PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Vergelijkbare documenten
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Aantal verwezen patienten van huisarts naar optometrist 2017

Aantal verwezen patienten van huisarts naar optometrist 2017

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk van

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

TOA-dag Oogheelkunde. R.P.W. de Boer, oogarts 13 oktober 2017

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Avastin-injecties. bij natte maculadegeneratie en maculaoedeem. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Avastin-injecties. bij natte maculadegeneratie en macula-oedeem

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Macula degeneratie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Het rode oog: SPOED of niet spoed?

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

ZORGPRESTATIE OOGZORG Versie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

15Niet-pluisgevoel Rubriekhouder: Mw. dr. G. A. Donker, (NIVEL) ( )

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Glaucoom. Albert Schweitzer ziekenhuis afdeling Oogheelkunde januari 2012 pavo 0524

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Factsheet 1: Hulpvraag - aanbod vanwege psychische en sociale problematiek in de huisartspraktijk

Avastin-injecties bij natte maculadegeneratie en macula-oedeem

Factsheet 2: De inzet van de POH-GGZ in de huisartspraktijk over de periode

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Glaucoom. Afdeling Oogheelkunde

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Macula degeneratie. Albert Schweitzer ziekenhuis polikliniek Oogheelkunde augustus 2014 pavo 0536

Diagnostische technieken door optometristen gehanteerd behoren tot te verzekeren prestaties. De optometrist verricht diagnostiek in de oogheelkundige

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Angst en depressie in de huisartspraktijk: signaleren van risicogroepen. Peter F M Verhaak NIVEL

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

1 Inleiding. 2 Instelling van het register. CHBB-register Oogheelkunde

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Als uw patiënt ze ziet vliegen..

Oogverschijnselen bij de ziekte van Graves

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

Monitoring met gebruik van bestaande registraties na rampen en milieu-incidenten. CJ IJzermans, NIVEL NZR symposium 21 maart 2016

Glaucoom. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten: De richtlijn

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

The diagnosis and prognosis of venous thromboembolism : variations on a theme Gibson, N.S.

Samenvatting en beschouwing

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Dr. A.G. Lieverse (red.) LEIDRAAD DIABETES MELLITUS TYPE 2 glucoseregulatie

Beleid bij klachten mamma

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Oogheelkunde. v

Oogheelkunde. adviezen. Maculadegeneratie. na een hernia-operatie. ZorgSaam

Plan Oogheelkundig Wetenschappelijk Onderzoek in Nederland. Strijders tegen Blindheid

Laserbehandeling van het oog. Poli Oogheelkunde

Inleiding en vraagstellingen

Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

1 Beleid bij klachten mamma

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Transcriptie:

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/25779 Please be advised that this information was generated on 2016-12-29 and may be subject to change.

Epidemiologie van oogaandoeningen in de huisartspraktijk DR. E.H. VAN DE LISDONK Huisarts, verbonden aan de vakgroep huisartssociale en verpleeghuisgeneeskunde in Nijmegen Samenvatting Klachten van de ogen komen veel voor. Een deel hiervan leidt tot vragen aan huisartsen. Huisartsen krijgen vooral vragen voor gelegd over ongewone roodheid, pijn, afscheiding en afwijkingen van het normale zien. Volgens de registratie van het Transitie project (vakgroep hidsartsgeneeskunde Universiteit van Amsterdam) komen dergelijke vragen wekelijks op het spreekuur van de huisarts voor. Dat betekent dat huisartsen de oogheelkundige diagnostiek veelvuldig beoefenen. De uitkomsten van die diagnostiek laten zich aflezen aan de registratie van de incidentie van oogheelkundige aandoeningen in de huisartspraktijk. De Continue Morbiditeits Registratie Nijmegen levert hiervoor gegevens. Daaruit blijken conjunctivitis en het corpus alienum van het oog de meest frequent gediagnosticeerde nieuwe aandoeningen te zijn. Daarnaast hebben huisartsen natuurlijk een aantal mensen met chronische oogafwijkingen in zorg. Dat betreft bijvoorbeeld mensen met cataract, maculadegeneratie en glaucoom. Deze patiënten zijn ovei'wegend oud of zeer oud. De beperkingen en handicaps die uit deze oogaandoeningen voortvloeien, zullen in de nabije toekomst meer aandacht van de huisarts gaan vragen, Inleiding Ogen zijn mensen dierbaar. Het gezichtsvermogen is een belangrijke factor voor de oriëntatie in de ruimte^ het intermenselijke contact3 communicatie en informatieverwervingj esthetisch genot en onafhankelijkheid van anderen. Een normaal gezichtsvermogen berust op een ongestoorde werking van oog, oogzenuw en optische schors. Stoornissen in een van deze onderdelen of in de samenwerking binnen het optische stelsel ervaren mensen al gauw als ernstig. Hun functionele mogelijkheden, autonomie en kwaliteit van leven worden immers sterk bepaald door een normale visus. Er bestaan helaas belangrijke discrepanties tussen de subjectieve beleving van symptomen en klachten en de ernst of soms zelfs de aanwezigheid van stoornissen in het optische systeem. Zo kan een glaucoom aanvankelijk geen klachten geven en sluipend reeds het gezichtsvermogen hebben aangetast, voordat de patiënt zich bewust wordt dat er iets mis is. Een ander voorbeeld van de bedoelde discrepanties is de grote ongerustheid die sommige patiënten tonen als zij een arts raadplegen voor in medische zin vrijwel altijd volledig onschuldige mouches volantes\ Deze discrepanties tussen klacht en ernst (en/of aanwezigheid) van aandoeningen vormen een uitdaging voor elke diagnose in het bijzonder voor de huisarts die immers vaak als eerste wordt geconsulteerd wanneer de klachten nog weinig scherp omlijnd zijn. De eerste vraag die in deze bijdrage over de epidemiologie van oogstoornissen wordt behandeld., is dan ook: hoe vaak en met welke klachten consulteren patiënten hun huisarts? Uit het antwoord op deze vraag moet blijken op welk gebied de huisarts bijzondere expertise moet opbouwen inzake de analyse van klachten. De ldachtanalyse is feitelijk een besliskundig proces. Het behelst een syste-

matisch en gestructureerde werkwijze gericht op het aannemelijk maken van bepaalde verklaringen voor de gepresenteerde klachten en het uitsluiten of onwaarschijnlijk maken van bepaalde andere serieuze pathologie. Een gedegen work-up van oogheelkundige klachten is bepaald geen sinecure waarvoor een simpel toepasbaar algoritmisch schema volstaat. Daarmee is niet gezegd dat zo n algoritme geen nut zou hebben. Integendeel. In de vorm van een geprotocolleerd schema dat gerichte anamnestische vragen bevat en handelingen voor een somatisch onderzoek, biedt zo n algoritme de huisarts een goed houvast. Maar er is meer. Kennis van de patiënt en diens medische historie, wijze van klagen en familie-anamnese bijvoorbeeld vormen ook een bijdrage aan de diagnostiek, evenals pure medische ervaring. Ook de epidemiologie heeft in die zin een bijdrage te ieveren. De huisarts zal zich in zijn diagnostiek mede laten leiden door de voorafkans op aandoeningen. De voorafkans is simpelweg de incidentie van aandoeningen in de bevolking. Nuancering van de voorafkans naar leeftijd en geslacht helpt de huisarts in het diagnostische proces. De tweede vraag die in dit artikel wordt behandeld, is dan ook: hoe vaak en welke oogheelkundige aandoeningen diagnosticeren huisartsen bij hun patiënten? Het antwoord op deze vraag is richtinggevend voor de ontwikkeling van de expertise van huisartsen. Zij moeten in staat worden geacht om veel voorkomende oogaandoeningen correct te diagnosticeren en alert te zijn op de mogelijkheid van zeldzame maar ernstige aandoeningen. Op de diagnostiek volgt de behandeling. Daarover gaat dit artikel niet. De behandeling zal in de volgende hoofdstukken voor een aantal aandoeningen uiteen worden gezet, ook waar het een verwijzing van de patiënt naar een oogarts betreft. Een aantal oogheelkundige aandoeningen geneest niet definitief na behandeling, maar is permanent aanwezig en moet soms continu behandeld en dus gecontroleerd worden. Deze aandoeningen brengen een ander deel van het spectrum van de oogheelkunde aan het licht. Chronische oogaandoeningen hebben meer (want veel langer) invloed dan de acute oogaandoeningen op de functionele mogelijkheden en de kwaliteit van leven. Soms leveren zij de patiënt beperkingen op in het dagelijks leven; soms een handicap in die zin dat het sociaal functioneren niet zo volledig mogelijk is als voor mensen met een ongestoorde visus. Dat is reden om als derde onderzoeksvraag op te nemen: welke patiënten in de huisartspraktijk hebben een chronische oogaandoening en welke aandoeningen betreft dit? Het antwoord op deze vraag maakt dat deel van de workload van de huisarts inzichtelijk dat te maken heeft met chronische oogaandoeningen en vraagt aandacht voor een soms maatschappelijk geïsoleerde groep patiënten. In het nu volgende worden de bovengenoemde drie onderzoeksvragen een voor een behandeld. Reasons for encounter Patiënten consulteren hun huisarts meestal vanwege gezondheidsklachten. Een deel van die gezondheidsklachten betreft de ogen. De gegevens over de aard en de frequentie van deze klachten worden ontleend aan het Transitieproject, een registratie door 38 huisartsen in 22 praktijken gedurende ten minste een jaar van contactredenen, morbiditeit en verrichtingen1*2. In deze studie registreerden de huisartsen de gegevens met behulp van de International Classification of Primary Care (icpc). Met behulp van deze bron wordt de eerste onderzoeksvraag beantwoord die luidde: hoe vaak en met welke klachten consulteren patiënten hun huisarts? Als uitgangspunt voor de beantwoording van deze vraag werd in de I c P c nagegaan welke voor oogheelkundige aandoeningen relevante contactredenen staan opgenomen. De icpc-rubriek F geeft hierop het antwoord en in tabel 1 staan hiervoor de bevindingen. De meest frequent geregistreerde contactredenen betreffen pijn en roodheid van de ogen. De frequentie van gemiddeld 14 per 1000 patiënten per jaar met pijn of roodheid betekent dat in een gewone huisartspraktijk van 2350 patiënten elk van deze contactredenen eens per 1 a 2 weken

Tabel 1. Contactredenen per 1000 patiënten perjaar, passend btj oogheelkundige aandoeningen (bron: Transitie- project, Universiteitvan Amsterdam) contactreden percentage mannen percentage vrouwen 7 rood oog 12,9 15,0 pijn oog 12,5 15,4 afscheiding uit oog 7,7 10,8 andere visusproblemen (o.a. wazig zien, dubbel zien) 6,4 10,1 symptomen/klachten oogleden 6,8 7,8 afwijkend gevoel aan oog 2,6 4,3 symptomen/klachten niet elders gecodeerd 2,4 3,1 vlekken voor oog 1,7 3,3 afwijkend aspect oog 1,2 2,3 angst voor oogziekte 1,0 2,0 functiebeperking/handicap oog 0,6 1,0 afwijkende oogbewegingen 0,5 0,2 wordt gepresenteerd. Ook vaak, met een gediagnosticeerd en speelt een operatieve frequentie van eens per 2 a 3 weken, zijn afscheiding uit een oog, ooglidafwijkingen of doeningen vormen in het palet van ziekten benadering nauwelijks een rol. Oogaan visusstoornissen een reden om de huisarts ongeveer 4% van de incidentie. Bij mannen te consulteren. Zoals betoogd, is expertise ligt de incidentie van oogaandoeningen op van huisartsen vereist gericht op de analyse bijna 61 per xooo perjaar3, bij vrouwen op van oogklachten zoals pijn, roodheid en afscheiding, en van klachten van de oogleden van de Continue Morbiditeits Registratie 63 per 1000 per jaar. Dit cijfer is afkomstig en de visus. Het moge duidelijk zijn dat de Nijmegen, een sinds 1971 in vier huisartspraktijken gevoerde registratie van alle klachtanalyse tot allerlei oogheelkundige diagnosen leidde. Welke oogaandoenin- morbiditeit die de patiënten (n = x 2 000) in gen in de huisartspraktijk worden vastgesteld en hoe vaak, wordt in het vervolg van van dit materiaal wordt nu de tweede on deze praktijken doormaken. Met behulp deze bijdrage getoond. derzoeksvraag beantwoord die luidde: hoe vaak en welke oogheelkundige aandoeningen diagnosticeren huisartsen bij hun patiënten? Incidentie van oogaandoeningen In tabel 2 treft men de incidentie aan In de medische opleiding tot basisarts van de gediagnosticeerde oogaandoeninneemt oogheelkunde een zeer bescheiden ;en over de periode 1991-1995. Veruit de plaats in. De klinische oogheelkunde die de grootste bijdrage aan de incidentie wordt medisch student wordt onderwezen, onderscheidt zich sterk van de eerstelijns oog In de registratie wordt geen onderscheid geleverd door de diagnose conjunctivitis. heelkunde. In de kliniek vindt een instrumenteel verfijnde high tech -diagnostiek gie, irritatie en, zeldzamer, bacteriën. De gemaakt naar oorzaak zoals virussen, aller plaats, worden geregeld zeldzame aandoeningen gediagnosticeerd en speelt de opetis in de rangorde van de incidentie van eerste plaats voor de diagnose conjunctiviratieve benadering een belangrijke rol. In oogaandoeningen is in overeenstemming de huisartspraktijk wordt veelal volstaan met de hierboven gevonden positie van met een basale diagnostiek met eenvoudig pijn, roodheid en afscheiding 111 de rangorde van contactredenen. Opmerkelijk is de instrumentarium, worden zeldzame ziekten zelden gezien en vrijwel nooit definitief hoge frequentie waarmee corpora aliena BIJBLIJVEN 1997/13/5 I Epidemiologie van oogaandoeningen ïn de huisartspraktijk

Tabel 2. Incidentie per 1000 patiënten perjaar van oogaandoeningen in de huisartspraktijk (bron: Continue /Worbiditeits Registratie Nijmegen, 1991-1995) oogaandoening percentage mannen percentage vrouwen conjunctivitis 22,8 29,8 corpus alienum oog 16,9 4,1 overige ziekten van het oog 5,8 9,0 refractie-afwijkingen 4,5 5,5 hordeolum 2,9 3,8 blepharitis 2,6 3,6 cataract 2,4 4,7 keratitis en andere oogontstekingen 1,0 0,9 glaucoom 0,8 0,5 aandoeningen van traan klier(afvoer) 0,6 0,5 strabismus 0,4 0,6 iritis 0,3 0,1 ulcus corneae 0,1 0,1 totaal 61,1 63,3 van het oog worden geregistreerd. Met behulp van een oogbeiteltje en -boortje zal de huisarts deze corpora aliena gewoonlijk zelf kunnen verwijderen, De in tabel 2 getoonde incidentie bevat ook de diagnosen die werden gesteld door oogartsen na verwij zing van p atiënten door de huisarts. Elders werd een analyse beschreven van verwijzingen naar oogartsen op basis van de data van de Continue Morbiditeits Registratie Nijmegen4. In volgorde van frequentie bleken refractie-afwijkingen (ongeveer een kwart van alle verwijzingen), overige ziekten van het oog zoals retinopathie, ablatio retinae, ectropion, entropion (ruim 15% van alle verwijzingen) en cataract (iets minder dan 15% van alle verwijzingen) de belangrijkste. Diabetes bleek de afgelopen 10 jaar jaarlijks meer en meer te gaan bijdragen aan het aantal verwijzingen. In een analyse van het aantal verwijzingen, gegeven de frequentie van voorkomen, bleek het verwij sper centage laag voor aandoeningen zoals conjunctivitis, ooglidaandoeningenen corpus alienum in het oog en hoog voor aandoeningen zoals herpes-keratitis, iridocyclitis en refractiestoornis sen. Aangetekend moet worden dat deze analyse eerste of nieuwe verwijzingen gold, niet de herhaal ver wijzingen. Deze laatste betreffen vaak chronische oogaandoeningen waarover meer in het navolgende. Prevalentie van oogaandoeningen Zoals eerder betoogd, beïnvloeden chronische oogaandoeningen vaak sterk de functionele mogelijkheden van patiënten en hun kwaliteit van leven. Met behulp van enkele literatuurgegevens en data uit de Continue Morbiditeits Registratie Nijmegen beantwoorden we de derde onderzoeksvraag: welke patiënten in de huisartspraktijk hebben een chronische oogaandoening en welke aandoeningen betreft dit? Hoewel een afwijking van de refractie ongetwijfeld de meest prevalente aandoening is, denken we bij chronische oogaandoeningen toch eerder aan amblyopie, cataract, glaucoom, retinopathie, maculadegeneratie en andere dubbelzijdige blijvende vormen van slechtziendheid. De volgende cijfers werden ontleend aan Stilma en Voorn (1993)5. In Nederland wordt het aantal patiënten met refractiestoornissen geschat op 6 miljoen, cataract 760 000, glas vocht- en netvliespadiologie 230 000 (met maculadegeneratie opklimmend tot 418 000), glaucoom 90 000 (en ruim vier-

Tabel 3. Prevalentie van cataract (bron: Continue Morbiditeits Registratie Nijmegen, 1991-1995) leeftijd percentage mannen percentage vrouwen totaal ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 9 0-24 jaar 0,0 0,0 0,0 25-44 jaar 0,1 0,6 0,3 45-64 jaar 4,7 6,9 5,8 65-74jaar 50,9 68,4 60,1 75 + 151,3 219,7 195,7 totaal 10,3 20,8 15,7 Tabel 4. Prevalentie van glaucoom (bron: Continue Morbiditeits Registratie Nijmegen, 1991-1995) leeftijd percentage mannen percentage vrouwen totaal 0-24jaar 0,0 0,0 0,0 25-44 jaar 0,8 0,0 0,4 45-64 jaar 3,1 2,8 3,0 65-74 jaar 25,7 15,1 20,1 75 + 40,5 28,2 32,5 totaal 4,3 3,6 4,0 maal meer met oculaire hypertensie), am- zijn expertise en vaardigheid nodig om belangrijke zeldzame oogaandoeningen te blyopie 54 000 en 1000 met hoornvliespathologie. Deze aandoeningen zijn naar diagnosticeren of tenminste te vermoeden. leeftijd en geslacht niet gelijkelijk verdeeld. De detectie van klinisch relevante aandoeningen temidden van de vele oogheelkun We illustreren dat aan de hand van de aandoeningen cataract en glaucoom, respectievelijk in tabel 3 en tabel 4. Voor beide zoals onder andere verwoord in N H G-standige contactredenen, vraagt om kennis aandoeningen geldt dat zij onder het 45 e levensjaar zelden worden vastgesteld, De den. Goed instrumentarium en scholing daarden en vraagt vooral om vaardighe sterke stijging van de prevalentie met de zijn daarvoor voorwaarden. Sommige leeftijd doet vermoeden dat de prevalentie huisartsen volgen daartoe speciale cursussen. Een bijdrage aan de diagnostiek kan van deze aandoeningen de komende jaren zal stijgen door de toename van het aantal ook worden geleverd door inzicht in de ouderen en de gemiddeld wat hogere leeftijd die deze bereiken. hoopt daartoe een bijdrage te hebben gele voorafkans van aandoeningen. Dit artikel verd. BiJBLIJVEN 1997/13/5 I Epidemiologie van oogaandoeningen in de huisartspraktijk Besluit Oogheelkundige aandoeningen vormen bijna 10% van de incidentie van aandoeningen in de huisartspraktijk. Hoewel conjunctivitis, corpus alienum, refractie afwijkingen en ooglidafwijkingen de aandoeningen zijn waarmee de huisarts het meest te maken krijgt en deze aandoeningen de huisarts niet vaak voor problemen stellen, Literatuur 1 Lamberts H. In het huis <van de huisarts. Lelystad: MediTekstj 1994 (2e druk). 2 Lamberts H, Brouwer HJ, Mohrs J. Reason for encounter, episode and process oriented Standard output from the Transitions Project, Amsterdam: departnient of general practice, I99i

3 Lisdonk EH van de, Bosch WJHM van den, HuygenFJA, Lagro-Janssen ALM (red). Ziekten in de huisartspraktijk. Utrecht: Bunge, 1994 (ze druk), 4 Lisdonk EH van de, Bosch WJHM van den, Hoogen HJM van den. Verwijzen bij oogheelkundige aandoeningen. Huisarts Wet 1994; 37: 281-4. 5 Stilma JSj Voorn ThB. Praktische oogheelkunde. Houten: Bohn, Stafleu, VanLoghum, 1993. Trefwoorden oogheelkunde huisartspraktijk epidemiologische gegevens