Gasblokkenvuur. RF - E serie : electronic. Installatievoorschrift Gebruiksaanwijzing

Transcriptie

1 Gasblokkenvuur RF - E serie : electronic Installatievoorschrift Gebruiksaanwijzing

2 REAL FIRE Gasblokkenvuren Installatievoorschrift : RF/E - serie Inleiding. Lees voor het installeren van het blokkenvuur deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. De aansluiting van het blokkenvuur dient door een erkend installateur te geschieden. TECHNISCHE GEGEVENS : Model : RF/2001-E RF/2002-E RF/2003-E Product identificatie nr : 63AR AR AR3369 Toestel volgens CE - norm : B 21AS B 21AS B 21AS Toestelcategorie : I 2L I 2L I 2L Aansluitdruk : 25 mbar 25 mbar 25 mbar Nom. belasting (onderwaarde) : 9,2 kw 11,5 kw 12,9 kw Gasaansluiting : 12 mm knel 12 mm knel 12 mm knel Inspuitdiameter : 3 mm 3 mm 3 mm Aansluitspanning : 230 V 230 V 230 V Zekering : 3,15 AF 3,15 AF 3,15 AF Installatie : Het gasblokkenvuur kan in elke bestaande openhaard of schouw worden ingebouwd. De inbouw dient volgens NEN 1078 en NPR 3378 en de eisen volgens bouwbesluit en de plaatselijk geldende voorschriften te geschieden. Verbrandingslucht toevoer : In de ruimte waar het gasblokkenvuur wordt geplaatst, dient er een luchttoevoeropening te worden gemaakt met een doorlaat van 15B 2 cm² d.w.z. 15 cm² per kw vermogen van het toestel Het luchtrooster mag afsluitbaar zijn, maar moet dan wel zo beveiligd worden ( met behulp van een microschakelaar die in het elektronische circuit wordt opgenomen ) dat het blokkenvuur alleen in geheel open stand van het rooster ontstoken kan worden. Het toestel moet in een goed geventileerde ruimte worden geplaatst.

3 Rookgasafvoer : Het rookgaskanaal dient in goede staat te verkeren en voldoen aan de bouwvoorschriften. De doorsnede ( minimaal Ø 180 mm voor type 2001 ) van het rookgaskanaal moet voldoende zijn om de rookgassen te kunnen afvoeren. Is het rookgaskanaal eerder gebruikt voor het stoken van ander brandstoffen dan gas, dan dient het rookgaskanaal door een erkend schoorsteenveger geveegd te worden. Als er een rookgasklep aanwezig is moet deze verwijderd of op dezelfde manier beveiligd worden als de luchttoevoerklep. LET OP: bij een gesloten rookgasklep of een niet goed werkende schoorsteen komen de rookgassen in het vertrek en kan CO vergiftiging het gevolg zijn!!! De stookplaats: Het gasblokkenvuur moet op een hittebestendig en niet brandbaar onder.- achtergrond worden geplaatst. Een inbouwdiepte van 10 cm is voldoende. Het midden van het gasblokkenvuur dient in het midden van rookgaskanaal te liggen. Inbouwmaten: RF/2001-E RF/2002-E RF/2003-E 375 x x x 345 Het is aan te bevelen een beugel te maken waar het gasblokkenvuur op kan liggen zodat de bovenkant van de brander gelijk ligt aan de rooster van de open haard. De elektronica en de gasklep moeten op een plaats worden gemonteerd, waar de omgevingstemperatuur niet hoger wordt dan 50 C en altijd goed te bereiken zijn. Aansluiting gasleiding : De voedingsleiding moet met een gasafsluitkraan eindigen. Deze moet ongehinderd bereikbaar zijn zodat het gas in geval van nood afgesloten kan worden. De brander wordt met 12 mm koperleiding en knelkoppelingen aangesloten aan de gasklep Zorg dat de leidingen niet onder spanning staan en controleer de aansluitingen op lekkage. Plaatsing keramisch houtset : ( zie oplegvolgorde ) Als de brander is aangesloten kan het keramische houtset worden geplaatst volgens bijgeleverde oplegvolgorde. Let op: een niet correct geplaatst houtset veroorzaakt overmatige roetvorming en een slechte verbranding die schade aan het milieu toebrengt.

4 REAL - FIRE electronics Installatie elektronische ontsteking met afstandsbesturing : het apparaat dient door een erkend installateur volgens de plaatselijk geldende voorschriften geïnstalleerd te worden. Bij oneigen gebruik of verbreken van de verzegeling vervalt de garantie. Schade, ontstaan door ondeskundige installatie of niet nakomen van de voorschriften, kunnen niet op de fabrikant worden verhaald. Fig.1 Fig.2 De componenten moeten op een plek bij de haard worden geplaatst waar de omgevingstemperatuur niet hoger dan max. 50 C wordt. Voor de installatie is een stopcontact met randaarde vereist. De componenten moeten altijd bereikbaar zijn i.v.m het eventuele verwisselen van zekeringen of voor onderhoudswerkzaamheden. De ontvanger kan achter een schot of muur ( geen ijzer ) worden geplaatst omdat de signaaloverdracht via een hoog frequent signaal plaats vind. Het bereik van de zender is +/- 8 meter afhankelijk van de inbouw situatie. Fig. 3 Fig.3 Fig.4 De koppelstekkers van de branderauto-maat en electronica zijn in deze uitvoering niet gemonteerd. Het kabel is rechtstreeks aangesloten Het monteren van de componenten : LET OP BRANDERAUTOMAAT IS FASEGEVOELIG!!! de bekabeling van de branderautomaat, besturingselectronica en waakvlambranders zijn reeds aangebracht en van stekkers voorzien. Als de gasklep met branderautomaat aan de gasleiding is aangesloten en de waakvlamleiding is gemonteerd kan de elektrische bedrading worden aangebracht. Plaats de connector ( fig. 1 ) van de besturingselectronica op de aansluiting van de gasklep ( fig. 2 ) en zet deze met de schroef vast. Trek de stekker van de resetknop ( fig. 4 ) af en monteer de resetknop op een makkelijk toegankelijke plaats ( de moer niet te vast aandraaien ). Sluit de stekker weer aan. Verbind nu de ionisatiekabel en de ontsteekkabel van de branderautomaat ( fig. 4 ) met de kabels van de waakvlambrander ( fig. 3). Deze kabels zijn voorzien van ongelijke stekkers en kunnen dus maar op een manier worden aan elkaar worden gekoppeld. Steek het netsnoer in het stopcontact, draai de gaskraan open en druk op de linker knop van de handzender. De ontsteking zal nu gaan vonken ( als de ontsteking niet in werking treed moet de resetknop worden ingedrukt ). Als het vuur voor de eerste keer in bedrijf wordt gesteld, zal het vonken van de ontsteking vrij lang duren ( lucht in de gasleiding ) tot de waakvlam gaat branden. Als de waakvlam is ontstoken zal de ontsteking acuut stoppen en zal de brander in zijn laagstand gaan branden. Drukt men nu op de rechter knop van de zender, dan zal de brander h oog gaan branden, nogmaals drukken op de rechter knop en het vuur gaat weer laag branden. Om de brander helemaal uit te schakelen druk weer op de linker knop en het vuur en de waakvlam zullen beiden doven.

5 Bediening van het toestel : Open eerst de schoorsteen klep zodat het toestel kan worden ontstoken. Druk nu op de linker knop en de elektronische ontsteking zal in werking treden, de waakvlam zal ontsteken en de hoofdbrander zal op zijn laagste stand gaan branden. Een druk op de rechter knop zal de vlamhoogte op zijn maximum brengen. Als u weer op de rechter knop drukt wordt de vlamhoogte weer op zijn laagste stand terug gebracht. Om het toestel helemaal uit te schakelen druk op de linker knop Werking en bediening van de afstandsbediening met ventilator besturing : Eerste ingebruikstelling: Als alle componenten zijn aangesloten en aan het lichtnet worden gekoppeld zal deventilator uit zich zelf gaan draaien. Wacht tot de ventilator van zelf stopt ( ongeveer na 5 tot 10 minuten ). In deze wachttijd niet de handzender bedienen want dat verlengd de wachttijd. Als de ventilator is gestopt linker knop van de handzender indrukken ventilator gaat lopen en het de ontsteking zal na +/- 10 seconden de waakvlambrander ontsteken. Als de ontsteking niet in werking treedt resetknop indrukken Als de waakvlam gaat branden stopt de ontsteking onmiddellijk. Zo niet : stekker van afstandsbediening in stopcontact omdraaien ( fasegevoelig ) Groene led op beveiliging ( van beluchting / ventilator ) brand niet Ionisatie kabel niet goed aangesloten. Bediening afstandsbesturing : Druk op de linker knop van de handzender. Ventilator gaat draaien en na +/- 15 seconden zal de ontsteking de waakvlam ontsteken. Met de rechter knop van de handzender kan het vlambeeld hoger of lager worden gezet. Nogmaals op de linker knop drukken en het vuur wordt uitgeschakeld. De ventilator zal nog +/- 5 minuten blijven nadraaien.

6 storing oorzaak verhelpen ontsteking vonkt niet kabel niet goed aangesloten kabel maakt sluiting met ijzer batterij handzender leeg geen spanning kabel controleren batterij controleren / vervangen aansluiting en zekeringen controleren waakvlam brandt niet waakvlam brandt maar gaat weer uit geen gas waakvlambrander verstopt netstekker verkeerd in stopcontact ionisatiedraad niet aangesloten of slecht contact ionisatiepen niet goed in de waakvlam gaskraan openen waakvlambrander schoonmaken stekker omdraaien kabel en aansluitingen controleren installateur waarschuwen hoofdbrander ontsteekt niet waakvlam uit Resetknop indrukken en opnieuw Proberen te ontsteken, als dat niet lukt installateur waarschuwen waakvlam gaat uit tijdens bedrijf waakvlam brandt niet mooi blauw en ook niet met een punt brander brandt te laag sterke roetvorming te veel luchtstroming langs de waakvlambrander houtblok ligt te dicht bij de waakvlambrander venturiegat waakvlam verstopt voordruk niet goed branderdruk niet goed te veel houtstammen; niet correct gelegde houtstammen gat waar de waakvlambrander is gemonteerd van onderen met een stuk keramisch materiaal afschermen houtblok verleggen het gat bevindt zich onder de houder van de waakvlambrander tussen de gas aansluiting en het montageplaatje; dit gaatje schoon zuigen beslist niet schoon blazen. installateur bellen raadpleeg oplegvolgorde brander reageert niet op afstandsbediening batterij handzender leeg kabels niet goed aangesloten batterij controleren kabels controleren voor storingen die niet zijn opgenoemd in deze lijst altijd een erkend installateur waarschuwen

7 Tot slot nog enige regels en tips om een veilig stookplezier te garanderen. VEILIGHEID : Eer mogen geen andere materialen OP of IN het vuur worden gelegd, dan het bijgeleverde keramische stammenset. Vermacoliet mag beslist NIET op het branderbed worden gelegd!!! Het gasblokkenvuur is een sfeervuur en mag NOOIT als BARBECUE worden gebruikt! Leg nooit het branderbed helemaal dicht met keramische houtblokken, het gasblokkenvuur kan oververhit raken en daardoor worden beschadigd. Denk om de oplegvolgorde i.v.m. schone verbranding. LET OP dat kinderen, mindervalide of huisdieren zich alleen onder toezicht in de nabijheid van het gasblokkenvuur bevinden. Bewaar geen brandbare materialen of vloeistoffen in de directe omgeving van het gasblokkenvuur. ONDERHOUD : Het gasblokkenvuur heeft weinig onderhoud nodig. Reinig het toestel nooit met scherpe voorwerpen of met vloeistoffen, dat kan de keramische brander of het stammenset beschadigen. Roetaanslag op de keramische stammen kan met een zachte borstel of stoffer worden verwijderd. PAS OP voor VERBRANDING en maak het toestel alleen schoon als het helemaal is afgekoeld. Het toestel is met zorg gemaakt, maar desondanks kunnen er problemen optreden. In dat geval kunt u zich tot uw dealer wenden. Wij wensen u veel gezellige avonden rond dit gasblokkenvuur toe. REAL-FIRE B.V. VRIESCHELOO