De afdeling Kiné-Ergo-Logo De afdeling Kiné-Ergo-Logo als stageplaats voor studenten. Inhoud 1 Over de afdeling Kiné-Ergo-Logo 36 1.1 Welkom 36 1.2 Situering & organogram 36 1.4 Patiëntenpopulatie 37 2 De medewerkers van de revalidatieprogramma's 38 2.1 De kinesist 38 2.2 De ergotherapeut 38 2.3 De logopedist 39 2.4 De psycholoog 39 3 De revalidatieprogramma's 39 3.1 Cardiale revalidatie 39 3.2 Pulmonaire revalidatie & COPD-traning 40 3.3 Perinatale kinesitherapie 40 3.4 Rugrevaldiatie 40 4 Aandachtspunten 41 HR/medewerkerswijzer/2012-01 35
1 OVER DE AFDELING KINÉ-ERGO-LOGO 1.1 Welkom Beste student Van harte welkom op onze afdeling. Deze brochure wil een leidraad voor je zijn, en tevens een op ieder moment te raadplegen informatiebron. Een brochure kan niet allesomvattend zijn. We staan je graag bij indien je hulp of uitleg nodig hebt. De manier van leren in een stage heeft specifieke kenmerken. Het gaat om praktisch werken in een lopende beroepspraktijk. Het is toepassingsgericht leren: kennis en praktijk worden geïntegreerd. Je wordt beschouwd als beginneling, wees echter niet bang om vragen te stellen. Door de confrontatie met echte werkvragen en door de vergelijking met meer ervaren professionals kun je ontdekken waar je staat als aankomend therapeut. We wensen je een zeer aangename en leerrijke stageperiode toe. Sybille Neven Afdelingshoofd Kine Ergo Logo 1.2 Situering & organogram De afdeling Kiné-Ergo-Logo bevindt zich op Campus Mariëndal op de 1 ste verdieping van het Medisch Centrum Tienen. In Campus St.-Jan vind je de afdeling op de 1 ste verdieping. Op deze campus werken de therapeuten vooral decentraal op de verschillende afdelingen. De meest actuele versie van het organogram van het departement Verpleegkundige & Paramedische diensten, met de namen van diensthoofden, hoofdverpleegkundigen en/of coördinatoren, kun je tijdens je stage bekijken op het intranet. Organogram van de afdeling:organogram Medisch afdelingshoofd: dr. Ingrid Steemans Afdelingshoofd: Sybille Neven Adjunct-afdelingshoofd An Vanuytrecht Artsen: dr. I. Steemans - dr. A. Samoy - dr. K. Delvaux - dr. P. Geens Kinesisten: taken & verantwoordelijkheden cf. functie- en competentiekaart Ergotherapeuten: taken & verantwoordelijkheden cf. functie- en competentiekaart Logopedisten: taken & verantwoordelijkheden cf. functie- en competentiekaart Stagementoren Kiné: Kris Daems Katja Dewael Bram Cuypers Ilse Groeseneken An Vanuytrecht Marc Boogaerts Katja Vloeberghs Kristel Theys Ilse Alaerts - Katrien Kennis. Stagementoren Ergo Inne Thoelen - Heidi Lemmens - Maurice Kurvers Stagementoren Logo Petra Thomas - Els Vanhulst De stagementor is je steun en toeverlaat op de afdeling. Hij of zij bereidt ook samen met jou de tussentijdse en eindevaluaties voor, op basis van je stagedoelstellingen. HR/medewerkerswijzer/2012-01 36
1.3 Patiëntenpopulatie De revalidatieartsen staan samen met het team van kinesitherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten en psychologen in voor de revalidatie van gehospitaliseerde en ambulante patiënten. De stages voor kinesitherapie, logopedie en ergotherapie in ons ziekenhuis richten zich op Campus St.-Jan overwegend naar neurologische revalidatie en op Campus Mariëndal naar locomotorische revalidatie. Campus Mariëndal heeft verschillende heelkundige en inwendige afdelingen, een materniteit en eenheid neonatologie, en afdelingen pediatrie, intensieve zorgen en telemetrie. De ambulante multidisciplinaire revalidatie richt zich voornamelijk op cardiale, respiratoire en locomotorische revalidatie en rugschool (zie revalidatieprogramma s). Op Campus St.-Jan zijn er 2 hospitalisatie-afdelingen: acute geriatrie en sp-locomotorisch, waar vooral neurologische patiënten opgenomen worden. Het revalidatieteam werkt decentraal op beide afdelingen. Daarnaast bieden wij ook multidisciplinaire neurologische ambulante revalidatie op deze campus aan. Op beide campussen werken we nauw samen met de verpleging, psychologen, diëtisten, artsen en andere zorgverstrekkers om een optimale revalidatie aan te bieden in functie van de doelstellingen van de patiënt. Door hun continue aanwezigheid op de afdelingen vervullen de verpleegkundigen een spilfunctie tijdens de hospitalisatie van de patiënt. Zij zijn het aanspreekpunt op de verpleegafdeling en ondersteunen de contacten met andere leden van het revalidatieteam. Samen begeleiden wij patiënten bij het herwinnen van hun mogelijkheden na een ziekte, letsel of aandoening en dit via doelgerichte trainingen, individueel of in groep. De behandelingen worden individueel aangepast aan de noden van de patiënt en in teamverband besproken. De zorgverlening is er op gericht de levenskwaliteit van de patiënt zo goed mogelijk te verbeteren of te herstellen via de verschillende gespecialiseerde behandelingen. HR/medewerkerswijzer/2012-01 37
2 DE MEDEWERKERS VAN DE REVALIDATIEPROGRAMMA'S 2.1 De kinesitherapeut De kinesitherapeut legt de bewegingsmogelijkheden van de patiënt vast. Hij onderzoekt op welke wijze het bewegen plaatsvindt en waarom de patiënt op deze manier beweegt. In zijn analyse zoekt de kinesitherapeut naar oorzakelijke en beïnvloedbare factoren op basis waarvan hij het behandelconcept opstelt. Het doel van de behandeling is het optimaliseren van het bewegen van de patiënt uitgaande van zijn mogelijkheden en noden, en dit in relatie tot zijn participatie in de samenleving. Daarbij schenkt de kinesitherapeut ook aandacht aan preventie. Er wordt gekeken naar kracht, lenigheid, conditie en functionaliteit. Ook bewegingsgevoel, belastbaarheid, coördinatie en ontspanning kunnen aandachtspunten zijn. De resterende bewegingsmogelijkheden worden maximaal benut om te komen tot een zo groot mogelijke lichamelijke zelfstandigheid, eventueel met een hulpmiddel. De kinesitherapeut informeert en evalueert de patiënt bij opname via een SAMPC-analyse; helpt bij het herwinnen van fysieke functies: mobiliteit en kracht bewegen in bed transfers evenwicht- en balanstraining een verlamd lidmaat opnieuw inschakelen stappen in verschillende situaties trappen lopen leert de patiënt om zich opnieuw te verplaatsen, eventueel met een aangepast hulpmiddel; leert de patiënt zo zelfstandig mogelijk te worden; geeft tips en adviezen aan de familie. 2.2 De ergotherapeut Het werk van de ergotherapeut is gericht op het trainen van de algemene dagelijkse activiteiten (ADL) opdat de patiënt ze zo zelfstandig mogelijk kan uitvoeren. Hiervoor stelt hij een individueel programma samen dat gebaseerd is op de mogelijkheden, beperkingen en de hulpvraag van de patiënt. De ergotherapeut bevordert het zelfstandig functioneren in het dagelijks leven door: opnieuw getrainde functies in vaardigheden om te zetten: wassen, aankleden, eten, toiletbezoek, transfers; het trainen van arm- en handfunctie, de fijne motoriek zoals schrijven, werken met de computer ; het trainen van cognitieve functies gericht op het gebied van geheugen, planmatig werken, aandacht, visuele waarneming, probleemoplossend denken en handelen. Verder kan cognitieve training gericht zijn op het opnieuw leren van praktische vaardigheden zoals rekenen, omgaan met geld en klokkijken; het geven van voorlichting, advies en instructies aangaande hulpmiddelen, voorzieningen en aanpassingen in de thuissituatie. Dit zorgaanbod wordt specifiek verleend bij valpreventie, de geheugenkliniek, MDR-rapporten en rugrevalidatie. Wekelijks overlopen we met orthopedische technici met welke hulpmiddelen en/of orthopedische aanpassingen we de functionaliteit van de patiënt kunnen verhogen. We richten ons hierbij niet alleen tot de patiënt, maar betrekken eveneens de mantelzorgers. HR/medewerkerswijzer/2012-01 38
2.3 De logopedist De logopedist onderzoekt en behandelt voornamelijk patiënten die getroffen zijn door een hersenletsel en daardoor problemen vertonen op het vlak van taal, spraak en slikken. Hiervoor wordt een individueel therapieprogramma opgesteld dat een vlotte communicatie en/of veilig slikpatroon beoogt. De logopedist onderzoekt en evalueert de mogelijkheden en beperkingen met betrekking tot taal, spraak en slikken; stelt een therapieplan op om tot herstel of verbetering te komen; geeft individuele therapie en eventueel groepssessies om de communicatie te verbeteren; bewaakt de veiligheid van het slikproces en voert de nodige aanpassingen door in overleg met andere teamleden (arts, verpleging, diëtist, ergotherapeut ); voert infogesprekken met patiënt en familie i.v.m. de aanwezige stoornissen en beperkingen. 2.4 De psycholoog De confrontatie met een niet-aangeboren hersenletsel (NAH) of een ernstige lichamelijke beperking door bijvoorbeeld een ruggenmergletsel of amputatie, is een ingrijpende gebeurtenis met vele gevolgen. Het psychologisch verwerkingsproces dat patiënt en familie doormaken is vergelijkbaar met een rouwproces waarin allerlei emoties opduiken. De psycholoog ondersteunt en begeleidt dit proces samen met partner en directe familieleden. 3 DE REVALIDATIEPROGRAMMA'S 3.1 Cardiale revalidatie Afhankelijk van het doel kan een bewegingsprogramma bestaan uit bewegen gericht op het optimaliseren van het inspanningsvermogen en/of uit bewegen gericht op het ontwikkelen van een actieve leefstijl. Bewegen gericht op het optimaliseren van het inspanningsvermogen omvat fysieke training van het aërobe (algehele) uithoudingsvermogen en het krachtuithoudingsvermogen. Bij bewegen gericht op het ontwikkelen van een actieve leefstijl gaat het om het hebben van plezier in bewegen en/of het bestrijden van risicofactoren. 2 de fase in RZ Heilig Hart Tienen Na 6 weken cardiale revalidatie verwijst de cardioloog de patiënt met de resultaten van een fietsproef door. Een individueel trainingsprogramma wordt opgesteld. Trainingen gebeuren gedurende 3 maanden aan een frequentie van 3 maal/week. Daarop volgt een 2 e periode van 3 maanden aan een frequentie van 2 maal/week. Na herevaluatie (nieuwe fietsproef) wordt het trainingsprogramma op maat van de patiënt aangepast. Na 6 maanden training wordt de patiënt extramuraal doorverwezen voor groepsactiviteiten. HR/medewerkerswijzer/2012-01 39
3.2 Pulmonaire revaldiatie & COPD-training Bij "ademhalingstraining" worden niet uitsluitend ademhalingsoefeningen gedaan. In dit programma worden vooral ook uithoudingsvermogen en spierkracht getraind. Doel van de behandeling is: de kortademigheid verminderen door de meest effectieve manier van ademhalen aan te leren; leren ontspannen, ook tijdens benauwdheid; leren om gemakkelijker sputum op te hoesten; het uithoudingsvermogen verbeteren; de conditie op peil houden. 3.3 Perinatale kinesitherapie Door aangepaste oefeningen worden houdingsveranderingen tegengegaan. Naast buik- en rugspieroefeningen krijgen ook bekkenbodemspieren veel aandacht, mede om het risico op incontinentie voor en na de bevalling te verkleinen en om een vlotte arbeid te stimuleren. Het oefenprogramma bevat eveneens tips en advies voor postnatale conditie- en houdingsoefeningen. De voorbereiding op de bevalling omvat het aanleren van de verschillende ademhalingstechnieken, pershouding en perstechniek. Er wordt ook informatie verstrekt rond verloop van arbeid en bevalling. Tips en advies helpen de zwangere om goed voorbereid te zijn. De laatste oefensessie mag door de partner mee gevolgd worden. De postnatale kinesitherapie start de dag na de bevalling. Deze sessies vinden elke werkdag plaats op de materniteit, in een oefenlokaal s waar ook de pasgeborenen mee naar toe kunnen. 3.4 Rugrevalidatie De rugschool is een uitgebreid programma bestaande uit maximaal 36 groepssessies van telkens 2 uur, gespreid over een periode van 6 maanden. Elke eerste dinsdag van de maand start een nieuwe reeks van tien lessen waarin de verschillende oorzaken, gevolgen en behandeling van de rugklachten toegelicht worden. De rugschooltrainingen worden op verschillende dagen in de week georganiseerd. Er worden doelgerichte oefeningen en advies gegeven. HR/medewerkerswijzer/2012-01 40
4 AANDACHTSPUNTEN Kom voorbereid op stage: kijk voor de stage de anatomie, de fysiologie en de reeds geleerde pathologie na. Herhaal je technieken. Denk steeds aan steriliteit en ziekenhuishygiëne. We verwachten samen met je school een grote inzet en leergierigheid, patiëntgerichtheid en vriendelijkheid. Een empathische ingesteldheid en zin voor initiatief stellen we zeer op prijs. Informeer je over de afdelingsprocedures, zoals bv. rond reanimatie. Een vlotte integratie in het team, en een positieve samenwerking met alle medewerkers vinden we vanzelfsprekend. Geef bij het begin van je stageperiode je doelstellingen door aan de stagebegeleider en aan de stagementoren. Wens je bepaalde handelingen te oefenen of specifieke onderzoeken bij te wonen, vraag dit dan gerust zelf aan je stagementor. Wacht dus niet tot men je een voorstel doet hieromtrent. Indien je een techniek voor de eerste maal zal uitvoeren, meld dit dan aan je stagementor vóór jullie de patiëntenkamer binnengaan. Wens je een patiënt op te volgen, meld dit dan aan je stagementor. Dan houden we daar rekening mee bij de werkverdeling. Tracht problemen steeds op de afdeling zelf op te lossen, in samenspraak met de stagebegeleider van de school, je stagementor of het afdelingshoofd kiné-ergo-logo. HR/medewerkerswijzer/2012-01 41