Verwijdering van een blaastumor via de plasbuis

Vergelijkbare documenten
Transurethrale resectie van een blaastumor

Transurethrale resectie van een blaastumor

Transurethrale resectie van een blaastumor. Urologie

TUR blaas. Urologie. Beter voor elkaar

Transurethrale resectie van een blaastumor (TURT)

Transurethrale resectie van een

Transurethrale resectie van de blaas (TURB)

TransUrethrale Resectie van een blaastumor (TURT)

Verwijderen van een tumor uit de blaas volgens de TUR-methode Transurethrale resectie

Urologie. Transurethrale resectie van een blaasgezwel (TUR-blaas)

Transurethrale resectie van een blaastumor

PATIËNTENFOLDER Urologie Transuretherale resectie van een blaastumor (TURT)

Verwijderen van een tumor uit de blaas volgens de TUR-methode Transurethrale resectie

Een poliep in de blaas moet altijd worden verwijderd. De poliep kan groter worden, bloedingen veroorzaken en doorgroeien in de spierwand.

Transurethrale resectie van een blaastumor (TURT)

Transurethrale resectie van een blaastumor (TUR-blaas)

Urologie Het verwijderen van een tumor uit de blaas

Verwijderen van een blaastumor via de urinebuis

Urologie TUR blaas 1

Verwijderen van een blaastumor

I N F O R M A T I E. o v e r transurethrale resectie van een blaastumor (TUR-blaas)

Verwijderen poliepen. TUR-blaas. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Inleiding Mitomycine blaasspoeling De operatie Voorbereiding De operatie Na de operatie... 2

Verwijderen van een blaaspoliep (TURT)

Transurethrale resectie van een blaastumor (TURT)

Het verwijderen van een poliep in de blaas middels de Tur methode

TURT. Urologie. Verwijdering blaastumor via de plasbuis

Uretero-reno-scopie (URS)

Transurethrale resectie van een blaastumor (TURT)

Verwijderen van nierstenen via een kijkoperatie

Operatieve ingreep in de blaas

Verwijderen van een blaastumor via de plasbuis

Verwijdering blaastumor via de plasbuis

Operatie van een blaastumor (TUR-Blaastumor)

Verwijderen van prostaatweefsel via de urinebuis (TURP)

Verwijderen van prostaatweefsel via de urinebuis (TURP)

TURB. (Trans Urethrale Resectie van de Blaas)

Prostaatoperatie (TURP)

URS Ureterorenoscopie

De prostaatoperatie (TURP)

Het verwijderen van een tumor uit de blaas Transurethrale resectie van een tumor (TURT)

Inleiding De operatie Voorbereiding De operatie Na de operatie Bloedverdunners... 4

Verwijderen van blaastumoren via de plasbuis (TURT)

H Ureterorenoscopie (URS) Kijkoperatie van de urineleiders en het nierbekken bij stenen of tumoren

VERWIJDEREN BLAASTUMOR TRANSURETHRALE BLAASTUMOR

Operatie bij vernauwing van de plasbuis

Green Light Laser Laserbehandeling bij prostaatklachten

Transurethrale resectie van blaaspoliep(en)

Prostaatoperatie (TURP)

Opheffen van een vernauwing in de plasbuis

Verwijderen van een blaastumor via de plasbuis. Transurethrale resectie van een blaastumor (TURT)

Ureterorenoscopie. Urologie. mca.nl

Urologie. Uretero(reno)scopie.

Urologie. Transurethrale resectie tumor (TURT) Blaaswandafwijking

De transurethrale blaastumor resectie

Behandeling van een overactieve blaas met Botoxinjecties

Millin prostaatoperatie

TUR-prostaat of blaashalsincisie

Operatieve ingreep in de blaas (TURB-T)

Vernauwing van de plasbuis Sachse of Otis operatie

Operatie bij vernauwing plasbuis

Urolift Behandeling van plasklachten bij een vergrote prostaat

Behandeling van een overactieve blaas met botoxinjecties (op de operatiekamer)

Maatschap Urologie. Inbrengen van een dubbel J katheter

Prostaatoperatie via de buik

Verwijderen van een blaassteen

Sachse (plasbuisoperatie)

Operatie bij een prostaatvergroting. TUR-Prostaat

Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Vertrouwd en dichtbij. Informatie voor patiënten URS

Prostatectomie volgens Hryntschak

H Transurethrale resectie van de blaas (TUR B)

Tur-prostaat of blaashalsincisie

Prostaatoperatie-TURP

Urolift Behandeling van plasklachten bij een vergrote prostaat

Verwijderen van een steen uit de urineleider

H Transurethrale resectie van de prostaat (TUR P)

Prostaatoperatie via de buik

Transurethrale resectie van de prostaat (TURP of TURBH)

Als de prostaat vergroot is bemoeilijkt deze het urineren. Om dit probleem te verhelpen wordt de prostaat gedeeltelijk verwijderd.

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Informatie over de TUR prostaat

Verwijderen van prostaat weefsel via de buik (Millin)

Percutane niersteenverwijdering

Blaastumor operatie. TUR-T (TransUretherale Resectie)

Urologie. Dubbel J katheter. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep

Operatie aan de plasbuis

Overactieve blaas behandeling (Botuline-toxine injecties) Maatschap Urologie IJsselland Ziekenhuis

Verwijderen van nierstenen via een kijkoperatie. Percutane nefrolitholapaxie (PNL)

Percutane niersteenverwijdering

Het verwijderen van een nier

Verwijderen van een gedeelte van de prostaat via de plasbuis

Operatie aan de plasbuis

Inleiding De ureteroscopie

Botoxinjecties bij blaasproblemen

Urologie. Patiënteninformatie. Ureteroscopie. Steenverwijdering uit de urineleider. Slingeland Ziekenhuis

Het verwijderen van een niersteen door de huid Percutane niersteenverwijdering (PCNL)

Vernauwing van de opening van de plasbuis

VERWIJDEREN BLAASTUMOR TRANSURETHRALE BLAASTUMOR

Uretero-renoscopie. Het verwijderen van een niersteen uit de urineleider. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Transcriptie:

Verwijdering van een blaastumor via de plasbuis Transurethrale resectie van een tumor (TURT-operatie) Urologie

Inleiding U krijgt deze folder als uit onderzoek is gebleken dat u een tumor (poliep) in de blaas heeft. Uw behandelend arts besprak met u dat het nodig is om de tumor te verwijderen. Dit gebeurt met een ingreep die TURT heet: transurethrale resectie van een tumor. Transurethraal De operatie verloopt via de plasbuis (urethra), dus via de natuurlijke weg. Resectie De arts snijdt de tumor weg met behulp van een klein stalen instrument (een lis) waar stroom doorheen loopt. Blaastumor? Het woord blaastumor is een verzamelnaam voor afwijkingen aan de blaaswand. Een andere naam is blaaspoliep. Om de juiste diagnose te stellen is microscopisch onderzoek nodig van het weefsel dat is weggenomen. Er zijn twee groepen blaastumoren die allebei met TURT te behandelen zijn: Oppervlakkig groeiende tumoren Deze bevinden zich bij het blaasslijmvlies en groeien niet in de spierwand. Behandeling met TURT is in dit geval afdoende. De uroloog adviseert soms om binnen 24 uur na de operatie een mitomycine blaasspoeling (chemotherapie) te geven. Of dit nodig is hangt af van de soort tumor en het verloop van de operatie. Bij sommige oppervlakkige tumoren is een nabehandeling met blaasspoelingen nodig op de polikliniek Urologie. Meer informatie leest u in de folder Blaasspoeling bij behandeling van blaaspoliepen. Invasief groeiende tumoren Deze breiden zich wel uit tot in de spierwand. Daarom is na de TURT meestal nog verdere behandeling nodig (bijvoorbeeld een operatie of bestraling). Het is altijd noodzakelijk om een blaastumor te verwijderen. De tumor kan groeien, bloedingen veroorzaken en ingroeien in de spierwand. Ingreep De ingreep gebeurt onder complete narcose of onder plaatselijke verdoving. In het laatste geval krijgt u een ruggenprik (spinaal anesthesie). Na de ingreep is er aan de buitenkant geen zichtbare wond, toch is de ingreep wel degelijk een operatie.

Voorbereidingsplein Direct na uw bezoek op de polikliniek gaat u naar het voorbereidingsplein. Dit bezoek duurt ongeveer een uur. Bij het voorbereidingsplein: Vult u een vragenlijst over uw gezondheid in. Maakt een medewerker soms een hartfilmpje (afhankelijk van uw leeftijd). Neemt een medewerker soms bloed af (alleen voor bepaalde operaties). Meet een medewerker soms uw bloeddruk. Daarna krijgt u voorbereidende en/of informatieve gesprekken met: De apothekersassistente waarmee u samen uw medicijngebruik in kaart brengt. De anesthesiemedewerker die samen met u de ingevulde vragenlijst over uw gezondheid doorneemt. U krijgt uitleg over de narcose of het soort verdoving tijdens uw operatie. De verpleegkundige geeft u uitleg over alle voorbereidingen die nodig zijn voor de opname en zij vertelt u alles over de opname zelf en de nazorg. De opnamemedewerker schrijft u in voor opname. Als het mogelijk is, spreekt zij een voorlopige opnamedatum met u af. Daarom is het handig als u uw agenda meeneemt. Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Meld dit bij uw uroloog. In overleg met hem stopt u ruim voor de operatie met het gebruik van deze medicijnen. Opname Uw opname is meestal op de operatiedag zelf. U meldt zich op de afgesproken tijd op verpleegafdeling van het Amphia Ziekenhuis, locatie Langendijk. Neem uw verzekeringspapieren, medicijnen en eventuele allergiegegevens mee. Een verpleegkundige ontvangt u op de afdeling, brengt u naar uw kamer en beschrijft de gang van zaken op de afdeling. Voorbereiding Als u een kunstgebit en/of contactlenzen draagt, dan doet u deze voor de operatie uit. Ook verwijdert u alle sieraden. Een verpleegkundige rijdt uw bed naar de voorbereidingsruimte van de operatieafdeling. Vervolgens krijgt u een infuus. U gaat naar de operatiekamer en medewerkers helpen u op de operatietafel. Hierna dient de anesthesioloog de complete narcose of andere verdoving zoals een plaatselijke ruggenprik toe. Operatie Tijdens de operatie ligt u op de rug met uw benen opgetrokken (in beensteunen). De uroloog brengt een holle buis via de plasbuis tot in de blaas. Hierdoor bekijkt de arts de blaas en verwijdert de tumor. De instrumenten voor het opereren worden via dit holle buisje in de blaas gebracht. De

arts verwijdert de tumor met behulp van een stalen draadje waardoor een elektrische stroom loopt; hij schraapt de tumor laag voor laag af tot in het gezonde weefsel. Er ontstaat dus een inwendige wond in de blaas. Door een spoelvloeistof in de blaas te brengen, ontplooit deze voortdurend. Door de blaas via de holle buis steeds te legen, komen de losgemaakte deeltjes van de tumor mee naar buiten. De arts schoeit eventuele kleine bloedingen dicht met het stalen draadje. Na de verwijdering van de tumor vindt een blaasspoeling plaats. Een blaaskatheter (dun slangetje) blijft nog een tijdje in de blaas aanwezig omdat de urine na de operatie meestal bloederig is. Na de operatie U gaat na de operatie voor korte tijd naar de uitslaapkamer. Als de controles, zoals bloeddruk en ademhaling in orde zijn, gaat u naar uw eigen kamer. De verpleegkundige van de afdeling komt u halen. U heeft een infuus in de arm, deze blijft zitten tot het eten en drinken goed gaat. De blaaskatheter blijft gewoonlijk enige dagen in de blaas om te zorgen voor een goede urineafvoer. Het is mogelijk om de blaas via de katheter te spoelen als dit nodig is, bijvoorbeeld als er stolsels aanwezig zijn. De urine zal veelal rood gekleurd zijn. Wanneer deze weer helder gekleurd is, kan de katheter eruit (meestal één tot twee dagen na de operatie). Wanneer het plassen hierna goed op gang komt, kunt u het ziekenhuis verlaten. Leefregels Om de vorming van stolsels te voorkomen kunt u het beste veel drinken (minimaal twee liter per dag). Het advies is om na operatie tot aan de afspraak op de polikliniek, geen zware lichamelijke arbeid te verrichten en veel persen bij ontlasting te vermijden. Eventueel is de ontlasting te verzachten met behulp van medicijnen. Om de kans kleiner te maken dat de blaastumor terugkomt, is een aanvullende spoeling mogelijk met een chemotherapeutisch middel (zie aparte folder Blaasspoeling, bij behandeling van blaaspoliepen ). Uitslag en vervolg Volgens afspraak komt u binnen twee weken op controle bij uw behandelend arts. Deze licht u in over de resultaten van het microscopisch onderzoek van het verwijderde weefsel. Daarnaast bespreekt hij of nader onderzoek en/of behandeling noodzakelijk is. In ieder geval vindt om de paar maanden opnieuw blaasonderzoek plaats, om te kijken of er geen nieuwe blaastumoren zijn. Ook hierna blijft u onder controle. Als u rookt, adviseert uw arts om hiermee te stoppen. Bij rokers is de kans op het ontstaan van blaaspoliepen vier maal groter. Klachten Het is normaal dat na de operatie: vaak blaaskrampen optreden; u een schrijnend gevoel heeft in de plasbuis; het plassen samengaat met meer aandrang en dat u vaker moet (dit neemt vanzelf af); de urine soms bloederig is. In de volgende gevallen neemt u direct contact op met uw behandelend arts:

als u duidelijk bloedstolsels plast; als het bloedverlies niet vermindert; bij koorts boven de 38,5 C en/of koude rillingen; ernstig brandende pijn tijdens het plassen; wanneer u niet meer kunt plassen. Complicaties De volgende complicaties komen een enkele keer voor: Na de operatie treedt soms een blaasbloeding op, met als gevolg bloedverlies en stolselvorming. Meestal stopt zo'n bloeding spontaan na het toedienen van spoelvloeistof via de blaaskatheter. Bij heftige bloedingen is het soms nodig de bloeding in narcose op de operatiekamer te stoppen. Een urineweginfectie die gepaard gaat met koorts. Meestal is deze goed te behandelen met antibiotica. Nog weken na de operatie kan een ontsteking optreden, die zich bij mannen soms uit als een bijbalontsteking. Tijdens de operatie kan soms een gat in de blaas ontstaan (perforatie). Dit hangt samen met de grootte en plaats van de blaastumor. De spoelvloeistof die tijdens de operatie wordt gebruikt kan dan buiten de blaas komen, waarna de arts de operatie direct beëindigt om verdere lekkage te voorkomen. Een klein gaatje in de blaaswand sluit vanzelf, bij een grotere perforatie is soms een open buikoperatie nodig om het weggelekte vocht te verwijderen en het gat te sluiten. Deze complicatie is zeldzaam. Het komt voor dat er langere tijd na de operatie een vernauwing van de plasbuis ontstaat. Soms is hiervoor een nieuwe operatieve ingreep noodzakelijk. Tot slot Deze brochure geeft een algemeen beeld en is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw behandelend arts. Bijzondere omstandigheden kunnen aanleiding geven tot wijzigingen. Hierover zal de uroloog altijd met u overleggen. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen dan kunt u op werkdagen tussen 8.30 en 16.30 uur contact opnemen met de polikliniek Urologie. Bereikbaarheid: Bij vragen of problemen belt u tijdens kantooruren met: polikliniek Urologie, locatie Langendijk (076) 595 10 26 polikliniek Urologie, locatie Pasteurlaan (0162) 32 74 62 Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de afdeling spoedeisende hulp via het centrale telefoonnummer: (076) 595 50 00. www.amphia.nl/patienten/afdelingen en specialismen/urologie