Archeologisch bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer, gemeente Wormerland, N-H. HOLLANDIA reeks 370

Vergelijkbare documenten
Archeologische aanbeveling naar aanleiding van de archeologische vondstmeldingen op het vliegveld Bergen, gemeente Bergen

Bestemmingsplan Woltjer te Uithuizermeeden te Uithuizermeeden (gemeente Eemsmond) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Pastoriepad 6 te Westerwijtwerd (gemeente Loppersum) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

Westerkamp tussen nr. 17 en nr. 23 te Sellingen, gemeente Vlagtwedde Een Archeologisch Bureauonderzoek

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

INVENTARISEREND VELDONDERZOEK ARCHEOLOGIE OEKEN EN BRUMMEN

Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38

Archeologisch bureauonderzoek over drie locaties in de gemeente Eersel. HOLL ANDIA reeks 186

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Eikendal 2014 eerste uitwerking

Archeologisch bureauonderzoek voor plangebied Waalenburg op Texel (NH) HOLLANDIA reeks 517

4 Archeologisch onderzoek

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

Heesch - Beellandstraat

Pagina 1 van 7. Archeologie West-Friesland Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie

Archeologisch Bureauonderzoek voor 4 plangebieden te Hilvarenbeek: Locaties Schoolstraat, Holstraat, Koestraat en het MAVO-terrein.

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat (QSnr ) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat

Archeologisch bureauonderzoek Westmijzerdijk 1 te Schermerhorn, gemeente Schermer. HOLLANDIA reeks 484

Archeologische Quickscan

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899

Libau, 10 augustus Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek

Gemeente Deventer, archeologische beleidsadvies 767 Bestemmingsplan Cröddendijk 12. M. van der Wal, MA (Senior archeoloog)

Waterberging Kruisstraat bij Musselkanaal (gemeente Stadskanaal) Een Archeologisch Bureauonderzoek

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

De Spinde, Hoofdstraat 2, te Dalen, gemeente Coevorden Een Archeologisch Bureauonderzoek

Bijlage 5a. De AMZ-cyclus op land

Archeologische Quickscan

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

CHECKLIST. Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend

Archeologische MonumentenZorg

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Quickscan Archeologie

Archeologisch bureauonderzoek met aanvullende boringen (IVO-O) Dorpsstraat 66 Oterleek, gemeente Schermer, N-H. HOLLANDIA reeks 438

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

Kerkstraat te Haren (gemeente Haren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n

Archeologisch onderzoek Schulpstet 7, 9 en 13 te Bakkum, gemeente Castricum

CHECKLIST. en Wetenschap aan instellingen die hebben aangetoond bekwaam te zijn tot het doen van

Bureauonderzoek Archeologie

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand)

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)

Diepswal 46 te Leek (gemeente Leek) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2008/028

Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat het besluit neemt of de vergunning verleent.

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek aan de Broekermeerdijk 30 te Watergang, gemeente Waterland (NH) ARC-Rapporten

MEMO. Projectgegevens

Archeologisch onderzoek Kempenbergerweg

BUREAUONDERZOEK NAAR DE ARCHEOLOGISCHE WAARDE VAN HET PLANGEBIED ELSHOF TE KLEINE SLUIS GEMEENTE ANNA PAULOWNA

Bijlage 3. Vrijstellingen

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek voor de locatie Zuiderwouderdorpsstraat 11A te Zuiderwoude, gemeente Waterland (NH)

Archeologische Quickscan

Dennenstraat te Eksel (gem. Hechtel-Eksel) Programma van Maatregelen

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Afb. 1. Locatie plangebied ter hoogte van de kassen (de te handhaven stolpboerderij ligt in de rode cirkel)

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Bijlage 7: Archeologisch onderzoek

Afbeelding 1. De ligging van plangebied Kadijkweg te Lutjebroek (zwarte stippellijn).

Hoorn. 1 h APR. Gemeente Opmeer t.a.v. dhr. M. Goverde Postbus ZK Spanbroek. Hoorn, Geachte heer Goverde,

QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016

Bureau voor Archeologie Rapport Dorpsstraat 245, Assendelft, gemeente Zaanstad: bureauonderzoek en booronderzoek.

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle

Dordrecht Ondergronds 51. Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek.

Advies Archeologische Monumentenzorg 2010-nr. 92

memo Locatiegegevens: Inleiding

Quickscan Archeologie Bedrijventerrein Zwanegat te Zevenbergen

Sportpark en scoutingterrein aan de Boerhaavestraat en Berkenstraat te Stadskanaal, gemeente Stadskanaal Een Archeologisch Bureauonderzoek

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief

Libau, 4 januari Plangebied kampeerterrein aan de Pageplas te Stadskanaal Een Archeologisch Bureauonderzoek

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. Honderdland Ontwikkelingscombinatie cv Honderdland, fase2

Gemeente Deventer Toelichting Snippergroen 2018

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologische Begeleiding

Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg (gem. Heist-op-den-Berg) Programma van Maatregelen

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Bedrijfsverplaatsing Nieuwlandseweg (westzijde) Midwolda (gemeente Oldambt) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Adviesdocument 434. Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel. Projectcode: 14714VENCB. Opdrachtgever: Aveco de Bondt

Bijlage 3 De AMZ-procedure

Het is van belang dat Archeologie West-Friesland minstens een week van tevoren wordt geïnformeerd over de start van de werkzaamheden.

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 6 april 2011 Status Definitief

Schiervelde te Roeselare (gem. Roeselare) Programma van Maatregelen

Kamerstraat te Hechtel (gem. Hechtel- Eksel) Programma van Maatregelen

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

Transcriptie:

Archeologisch bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer, gemeente Wormerland, N-H HOLLANDIA reeks 370

COLOFON Hollandia reeks nr. 370 Titel: Archeologisch bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer, gemeente Wormerland, N-H. Toponiem: Dorpsstraat 46 Gemeente: Wormerland Onderzoeksmeldingsnummer Archis: 48008 Hoekcoördinaten: 115.986-501.313 115.983-501.340 115.992-501.344 105.999-501.318 Auteurs: In opdracht van: Contactpersoon opdrachtgever: Wetenschappelijke leiding: Illustraties: K.T. Salomons Entless Home Entertainment J. Ent S. Hakvoort K.T. Salomons Definitieve versie: 2011 Oplage: 6 ISSN: 1572-3151 Hollandia archeologen, Zaandijk 2011 HOLLANDIA archeologen Tuinstraat 27a 1544 RS Zaandijk 075-622 49 57 info@archeologen.com

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 7 1. Inleiding 9 2. Onderzoeksgebied 11 3. Beleid 13 4. Doel en methode van een bureauonderzoek 15 5. Geo(morfo)logie 17 6. Historisch gebruik en bekende archeologische waarden 19 7. Archeologische verwachting 23 8. Conclusie en advies 25 Literatuur 26 Lijst van afbeeldingen 26 Bijlage 1: Overzicht periodes 28 Bijlage 2: Archeologisch stappenplan 29 Bijlage 3: Klic-kaart 32

Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer 7 Samenvatting In opdracht van Entless Home Entertainment heeft Hollandia archeologen in augustus 2011 een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied aan de Dorpsstraat 46 te Wormer. Uit het bureauonderzoek is gebleken dat de dorpsstraat een oude bewoningslint is, waar archeologische waarden vanaf de late middeleeuwen verwacht kunnen worden. Een archeologische veldkartering heeft aangetoond dat langs de Dorpsstraat laat middeleeuwse huisplaatsen aanwezig zijn, zo ook in de buurt van het plangebied. Historische kaarten uit het begin van de 17de eeuw en begin van de 19de eeuw laten zien dat er bebouwing binnen of in de directe nabijheid van het plangebied heeft gestaan. De huidige bebouwing, die een groot deel van het perceel beslaat, dateert uit 1955. De nieuwbouw zal het volledige perceel innemen. Om de mate van de verstoring van het bodemarchief binnen het gehele plangebied te bepalen, danwel indicaties van eventuele archeologische waarden uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd aan te tonen, wordt een inventariserend veldonderzoek middels boringen geadviseerd. Een tweeledig vervolgonderzoek wordt voorgesteld voor het plangebied: -Er volgt een inventariserend veldonderzoek middels boringen op het perceeldeel dat nu onbebouwd is (tuin); -Boringen op locatie van de huidige gebouwing nadat deze gesloopt is óf een sloopbegeleiding van huidige funderingen die aangevuld worden met enkele boringen.

8 Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer

Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer 9 1. Inleiding In opdracht van Entless Home Entertainment heeft Hollandia archeologen een bureauonderzoek uitgevoerd voor de locatie Dorpsstraat 46 te Wormer. Op deze locatie, zichtbaar op afbeelding 1, zal nieuwbouw worden gerealiseerd waardoor eventuele archeologische waarden geroerd worden. De grondroering in het plangebied, dat op de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Noord-Holland een hoge archeologische waarde geniet, bedraagt een groter oppervlak en reikt dieper dan door de gemeente Wormerland is vrijgesteld van archeologisch onderzoek (Kleij 2010, 19). Hierop stelt de gemeente Wormerland dat een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek uitgevoerd dient te worden alvorens een bouwvergunning wordt verleend. In dit rapport zijn de resultaten van het bureauonderzoek weergegeven en wordt een selectieadvies gegeven met betrekking tot vervolgstappen in het RO-traject. Het bureauonderzoek heeft in ARCHIS2 het onderzoeksmeldingsnummer 48008 toegekend gekregen. Nadat het bureauonderzoek is afgerond zal een versie van het rapport gedeponeerd worden bij het provinciaal depot van Noord-Holland te Wormer. 0 503 50 km 500 501 502 Uitgeest 115 116 117 118 Afbeelding 1. Onderzoekslocatie in rood met pijl aangegeven. In het kader de onderzoekslocatie binnen Nederland.

10 Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer

Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer 11 2. Onderzoeksgebied Het onderzoeksgebied ligt aan de Dorpsstraat 46 te Wormer, gemeente Wormerland. Het huidige gebouw, dat gesloopt gaat worden, beslaat kadasternummers 1862, 1284 en 1285 (afb. 2). De hoekcoördinaten van het plangebied zijn 115.983/501.340, 115.992/501.344, 115.999 /501.318 en 115.986/501.313. De oppervlakte van het onderzoeksgebied beslaat circa 250m 2. Het bestaande gebouw (zie kader afb. 2) gaat plaatsmaken voor een nieuw gebouw dat het volledige perceel zal beslaan (circa 250m 2 ). Dit betekent dat de huidige inrichting van het gebied aanzienlijk zal veranderen. Voor de Dorpsstraat 46 zijn verschillende bouwvergunningen uitgegeven. De eerste dateert uit 1955 en betrof de bouw van een woon- en winkelpand. In 1973 was een bouwvergunning uitgegeven voor het veranderen van het winkelpand. Twee jaar later, in 1975, was een bouwvergunning uitgegeven voor het bouwen van een schuur. In 1977 was een vergunning verstrekt voor het verbouwen van het winkel- en woonhuis. Tot slot was in 1985 een vergunning verleend voor de verbouw van de gevel. Afbeelding 2. Ligging van de onderzoekslocatie in Wormer. In het kader is het te slopen gebouw weergegeven vanuit de lucht.

12 Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer

Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer 13 3. Beleid Met de invoering van de wet op de archeologische monumentenzorg in 2007 worden gemeentes geacht het bodemarchief binnen de gemeentegrenzen te beschermen en toe te zien dat archeologie een breed publiek bereikt. De wet op de archeologische monumentenzorg komt voort uit een op Europees niveau ondertekend Verdrag van Valetta. Een belangrijk instrument voor de bescherming van het bodemarchief is het aanwijzen van archeologiegebieden in het bestemmingsplan of bepaalde voorwaarden te stellen bij het verstrekken van vergunningen. Hierdoor kan in een vroeg stadium rekening gehouden worden met eventuele archeologische waarden. Het uitgangspunt is om archeologische waarden in de realisatie van de plannen te ontzien. Pas wanneer dit niet mogelijk is, zullen door middel van een archeologische opgraving de archeologische waarden veilig worden gesteld (behoud ex situ). Het bevoegd gezag, in de meeste gevallen de gemeente, maakt de afweging welke archeologische waarden dienen te worden beschermd en op welke manier dit wordt bewerkstelligd (planologisch, wettelijk, fysiek of door een opgraving). De wet stelt dat de persoon die de grondverstoring initieert, de kosten voor het onderzoek van de archeologische waarden moet betalen. Voor het aanwijzen van archeologiegebieden binnen de gemeentegrenzen wordt veelal gebruikt gemaakt van de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie. Het komt ook voor dat gemeentes specifiek voor hun gemeente een archeologische waardenkaart op laten maken. Een voordeel van het respecteren van aanwezige cultuurhistorische waarden binnen een gebied is dat delen van Nederland niet op elkaar gaan lijken, maar gebieden hun eigen indentiteit behouden. Niet alleen het beschermen van cultureel erfgoed is belangrijk, maar de aanwezige cultuurhistorische waarden kunnen tevens een inspiratiebron zijn. Dit beleid is in 1999 vastgesteld in de Nota Belvedère. In het verleden werd archeologisch onderzoek voornamelijk door de overheden en universiteiten uitgevoerd. Tegenwoordig wordt het archeologische onderzoek vooral gedaan door commerciële bedrijven die hiervoor bevoegd zijn. Als het nodig is om de archeologische waarden ex situ te behouden, dient de uitvoerende instantie of bedrijf in bezit te zijn van een opgravingsvergunning. In uitzonderlijke gevallen kan de minister van OCW een opgraving toewijzen aan een universiteit. Wanneer de kosten van een archeologische opgraving onevenredig hoog zijn, kan de overheid besluiten een financiële bijdrage te leveren. De wet heeft vastgesteld dat een archeologische opgraving resulteert in een basisrapport. De vondsten die tijdens het onderzoek zijn gedaan, komen in het bezit van de desbetreffende provincie, of in het bezit van de gemeente. Laatstgenoemde dient dan wel in bezit te zijn van een door de provincie erkend depot. Het rapport, verdere documentatie en vondsten worden door de vergunninghouder aan het depot overgedragen. Noord-Holland De provincie Noord-Holland hanteert een beleid dat zich richt op het leesbaar houden en maken van cultuurhistorie. Daarbij wordt onder andere uitgegaan dat cultuurhistorie geen belemmering is voor toekomstige ontwikkelingen, maar juist als een inspiratiebron kan dienen. De provincie Noord-Holland betrekt op vele manieren burgers bij de cultuurhistorie en heeft voorbeeldprojecten bewerkstelligd die goed laten zien dat cultuurhisorie en toekomstige plannen samen kunnen komen. Tevens ondersteunt zij gemeenten in het tot stand komen van beleid met betrekking tot de cultuurhistorie.

14 Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer Beleid gemeente Wormerland In 2002 heeft de gemeente Wormerland het Structuurplan Wormerland opgesteld. In dit plan wordt in hoofdlijnen de koers uitgezet hoe de ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden tot 2015 (Kleij 2010, 15). Hierin hebben de oude bewoningslinten van Oost-Knollendam, Jisp, Wormer en Neck een hoge archeologische waarde toegewezen gekregen. Tevens liggen in het Wormer- en Jisperveld een groot aantal kleine archeologische vindplaatsen (Kleij 2010, 15). Conform het Verdrag van Valetta worden deze beschermd. Om de archeologische waarden te beschermen stelt de gemeente Wormerland bepaalde eisen met betrekking tot oppervlakte en diepte van bodemingrepen. Voor de volledige eisen wordt verwezen naar de Nota Archeologie Wormerland (Kleij 2010). De gemeente Wormerland stelt dat bij bodemingrepen groter dan 50m 2 op bepaalde plaatsen met historische waarden, archeologisch onderzoek verplicht gesteld kan worden. Dit geldt in Wormer voor de plaats waar tegenwoordig de Nederland Hervormde Kerk gelegen is. Voor oude kernen, bewoninglinten en langs de Zaan geldt 100m 2 als minimale oppervlak waarvoor archeologisch onderzoek verplicht gesteld kan worden. Voor het platteland wordt een oppervlakte van ingrepen groter dan 2000m 2 gehanteerd (Kleij 2010, 17). Met betrekking tot de diepte van bodemingrepen stelt de gemeente Wormerland dat langs oude bewoningslinten en kernen de grond vrijgegeven is tot een diepte van 50cm onder maaiveld. In het buitengebied en op belangrijke historische plekken is dit 30cm onder het maaiveld. Voor gebieden langs de Zaan is dit 80cm onder maaiveld (Kleij 2010, 17-18). Belangrijk bij het uiteindelijk verplichten tot archeologisch onderzoek is dat zowel de minimale oppervlakte als de minimale diepte overeen moeten komen met de door de gemeente Wormerland gestelde minimale oppervlakte- en dieptematen. Indien óf de oppervlakte óf de diepte binnen deze minimalen vallen, wordt archeologisch onderzoek niet noodzakelijk geacht (Kleij 2010, 18).

Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer 15 4. Doel en methoden van het bureauonderzoek Op het betreffende perceel zal de huidige bebouwing, bestaande uit een winkel en woonhuis, met aangebouwde schuur worden gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Het onderzoeksgebied ligt aan een oude bewoningslint van Wormer. Omdat de voorgenomen nieuwbouw een oppervlakte beslaat groter dan 100m 2 en grondwerkzaamheden dieper reiken dan 50cm, is archeologisch onderzoek noodzakelijk geacht door de gemeente Wormerland. Het doel van een bureauonderzoek is om aan de hand van bestaande bronnen informatie te verzamelen over bekende of te verwachten archeologische waarden binnen een bepaald gebied. Dit omvat de aan- of afwezigheid, het karakter en de omvang, de datering, gaafheid en conservering en de relatieve kwaliteit van de archeologische waarden. Afhankelijk van de omvang van de werkzaamheden, de aard van de aanleiding tot het onderzoek en de vraagstelling, zullen aanvullende gegevens verzameld dienen te worden. Het bureauonderzoek resulteert in een rapport met een gespecificeerd verwachtingsmodel. Op basis van dit verwachtingsmodel wordt een selectieadvies gegeven. Het bevoegd gezag, in dit geval de gemeente Wormerland, kan hierop een selectiebesluit maken ten aanzien van (eventueel) vervolgonderzoek. Tevens kan door middel van het bureauonderzoek in een vroeg stadium in de planvorming rekening gehouden worden met aanwezige archeologische waarden in de bodem. Bij een bureauonderzoek worden, indien voorhanden, bronnen geraadplaagd die informatie verschaffen over de geologie en archeologie van het betreffende gebied. Onder andere wordt gebruik gemaakt van: 1. Kaartmateriaal, zoals bodemkundige, geomorfologische, geologische en historische kaartgegevens evenals beleidskaarten zoals gemeentelijke en provinciale verwachtingskaarten. 2. Gegevens omtrent eerder verricht onderzoek en vondstmeldingen in het gebied uit de database van het Archeologisch Informatiesysteem (ARCHIS2) van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE). 3. Lokale contactpersonen van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland (AWN). 4. Archeologisch regiospecialisten 5. Relevante geologische, historische, en archeologische literatuur.

16 Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer

Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer 17 5. Geo(morfo)logie De omgeving van Wormer is sterk verbonden met de landschappelijke ontwikkeling van het West-Hollandse kustgebied na de laatste ijstijd. Als ongeveer 11.000 jaar geleden, begin van het Holoceen, de ijskappen smelten had dat als gevolg dat de zeespiegel steeg. Met deze zeespiegelstijging ontstond de Noordzee. Langs de kust werden strandwallen gevormd door zand dat door de Noordzee werd aangevoerd en vervolgens werd afgezet. De strandwallen vormden geleidelijk een natuurlijke barrière tegen de Noordzee en de invloed van de Noordzee op het gebied achter de strandwallen nam langzaam af. Rond 4000 jaar geleden was de kust aan één zijde volledig omringd door strandwallen (Westerhoff et al. 2003). Het vaste materiaal dat onder invloed van de Noordzee tijdens het Holoceen was afgezet, wordt aangeduid als de formatie van Naaldwijk. Wanneer het sedimentatieproces door de Noordzee stopte, kreeg vegetatie de mogelijkheid om te groeien. De Noordzee leverde weliswaar geen sediment, maar een ander proces, namelijk de zeespiegelstijging, ging gewoon door. Gekoppeld aan zeespiegelstijging was de stijging van het grondwaterniveau. Dit betekende dat het gebied achter de strandwallen natter werd (Westerhoff et al. 2003). Vegetatie dat gedijt in een eutroof waterrijk milieu kwam hierdoor op (bijvoorbeeld rietveen). Omdat rond die periode de zeespiegelstijging afnam, kon veengroei ongehinderd doorgroeien tot hoogtes waardoor het niet meer afhankelijk was van grondwater, maar van regenwater. Dit oligtroof veen wordt ook wel aangeduidt als hoogveen (bijvoorbeeld mosveen). Het totale veenpakket wordt aangeduid als de Formatie van Nieuwkoop. In de middeleeuwen nam de invloed van de zee toe. Grote delen van het veen in het kustgebied werd weggeslagen door de zee. Daarbij was door ingrepen van de mens het veen drastisch gezakt. Men begon in de late middeleeuwen met het ontwateren en inpoldering van het veengebied. Het plangebied is op de bodemkaart niet gekarteerd. Reden hiervoor moet gezocht worden in de aanwezige bebouwing. De dichtsbijzijnde gekarteerde bodem ligt ten oosten van het plangebied (afb. 3). De bodem bestaat uit koopveengronden op veenmosveen (code hvs-ii). Geomorfologisch wordt dit gebied aangeduid als een ontgonnen veenvlakte (code 2M46, zie afb. 3). Er bestaat onduidelijkheid hoe de ontginningen in Wormer precies hebben plaatsgehad (de Bont 2009, 413). De eerste vermelding van Wormer dateert uit de 12de eeuw (de Bont 2009, 407). Archeologische indicatoren, kogelpot en Paffrath aardewerk, die zijn gevonden dateren eveneens uit de 12de eeuw (de Cock 1980, 180). Vermoedelijk is het veengebied langs de veenstroom de Wormer in de 11de-12de eeuw ontgonnen.

Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer 18 119666 / 504012 pvc Legenda hvs pvs BODEM ((c)alterra) Associaties Brikgronden Bebouwing Dijk, bovenlandstrook hvd g WATER pvc hvs Dikke eerdgronden pvc Fluviatiele afz ouder pleistoceen Groeve, gegraven, mijnstort pvs Kalksteenverweringsgronden Oude rivierkleigronden hvs Overige oude kleigronden h BEBOUW Ondiepe keileemgronden Leemgronden Zeekleigronden h BEBOUW Mariene afz ouder pleistoceen Niet-gerijpte minerale gronden Oude bewoningsplaatsen Rivierkleigronden AP g WATER Kalkh lutumarme gronden hvk AP pvk AP Zn40A Veengronden pvs Wo Moerige gronden Water, moeras pvk hvc Podzolgronden hvk Kalkloze zandgronden g WATER Kalkhoudende zandgronden pmo80 Wo g WATER pvs hvs PROVINCIES hvk pvk kvc g WATER Wo Zn40A Zn40A AP g WATER 0 1 km hvs h BEBOUW Archis2 N c OPHOOG g WATER 112800 / 497146 119666 / 504012 pvc Legenda hvs pvs GEOMORFOLOGIE ((c)alterra) Wanden Hoge heuvels en ruggen Terpen Hoge duinen hvd g WATER pvc hvs Plateaus pvc Terrassen Plateau-achtige vormen pvs Waaiervormige glooiingen Niet-waaiervormige glooiingen hvs Lage ruggen en heuvels h BEBOUW Welvingen Vlakten Laagten h BEBOUW Ondiepe dalen Matig diepe dalen Diepe dalen Water AP g WATER Bebouwing hvk AP pvk AP Zn40A hvc Overig (Dijken etc) pvs Wo BODEM ((c)alterra) Associaties pvk Brikgronden hvk Bebouwing g WATER Wo g WATER hvs pvs kvc Dijk, bovenlandstrook pmo80 Dikke eerdgronden Fluviatiele afz ouder pleistoceen Groeve, gegraven, mijnstort hvk pvk g WATER Kalksteenverweringsgronden Oude rivierkleigronden Wo Zn40A Zn40A AP g WATER 0 1 km hvs h BEBOUW c OPHOOG g WATER N Archis2 112800 / 497146 Afbeelding 3. Kaarten uit ARCHIS2 met boven de bodem en onder de geomorfologie. Het onderzoeksgebied is aangegeven met de rode stip.

Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer 19 6. Historisch gebruik en bekende archeologische waarden Historische kaarten Door gebruik te maken van historische kaarten kan men inzicht krijgen in historische- en archeologische waarden. Vooral de ontwikkeling van bebouwing op de onderzoekslocatie kan met behulp van oude kaarten worden gevolgd. Het vroegste beeld van Wormer stamt uit 1612. Op een topografische kaart van Lucas Jansz is de lintbebouwing duidelijk zichtbaar (afb. 4). De kerk die een mogelijk middeleeuwse voorganger kent, is tevens opgetekend. Op basis van de ligging van sloten op de historische kaarten is de ligging van het onderzoeksgebied gereconstrueerd op deze kaart (zie afb. 4 in rood). Op de plek waar tegenwoordig de Dorpsstraat 46 is gelegen is bebouwing afgebeeld. De kaart van L. Jansz is echter niet nauwkeurig tot op perceelniveau. De mogelijkheid bestaat dat 17de eeuwse bewoning aanwezig is in de nabijheid van het onderzoeksgebied, maar op basis van deze kaart niet aangenomen worden dat 17de eeuwse bebouwing ook binnen de perceelsgrenzen van Dorpsstraat 46 gepositioneerd is. Afbeelding 4. Kaart van L. Jansz uit 1612. In geel is de kerk aangegeven, in rood het onderzoeksgebied. Een nauwkeurig representatief beeld op perceelsniveau is pas tweehonderd jaar later beschikbaar. Op de kadastrale minuut, opgesteld in de periode 1811-1832, is bebouwing aangegeven (afb. 5). De bebouwing bevindt zich ten oosten van het onderzoeksgebied. Op het tussen gegelegen perceel naar het westen toe is geen bebouwing zichtbaar.

20 Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer Afbeelding 5. Kadastrale minuut uit 1811-1832. In rood het onderzoeksgebied. Het noorden ligt boven. De kadastrale minuut uit 1811-1832 komt niet meer overeen met de huidige kadasterkaart. Hierdoor is het lastig om het onderzoeksgebied op de kadastrale minuut te plotten. Het onderzoeksgebied, zoals is aangegeven op afbeelding 5, kan daarom groter of kleiner uitvallen. Aannemelijk is echter dat de huidige bebouwing aan de Dorpsstraat 46 een deel van de bebouwing op kadaster 396 beslaat. Onderzoek in de omgeving In het archeologisch informatiestysteem van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (ARCHIS2) kan informatie worden opgevraagd van archeologisch onderzoek dat plaats heeft gevonden in de omgeving van de onderzoekslocatie. Tevens kunnen de resultaten van voorgaande onderzoeken via dit systeem geraadpleegd worden. In Wormer zijn elf archeologische onderzoeken bekend (afb. 6). Hiervan zijn zes bureauonderzoeken, vijf booronderzoeken en één archeologische proefsleuf. In 1999 is door RAAP een aanvullend archeologisch onderzoek in de vorm van boringen verricht op de plek waar de ijsbaan Nova Zembla kwam te liggen (omn 2967). Op basis van de resultaten concludeerde RAAP dat aanvullend onderzoek niet noodzakelijk was. In 2006

hebben er verschillende onderzoeken plaatsgehad in Wormer. Het betroffen drie bureauonderzoeken en één booronderzoek (omn 17310, 19006, 19672 en 20363). Het booronderzoek is voor de onderzoekslocatie van belang omdat deze gezet zijn op de locatie dorpsstraat 125-135 (omn 19672). Deze locatie ligt circa 300m ten oosten van Dorpsstraat 46. Het booronderzoek is uitgevoerd door RAAP. Tijdens het booronderzoek zijn archeologische indicatoren aangetroffen op geringe diepte. Hierop heeft men geadviseerd om de verstoring niet verder dan het reeds verstoorde niveau te laten plaatsvinden of een ophogingspakket aan te brengen zodat de archeologische laag niet geroerd zal worden. Indien behoud niet mogelijk geacht wordt, adviseert RAAP een inventariserend veldonderzoek protocol proefsleuven uit te voeren zodat het bevoegd gezag kan bepalen of de vindplaats al dan niet volledig opgegraven moet worden (de Kort 2006). Het volgend jaar, 2007, zijn twee onderzoeken uitgevoerd (omn 22379 en 23896). Beide betroffen bureauonderzoeken, waarvan één voor ons onderzoeksgebied van belang is. Het bureauonderzoek is uitgevoerd door het Steunpunt Cultureel Erfgoed Noord-Holland voor de locatie Dorpsstraat 337. Dit ligt circa 1km ten oosten van Dorpsstraat 46. Op basis van het bureauonderzoek adviseerde men om een archeologische begeleiding van de sloop van de huidige bebouwing en fundering van de nieuwe bebouwing uit te laten voeren (Blom 2007). In 2008 is een bureauonderzoek uitgevoerd door RAAP ten behoeve van de aanleg van een waterbergingsgebied (omn 27640). Er is geen vervolgonderzoek geadviseerd. In 2009 heeft Hollandia archeologen een booronderzoek uitgevoerd op plangebied WSV 30 (omn 35739). Op basis hiervan werd een waarderend booronderzoek geadviseerd. In 2010 is op de locatie een proefleufonderzoek door RAAP verricht (omn 38887). Men heeft geen archeologische vindplaats vastgesteld zodat een negatief advies gegeven werd met betrekking tot vervolgonderzoek. In hetzelfde jaar zijn twee booronderzoeken uitgevoerd door Oranjewoud BV (omn 39574) en het ADCArcheoprojecten (omn 40861). Ook hier constateerde men dat vervolgonderzoek niet noodzakelijk was. Tot slot aandacht voor een veldkartering in Jisp en Wormer die in 1985 door RAAP is uitgevoerd (Bos / Datema 1985). Daarbij hebben ze gekeken naar antropogene verhogingen en oppervlaktevondsten. De veldkartering wees uit dat langs de Dorpsstraat in Wormer drie zekere huisplaatsen aanwezig zijn met een hoge waarde en één waarschijnlijke huisplaats uit de late middeleeuwen (vóór 1300). De diepteligging van de bewoningslaag varieert tussen 10 en 80 cm onder het maaiveld. Dorpsstraat 46 ligt in de buurt van huisplaatsen met een hoge waarde. Archeologisch interessante sporen uit de late middeleeuwen kunnen op basis van de veldkartering ook op de onderzoekslocatie verwacht worden. 21

22 Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer 117348 / 502270 Legenda ONDERZOEKSMELDINGEN ONDERZOEKEN 19672 17020 22379 17403 TOP10 ((c)tdn) bebouwd gebied doorgaande wegen bos bouwland weiland boomgaard/kwekerij heide zand begraafplaats water overig bodemgebruik PROVINCIES 48008 23896 35739 27081 2967 176 36110 40681 19006 16121 38887 29887 20416 22289 0 500 m N Archis2 115546 / 500469 Afbeelding 6. Kaart met archeologische onderzoeken in de omgeving van het plangebied.

Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer 23 7. Archeologische verwachting Het onderzoeksgebied ligt aan de Dorpsstraat te Wormer. Archeologische vondsten suggeren dat het veengebied in Wormer in de 11de-12de eeuw na Chr. ontgonnen is. Een veldkartering die in 1985 is uitgevoerd door RAAP heeft aangetoond dat langs de Dorpsstraat laat middeleeuwse huisplaatsen aanwezig zijn (Bos / Datema 1985). De ligging van deze huisplaatsen varieert echter. Latere verstoringen hebben hier invloed op gehad. In de nabijheid van het onderzoeksgebied Dorpsstraat 46 zijn huisplaatsen bekend. De mate van bebouwing in latere perioden kan eventuele bewoningslagen uit de late middeleeuwen hebben verstoord. De gemeente Wormerland stelt dan ook stelt dat langs de oude lintbebouwing de eerste 50cm onder het maaiveld vrij is van archeologisch onderzoek (Kleij 2010). Uit een historische kaart uit 1612 is bebouwing te zien op de locatie van de dorpsstraat 46. De kaart is echter niet op perceelsniveau. Het is mogelijk dat de 17de eeuwse bebouwing buiten het plangebied valt. Anderzijds is het niet ondenkbaar dat de 17de eeuwse bebouwing binnen het plangebied valt. De kadastrale minuut uit 1811-1832 geeft bebouwing weer op perceelsniveau. Omdat de huidige percelen niet meer overeen komen met de toenmalige percelen, is het moeilijk om de 19de eeuwse bebouwing op het plangebied te plotten. Mogelijk valt de 19de eeuwse bebouwing buiten het plangebied. Net als bij de 17de eeuwse bebouwing is het echter ook mogelijk dat deze bebouwing binnen het plangebied valt. Uit bouwvergunningen blijkt dat in 1955 een vergunning is verleend voor de bouw van een woon- en winkelpand. Dit pand is in latere jaren meerdere malen verbouwd. De huidige bebouwing is daar een resultaat van. De nieuwbouw zal het volledige perceel inclusief bestaande bebouwing in beslag gaan nemen. Hierdoor wordt een deel van het perceel, dat tegenwoordig een tuin is, bebouwd. De meeste kans bestaat dat eventuele intacte archeologische waarden daterend uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd hier aangetroffen worden.

24 Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer

Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer 25 8. Conclusie en advies Op basis van het bureauonderzoek kan geconcludeerd worden dat op de onderzoekslocatie dorpsstraat 46 eventuele archeologische waarden daterend uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd aanwezig zijn. Het is echter mogelijk dat latere bebouwing het gebied heeft verstoord. Om de mate van verstoring te bepalen en indicaties van eventuele archeologische waarden uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd aan te tonen danwel uit te sluiten, wordt een inventariserend veldonderzoek middels boringen geadviseerd. Hierbij is met name het deel van het plangebied dat tegenwoordig niet is bebouwd van belang. Een tweeledig vervolgonderzoek wordt voorgesteld voor het plangebied: -Er volgt een inventariserend veldonderzoek middels boringen op het perceeldeel dat nu onbebouwd is (tuin); -Boringen op locatie van de huidige gebouwing nadat deze gesloopt is óf een sloopbegeleiding van huidige funderingen die aangevuld worden met enkele boringen.

26 Bureauonderzoek Dorpsstraat 46 te Wormer literatuur Blom, J.M., 2007: Bureauonderzoek naar de archeologische waarde van het plangebied Dorpsstraat 337 te Wormer, gemeente Wormerland, Wormer (SCENH-rapport cultuurhistorie 89). Bos, J.M. / R.R. Datema, 1985: Archeologische waarden in de ruilverkaveling waterland II. Wormer- en Jisperveld, Amsterdam (RAAP rapport 2). Cock, J.K. de, 1980: Bijdrage tot de historische geografie van kennemerland in de middeleeuwen op fysisch-geografische grondslag, Arnhem. Kleij, P., 2010: Archeologienota Wormerland, Wormerland. Kort, J. de, 2006: Plangebied Dorpsstraat 125 t/m 135, Weesp (RAAP-rapport 1918). http://www.watwaswaar.nl http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html http://www.archieven.nl Lijst van afbeeldingen Afbeelding 1: Onderzoekslocatie in rood met pijl aangegeven. In het kader de onderzoekslocatie binnen Nederland. Bron: Kaartblad 19D. Afbeelding 2: Ligging van de onderzoekslocatie in Wormer. In het kader is het te slopen gebouw weergegeven vanuit de lucht. Bron: Kaartblad 19D / Google Earth 2009. Afbeelding 3: Kaarten uit ARCHIS2 met boven de bodem en onder de geomorfologie. Het onder zoeksgebied is aangegeven met de rode stip. Bron: http://archis2.archis.nl Afbeelding 4: Kaart van L. Jansz uit 1612. In geel is de kerk aangegeven, in rood het onderzoeksge bied. Bron: Braam, A. van (red), 1970: Historische atlas van de Zaanlanden, Zaandam. Afbeelding 5: Kadastrale minuut uit 1811-1832. In rood het onderzoeksgebied. Bron: http:www.watwaswaar.nl. Afbeelding 6: Kaart met archeologische onderzoeken in de omgeving van het plangebied. Bron: http://archis2.archis.nl.

27 Bijlagen Inhoudsopgave Bijlage 1: Archeologische perioden Bijalge 2: Archeologische stappenplan Bijlage 3: Klic-kaart

28 Bijlage 1: Archeologische perioden Nieuwe tijd Nieuwe tijd Nieuwe tijd Late-Middeleeuwen Late-Middeleeuwen Vroege-Middeleeuwen Laat-Romeinse tijd B 350-450 A 270-350 Miden-Romeinse tijd Vroeg-Romeinse tijd Late-IJzertijd Midden-IJzertijd Vroege-IJzertijd Late-Bronstijd Midden-Bronstijd B 1.500-1.100 Vroege-Bronstijd C 1.850-heden B 1.650-1.850 A 1.500-1.650 B 1.250-1.500 A 1.050-1.250 D 900-1.050 C 725-900 B 525-725 A 450-525 B 150-270 A 70-150 B 25-70 A 12-25 12 na Chr.- 250 v. Chr. 500-250 800-500 1.100-800 A 1.800-1.500 2.000-1.800 BRONSTIJD IJZERTIJD ROMEINSE TIJD MIDDELEEUWEN NIEUWE TIJD Laat-Neolithicum B 2.450-2.000 A 2.850-2.450 Midden-Neolithicum B 3.400-2.850 A 4.200-3.400 Vroeg-Neolithicum B 4.900-4.200 A 5.300-4.900 Laat-Mesolithicum 6.450-4.900 Midden-Mesolithicum Vroeg-Mesolithicum 7.100-6.450 8.800-7.100 Laat-Paleolithicum B 18.000-8.800 A 35.000-18.000 Midden-Paleolithicum Vroeg-Paleolithicum 300.000-35.000-300.000 PALEOLITHICUM MESOLITHICUM NEOLITHICUM

29 Bijlage 2: Archeologische stappenplan In het stappenplan archeologie wordt aangegeven welk traject bij planvorming bewandeld moet worden als het gaat om het inpassen van archeologische waarden en verwachtingen. Het is van groot belang om in een zo vroeg mogelijk stadium van de planvorming rekening te houden met de archeologische waarden en verwachtingen en wel voordat men aanvangt met de globale invulling van een plangebied. Het stappenplan gaat uit van een brede inventarisatie van wat er bekend is over de archeologische waarden. Op basis daarvan wordt zeer gericht ingezoomd op voor het plan(gebied) relevante archeologische informatie. Na iedere stap wordt beredeneerd gekozen voor meer diepgaand onderzoek op specifieke plekken, zodat uiteindelijk voldoende bekend is over aanwezige vindplaatsen om gemotiveerde afweging in het ruimtelijke-ordeningsproces te kunnen maken. I. Bureauonderzoek Het doel van bureauonderzoek is het verwerven van informatie - aan de hand van bestaande bronnen - over bekende of verwachte archeologische waarden binnen of relevant voor het plangebied. Daarnaast moet het bureauonderzoek inzicht bieden in eventueel benodigd inventariserend onderzoek (stap II, zie onder). Een bureauonderzoek bestaat uit een archiefen literatuuronderzoek van archeologische en bodemkundige gegevens die bij RCE, provincie, gemeente en/of andere instanties (b.v. universiteiten, musea) bekend zijn over het betreffende gebied. Het Bureauonderzoek dient de volgende aspecten te behandelen: * aangeven wat de aanleiding is voor het bureauonderzoek en om welk gebied het gaat. Dit in verband met het bepalen van het onderzoekskader; * beschrijven van het huidige gebruik van de locatie op basis van beschikbare relevante gegevens; * beschrijven van het historische grondgebruik of de historische ontwikkeling van het gebied op basis van geofysische, fysische en historisch geografische gegevens o een korte impressie over de onstaansgeschiedenis van het landschap o een impressie van de bewoningsgeschiedenis; * beschrijven bekende archeologische waarden o archeologisch waardevolle terreinen zoals deze zijn opgenomen in het Centraal Monumenten Archief (CMA) van de RCE. Dezelfde terreinen zijn tevens opgenomen op de Archeologische Monumentenkaarten (AMK) van de provincies. Archeologisch waardevolle terreinen genieten wettelijke bescherming (ex artikel 3 en 6 van de Monumentenwet) of dienen een planologische escherming te krijgen binnen het bestemmingsplan; o archeologische vindplaatsen zoals deze in het Centraal Archeologisch Archief (CAA) van de RCE aanwezig zijn. Clustering van vindplaatsen kan wijzen op de aanwezigheid van bewonings-sporen uit het verleden; * beschrijven van de archeologische verwachtingen en opstellen van een gespecificeerd en onderbouwd verwachtingsmodel van de verwachte archeologische waarden: o aan de hand van de door de RCE ontwikkelde Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden. Gebieden met een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde of trefkans komen in ieder geval voor een nader archeologisch

30 onderzoek in aanmerking; o aan de hand van een meer gedetailleerde provinciale c.q. gemeentelijke verwachtingskaart; * rapportage met daarin advisering ten behoeve van het vervolgtraject gerelateerd aan de verschillende stadia van het planvormingsproces. II. Inventariserend veldonderzoek (IVO) Het doel van het inventariserend veldonderzoek is het zeer gericht aanvullen en toetsen van de uitkomsten van het bureauonderzoek. Stapsgewijs wordt bekeken óf er archeologische waarden aanwezig zijn en zo ja, wat dan de aard, karakter, omvang, datering, gaafheid, conservering en relatieve kwaliteit is. Ten behoeve van een IVO dient een Programma van Eisen (PvE) opgesteld te worden. In principe wordt het IVO uitgevoerd op basis van een Plan van Aanpak (PvA). Het onderzoek kan bestaan uit de volgende methoden: * non-destructieve methoden: geofysische methoden ; * weinig destructieve methoden: oppervlaktekartering, booronderzoek, sondering (putjes van maximaal een vierkante meter); * destructieve methoden: proefsleuven. Welke methoden (kunnen) worden ingezet hangt af van de locatie en vraagstelling. De onderbouwing voor de in te zetten methoden is in het bureauonderzoek gegeven. Een inventariserend veldonderzoek moet leiden tot een waardering en een archeologisch inhoudelijk selectieadvies. Nadere toelichting onderzoeksmethoden: 1 en 2: Bij non-destructieve methoden moet men denken aan elektrische, magnetische en elektromagnetische methoden, eventueel in combinatie met remote sensing technieken. Bij weinig destructieve methoden gaat het om oppervlaktekartering en booronderzoek. Dit houdt in dat het plangebied wordt gekarteerd door middel van het belopen van akkers en weilanden, waarbij gezocht wordt naar aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden. Daarnaast wordt door middel van boringen onderzocht hoe het staat met de bodemopbouw, en of er archeologische lagen of indicatoren te onderscheiden zijn. De aangetroffen vindplaatsen kunnen vervolgens nader bekeken worden met een meer diepgaand booronderzoek. Dit levert nadere informatie over de omvang en waardering op. Soms is het nodig om in dit stadium proefputjes te graven. Een proefsleuvenonderzoek wordt uitgevoerd indien uit de minder destructieve onderzoeksmethoden is gebleken dat er in een plangebied waardevolle archeologische vindplaatsen aanwezig zijn. Door middel van het graven van een aantal proefsleuven kunnen de exacte begrenzing, de datering en de graad van conservering van een vindplaats worden onderzocht. Uit het proefsleuvenonderzoek moet blijken of een vindplaats behoudenswaardig of zelfs beschermenswaardig is. Is dit het geval, dan zal bekeken moeten worden of de vindplaats ingepast kan worden in het plan. Het rijks- en ook het provinciaal archeologiebeleid gaat in eerste instantie uit van behoud van het bodemarchief in situ (ter plekke in de bodem).

31 Eventueel: III. Opgraven ofwel archeologisch vervolgonderzoek Indien het niet mogelijk is een behoudenswaardige of beschermenswaardige vindplaats in situ te bewaren, zal het hier aanwezige bodemarchief voor het nageslacht bewaard dienen te worden door middel van een vlakdekkend onderzoek. Alleen dan is deze stap (stap III) noodzakelijk. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)

32 Bijlage 3: Klic-kaart

33