Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen Kernpunten Reusel-De Mierden -

Vergelijkbare documenten
Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen Kernpunten Eersel -

Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen Kernpunten Bergeijk -

Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen Kernpunten Cranendonck -

Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen Kernpunten Oirschot -

Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen Kernpunten Heeze-Leende -

Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen Kernpunten Deurne -

Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen Kernpunten Veldhoven -

Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen Kernpunten Nuenen c.a. -

Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen Kernpunten Helmond -

Jeugdenquête 0- t/m 11-jarigen. Vergelijking 2005 en 2008

Jeugdmonitor 2013 (0-11 jaar)

Jeugdmonitor 0-11 jaar Oirschot

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Zwolle

GEZONDHEID & WELZIJN. De gezondheid van het kind is volgens ouder (heel) blij. Meest voorkomende problemen: Regio: 8%

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Deventer

Jeugdmonitor 0-11 jaar

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Ommen

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Hardenberg

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Kampen

Kernbevindingen 0- t/m 11-jarigen, 2008

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Olst-Wijhe

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Raalte

JEUGDMONITOR t/m 11-jarigen

GEZONDHEID & WELZIJN. De gezondheid van het kind is volgens ouder (heel) blij. Meest voorkomende problemen: Regio: 8%

Jeugdmonitor 0-11 jaar Eersel

Jeugdmonitor 0-11 jaar

Jeugdmonitor 0-11 jaar

E U RN E 86% Het kind voelde zich de afgelopen 3 maanden. (heel) blij 20% Het kind heeft één of meer. Gewicht (vanaf 2 jaar) ondergewicht

Jeugdmonitor 0-11 jaar

Jeugdmonitor 0-11 jaar

Jeugdmonitor 0-11 jaar

HE E Z E GEZONDHEID & WELZIJN. De gezondheid van het kind is volgens ouder (heel) blij. Meest voorkomende problemen: Regio: 8%

Jeugdmonitor 2013/ t/m 11 jarigen

Jeugdmonitor 0-11 jaar 2013 Tabel: Kernindicatoren regio Zuidoost-Brabant naar opleiding

Jeugdmonitor 0-11 jaar 2013 Tabel: Kernindicatoren regio Zuidoost-Brabant naar werksituatie

JEUGDMONITOR t/m 11-jarigen

Jeugdmonitor 0-11 jaar

JEUGDMONITOR t/m 11-jarigen

JEUGDMONITOR t/m 11-jarigen

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Totaal alle scholen. schoolinzicht. Algemeen. Gezondheid. 87 % gezondheid kind goed tot heel goed

JEUGDMONITOR t/m 11-jarigen

JEUGDMONITOR t/m 11-jarigen

JEUGDMONITOR t/m 11-jarigen

JEUGDMONITOR t/m 11-jarigen

JEUGDMONITOR t/m 11-jarigen

JEUGDMONITOR t/m 11-jarigen

Jeugdmonitor 0-11 jarigen

JEUGDMONITOR t/m 11-jarigen

JEUGDMONITOR t/m 11-jarigen

JEUGDMONITOR t/m 11-jarigen

JEUGDMONITOR t/m 11-jarigen

Aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar voor analyse

JEUGDMONITOR t/m 11-jarigen

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Gemeente Westervoort. Tabellenboek Kindermonitor 2009

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Wageningen

Jeugdmonitor 0-11 jaar 2013 Tabel: Kernindicatoren regio Zuidoost-Brabant naar etniciteit

Tabellenboek Kindermonitor Gemeente Renkum

Tabellenboek Kindermonitor Gemeente Nijkerk

Gemeente Arnhem. Tabellenboek Kindermonitor 2009

Totaal Totaal Totaal Aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar voor analyse

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Regio Gelderland Midden

Jeugdmonitor 0-11 jaar 2013 Tabel: Kernindicatoren regio Zuidoost-Brabant naar leeftijd en geslacht

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Renkum

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Doesburg

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Lingewaard

Tabellenboek Kindermonitor Gemeente Scherpenzeel

Tabellenboek Kindermonitor Gemeente Wageningen

Presikhaaf Arnhem. Tabellenboek Kindermonitor 2009

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Arnhem

Gezondheidsmonitoren jongeren en ouderen. Meta Moerman Cie Welzijn gemeente Neerijnen 19 juni 2012

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Kinderen in West gezond en wel?

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Rijnwaarden

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Rozendaal

Gemeente Zaanstad. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Tabellenboek. Jeugdmonitor 0 t/m 11 jaar, Oss

Tabellenboek kindermonitor regio Noord- en Oost-Gelderland GGD Noord- en Oost-Gelderland, juni 2014

= laag opl niveau is geen onderwijs tm mavo; = midden opl niveau is mbo, havo en vwo; = hoog opl niveau is hbo en wo. ***

Kinderen in Noord gezond en wel?

32% 51% schoolverzuim laatste 4 weken 52% migraine of regelmatig ernstige hoofdpijn. 22% 15/16 jr

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Overbetuwe

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Nijkerk

Gezondheid in beeld: Gemeente Deurne

Beschrijving van de gezondheid van de inwoners van Eersel op basis van de monitors van de GGD.

Raalte. Tabellenboek. Kindermonitor jarigen

Olst-Wijhe. Tabellenboek. Kindermonitor jarigen

Bouwstenen nota volksgezondheid Renate Martens en Ivanka van der Veeken. Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant:

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Ede

Kinderen in Centrum gezond en wel?

Gemeente Wormerland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Deventer. Tabellenboek. Kindermonitor jarigen

Beschrijving van de gezondheid van de inwoners van Bergeijk op basis van de monitors van de GGD

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Duiven

Transcriptie:

Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen 2008-2009 - Kernpunten Reusel-De Mierden - GGD Brabant-Zuidoost Sector Gezondheidsbevordering Team Onderzoek en Preventie Auteurs: Yvonne Meertens en Mieke van Duijnhoven September 2009

Kernpunten voor de gemeente Reusel-De Mierden Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen 2008-2009 De Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen 2008-2009 beschrijft de gezondheid, het welzijn, het gedrag en de behoeften van kinderen en hun ouders in uw gemeente en de regio Brabant-Zuidoost. Het onderzoek is een vervolg op de monitor die in 2005 bij deze doelgroep is afgenomen. De resultaten van de Jeugdmonitor dienen ter onderbouwing of aanpassing van het jeugd(gezondheids)beleid in uw gemeente. Eind 2008 is het onderzoek afgenomen bij ruim 22.300 ouders/verzorgers in de regio. In de gemeente Reusel-De Mierden hebben 621 ouders/verzorgers de vragenlijst ontvangen. Zij konden de vragen zowel schriftelijk als digitaal beantwoorden. In uw gemeente hebben 404 ouders gereageerd; 288 schriftelijk en 116 via de website. De respons was 65%. In de hele regio Brabant- Zuidoost was de respons ook 65%. In de gemeente Reusel-De Mierden wonen 1.615 kinderen in de leeftijd van 0 t/m 11 jaar: 1% daarvan betreft 16 kinderen. In dit document met kernpunten worden voor diverse beleidsterreinen de belangrijkste resultaten beschreven. Kernpunten zijn resultaten die opvallen: doordat het een risico voor de gezondheid en/of het welzijn betreft ( Algemeen aandachtspunt) of doordat uw gemeente afwijkt van de regio ( Verschil met regio). Omdat uw gemeente in 2005 niet gekozen heeft voor een steekproef op gemeenteniveau is een vergelijking gemaakt op regioniveau met de vorige jeugdmonitor in 2005 ( Verschil met 2005). Bij deze vergelijking is het regiocijfer voor 2008 gebaseerd op alle gemeenten in de regio met uitzondering van de gemeente Eindhoven, omdat deze gemeente in 2005 niet deelnam aan de monitor. Daarnaast worden in dit document aanbevelingen gedaan voor de vertaling van deze uitkomsten naar gemeentelijk jeugd(gezondheids)beleid. De resultaten van de monitor zijn tevens gebundeld in een tabellenboek en te raadplegen op www.ggdgezondheidsatlas.nl. Gezondheid en welzijn Bijna kwart van ouders ervaart problemen kind De overgrote meerderheid van de ouders is positief over de gezondheid van hun kind. Ruim 95% van de ouders ervaart de gezondheid van hun kind als (heel) goed. Wel ervaart 22% van de ouders problemen in de ontwikkeling van hun kind. Ouders van jongens en ouders van kinderen vanaf 8 jaar rapporteren deze problemen relatief vaker. De problemen die ouders het meest rapporteren zijn zindelijkheidsproblemen (8%), slaapproblemen (6%) en eetproblemen (5%). Bij de kinderen vanaf 4 jaar geeft 5% van de ouders aan dat hun kind op dit moment leerproblemen ervaart. In vergelijking met de ouders in de regio ervaren ouders in Reusel-De Mierden minder problemen in de ontwikkeling van hun kind. Jongens vaker chronische aandoeningen dan meisjes In de gemeente Reusel-De Mierden heeft 21% van de 0 t/m 11 jarigen één of meer chronische aandoeningen, vastgesteld door een arts. Jongens hebben vaker een langdurige aandoening dan meisjes. Eczeem en astma zijn de aandoeningen die net als in 2005 het meeste voorkomen. In totaal wordt 13% van de 0 t/m 11 jarigen door hun chronische ziekte belemmerd in het dagelijkse leven; bij 4% is er sprake van een ernstige belemmering. Allergieën nemen toe bij het stijgen van de leeftijd Allergieën voor huisstof en/of huismijt en hooikoorts zijn de vormen van allergie die het meeste voorkomen bij kinderen (respectievelijk 5% en 3%). In totaal heeft 8% van de kinderen in uw gemeente last van één of meerdere allergieën (vastgesteld door een arts). Ook hier ligt het percentage bij jongens iets hoger dan bij meisjes. Naarmate kinderen ouder worden neemt het percentage met een vastgestelde allergie toe (5% bij 0-3 jarigen, 7% bij 4-7 jarigen en 11% bij 8-11 jarigen). 1

21% van de 0 t/m 11 jarigen heeft een chronische aandoening 4% wordt sterk belemmerd door een aandoening 4% heeft recent letsel opgelopen, met name in en rondom huis en bij het sporten 50% heeft recent medicijnen gebruikt, 18% kreeg medicijnen voorgeschreven door een arts 22% van de ouders ervaart problemen in de ontwikkeling van het kind 5% van de 4 t/m 11 jarigen heeft leerproblemen Meer kinderen van 0 t/m 11 jaar hebben astma of bronchitis Minder ouders ervaren problemen in de ontwikkeling, met name minder slaap-, eet- en taal- of spraakproblemen Minder ouders van kinderen vanaf 4 jaar ervaren leerproblemen Meer ouders beoordelen de gezondheid van hun kind als (heel) goed Minder kinderen hebben astma/bronchitis, iets meer kinderen hebben suikerziekte Meer ouders ervaren problemen in de ontwikkeling van hun kind Meer kinderen hebben recent letsel opgelopen Meer kinderen hebben in het afgelopen jaar contact gehad met een specialist, fysiotherapeut, alternatieve genezer en logopedist Meer kinderen hebben recent medicijnen gebruikt zonder recept van een arts Voor meer resultaten ten aanzien van de gezondheid en het welzijn van de kinderen in uw gemeente, raadpleeg onderdeel A in de tabellen van uw tabellenboek. Overgewicht Overgewicht in de regio blijft stabiel Het percentage kinderen in de regio met overgewicht blijft stabiel, namelijk 10%. In Reusel-De Mierden is één op de veertien kinderen (vanaf 2 jaar) te dik (7%). Bij 1% is zelfs sprake van obesitas (=vetzucht). Opvallend is dat meer dan de helft van de ouders van te dikke kinderen denkt dat het kind niet te zwaar is. Veel kinderen eten niet dagelijks groente en fruit Een gezond voedingspatroon is een belangrijke factor in het voorkomen of verminderen van overgewicht. In de gemeente Reusel-De Mierden eet 37% van de kinderen in de leeftijd van 1 t/m 11 jaar niet dagelijks groente. Eveneens 28% eet niet dagelijks fruit. De groente- en fruitconsumptie in Reusel-De Mierden ligt daarmee gelijk aan het gemiddelde in de regio. Regionaal is overigens ten opzichte van 2005 een verbetering zichtbaar in zowel de groente als de fruitconsumptie. Eén procent van de kinderen eet minder dan 5 keer per week een warme maaltijd. Nagenoeg alle kinderen ontbijten 5 keer per week of meer. Het gebruik van veel tussendoortjes en frisdranken met suiker heeft een negatieve invloed op het ontstaan van overgewicht. Bijna de helft van de kinderen vanaf 1 jaar drinkt dagelijks frisdrank met suiker of aanmaaklimonade, gemiddeld circa 1,5 glas per dag. Daarnaast eet 13% drie maal per dag of vaker een zoet of hartig tussendoortje (exclusief fruit). Het eten van tussendoortjes neemt toe naarmate kinderen ouder worden, maar is ten opzichte van 2005 afgenomen, zowel in de regio als in gemeente Reusel-De Mierden. 2

Meer kinderen dan in de regio sporten minimaal 2 maal per week Nagenoeg alle kinderen vanaf 4 jaar in Reusel-De Mierden sporten op school, bij 12% is dit 1 maal per week. In de regio sport 23% maar 1 maal per week. Buiten school sport 78% van de kinderen in Reusel-De Mierden. Jongens sporten vaker dan meisjes, dit verschil is zichtbaar bij zowel de 4-7 jarigen als de 8-11 jarigen. In vergelijking met de regio is het percentage kinderen dat minimaal 2x per week een uur sport flink hoger dan in de regio, namelijk 46% in Reusel-De Mierden en 34% in de regio. Borstvoeding werkt preventief tegen overgewicht Het geven van borstvoeding verkleint de kans op het ontstaan van overgewicht op latere leeftijd. Het merendeel van de moeders in Reusel-De Mierden van kinderen t/m 4 jaar is na de geboorte gestart met het geven van uitsluitend borstvoeding, namelijk 66%. Bijna de helft van deze vrouwen gaat echter binnen 1 tot 3 maanden over tot het (gedeeltelijk) geven van kunstvoeding. Circa 23% van de 0-4 jarigen in Reusel-De Mierden heeft 6 maanden of langer uitsluitend moedermelk gekregen, hetgeen de aanbevolen norm is. 7% van de kinderen vanaf 2 jaar heeft overgewicht, 1% heeft obesitas 34% van de 0 t/m 4 jarigen heeft vanaf de geboorte niet uitsluitend borstvoeding gehad 37% van de kinderen vanaf 1 jaar eet niet dagelijks groente, 28% eet niet dagelijks fruit 22% van de kinderen vanaf 4 jaar sport niet buiten school 9% van de kinderen vanaf 1 jaar kijkt meer dan 2 uur per dag tv/video/dvd Minder kinderen vanaf 1 jaar ontbijten minder dan 5x per week Minder kinderen sporten minder dan 2x per week op school Minder kinderen sporten weinig buiten school Meer kinderen sporten minimaal 2 keer per week een uur Minder kinderen worden meestal met de auto naar school gebracht Meer kinderen tot 4 jaar hebben 6 maanden of langer uitsluitend borstvoeding gekregen Minder kinderen eten niet dagelijks groente en niet dagelijks fruit Minder kinderen eten 3x per dag een zoet/hartig tussendoortje (excl. fruit) Minder kinderen sporten nooit op school Meer kinderen zijn lid van een sportvereniging Minder kinderen sporten niet buiten school Meer kinderen sporten minimaal 2x per week één uur Minder kinderen kijken meer dan 2 uur per dag TV/video/DVD Voor meer resultaten ten aanzien van overgewicht in uw gemeente, de onderdelen B (zwangerschap en ontwikkeling), C (gezondheid en welzijn), G (voeding) en H (vrijetijdsbesteding) in de tabellen van uw tabellenboek. Psychische gezondheid Eén op de tien kinderen indicatie voor psychosociale problematiek Het welbevinden van kinderen wordt naast de lichamelijke gezondheid ook sterk beïnvloed door de geestelijke gezondheid. In de gemeente Reusel-De Mierden is er bij 10% van de kinderen vanaf 4 jaar een indicatie voor psychosociale problemen. Bovendien is er bij nog eens 8% een aanwijzing dat er lichtere psychosociale problemen spelen. Dit geldt vaker voor jongens dan voor meisjes, zowel bij de 4-7 jarigen als bij de 8-11 jarigen. 3

De psychische problemen die zich bij kinderen voordoen lijken met name betrekking te hebben op hyperactiviteit en problemen met leeftijds-genoten 1. Bij 6% van de gezinnen verstoren de psychosociale problemen van het kind het dagelijks leven thuis, op school, op het gebied van vriendschappen en bij activiteiten in de vrije tijd. Bij 3% van de 4 t/m 11 jarigen in Reusel-De Mierden is door een arts autisme vastgesteld, en nog eens 1% wordt op autisme onderzocht. In de regio heeft ongeveer de helft van de ouders met (mogelijk) autisme behoefte aan ondersteuning, met name in de vorm van (extra) begeleiding op school en ondersteuning in de dagelijkse omgang en de vrijetijdsbesteding van het kind. Meer sombere gevoelens bij oudere kinderen Volgens de ouders voelden veruit de meeste 0 t/m 11 jarigen zich recent blij tot heel blij (80%). Bijna één procent van de kinderen was de afgelopen maanden echter een beetje tot erg somber. Sombere gevoelens komen vaker voor bij 8 t/m 11 jarigen dan bij jongere kinderen. Er is daarbij geen verschil tussen jongens en meisjes. Het percentage kinderen in de regio met sombere gevoelens is in vergelijking met 2005 ongeveer gelijk gebleven. Meest ingrijpende gebeurtenis is overlijden van dierbare De meeste gezinnen hebben ooit wel eens een ingrijpende gebeurtenis meegemaakt (81%). Bij 13% heeft het gezin nu nog problemen met één of meer van deze gebeurtenissen. De meest genoemde problematische gebeurtenissen zijn het overlijden van een familielid of geliefd persoon (4%), problemen met een ander kind uit het gezin (3%), psychische problemen van één van de ouders (2%), een langdurige ziekte of ziekenhuisopname van een gezinslid (2%) en een echtscheiding of langdurig afscheid van een gezinslid (2%). 0,8% van de 0 t/m 11 jarigen voelde zich recent een beetje tot erg somber 10% van de 4 t/m 11 jarigen heeft een indicatie voor psychosociale problemen 3% van de 4 t/m 11 jarigen heeft autisme, nog eens 0,3% wordt momenteel onderzocht op autisme 13% van de gezinnen heeft nog problemen met één of meerdere ingrijpende gebeurtenissen in hun leven Geen verschillen Meer kinderen van 0 t/m 11 jaar voelden zich recent (heel) blij Minder kinderen voelden zich recent beetje blij tot neutraal Meer kinderen vanaf 4 jaar hebben autisme Voor meer resultaten ten aanzien van het geestelijk welbevinden van de kinderen in uw gemeente, raadpleeg onderdeel C (gezondheid en welzijn) en L (welbevinden) in de tabellen van uw tabellenboek. Opvoeding Eén op de drie ouders ervaart stress bij de opvoeding Ruim vier op de tien ouders ervaart wel eens problemen bij de opvoeding van hun kind. Twee procent ervaart vaak opvoedproblemen. De ouders van jongens hebben vaker problemen dan de ouders van meisjes. De belangrijkste knelpunten die ouders ervaren liggen op het gebied van luisteren en gehoorzamen (20%), maar ook het stellen van grenzen (16%) en aspecten op het gebied van ontwikkeling en gezondheid zoals eten, slapen, ed. (15%) leveren problemen op. 1 De psychische gezondheid is gemeten mbv de SDQ. De prevalenties van deze afzonderlijke psychische problemen moeten met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Deze zijn via de SDQ minder betrouwbaar te meten dan de prevalentie van de totale psychosociale problematiek. 4

Bij één op de drie ouders levert de opvoeding van de kinderen bovengemiddeld veel stress op. Vijftien procent ervaart zelfs (zeer) veel stress. Hulp gezocht: jeugdgezondheidszorg eerste keus Ruim 22% van de ouders in Reusel-De Mierden heeft in de afgelopen 12 maanden hulp gezocht bij een professionele hulpverlener (excl. CJG). De meeste hulp is gezocht bij het consultatiebureau of GGD jeugdarts/-verpleegkundige (16%), een psycholoog/pedagoog/psychiater (5%)en schoolmaatschappelijk werk (3%). Naast het raadplegen van professionals gebruiken ouders ook diverse media als informatiebron over opvoeding. Zeventien procent van de ouders in Reusel-De Mierden leest minimaal één keer per maand in tijdschriften over opvoeding. Eveneens 13% kijkt hierover naar televisieprogramma s. Daarnaast worden ook brochures (13%) en internet (10%) geraadpleegd. Regionaal gezien is er een afname in het gebruik van media voor het raadplegen van opvoedkundige informatie. Alleen het internet wordt in 2008 als medium vaker geraadpleegd dan in 2005. Behoefte aan opvoedondersteuning blijft stabiel Momenteel heeft 5% van de ouders behoefte aan professionele ondersteuning bij de opvoeding van hun kind. Dit percentage neemt toe naarmate kinderen ouder worden en geldt bovendien vaker voor ouders van jongens. De behoefte aan opvoedondersteuning is in de regio niet veranderd sinds 2005. Aan alle ouders is gevraagd in welke vorm zij opvoedondersteuning wensen te ontvangen indien zij nu of in de toekomst hieraan behoefte hebben. De ouders in Reusel-De Mierden geven als antwoord bij voorkeur ondersteuning te willen krijgen via internet (37%), via een centraal adviespunt (37%) en via de persoonlijke begeleiding van een hulpverlener (26%). Internet en het centrale adviescentrum worden relatief vaker genoemd door ouders met jongere kinderen (0-3 jaar), terwijl de behoefte aan persoonlijke begeleiding vaker gewenst is door ouders met oudere kinderen (8-11 jaar). De persoonlijke begeleiding ontvangt men het liefst van een psycholoog/opvoedkundige (30%) en een jeugdarts/-verpleegkundige (28%), maar ook de huisarts wordt relatief vaak genoemd (24%). Vijf procent van de ouders wil in de toekomst ook ondersteuning krijgen van het Centrum Jeugd en Gezin. Ouders: opvoeding ook verantwoordelijkheid van school Veel ouders van 4 t/m 11 jarigen vinden dat de school samen met hen verantwoordelijk is voor de opvoeding van hun kinderen, namelijk 67%. Acht procent is van mening dat de school zich te weinig bemoeit met de opvoeding. Daarnaast vindt 6% dat de school zich meer dan vroeger met de opvoeding van kinderen moet bezighouden, omdat ouders hier minder aan toekomen. 49% van de ouders heeft soms tot vaak vragen over opvoeding 41% van de ouders heeft soms tot vaak problemen bij de opvoeding 32% van de ouders ervaart stress bij de opvoeding 5% heeft momenteel behoefte aan opvoedingsondersteuning, vooral via internet en een centraal punt voor informatie en advies Meer ouders hebben in het afgelopen jaar hulp gezocht bij consultatiebureau of GGD jeugdarts/-verpleegkundige Meer ouders willen eventuele opvoedondersteuning via een centraal punt voor informatie en advies Minder ouders hebben soms tot vaak vragen over opvoeding Minder ouders ervaren soms tot vaak opvoedproblemen Minder ouders ervaren stress bij de opvoeding Minder ouders gebruiken media als informatiebron over opvoeden, alleen internet wordt vaker geraadpleegd Minder ouders hebben in het afgelopen jaar hulp gezocht bij het consultatiebureau of een GGD jeugdarts/-verpleegkundige Meer ouders hebben in het afgelopen jaar hulp gezocht bij een psycholoog/psychiater/orthopedagoog Meer ouders willen eventuele opvoedondersteuning via de persoonlijke begeleiding van een hulpverlener 5

Voor meer resultaten ten aanzien van opvoeding en opvoedingsondersteuning in uw gemeente, raadpleeg de onderdelen F (Opvoeding) en J (school) in de tabellen van uw tabellenboek. Opvang en School Gebruik gastouderopvang en buitenschoolse opvang neemt toe In Reusel-De Mierden maakt 8% van alle kinderen gebruik van gastouderopvang en ruim de helft van de kinderen jonger dan 4 jaar gaat minimaal één dag per week naar een kinderdagverblijf of crèche. Van alle kinderen vanaf 4 jaar gaat 12% naar de buitenschoolse opvang, dit ligt lager dan in de regio (17%). In vergelijking met 2005 neemt in de regio het gebruik van gastouderopvang (2008: 6% vs. 2005: 1%) toe. Gastouderopvang wordt aanzienlijk vaker ingezet voor de opvang van kinderen beneden de 4 jaar dan voor oudere kinderen. Ook het percentage kinderen dat gebruik maakt van de buitenschoolse opvang is fors toegenomen (2008: 14% vs. 2005: 6 %). Zes procent van de kinderen voelt zich niet prettig op school Bijna alle 4 t/m 11 jarigen in Reusel-De Mierden gaan naar het reguliere basisonderwijs. Twee procent volgt speciaal onderwijs. De meeste kinderen voelen zich prettig op school, dit is echter bij 6% van de kinderen niet het geval. Dertien procent ervaart problemen in de relatie met andere kinderen en 8% heeft een slechte relatie met de leraar. Eén op de vijf kinderen heeft problemen om zich op school te concentreren. Deze problemen op school doen zich vaker voor bij jongens dan bij meisjes en vaker bij 8-11 jarigen dan bij 4-7 jarigen. Ziekteverzuim blijft stabiel Dertien procent van de schoolgaande kinderen heeft in de afgelopen vier weken wegens ziekte verzuimd van school. In de regio is het schoolverzuim vergelijkbaar met het cijfers in 2005. Het verzuim op school verschilt niet tussen jongens en meisjes en tussen de leeftijdscategorieën. Meerderheid rugzakjes vanwege psychische problemen kind Voor kinderen met leer- en gedragsproblemen of handicaps kan een leerlinggebonden financiering ( rugzakje ) worden aangevraagd, zodat ze extra zorg en begeleiding kunnen krijgen binnen het reguliere onderwijs. In de gemeente Reusel-De Mierden ontvangen de scholen voor 3% van de kinderen een rugzakje. Dit komt overeen met het regionale gemiddelde. Jongens krijgen tweemaal zo vaak een rugzakje dan meisjes (4% vs. 2%). Bij de 8-11 jarigen ligt het percentage kinderen met een rugzakje hoger dan bij de 4-7 jarigen (5% vs. 2%). De meeste rugzakjes zijn toegekend vanwege psychiatrische of gedragsstoornissen van het kind, bijvoorbeeld autisme. Voor bijna 1% van de schoolgaande kinderen in Reusel-De Mierden is een aanvraag ingediend voor een rugzakje, maar is hierover nog geen indicatiebesluit genomen. 6% van de 4 t/m 11 jarigen voelt zich niet prettig op school 13% ervaart problemen in relaties met andere kinderen op school 20% van de schoolgaande kinderen heeft concentratieproblemen 13% van de schoolgaande kinderen heeft recent verzuimd van school vanwege ziekte 3% van de schoolgaande kinderen heeft een rugzakje Minder kinderen vanaf 4 jaar maken gebruik van buitenschoolse opvang Meer kinderen maken gebruik van kinderdagverblijf, gastouderopvang en buitenschoolse opvang Minder kinderen hebben een slechte relatie met de leraar Voor meer resultaten ten aanzien van opvang en school in uw gemeente, raadpleeg onderdeel E (opvang) en J (school) in de tabellen van uw tabellenboek. 6

Fysieke omgeving Ouders missen een speeltuin Net zoals in de regio mist 40% van de ouders in Reusel-De Mierden één of meer voorzieningen in hun buurt. De voorzieningen die nu het meest gemist worden zijn een speeltuin (20%), een veilige speelplek (18%) en een grasveld (8%). Met name een speeltuin wordt meer dan door andere ouders in de regio gemist (regio 16%). Wel zijn ouders meer dan gemiddeld tevreden over de mogelijkheid voor hun kind om alleen buiten te spelen. Minder tevreden zijn zij over de trottoirs, groenvoorziening en de speeltuintjes in de buurt. Ruime meerderheid tevreden over contacten in de buurt De meeste ouders zijn tevreden over de contacten die zij in de buurt hebben met andere ouders (91%), hetgeen hoger ligt dan in de regio. Ook over het contact met andere kinderen zijn zij positief (90%). De ouders van 0 t/m 3 jarigen geven vaker aan niet tevreden te zijn met de contacten in de buurt dan ouders van oudere kinderen. Eén op de negen kinderen thuis blootgesteld aan (sigaretten)rook In de gemeente Reusel-De Mierden is 11% van de 0 t/m 11 jarigen in de afgelopen week in huis blootgesteld aan (sigaretten)rook. Regionaal is het percentage kinderen dat is blootgesteld aan rook gedaald sinds 2005. Ruim één op de vier kinderen heeft tenminste één rokende ouder. Het meeroken kan voor de kinderen zowel op korte als op lange termijn ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid. Zo hebben kinderen met rokende ouders meer kans op luchtweginfecties, astma, oorontsteking en wiegendood dan kinderen die niet blootgesteld worden aan rook. Bovendien hebben kinderen van rokende ouders een grotere kans later zelf ook te gaan roken dan kinderen van niet rokende ouders. Ook vocht- en schimmelvorming zijn een indicatie voor een ongezond binnenmilieu. Bijna één op de tien kinderen woont in een huis met schimmel of vocht (9%). 40% van de ouders mist één of meer voorzieningen in de buurt, met name een veilige speelplek, een speeltuin en een grasveld 11% van de 0 t/m 11 jarigen wordt in huis blootgesteld aan (sigaretten)rook 28% van de kinderen heeft tenminste één rokende ouder 9% woont in woning met schimmel of vocht Meer ouders zijn ontevreden over speeltuintjes, park of groenvoorziening en trottoirs in hun buurt Meer ouders zijn tevreden over de mogelijkheden voor hun kind om alleen buiten te spelen Minder kinderen worden in huis blootgesteld aan (sigaretten)- rook Minder gezinnen wonen in een huis met schimmel of vocht, vooral in de badkamer is dit minder Minder ouders missen één of meer voorzieningen in de buurt Meer ouders zijn tevreden over de voorzieningen in de buurt Meer ouders zijn tevreden over de contacten met andere ouders en andere kinderen Minder kinderen zijn in huis blootgesteld aan (sigaretten)- rook Meer gezinnen wonen in een huis met schimmel of vocht, vooral in de badkamer is dit meer Voor meer resultaten ten aanzien van de fysieke woonomgeving van de kinderen in uw gemeente, raadpleeg onderdeel C (gezondheid en welzijn) en onderdeel D (woonomgeving en voorzieningen) in de tabellen van uw tabellenboek. 7

Gezonde relaties Praten over seksuele en relationele vorming is vaak moeilijk Kinderen hebben vaak op jonge leeftijd al vragen over hun eigen lichaam, de verschillen tussen jongens en meisjes, relaties en seksualiteit. Het beantwoorden van deze vragen en het begeleiden van het kind in de seksuele en relationele vorming is ook op jonge leeftijd van belang. Het draagt bij aan een positief zelfbeeld en geeft het kind kennis en vaardigheden om op latere leeftijd gezonde relaties aan te kunnen gaan. Veel ouders van kinderen vanaf 4 jaar vinden het (een beetje) moeilijk om met hun kind te praten over seks (31%). Daarnaast praat 19% hier helemaal niet over met hun kind. Ook het bespreken van de thema s zwangerschap/voortplanting en homoseksualiteit is voor ouders (een beetje) moeilijk (respectievelijk 27% en 17%). Zestien procent spreekt helemaal niet over homoseksualiteit en eveneens 16% niet over zwangerschap/voortplanting. Opvallend is dat ouders van jongens minder over deze thema s praten dan ouders van meisjes. Bij de 8-11 jarigen wordt er zoals verwacht wel meer over gesproken dan bij de 4-7 jarigen. Eén op de zes ouders heeft behoefte aan ondersteuning Zestien procent van de ouders in Reusel-De Mierden heeft behoefte aan ondersteuning bij de seksuele en relationele vorming van hun kind. Hierbij is er geen verschil tussen ouders van jongens en meisjes. De behoefte is wel groter bij de ouders van oudere kinderen vanaf 8 jaar. De meeste behoefte bestaat aan voorlichtingsmateriaal dat ouders aan hun kind kunnen geven (11%). Daarnaast wil 7% graag (aanvullende) lessen op school over deze thema s. Vier procent heeft behoefte aan informatie over specifieke thema s zoals lichamelijke ontwikkeling en seksualiteit. 19% van de ouders van kinderen vanaf 4 jaar praat niet met hun kind over seks, 16% niet over homoseksualiteit en 16% niet over zwangerschap/voortplanting 16% van de ouders heeft behoefte aan ondersteuning bij de seksuele en relationele vorming Geen verschillen nvt Voor meer resultaten ten aanzien van Gezonde relaties in uw gemeente, raadpleeg onderdeel K (gezonde relaties) in de tabellen van uw tabellenboek. Leefstijl en gedrag Jongens hebben vaker al gedronken dan meisjes Acht procent van de 8 t/m 11 jarigen in Reusel-De Mierden heeft wel eens alcohol gedronken, hetgeen vergelijkbaar is met de regio. Jongens hebben vaker al gedronken dan meisjes (respectievelijk 11% en 8%). In vergelijking met 2005 is het regionale percentage flink afgenomen (2008: 9% vs. 2005: 15%). Ook de groep kinderen die in de afgelopen 4 weken alcohol heeft gedronken is regionaal afgenomen van 2% naar 0,3% in 2008. In Reusel-De Mierden is dit percentage nihil. Mening ouders: eerste glas alcohol vanaf gemiddeld 16 jaar Alcoholgebruik door kinderen wordt geheel ontraden tot minimaal 16 jaar. Aan de ouders in Reusel-De Mierden van kinderen vanaf 8 jaar is gevraagd wat zij een verantwoorde leeftijd vinden voor alcoholgebruik. Het eerste slokje alcohol is volgens hen verantwoord op een gemiddelde leeftijd van 15 jaar. Volgens 45% is een leeftijd van 15 jaar of jonger verantwoord. 8

Het eerste glas alcohol is volgens de ouders verantwoord op een gemiddelde leeftijd van 16 jaar, al vindt 16% dit al verantwoord bij 15 jaar of jonger. Verder valt op dat 38% van de ouders in Reusel-De Mierden regelmatig, zelfstandig alcoholgebruik verantwoord vinden op een leeftijd van 16-17 jaar, terwijl in de regio maar 19% dit verantwoord vindt op deze leeftijd. Op basis van stellingen blijkt dat de helft van de ouders denkt dat kinderen die thuis geen alcohol mogen drinken, eerder buitenshuis gaan experimenteren. Daarnaast denkt 24% dat je als ouder niet kunt voorkomen dat je kind veel alcohol gaat drinken. Tot slot vindt 20% dat ouders die zelf alcohol drinken, hun kinderen niet kunnen verbieden te drinken. Twaalf procent ouders vindt roken onder 16 jaar acceptabel In Reusel-De Mierden is het percentage kinderen dat wel eens gerookt heeft klein (0,8%). Circa 12% van de ouders van 8 t/m 11 jarigen vindt af en toe roken door kinderen beneden 16 jaar (een beetje) acceptabel. Dagelijks roken onder 16 jaar is voor 2% (een beetje) acceptabel. Jongens vertonen vaker ongewenst gedrag dan meisjes Een kleine groep kinderen van 8-11 jaar heeft in het afgelopen jaar ongewenst gedrag vertoond (6%), dit geldt vaker voor jongens dan voor meisjes. Het blijft voor het merendeel beperkt tot ongewenste gedragingen zoals ruzie maken met de meester/juf op school (0,8%), het slaan of schoppen van één van de ouders (2%) en het omgaan met kinderen die een negatief effect hebben (2%). In een aantal gevallen betreft het een ernstiger vergrijp zoals winkeldiefstal (2%) en iemand lastig gevallen of gedreigd hem/haar in elkaar te slaan (0,8%). Deze percentages voor de gemeente Reusel-De Mierden liggen in lijn met de regionale cijfers. 8% van de 8 t/m 11 jarigen heeft wel eens alcohol gedronken 45% van de ouders vindt het eerste slokje alcohol verantwoord bij 15 jaar of jonger 16% vindt het eerste glas alcohol verantwoord bij 15 jaar of jonger 24% van de ouders denkt dat ze niet kunnen voorkomen dat hun kind veel alcohol gaat drinken 6% van alle moeders heeft alcohol gebruikt tijdens de zwangerschap, 14% heeft gerookt 6% van de 8 t/m 11 jarigen heeft ongewenst gedrag vertoond Minder moeders hebben alcohol gebruikt tijdens (een deel van) de zwangerschap Ouders vinden regelmatig zelfstandig alcoholgebruik verantwoord op een jongere leeftijd Minder 8 t/m 11 jarigen hebben wel eens alcohol gedronken Minder 8 t/m 11 jarigen hebben in de afgelopen 4 weken alcohol gedronken Minder moeders hebben alcohol gebruikt tijdens (een deel van) de zwangerschap Minder moeders hebben gerookt gebruikt tijdens (een deel van) de zwangerschap Voor meer resultaten ten aanzien van leefstijl en gedrag in uw gemeente, raadpleeg onderdeel N (leefstijl en gedrag) in de tabellen van uw tabellenboek. Wet Maatschappelijke Ondersteuning Percentage PGB s neemt toe met leeftijd kind Twee procent van de ouders in Reusel-De Mierden ontvangt voor hun kind Persoonsgebonden Budget (PGB). Dit komt overeen met de regio. Ouders van jongens ontvangen vaker een PGB dan de ouders van meisjes. Het gebruik van het PGB neemt toe met het stijgen van de leeftijd. 9

Bij de 0-3 jarigen heeft 0,8% een PGB. Bij de 4-7 jarigen en de 8-11 jarigen stijgt dit naar respectievelijk 1% en 4%. Een kleine groep ouders in Reusel-De Mierden heeft het PGB wel aangevraagd, maar heeft hierover nog geen indicatiebesluit vernomen (0,8%). Mantelzorg Ook jonge kinderen moeten soms thuis meehelpen in de zorg voor een langdurig ziek of gehandicapt familielid. In de gemeente Reusel-De Mierden geeft 3% van de kinderen in de leeftijd van 8-11 jaar enige vorm van mantelzorg. De meeste van deze kinderen helpen mee in de persoonlijke verzorging van het zieke gezinslid, verrichten huishoudelijke taken of bieden emotionele steun (troosten, afleiding bieden, etc.). 2% van de 0 t/m 11 jarigen ontvangt een PGB 3% van de 8 t/m 11 jarigen geeft mantelzorg Geen verschillen nvt Voor meer resultaten ten aanzien van WMO gerelateerde onderwerpen in uw gemeente, raadpleeg de onderdelen C (gezondheid en welzijn) en M (mantelzorg) in de tabellen van uw tabellenboek. Armoede Minder hoogopgeleide ouders dan in de regio In de gemeente Reusel-De Mierden is het percentage ouders met lagere opleiding vergelijkbaar met de regio. Twee procent heeft geen opleiding of alleen basisonderwijs en 17% heeft ten hoogste een MBO-kort opleiding. De groep ouders die een HBO opleiding of universiteit heeft gehad is kleiner dan gemiddeld in de regio (11%, regio 24%). Regionaal gezien zijn de ouders van jonge kinderen vaker hoogopgeleid dan ouders van oudere kinderen. Zeven procent van de kinderen groeit op in gezin met minimuminkomen Twee procent van de 0 t/m 11 jarigen heeft geen werkende ouder/verzorger. Bij 4% is één of beide werkloos, arbeidsongeschikt of langdurig ziek. Beide percentages liggen in lijn met het regionale gemiddelde. In de gemeente Reusel-De Mierden moet 7% van de gezinnen rondkomen van het minimuminkomen (regio 9%). Eén op de acht gezinnen heeft enige tot grote moeite om van het inkomen rond te komen. Het percentage gezinnen dat grote moeite heeft met rondkomen ligt op 1%. In vergelijking met 2005 hebben aanzienlijk minder gezinnen in de regio enige tot grote moeite om rond te komen met hun inkomen. In 4% van de gezinnen is één of beide ouders werkloos, arbeidsongeschikt of langdurig ziek 7% van de gezinnen moet rondkomen van het minimumloon 13% van de ouders heeft enige tot grote moeite met rondkomen 1% van de ouders heeft grote moeite met rondkomen Minder ouders zijn hoogopgeleid Minder ouders hebben ten hoogste een MBO-kort opleiding Meer ouders zijn hoog opgeleid (HBO of universiteit) Minder ouders zijn niet buitenshuis werkend Minder ouders (één of beide) zijn werkloos, arbeidsongeschikt en/of langdurig ziek Minder ouders hebben enige tot grote moeite met rondkomen Minder ouders hebben grote moeite met rondkomen 10

Voor meer resultaten ten aanzien van armoede in uw gemeente, raadpleeg onderdeel A (Algemene kenmerken) in de tabellen van uw tabellenboek. Achtergrondkenmerken Vooral gezinssamenstelling en inkomen belangrijke factoren Uiteraard is er variatie in de mate waarin problemen of knelpunten op het gebied van gezondheid en welbevinden zich voordoen binnen de groep 0-11 jarigen. In bovenstaande thema s is reeds op basis van regionale cijfers naar voren gekomen dat jongens relatief wat vaker ongunstiger scoren dan meisjes. Ook de leeftijd van de kinderen zorgt voor veel variatie in de mate waarin bepaalde problemen zich voordoen. Naast leeftijd en geslacht zijn ook verschillen zichtbaar op basis van kenmerken als gezinssamenstelling, de opleiding van de ouders, het gezinsinkomen en de etniciteit. Bij de kinderen die in een éénoudergezin of nieuwgevormd gezin wonen, komen relatief vaker problemen voor dan bij kinderen die bij beide (biologische) ouders wonen. In Reusel-De Mierden woont 3% van de 0 t/m 11 jarigen in een éénoudergezin en 1% in een nieuwgevormd gezin. In de regio is het percentage éénoudergezinnen twee maal zo groot als in Reusel-De Mierden. Daarnaast vormt ook een allochtone afkomst een risicofactor. In Reusel-De Mierden is 5% van de kinderen van allochtone afkomst; 2% is westers allochtoon en 2% nietwesters allochtoon. Ook het percentage allochtonen ligt daarmee lager dan in de regio (16%). Daarnaast doen zich gezondheidsverschillen voor tussen kinderen op basis van de sociaaleconomische status van hun ouders. De sociaal economische status is afgeleid van de opleiding van de ouders en het gezinsinkomen. Zoals reeds eerder beschreven heeft 2% van de ouders in Reusel-De Mierden geen opleiding of alleen basisonderwijs; 17% heeft ten hoogste een MAVO of MBO-kort opleiding. Daarnaast moet 7% van de gezinnen in Reusel-De Mierden rondkomen van een minimuminkomen. Deze cijfers liggen in lijn met de regionale gemiddelden. In onderstaande tabel is op regioniveau voor enkele belangrijke kernindicatoren weergegeven bij welke achtergrondkenmerken het betreffende probleem zich relatief vaker voordoet. Etniciteit Gezinssamenstelling Opleiding ouders Inkomen Gezin Overgewicht (Niet) westers allochtoon Nieuwgevormd, Eénouder Laag Minimuminkomen 1 of meer aandoeningen - - - Minimuminkomen Problemen ontwikkeling Niet-westers allochtoon Nieuwgevormd, Eénouder Laag Minimuminkomen Indicatie psychische problemen Niet-westers allochtoon Nieuwgevormd, Eénouder Laag Minimuminkomen Veel stress bij opvoeding Niet-westers allochtoon Nieuwgevormd, Eénouder Laag Minimuminkomen Schoolverzuim Westers Allochtoon - - Minimuminkomen Blootgesteld aan rook Nederlands, Westers allochtoon Nieuwgevormd, Eénouder Laag Minimuminkomen Ooit alcohol Nederlands, Westers allochtoon Nieuwgevormd - - Ongewenst gedrag - Nieuwgevormd - Minimuminkomen 11

Aanbevelingen voor de gemeente Reusel-De Mierden De Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen 2008-2009 bevat veel informatie ter ondersteuning van het jeugd(gezondheids)beleid in uw gemeente. Deze informatie kan u helpen speerpunten vast te stellen binnen het lokale beleid. De GGD kan u hierbij beleidsmatig ondersteunen en geeft ook advies op maat over het voortzetten of starten van gezondheidsbevorderende interventies binnen uw gemeente. Aanbevelingen voor wat betreft de verspreiding van de resultaten Verspreiding van de resultaten is een taak van de gemeente De GGD communiceert de resultaten van de monitors direct aan gemeenten in de regio, die formeel de opdrachtgevers zijn voor het onderzoek. Indien belangstellenden zich bij de GGD melden, verstrekken wij de cijfers alleen na toestemming van de betrokken gemeente. Aangezien de gemeente de regierol heeft op het gebied van jeugd(gezondheids)beleid is verspreiding van de resultaten een taak van de gemeente. Resultaten monitor zijn een goede start voor lokale discussie De resultaten van de monitors vormen een goed uitgangspunt om met diverse partijen in het veld een discussie te voeren ten behoeve van het jeugd(gezondheids)beleid. Zo n discussie leidt vaak tot aanvullend inzicht over de context van de gezondheidssituatie van kinderen of jongeren binnen de gemeente. Worden de resultaten van de monitor herkend in de dagelijkse praktijk, bijvoorbeeld door de peuterspeelzalen of scholen? Daarbij wordt ook duidelijk welke speerpunten de organisaties die werkzaam zijn in uw gemeente voor het jeugd(gezondheids)beleid aanraden. Wij zijn graag bereid een presentatie voorafgaand aan een discussiebijeenkomst over de resultaten van de monitor te verzorgen. Gezondheidsbeleid is integraal beleid De GGD adviseert gemeenten om de resultaten niet alleen met diverse externe organisaties te bespreken, maar ook met andere afdelingen binnen de gemeente. Zoals uit de resultaten blijkt, is er bij ouders bijvoorbeeld behoefte aan een veilige speelplek voor hun kinderen, een speeltuin en een grasveld. Deze randvoorwaarden zijn belangrijk om kinderen meer te laten bewegen en bij het voorkomen van overgewicht. Op deze manier kunt u de gezondheid van de kinderen in uw gemeente een rol laten spelen binnen wijkinrichting of wijkplanning. Andere voorbeelden van integraal jeugd(gezondheids)beleid zijn bijvoorbeeld koppeling met het armoedebeleid, het sportbeleid, onderwijs, lokaal gezondheidsbeleid en natuurlijk het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). 12

Inhoudelijke aanbevelingen ten behoeve van het gemeentelijk jeugd(gezondheids)beleid Informatie voor centrum voor jeugd en gezin Ten behoeve van de informatie- en adviesfunctie van het Centrum voor Jeugd en Gezin bevat deze monitor gegevens over welke problemen ouders ervaren bij de opvoeding van hun kind. De meeste ouders geven aan opvoedondersteuning het liefste via internet te ontvangen of een centraal punt voor advies en informatie. In veel gemeenten is al een steunpunt opvoeding aanwezig waar ouders voor advies terecht kunnen bij een verpleegkundige van de jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar. Informatie voor schoolgezondheidsbeleid Een meerderheid van de ouders vindt dat zowel ouders als school verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van kinderen. Daarnaast vindt ruim de helft van de ouders zelfs dat school eisen mag stellen aan de manier waarop ouders hun kinderen opvoeden. Dit biedt scholen een hand vat om binnen het schoolgezondheidsbeleid afspraken te maken over thema s als gezonde leef stijl (bijvoorbeeld traktatiebeleid) en gezonde relaties. Voor enkele thema s zijn preventieoverzichten beschikbaar De GGD heeft recent voor enkele thema s in kaart gebracht welke interventies beschikbaar zijn in de regio. Voor de 0-11 jarigen beveelt de GGD het volgende aan: Overgewicht De GGD Brabant-Zuidoost beveelt gemeenten aan om m.b.t. het thema preventie van overgewicht voor de doelgroep 0-11 jarigen de volgende maatregelen te stimuleren: - Moeders geven hun kinderen borstvoeding gedurende minimaal 6 maanden. - Ouders ontvangen informatie over wat een gezond gewicht is, om daarmee draagvlak te creëren om het overgewicht van hun kind te erkennen en aan te pakken. - Ouders ontvangen voorlichting over gezond eten en voldoende bewegen. - Instellingen en scholen nemen gezond eten en voldoende bewegen in hun beleid op. - Leefomgeving van kinderen is ingericht om bewegen makkelijker te maken. - Scholen nemen educatieve leefstijlprogramma s in hun curriculum op. Meer hierover leest u in het Preventieoverzicht Overgewicht in Zuidoost Brabant, GGD Brabant-Zuidoost, M. van Paassen, mei 2009 Gezonde relaties De GGD Brabant-Zuidoost beveelt gemeenten voor het thema gezonde relaties voor 0-11 jarigen aan: - Neem gezonde relationele en seksuele vorming (in brede zin) op in het gemeentelijke beleid. - Besteed hierbij aandacht aan diversiteit bij gezonde relationele vorming: seksuele voorkeur, handicap, culturele en religieuze achtergronden, genderverschillen e.d. en start hier zo vroeg mogelijk mee (al bij het consultatiebureau). - Stel met diverse partijen, zoals scholen, jongerenwerk, ouderraad, GGD, consultatiebureau en huisarts een actieplan op hoe ouders ondersteund kunnen worden bij de relationele en seksuele vorming van hun kind en hoe verder aandacht besteed kan worden aan relationele en seksuele vorming. - Werk integraal. - Gebruik een mix aan interventies (zoals een lesprogramma voor de kinderen, bijv. deelname aan de week van de Lentekriebels, visievorming voor het consultatiebureau en het onderwijs en voorlichting voor ouders). Meer hierover leest u in het Preventieoverzicht Gezonde Relaties in Zuidoost-Brabant, GGD Brabant-Zuidoost, H. Roberts, mei 2009. 13

Opvoeding De GGD Brabant-Zuidoost beveelt gemeenten voor het thema opvoedingsondersteuning voor 0-11 jarigen aan: - Regionaal en lokaal is er al veel hulpaanbod. Belangrijk is dat de hulp aansluit bij de behoefte en uitgaat van de eigen kracht van opvoeders. Het streven is om zoveel mogelijk te werken met bewezen effectieve methodes (evidence-based) Uitgangspunt is dat hulp op lokale schaal wordt aangeboden, dichtbij de burger. - Een voorbeeld van een effectieve interventie is Triple P. Triple P gaat niet alleen uit van een gezamenlijke visie op opvoeden en opgroeien door de partners in een CJG (gebruik van één taal), maar ook van een gezamenlijke visie op hulpverlening (geindiceerd en niet-geïndiceerd). - Zorg voor een laagdrempelig steunpunt waar ouders van kinderen van 0-19 jaar terecht kunnen voor informatie, advies en persoonlijke ondersteuning. Door het tijdig en op maat geven van informatie en advies veel vragen en/of problemen van burgers in een vroegtijdig stadium kunnen worden beantwoord/opgelost, zodat ze zelfstandig verder kunnen. Hiermee kan verdere hulpverlening worden voorkómen. - Zorg voor goede telefonische en digitale bereikbaarheid eventueel in samenwerking met andere gemeenten. Meer hierover leest u in het Preventieoverzicht Opvoedingsondersteuning in Zuidoost Brabant, GGD Brabant Zuidoost, I. de Kaste, mei 2009. Depressie De GGD Brabant-Zuidoost beveelt gemeenten voor het thema depressiepreventie voor 0-11 jarigen aan: - Bied cursussen aan voor ouders ter ondersteuning van de communicatie in het gezin. - Geef voorlichting om meer bekendheid te creëren over depressie; ook over het voorkomen bij jonge kinderen. - Train professionals (leerkrachten, huisartsen, hulpverleners) in het gebruik van signaleringsinstrumenten, maak depressieve klachten (bij het kind en de ouders) bespreekbaar en zorg voor kennis van doorverwijzingsmogelijkheden. - Preventieve ondersteuning kan worden geboden via cursussen gericht op het kind en/of de ouders (sociale vaardigheden, weerbaarheid, enz). - Integrale preventieve maatregelen nemen via een goede, gezonde leefomgeving, bijvoorbeeld voldoende groen, speelmogelijkheden in de omgeving en voldoende mogelijkheden om te bewegen. Meer hierover leest u in het Preventieoverzicht Depressie in Zuidoost Brabant, GGD Brabant Zuidoost, A. Gietmann, mei 2009. Alcohol De GGD Brabant-Zuidoost beveelt gemeenten voor het thema alcoholpreventie voor 0-11 jarigen aan: - Start een lokale werkgroep met daarin partijen zoals GGD, Novadic-Kentron, en jongerenopbouwwerk. - Stel in overleg met betrokken partijen een activiteitenplan op met daarin interventies gericht op ouders, school en kinderen. - Werk integraal. - Gebruik een mix aan interventies (zoals een lesprogramma voor de kinderen, voorlichting voor ouders, informatie voor het onderwijs). - Besteed in de voorlichting aan ouders extra aandacht aan de overtuiging van ouders dat een alcoholverbod thuis eerder leidt tot buitenshuis experimenteren. Onderzoek wijst uit dat dit juist wel leidt tot een lager alcoholgebruik. Meer hierover leest u in het Preventieoverzicht Alcohol in Zuidoost Brabant, GGD Brabant Zuidoost, R. Horbach, mei 2009. 14

Roken De GGD Brabant-Zuidoost beveelt gemeenten voor het thema voor 0-11 jarigen aan om aandacht te geven aan de 3 pijlers van tabakspreventie: Zorgen dat de jeugd niet gaat roken - Besteed aandacht aan de omgeving van kinderen/jongeren, bijvoorbeeld met de campagne Kinderen kopiëren. - Stimuleer het gebruik van het lesprogramma de Gezonde School en Genotmiddelen op basisscholen. - Besteed aandacht aan het rookbeleid van basisscholen met De rookvrije school. Rokers die willen stoppen ondersteunen - Voor rokende ouders die willen stoppen is informatie over het landelijke, regionale en plaatselijke aanbod van stopondersteuning nodig. Meeroken voorkomen - Stimuleer het gebruik van de folder Niet roken waar de kleine bij is (kraamzorg en consultatiebureau 0-4 jaar). - Ondersteun het rookverbod in de horeca. Meer hierover leest u in het Preventieoverzicht Roken in Zuidoost Brabant, GGD Brabant Zuidoost, T. Meeldijk, mei 2009. Advies op maat naar aanleiding van deze resultaten U kunt de resultaten van de Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen 2008-2009 en andere monitors van de GGD vinden in het tabellenboek voor uw gemeente en op www.ggdgezondheidsatlas.nl. De cijfers van uw gemeente kunt u daar ook vergelijken met omringende gemeenten in Zuidoost-Brabant. Daarnaast adviseert de GGD Brabant Zuidoost u graag verder op maat naar aanleiding van deze resultaten. U kunt hiervoor terecht bij de diverse deskundige disciplines binnen de GGD: Onze onderzoekers kunnen de resultaten van deze Jeugdmonitor toelichten in een persoonlijk gesprek of een presentatie verzorgen, bijvoorbeeld binnen een netwerkoverleg Jeugd in uw gemeente. U kunt hiervoor contact opnemen met Yvonne Meertens, telefoon 0880031457, y.meertens@ggdbzo.nl Vanuit de afdeling Jeugdgezondheidszorg denken we graag met u mee over o.a. de invulling van het Centrum voor Jeugd en Gezin. U kunt hiervoor contact opnemen met regiomanager Annemieke van Dinter, telefoon 0880031423, a.van.dinter@ggdbzo.nl Voor een gesprek over de vertaling van de preventieoverzichten naar de mogelijkheden in uw gemeente kunt u terecht bij uw contactpersoon voor lokaal maatwerk. Voor uw gemeente is dit Reineke Horbach, telefoon 0880031450, r.horbach@ggdbzo.nl De adviseur Lokaal gezondheidsbeleid van de GGD kan u adviseren over de gezondheids thema's zoals ze binnen het lokale gezondheidsbeleid in uw gemeente opgepakt (kunnen) worden. Voor uw gemeente kunt u contact opnemen met Monique Mentjens, telefoon 0880031463, m.mentjens@ggdbzo.nl 15