Als ik aan mijn werk wil gaan 1. Als 2. Zien ik wij de aan gou mijn werk wil den zon ne gaan,sint baan, Micha el zie ik daar staan, die to nen wil en zien wij met lichtend ster re wij zen waar ik moet be gin nen met hamer en met ijzer. zwaard trekt de he mel rid der rond om de aard. 3. Met dit zwaard en kruis gelijk doorklieft hij t aardkristallen rijk. Deze schatten delven wij, Sint Michaël, sta ons terzij.
Bede aan Sint Michaël 1. Laat 2. O mij En een Go des strij der zijn in de rid der schap der gel voor Gods Ma je steit, maak mij steeds on ver Graal. Hem vol gen naar mijns har ten vaard. En schenk mij in de dui st re wil, tijd, hem en vol gen naar mijns har ten wil, hem die nen al te schenk mij in de dui st re tijd uw hei lig Michaëls maal. zwaard!
De hemelpoort zal opengaan De he mel poort zal o pen gaan, Sint Mi cha el zie ik daar staan. Gij ster vol gen wij en waar wij gaan, sta Gij ke ons held, bij. U
Komt heffen wij allen een feestlied aan ky ky 1. Komt 2. De heil haar hef ko fen wij al len een feest nings doch ter is lied in aan, nood, rie e lei son, van rid der Sint Jo ris rie e lei son, het lot ver oor ge man, ky rie e lei ter dood, ky rie e lei 3. Maar daar komt ridder Sint Joris aan, kyrie eleison, Ach jonkvrouw wat is U misdaan? 4. Geofferd word ik t wildedier, kyrie eleison, dat komt mij nu verslinden hier, kyrie eleison. 5. Dan zal ik voor U komen staan, kyrie eleison, en met Gods hulp de draak verslaan. de deelt son. son.
Het lied van de draak 1. Wij strijden, wij strijden tegen de draak, ge varen te mij den is niet on ze taak. Zoek op de ge duch te be la ger in t dal, in wa ter en luch is ten, hij over al. Wij rij den, wij rij den de draak tege moet, de ster ren ge lei den het Ster vuur in ons bloed. ven wij strijdend te gen de draak, t is op dat be vrij dend, het geestlicht ont waak, het geest licht ont waak.
Michaël, met Uw lichtend zwaard Mi chaël, Mi chaël, met Uw lich tend Schenk mm ons kracht, weegt der men sen Schenk mm Uw kracht, geef ons macht, goed en kwaad. Uw goed te doen op zwaard. zwaard dat voert ons zon negoud, ster renlicht voor aard. Gij aan. taan.
Michaël, sterrenheld Michaël, sterrenheld. Komons te hulphier op aar de. Michaël, over win de draak, steeds wil be la gen. Mi chaël, de sta ons draak die ons bij.
O Michaël, gij zoekt mensen 1. O 2. O Mi Mi den voe cha el, gij zoekt men cha el, gij zoekt men sen, sen, wier wier ken klaar is en rein, hun zui ve re ge len warm is en echt. Zij kun nen door hun dach ten, zij kun nen hel lief de ver los sen wat pers grof zijn. is 3. O Michaël, gij zoekt mensen, wier willen is machtig en sterk. Zij kunnen door hun daden verrichten het schoonste werk. 4. O Michaël, wij willen eens zulke mensen zijn. Wier willen, voelen, denken, is sterk en warm en rein!
O Michaël, hemelse held O Micha el, hemel se held, zend Uw moed en kracht en sterk te, zend Uw moed en kracht en sterk te, in on ze har ten, in on ze har 1. Help ons de geef ons als laf schild de heid over winnen en onze kracht van Uw we 2. Zwaar is de strijd der tijden storm, jaagt met geweld over de aarde, vijandig aan het licht. 3. Uwe strijders, moedig en trouw, willen wij zijn, O Christus bode, Sint Michaël. ten. angst, zen.
O onverwinbre Godesheld 1. O 2. Gij Kom en strij strij on ver win bre Go des held, Sint Mi cha el. draagt voor ons de He mel vaan, Sint Mi cha el, ons voert te het hulp, eng trek mee len le in t ger veld. aan. Help Help den, wil ons be vrij den, Sint Mi cha den, wil ons be vrij den, Sint Mi cha ons ons el. el. hier hier 3. Groot is Uw macht, groot is Uw heir, Sint Michaël, Groot op het land, groot op de zee. Help ons hier strijden, wil ons bevrijden, Sint Michaël. 4. Uit sterrenlicht smeedt gij Uw zwaard, Sint Michaël, en werpt daarmee de draak ter aard. Help ons hier strijden, wil ons bevrijden, Sint Michaël.
Oogstlied 1. De zonne gaat zinken, nu nadert de nacht. De hemelen klinken de aarde ont zeis en met maai en op staat, 1. De hij klinken de waakt. Met sik kel door schrijden het veld, de maaiers die Godesbe vel. Sint Micha weegt de zonne gaat vrucht, het zinken, nu kaf ver el nadert de 3 met de gaat. nacht. De aar de ont waakt. Met zeis en met sik kel weegschaal he me len
Sint Michaël heeft zich een huis gebouwd 1. Sint 2. En op hij zich kloos he Mi toen een ter cha el heeft zich een huis ge hij dat kloos ter vol tooid bouwd had, ho ge???. Het werd een won der ruste en sliep, tot dat een stem uit ter, dat staat er zo mach mel, ten eer ste en der tig de en maal 3. Sta op, sta op, Sint Michaël, het is er reeds lang Uw tijd, Gij denkt niet aan de pelgrims tot verre toch bereid. 4. Wat zal ik hunner gedenken, zij zijn er zo fris en zo ree, zij komen met droge voeten, al over de bodem der zee. al lei schoon de sterk. riep. 5. Daar kwam een scheepje gevaren, het was er van lansen een feest, daarin zaten God den Vader, Gods zoon en God Heilige Geest. 6. Maria stuurde het scheepje, Gods engelen volgden haar na, tot aan het heilige kruishout, daar bleven zij allen staan. 7. Daar aan het heilige kruishout, leed God onze Heer den dood, zo helpe ons Jesus Christus, Maria uit aller nood.
Sint Michaël, hoor ons aan 1. Sint 2. Sint laat ster Mi cha ël, Mi cha ël, hoor Mi cha ël draagt zijn lich ons tend ons met U me de gaan. Door t don k re ren rij ken naar de aard. Door t don k re wij wij aan zwaard de veld, Sint Michaël, Michaël, ster ke de veld, Sint Michaël, Michaël, ster ke en uit bos bos held! held! 3. Sint Michael, Michael, ga vooraan, wij mogen allen medegaan. Door t donk re bos en t wijde veld, Sint Michael, Michael, sterke held! en t en t