LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

Vergelijkbare documenten
de heer A en mevrouw B te C, ouders van D, voormalig leerling van E te C, klagers

SAMENVATTING Klacht over mondelinge en schriftelijke communicatie door school en over klachtbehandeling; PO

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

Klagers klagen erover dat de directeur onvoldoende heeft uitgezocht of en welke begeleiding hun zoon nodig had bij zijn dyslexie.

SAMENVATTING /106161/ Klachten over pedagogisch handelen leerkracht en interne klachtafhandeling; PO

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

SAMENVATTING ADVIES. A, moeder van B, leerling VMBO klas 3kbad van het C te D, wonende te D, verzoeker, hierna te noemen klaagster

het bestuur van Stichting x te P, (hierna te noemen: verweerster), inzake de klacht van mevrouw K (hierna te noemen: klaagster) moeder van L.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

ADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/100

Klacht over een melding bij Veilig Thuis en de beperkte toegang van de leerling tot de school. ADVIES

Advies aan: Het bestuur van Stichting X, Stichting voor Speciaal Onderwijs (verder: het bevoegd gezag),

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

Klacht over discriminatie leerling. Er zijn geen feiten aangevoerd die discriminatie doen vermoeden. ADVIES

Klacht over begeleiding leerling is ongegrond. De schoolleiding heeft een taak bij de oplossing van een geschil tussen docent en ouders.

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

SAMENVATTING Klacht over pedagogische benadering en zorg voor veilige onderwijsomgeving; PO

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/133

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

ADVIES. basisschool F te B, vertegenwoordigd door mevrouw C, directeur, verweerster

ADVIES. inzake de klacht van: mevrouw [klaagster] te [woonplaats], moeder van [de leerling], tegen

ADVIES. het D, gevestigd te B, vertegenwoordigd door de heer E, directeur, verweerder

Klacht over pedagogische handelwijze leerkracht en afhandeling van de klacht daarover; PO

ADVIES. de heer A en mevrouw B te K, ouders van C, leerling op school D te K, klagers

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS


Klacht over pesten en onveilige schoolomgeving deels gegrond. ADVIES

Klacht over onveilige schoolomgeving ongegrond. ADVIES. inzake de klacht van: de heer en mevrouw A te B, ouders van C en D, klagers.

Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES

SAMENVATTING Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

SAMENVATTING Klacht over veiligheid, overplaatsing, coaching, informeren leerplicht; PO

Een leerkracht heeft een leerling pedagogisch gezien niet goed behandeld. De schooldirectie heeft de klacht hierover niet goed onderzocht.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Klacht over toegangsverbod voor een ouder. Het opleggen van een toegangsverbod moet zorgvuldig gebeuren. ADVIES

klacht over afhandeling incident en melding veilig thuis door de adjunct-directeur gegrond omdat zij onzorgvuldig heeft gehandeld.

SAMENVATTING. inzake de klacht van: mevrouw A te D, moeder van B, oud-leerling van basisschool C te D, klaagster gemachtigde: mevrouw mr. E.

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

SAMENVATTING Klacht over onprofessioneel handelen van directeur en intern begeleider en onpedagogisch handelen van leerkracht; PO

17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018

Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van:

ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers

ADVIES. De Commissie heeft besloten om de twee resterende klachtonderdelen in behandeling te nemen en heeft deze als volgt samengevat:

de heer [verweerder], waarnemend directeur van openbare basisschool [de school] (hierna: de school) te [vestigingsplaats], verweerder

Klacht over valselijk beschuldigen van ouder. Niet gebleken dat de beschuldiging onjuist was. ADVIES

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, wonende te B, vader van C, klager. tegen. D College, locatie E, te B, verweerster

De Commissie heeft het bevoegd gezag en de directeur van de school gevraagd te reageren op het gestelde in de klachtbrief.

Landelijke Klachtencommissie Onderwijs De school heeft adequaat opgetreden tegen het pesten van een leerling. ADVIES

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

Landelijke Klachtencommissie Onderwijs

De school heeft een leerling vanwege zijn gedrag in de klas tijdelijk op donderdagen in een parallelgroep mogen plaatsen.

Het is raadzaam desgevraagd het onderwijskundig rapport ter inzage aan ouders te geven voordat het wordt verstuurd aan de nieuwe school.

Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN)

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/145. Advies aan: het bestuur van de Stichting x te P1 (verder: het bevoegd gezag),

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

ADVIES. mevrouw A te B, moeder van C en D, voormalige leerlingen van de E te F, klaagster

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

1.2 [beklaagde] heeft zich bij van 25 oktober 2018 tegen de klacht verweerd.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 12-11

SAMENVATTING Klacht over niet adequate lessenvervanging, optreden op ouderavond en handelen jegens leerling; VO

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Klacht betreffende een volgens de vader onjuist schoolkeuzeadvies

Klachtencommissie SCEN

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A te B, vader van C, leerling op de D-school, klager. tegen

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

ADVIES. inzake de klacht van: [klaagster], [woonplaats], ouder van [de leerling], tegen

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

De beoordeling van een werkstuk van een leerling is niet onjuist gebleken. ADVIES

Door tijdsdruk bij de toelatingsprocedure, is het voorstelbaar dat ouders zich onder druk gezet voelden ADVIES

SAMENVATTING. inzake de klacht van: de heer A te B, vader van C, D, E en F A, klager. tegen

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

Raad voor Rechtsbijstand

DE PROCEDURE BIJ DE KLACHTENCOMMISSIE

SAMENVATTING. de heer A te B, ouder van C, een leerling op de regionale scholengemeenschap D, klager

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 12-01

Klacht over onvoldoende begeleiding, het onvoldoende bieden van een veilige schoolomgeving en schending van privacy.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

SAMENVATTING. de heer A en mevrouw B te C, ouders van D en E, voormalig leerlingen van de openbare basisschool F te C, klagers

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. ADVIES

16.102Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

SAMENVATTING Klacht over informatieverstrekking, ontoereikend veiligheidsbeleid en niet adequate begeleiding; SO

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

de naamloze vennootschap DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

Rapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162

17.079T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Transcriptie:

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS ADVIES 2012-080 6 november 2012 Klacht intimidatie en schending lichamelijke integriteit leerling door leerkracht, geen communicatie en onduidelijke klachtenregeling Leerling heeft last van een tremor, de leerkracht spreekt hem aan op gevolg. Leerling wordt aan arm uit klas getrokken. School reageert laat op klacht en klachtenprocedure is niet helder. De Commissie kan niet vaststellen dat onzekerheid leerling wordt veroorzaakt door de handelwijze van de leerkracht. Ten aanzien van de klachten die zouden zijn ontstaan na het aan de arm trekken heeft de klaagster geen verklaringen kunnen overleggen van professionele hulpverleners. Voorts begrijpt de Commissie niet waarom er laat contact met klaagster is opgenomen en is zij van oordeel dat in de schoolgids een vermelding over de klachtenregeling niet mag ontbreken. De Commissie verklaart de klacht deels ongegrond en deels gegrond 1. Verloop van de klachtenprocedure 1.1. Klaagster heeft een klacht ingediend op 31 mei 2012 (ontvangen op 1 juni 2012) bij de Landelijke Klachtencommissie van de Stichting Onderwijsgeschillen (LKC Onderwijsgeschillen) te Utrecht. De klacht is gericht tegen het bevoegd gezag, mevrouw J. (directeur) en mevrouw (lerares). Daar de school niet is aangesloten bij de LKC Onderwijsgeschillen maar bij de Landelijke Klachtencommissie voor het algemeen bijzonder onderwijs (LKC-VBS), is de klacht doorgezonden naar LKC-VBS. Na ontvangst (op 4 juni 2012) is gebleken dat een van de aangeklaagden lid is van de LKC-VBS. Op grond hiervan heeft de voorzitter van de LKC-VBS besloten om de klacht over te dragen aan de Landelijke Klachtencommissie voor het Christelijk Onderwijs (verder te noemen: de Commissie). De Commissie heeft de klacht ontvangen op 11 juni 2012. 1.2. Bij brief van 6 juli 2012 (ontvangen op 9 juli 2012) heeft mr. W. Lindeboom, advocaat, namens het bevoegd gezag gereageerd op de klacht. 1.3. Op 10 september 2012 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden te R. 1.4. Klaagster is verschenen. Klaagster heeft zich laten bijstaan door mevrouw mr. N.M. Raats- Weterings, DAS Rechtsbijstand. Namens de school zijn verschenen mevrouw J. en mevrouw M., voornoemd. Tevens is de heer S. (voorzitter van bestuur) verschenen namens het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag heeft zich laten bijstaan door mr. W. Lindeboom. 2. Standpunt van klaagster Uit hetgeen schriftelijk en op de hoorzitting naar voren is gebracht, leidt de Commissie de navolgende klacht af: 1

a) Intimidatie en kleineren Klaagsters zoon D. heeft last van een tremor, hierdoor wordt onder andere het schrijven lastig. Hij wordt in de klas door de leerkracht vaak aangesproken op het feit dat hij langzaam en/of slordig schrijft. D. wordt hiervan erg onzeker. De leerkracht heeft aan klaagster medegedeeld dat D. voortaan zelf potloden moest meenemen naar school omdat hij steeds potloden breekt. Klaagster is van mening dat dit een ongevoelige reactie is daar de leerkracht bekend is met de tremor van D.. Ook is het erg kleinerend voor D. als hij tijdens de les naar de directeur wordt gestuurd omdat hij geen potlood heeft. b) Schending lichamelijke integriteit; In december 2011 is D. de klas uitgehaald omdat de leerkracht vond dat D. boos keek. Mevrouw J. is door de leerkracht erbij geroepen en deze heeft D. tweemaal verzocht om mee de klas uit te gaan. Dit weigerde D.. Mevrouw J. heeft D. toen aan zijn arm de klas uitgetrokken. D. is vervolgens door mevrouw J. dwingend ondervraagd. D. heeft aan dit incident blauwe plekken overgehouden maar ook psychische problemen, zo plast D. van angst s nachts in bed. D. is al langere tijd in behandeling bij een psycholoog als gevolg van de vele vernederingen en het hardhandig aanpakken. c) Niet reageren op de klacht; Mevrouw J. heeft de situatie niet met klaagster besproken, hoewel klaagster die dag op school was als hulpmoeder. Klaagster heeft op 11 december 2011 een brief gestuurd aan het bevoegd gezag. Omdat hierop geen reactie kwam, heeft klaagster op 19 december 2011 een rappel gestuurd. Op 20 december 2011 heeft zij een ontvangstbevestiging ontvangen. Een gesprek heeft pas kunnen plaatsvinden in januari vanwege de kerstvakantie. Dit gesprek is niet verlopen zoals klaagster had gehoopt. d) klachtenprocedure en vertrouwenspersonen; Aan klaagster is onjuiste informatie verstrekt omtrent de vertrouwenspersoon. Ook de klachtenprocedure is niet op orde. De klachtenregeling is niet op de website te vinden. Tijdens de hoorzitting heeft klaagster aangegeven dat D. inmiddels op een andere school zit en dat het thans erg goed met hem gaat. 3. Standpunt van het bevoegd gezag Namens het bevoegd gezag is aangevoerd dat de leerkracht niet heeft gezegd dat D. voortaan zijn eigen potloden moest meenemen naar school. Ook is hij hiervoor niet de klas uitgestuurd, maar de leerkracht heeft D. weleens opgedragen om een potlood te gaan halen bij mevrouw J.. Zowel de leerkracht als mevrouw J. betwisten uitdrukkelijk dat D. aan zijn arm de klas is uitgetrokken en dat hierbij een stoel is omgevallen. Ook betwisten zij dat D. heeft gehuild, blauwe plekken heeft overgehouden aan dit voorval en dat de gestelde psychologische problemen een gevolg zijn van het voorval op 8 december 2011. Mevrouw J. bestrijdt eveneens dat D. buiten de klas dwingend is ondervraagd. Mevrouw M. heeft klaagster op 8 december 2011 op de hoogte gesteld van de gebeurtenis. 2

Mevrouw J. kan zich geen voicemails en/of e-mails herinneren die aan haar gezonden zijn door klaagster in de periode tussen 8 en 11 december 2011. Op 11 december 2011 is er een klachtbrief gezonden aan het bestuur. Achteraf bezien was het beter geweest dat de ontvangst van de brief van 11 december 2011 meteen aan klaagster was bevestigd en dat zij ook op de hoogte zou zijn gesteld van de activiteiten van het bestuur naar aanleiding hiervan. Nadat klaagster een rappel had gestuurd, is dat alsnog gebeurd. Achteraf bezien is het ook te betreuren dat het gesprek tussen het bevoegd en klaagster niet voor de kerstvakantie van 2011 heeft plaatsgevonden. Het bevoegd gezag betreurt het dat klaagster in eerste instantie naar de verkeerde vertrouwenspersoon is verwezen alsmede dat de verwijzing in de schoolgids naar de website kennelijk niet correct was. Een en ander doet in het geheel niet af aan de intenties waarmee het bevoegd gezag klaagster vanaf 20 december 2011 is gaan benaderen. Het bevoegd gezag vindt het spijtig dat het gesprek op 30 januari 2012 niet is verlopen zoals klaagster had gehoopt. Het bevoegd gezag en directie namen tijdens het gesprek precies hetzelfde standpunt in zoals verwoord in het verweerschrift. Het valt ook te betreuren dat klaagster uiteindelijk niet heeft willen ingaan op het voorstel om samen met mevrouw J. een mediationtraject te starten. 4. Overwegingen van de Commissie Ten aanzien van de klacht overweegt de Commissie het volgende. a) Intimidatie en kleineren Klaagster heeft aangevoerd dat D. in verband met een tremor begeleiding krijgt van een fysiotherapeut en een ergotherapeut. Tussen de fysiotherapeut en de leerkracht is er ook altijd communicatie geweest. Volgens klaagster is door zowel de fysiotherapeut als de ergotherapeut vastgesteld dat D. 25% schrijft van wat een ander kind schrijft. D. wordt door de leerkracht vaak aangesproken over het feit dat hij langzaam en/of slordig schrijft. D. wordt hier erg onzeker van. De Commissie kan zich voorstellen dat een jongen van D s leeftijd onzeker wordt van het feit dat hij door de tremor moeite heeft met schrijven. De Commissie heeft op basis van het dossier en hetgeen tijdens de hoorzitting naar voren is gebracht niet kunnen vaststellen dat D s onzekerheid (mogelijk) wordt veroorzaakt door de handelwijze van de leerkracht. Klaagster heeft in dit kader ook geen concreet bewijs aangedragen. De Commissie vindt het overigens opmerkelijk dat klaagster hierover niet eerder dan op 31 mei 2012 datum klaagschrift -haar beklag heeft gedaan bij de school of het bevoegd gezag. Met betrekking tot het potlodenincident overweegt de Commissie het volgende. Mevrouw M. heeft tijdens de hoorzitting aangevoerd dat de potloden op waren bij haar en dat zij misschien gezegd heeft dat D. een potlood moest halen bij mevrouw J.. Er was geen sprake van straf. Klaagster heeft tijdens de hoorzitting aangevoerd dat het verhaal van mevrouw M. afwijkt van haar verhaal en belevenis. Duidelijk is dat zowel klaagster als mevrouw M. een eigen verhaal hebben. Dat de leerkracht D. uit de klas heeft gestuurd voor straf is volgens de Commissie niet gebleken uit de stukken die ter beschikking 3

staan alsmede uit het verhandelde ter zitting. Door klaagster is geen bewijs aangedragen waaruit het tegendeel blijkt. Gezien hetgeen hiervoor is overwogen, is de Commissie van oordeel dat de klacht van klaagster over intimidatie en kleineren ongegrond dient te worden verklaard. b) schending lichamelijke integriteit Ook met betrekking tot dit deel van de klacht, merkt de commissie op dat het standpunt van klaagster afwijkt van die van mevrouw M. en mevrouw J.. Het is voor de Commissie moeilijk om zonder verder bewijs een juist oordeel te vormen over hetgeen zich heeft afgespeeld in de klas, in de kamer van de Interne zorgcoördinator en de gevolgen hiervan. De brief van D. alsmede de brief van de zus van klaagster doen hieraan niet af, nu deze verklaringen van een direct betrokkene respectievelijk van een familielid afkomstig zijn. Klaagster heeft geen verklaringen overlegd van derden die haar verhaal (en dat van D.) ondersteunen. De Commissie heeft overigens tijdens de behandeling ter zitting begrepen dat dit achterwege is gelaten omdat zij dit onverantwoord vonden. De Commissie heeft hiervoor begrip. Gelet op de ernst van de beschuldigingen die klaagster heeft geuit, te weten blauwe plekken en psychische problemen, had het op de weg van klaagster gelegen om verklaringen te overleggen van bijvoorbeeld een huisarts of een psycholoog. Klaagster heeft dit niet gedaan. De Commissie is van oordeel dat de klacht op dit punt ongegrond verklaard dient te worden. Met betrekking tot het uit de klas halen van D., wil de Commissie nog opmerken dat mevrouw M. tijdens de hoorzitting heeft opgemerkt dat dit twee tot drie keer is gebeurd. Dit was ook met klaagster afgesproken rond de herfstvakantie. Deze afspraak is vastgelegd in een logboek. Klaagster heeft tijdens de hoorzitting aangegeven dat zij niets van een afspraak afweet. De Commissie vindt het onbegrijpelijk dat mocht deze pedagogische afspraak daadwerkelijk zijn gemaakt, deze niet is vastgelegd in een behandelplan. c) Niet reageren op de klacht Ondanks diverse e-mails en telefoontjes van de zijde van klaagster heeft mevrouw J. geen enkele reactie hierop gegeven, aldus klaagster. Klaagster heeft op 11 december 2011 een brief gestuurd aan het bevoegd gezag. Omdat hierop geen reactie kwam, heeft klaagster op 19 december 2011 een rappel gestuurd. Klaagster stelt zich op het standpunt dat er sprake is van een opeenstapeling van miscommunicatie. Het heeft tot 30 januari 2012 geduurd voordat het eerste gesprek plaats vond. Tijdens de hoorzitting heeft klaagster aangegeven dat D. zich onveilig voelde en zij hem niet meer gerust kon stellen. Hij plaste zelfs in bed van angst. Zij wist niet meer hoe zij de juiste personen moest bereiken om aan te geven dat D. bang was. Volgens klaagster werd zij gewoon genegeerd. Mevrouw J. kan zich geen voicemails en/of e-mails herinneren die aan haar toegezonden zijn door klaagster in de periode tussen 8 en 11 december 2011. De heer S. heeft tijdens de hoorzitting aangegeven dat hij pas op 19 december 2011 van de klacht op de hoogte was. Hij heeft toen contact opgenomen met mevrouw J., conform het protocol. Op dat moment leefde bij de heer S. niet het gevoel dat D. kampte met nachtmerries en hij heeft de brief van 11 december 2011 niet opgevat als 4

een noodkreet. Volgens de heer S. was het beter geweest indien het gesprek eerder had plaatsgevonden. Uit hetgeen de heer S. heeft verklaard tijdens de hoorzitting, heeft de Commissie opgemaakt dat mevrouw J. in ieder geval op 19 december 2011 op de hoogte was van het feit dat klaagster er moeite mee had dat mevrouw J. haar niet direct heeft benaderd na het incident. De Commissie begrijpt niet waarom mevrouw J. het contact met klaagster heeft vermeden tot aan het eerste gesprek in januari 2012 mede daar er nog geen sprake was van een escalerende situatie. Dat er op dat moment sprake was van drukke dagen voor de kerst doet hieraan niet af. De Commissie is het met het bevoegd gezag eens dat het beter was geweest dat het gesprek met klaagster eerder dan 30 januari 2012 had moeten plaatsvinden. De Commissie heeft overigens niet kunnen constateren dat er op school sprake was van een situatie die de veiligheid van D. in gevaar bracht. De Commissie is van oordeel dat de klacht op dit punt gegrond verklaard dient te worden. d) klachtenprocedure en vertrouwenspersonen; Voor wat betreft het ontbreken van de klachtregeling op de website is namens het bevoegd gezag aangevoerd dat niet valt in te zien waarom de omissie voor wat betreft de vermelding van deze regeling op de website voor de beoordeling van de zaak van belang is. De Commissie is van oordeel dat in de schoolgids een vermelding over de klachtenregeling niet mag ontbreken. De klachtenregeling moet desgevraagd aan ouders worden verstrekt. Nog beter is het als de klachtenregeling, bijvoorbeeld via de website, voor de ouders te raadplegen is. In een klachtenregeling staat vermeld hoe de procedure van klachtbehandeling verloopt. De vermelding van de namen van de contactpersoon en de vertrouwenspersoon, met de gegevens hoe deze te bereiken zijn, vormen een onderdeel van de regeling. De Commissie is van oordeel dat de klacht op dit punt gegrond verklaard dient te worden. 5. het oordeel van de Commissie De Commissie verklaart de klacht ongegrond met betrekking tot punt a en b van de klacht. De Commissie verklaart de klacht gegrond met betrekking tot punt c en d van de klacht. 6. Advies aan het bevoegd gezag De Commissie ziet geen aanleiding een nader advies uit te brengen. Aldus gegeven op 6 november 2012 door mr. H.C. Naves, voorzitter, alsmede mw E. van Seventer-Timman en drs. K.M.P.A.M. Hàbryka als leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. A.A. Jopse als secretaris. 5