hoofdbrander stopt en de waakvlam brandt. Trek dan de oranje kabel van de waakvlamgasklep (12). De waakvlam mag nu niet meer branden. - De oranje kabel terug monteren. De waakvlam ontsteekt opnieuw. - De groene kabel terug monteren. De hoofdbrander werkt nu. 14 6 720 606 240

Werking testen Toestel in bedrijf nemen. Indien een warmwaterkraan geopend wordt, dan moeten de vlammen in ong. 5 seconden volledig ontbranden. Indien dit aftappunt gesloten wordt, dan moeten de vlammen onmiddellijk doven. Onvoldoende temperatuurverhoging Het gasdebiet nakijken en de aansluitdruk aan de meetstuts controleren (zie technische gegevens). De gasaansluit voordruk moet bij volle vermogen 25 mbar voor aardgas en 30 mbar voor propaan bedragen. Gasfilter en brander reinigen. Controleer de werking van de brander en van de rookgasbeveiliging. Nakijken of perlator of douchekop niet vervuild zijn en of er geen bijmenging is van koud water in de installatie. Hiervoor de koudwaterstopkraan onder het toestel dichtdraaien en controleren of er nog water uit de warmwaterkraan komt. Correctieschroef temperatuur (21 - verzegeld) De correctieschroef niet verdraaien. Indien een nieuwe instelling toch nodig is: - De temperatuurkiezer (22) naar rechts draaien tot de aanslag. - Warmwaterkraan openen tot een uitloophoeveelheid van 3 tot 3,5 l/min. - De beveiligingsschroef (parkerschroef) losdraaien (niet verwijderen!). De correctieschroef (21) links of rechts verdraaien tot de temperatuurverhoging aan de uitgang van het toestel 50 K bedraagt. - De beveiligingsschroef terug vastdraaien. Rookgasbeveiliging (T.T.B.) Wanneer het toestel regelmatig in storing gaat, moet onmiddellijk de afvoer en/of luchttoever gecontroleerd en eventueel aangepast worden. Na uitschakeling door de rookgasbeveiliging kan, na afkoeling, het toestel opgestart worden na het sluiten en het terug openen van de waterkraan. De rookgasbeveiliging is onderhoudsvrij. Toch raden wij u aan de beveiliging te testen bij elke onderhoudsbeurt van de geiser. Ga als volgt te werk: De rookgasafvoerpijp wegnemen en de uitgang van de trekonderbreker volledig met een onbrandbare plaat afdekken. Neem de geiser in bedrijf. Na maximum 2 minuten moet de geiser uitschakelen. Daarna de ruimte voldoende ventileren. De plaat wegnemen en de rookgasafvoerpijp terug monteren. De geiser in bedrijf nemen. Rookgasafvoerbeveiliging (TTB) De rookgasafvoerbeveiliging mag onder geen voorwaarde worden uitgeschakeld, gesimuleerd worden of vervangen worden door een andere component. Handleiding en veligheid voorzorgmaatregelingen. De rookgasafvoerbeveiliging (TTB) controleerd de effectiviteit van de afvoer van de verbrandingsgassen, als dit onvoldoende is zal deze automatisch uitschakelen zodat de rookgassen niet in de ruimte kunnen komen waar het toestel is geplaatst. De beveiliging reset na een afkoelingsperiode. 6 720 606 240 Wanneer het toestel afslaat tijdens bedrijf, ventileer dan de ruimte. Wacht ongeveer 10 min. en herstart het toestel, als het probleem zich weer voordoet, neem contact op met uw installateur. De gebruiker mag onder geen voorwaarde modificaties aanbrengen aan het toestel. Onderhoud*. Wanneer zich problemen voordoen met de rookgasafvoerbeveiliging, doe het volgende: verwijder de schroef van de rookgasafvoerbeveiliging. verwijder de bevestigingsunit connector. Vervang het defect onderdeel door een nieuwe en monteer in omgekeerde volgorde zoals hierboven beschreven. Functie controle*. Controleer de functie van de rookgasafvoerbeveiliging. Demonteer de rookgasafvoerpijp. Vervang deze tijdelijk door een pijp van +/- 50cm met een dichte bovenzijde. monteer pijp verticaal. Start het toetsel op hoog vermogen en stel de temperatuur op maximum in. Onder deze condities moet het toestel na 2 min. stoppen. Verwijder de tijdelijke pijp en monteer de rookgasafvoerpijp weer. * Deze handelingen mogen alleen worden uitgevoerd door een erkend gastechnisch installateur. Let erop dat de houder van de rookgasvoeler niet verbogen wordt. De rookgasbeveiliging mag niet verwijderd of gewijzigd worden. Bij defect moet de rookgasbeveiliging samen met haar bedrading gedemonteerd en vervangen worden door een identieke originele rookgasbeveiliging. Mogelijke storingen en hoe deze te verhelpen Indien de waakvlam constant blijft doorbranden, moet de bedrading van de servo gasventiel (13) nagezien worden. Sluit de gaskraan en neem contact op met uw installateur. Wanneer het toestel warm water levert maar plots stopt, heeft ofwel de rookgasbeveiliging ofwel de oververhittingbeveiliging het toestel uitgeschakeld. De warmwaterkraan dichtdraaien en na 30 seconden weer openen. Het toestel gaat weer in bedrijf. Wanneer dit fenomeen zich meermaals voordoet, moet de werking van de afvoer gecontroleerd worden door uw installateur. Bij uitschakeling door de oververhittingbeveiliging de uitlooptemperatuur van het toestel controleren (max. 70 C). Indien het toestel geen warm water meer levert, de waterkraan dichtdraaien en terug openen. Indien het toestel nog steeds niet werkt, de gasdruk controleren (vooral bij propaan). Waarschijnlijk is de gasdruk veel te hoog (> 50 mbar) en heeft de servoklep het toestel in veiligheid geschakeld. Sluit de gaskraan en neem contact op met uw installateur. 15

10. Belangrijke gegevens De typeaanduiding en het serienummer vindt u terug op de typeplaat van het toestel. Gelieve deze gegevens te vermelden op de garantiekaart en bedieningsvoorschrift tevens bij elk contact met uw installateur. 11. Garantie Op de Bosch Thermotechnik produkten (cv-ketels, boilers en geisers) verlenen wij namens uw installateur 24 maanden na de installatiedatum garantie, mits de ingevulde registratiekaart binnen 8 dagen na installatie door ons is terugontvangen. Garantiewerkzaamheden leiden niet tot verlenging van de duur van de garantie. Omschrijving van de garantie Deze garantiebepalingen gelden uitsluitend voor door Bosch Thermotechnik zelf vervaardigde produkten. Binnen de garantieperiode verplichten wij ons alle onderdelen die door materiaal- of fabricagefouten defekt zijn geraakt, gratis te vervangen. Kosten voor voorrijden en arbeidsloon zullen in rekening worden gebracht. Alle verdere schade, van welke aard dan ook en hoe dan ook ontstaan, is nadrukkelijk van deze garantie uitgesloten. De garantiebepalingen laten de toepasselijke leverings- en betalingsvoorwaarden onveranderd van kracht. Geldigheidsbereik van de garantie De garantie als boven geldt uitsluitend: B binnen Nederland en voor door ons verkochte produkten B indien het produkt geïnstalleerd is door een erkend installateur met inachtneming van het installatievoorschrift zoals vermeld in de Technische Documentatie van het betreffende produkt en de GAVO voorschriften, alsmede Bouwbesluit en plaatselijk geldende voorschriften B indien het produkt volgens voorschriften van de fabrikant wordt gebruikt en onderhouden. Periodieke inspektie door een erkend installateur/onderhoudsbedrijf is daarvoor essentieel B indien de bijgeleverde registratiekaart binnen 8 dagen na installatiedatum is verzonden of op onze internetsite is geregistreerd B indien op verzoek naast de ingevulde registratiekaart ook de aankoopnota kan worden getoond B indien door Bosch Thermotechnik Service is besloten dat het produkt voor garantie in aanmerking komt B indien er niet door uzelf of door derden aan het produkt is gerepareerd B voor boilers indien deze in een waterverzorgingsgebied geïnstalleerd zijn waar het chloridegehalte van het consumptiewater lager is dan 200 mg/ltr. Uitvoering van de garantie Defekte onderdelen of apparaten, welke te onzer beoordeling onder garantie moeten worden hersteld of vervangen, dienen franko te worden gezonden aan Bosch Thermotechnik. Transportrisiko is voor rekening afzender. De verzendkosten van vervangende onderdelen zijn ten laste van de afnemer. Zorg voor een goede verpakking en zo nodig transportsteunen. Vermeld bij de retourzending gegevens omtrent de garantie (garantie- en aankoopnota, fabrieksnummers, type van het produkt en reden retourzending). Retourgezonden onderdelen worden ons eigendom. Retourzendingen worden door ons niet aanvaard, tenzij wij ons daarmee uitdrukkelijk en schriftelijk hebben verenigd. Grote en moeilijk te transporteren apparaten of artikelen worden (te onzer beoordeling) ter plaatse hersteld tegen berekening van de voorrijkosten en arbeidsloon. Van garantie wordt uitgesloten Defecten als gevolg van: B achterstallig onderhoud of nalatigheid B blikseminslag, brand of natuurrampen B aantasting als gevolg van halogeenverbindingen en/of CFK s, en vervuiling t.g.v. stof en vetten aangevoerd met verbrandingslucht B aantasting en/of vervuiling vanuit de installatie, zowel tapwater als cv-zijdig B PH-waarden van het cv-water kleiner dan 3.5 of groter dan 8.5 B toevoegingen aan het cv-water anders dan door Bosch Thermotechnik toegestane middelen B kleine materialen als thermokoppels, ontsteekelektroden en glaszekeringen B oneigenlijk gebruik. Belangrijk bij het verhelpen van storingen B Raadpleeg altijd eerst de handleiding. B Meld de storing bij uw installateur onder opgave van typeen fabrieksnummer. B Houd deze garantiekaart tezamen met uw aankoopnota gereed. B De service-technicus van Bosch Thermotechnik Service is verplicht een volledig ingevulde nota te verstrekken van elke reparatie. B Bewaar altijd de door u, of uw gemachtigde, voor akkoord getekende reparatienota s. B Reklamaties kunnen uitsluitend in behandeling worden genomen onder opgave van nummer van de door u getekende reparatienota. TIP : Stuur de registratiekaart onmiddellijk op na de inbedrijfstelling. Robert Bosch Thermotechniek BV Postbus 379 7300 AJ Apeldoorn Tel: +31 (0) 55-54 34 343 Fax: +31 (0) 55-54 34 344 www.bosch-thermotechnik.nl