Duurzaamheidplan inclusief inrichtings- en beheerplan Landgoed Hommerzaad Gemeente Grave Veghel, april 2013 maakt het werkelijk
Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Realisatie landgoed Hommerzaad... 3 2.1 Globale beschrijving inrichting... 3 2.2 Beschrijving inrichtingsmaatregelen... 4 2.4 Realisatie inrichting... 5 3. Beheer en instandhouding landgoed Hommerzaad... 6 3.1 Beschrijving beheermaatregelen... 6 3.2 Openstelling publiek... 7 3.3 Duurzame instandhouding... 8 4. Exploitatie landgoed Hommerzaad... 8 4.1 Kosten beheer en instandhouding... 8 4.2 Natuurschoonwet... 8 4.3 Exploitatie op lange termijn... 8 2
1. Inleiding Dit duurzaamheidplan Landgoed Hommerzaad beschrijft de duurzame instandhouding en het beheer van het te realiseren landgoed te Escharen. Het duurzaamheidsplan vormt een bijlage bij het bestemmingsplan Landgoed Hommerzaad. 2. Realisatie landgoed Hommerzaad 2.1 Globale beschrijving inrichting Bestaande ruimtelijke karakteristieken van het plangebied Landgoed Hommerzaad ligt aan de oostzijde van Escharen, gelegen aan de Graafsche Raam, ten zuiden van Grave. Het wordt begrensd door de Cuijkschesteeg aan de noordzijde, de dorpsrand van Escharen aan de westzijde en enige boscomplexen aan zuid- en oostzijde, die deel uitmaken van een groter bosgebied, het Gassels Broek. De Graafsche Raam loopt aan de westzijde langs Escharen, voorts door de kern van Grave, en mondt noordelijker uit in de Maas. Het plangebied ligt vrijwel op de rand van de dekzandrug, die het dal van de Graafsche Raam begrenst. Het gebied sluit zo aan op een aaneengesloten bosgebied, van het Gassels Broek tot aan het landgoed Tongelaar. Het bosgebied wordt gekenmerkt door kleine ingesloten weilandjes en akkertjes. Kleine boscomplexen en struwelen omgeven deze relatief kleine open ruimtes. In samenhang met de sterk wisselende kavelgroottes, ruimtelijke begrenzingen en verspreid staande bebouwing ontstaat een ruimtelijk zeer gevarieerd gebied. Het plangebied, dat opgesloten ligt tussen deze bosrand en de Cuijkschesteeg, heeft een zeer open kant, die aansluit op het Escharense veld, en een redelijk gesloten kant, n.l. de bosrand. Een kleine steilrand, ca.1.0 m, op de rand van het bos versterkt het contrast tussen het open en meer gesloten deel. Aan de westzijde van het plangebied wordt een woongebied ontwikkeld. De oriëntatie van de nieuwe woningen is evenwijdig aan de Cuijkschesteeg en gericht op het open deel van het plangebied. Het toekomstig landgoed vormt een natuurlijke uitloop van de in ontwikkeling zijnde woonwijk. Inrichting van het landgoed aansluitend bij bestaande karakteristieken van het landgoed In een afwisseling van kleine boscomplexen en vrij besloten kavels zijn de woningen opgenomen in de nieuw te ontwikkelen bosrand. Bestaande boscomplexen blijven zo in tact. De oriëntatie van de woningen is als het ware tweezijdig, aan de rand van het bos richten zij zich op de open zone, langs de Cuijkschesteeg. Langgerekte smalle kavels, met bloemrijk grasland, evenwijdig aan de Cuijkschesteeg, begeleid door struwelen en andere kavelbeplantingen, verwijzen naar de verkavelingspatronen rond 1900. De watergang aan de noordrand wordt verbreed en begeleid door een verlandingszone. Door het herstel van de steilrand ligt de nieuwe bosrand enigszins hoger t.o.v. de smalle kavels. Een voetpad langs de steilrand maakt het gebied toegankelijk voor omwonenden. Aan de zuidkant worden de woningen omsloten door de nieuwe boszoom, deel uitmakend van een sterk ruimtelijk gevarieerde context. Kleine graslandpercelen, boomweides, struweel en boscomplexen wisselen elkaar af. 3
Figuur 1:Inrichtingsschets landgoed Hommerzaad 1564 1602 Figuur 2: Kadastrale kaart landgoed Hommerzaad Figuur 2: Kadastrale kaart landgoed Hommerzaad 4
2.2 Beschrijving inrichtingsmaatregelen De inrichting van landgoed Hommerzaad is geïnspireerd op de natuur- en landschapswaarden uit de directe omgeving en op de cultuurhistorische waarden van de locatie. Dit resulteert in de inrichting zoals in figuur 1 is weergegeven. Op Landgoed Hommerzaad wordt het natuurdoeltype bos, droog bloemrijk grasland, natuuroever nat grasland en struweel nagestreefd. Daarnaast wordt het landschapselement bomenrij gerealiseerd. In totaal wordt 8.0 hectare nieuwe natuur ontwikkeld. In termen van eenheden worden de volgende (nieuwe) natuurdoeltypen en landschapselementen gerealiseerd: 3.9 hectare bos 0.4 hectare natuuroever nat grasland 0.4 hectare struweel 3.3 hectare droog bloemrijk grasland 500 meter bomenrij 1600 meter openbaar wandelpad 2.3 Natuurdoeltypen per kadastraal perceel De inrichting en de beheersmaatregelen op landgoed Hommerzaad worden middels een kwalitatieve verplichting vastgelegd bij het Kadaster. In hoofdstuk 3 wordt hier verder op in gegaan. In onderstaand overzicht is te zien welke natuurdoeltypen en landschapselementen op de verschillende kadastrale percelen binnen het landgoed worden gerealiseerd. Kadastraal nummer perceelsgrootte natuurdoeltypen/landschapselementen Grave C 1564 1.39 ha 0.69 ha bos 0.70 ha bloemrijk grasland Grave C 1601 1.70 ha 0.34 ha bos 1.32 ha droog bloemrijk grasland Grave C 1602 9.53 ha 2.87 ha bos 0.40 ha natuurvoever nat grasland 390 meter bomenrij (knotwilgen langs Cuijkschesteeg) 110 meter bomenrij (bomen langs oprijlaan) 0.40 ha struweel 0.8 ha private kavels 5.1 ha grasland in normaal agrarisch gebruik Grave C 1451 1.40 ha 1.0 ha bos (bestaand bos) 0.4 ha droog bloemrijk grasland Grave C 1450 0.88 ha 0.88 ha droog bloemrijk grasland 110 ha bomenrij Totaal 14.9 ha 14.9 ha 2.4 Realisatie inrichting De realisatie van het nieuwe landgoed Landgoed Hommerzaad vindt plaats in het kader van de landgoedregeling in de Verordening ruimte (artikel 11.5) van de provincie Noord-Brabant. De te realiseren woningen dragen bij aan de financiële haalbaarheid van het landgoedinitiatief. Met de verkoop van de bouwkavels kunnen de kosten van de waardedaling van de landbouwgrond, bouwrijp maken van de bouwkavels, plankosten en de inrichtingskosten van de bossen, natuurlijke graslanden en landschapselementen worden gefinancierd. Om de realisatie van het totale landgoed zeker te stellen wordt minimaal 60% van de natuurinrichting op het landgoed gerealiseerd, zijnde 4.8 hectare, alvorens te starten met de bouw van de landhuizen. Deze verplichting wordt vastgelegd in een privaatrechtelijke samenwerkingsovereenkomst tussen de eigenaar en de gemeente Grave. Hier wordt in hoofdstuk 3 nader op ingegaan. 5
3. Beheer en instandhouding landgoed Hommerzaad 3.1 Beschrijving beheermaatregelen Een deugdelijk beheer is noodzakelijk voor het ontwikkelen en instandhouden van de (potentiële) natuurwaarden op landgoed Hommerzaad. In deze paragraaf wordt per natuurelement het beheer op hoofdlijnen beschreven. Droog bloemrijk grasland Op het bloemrijk grasland wordt een verschraalbeheer toegepast. Dit houdt in dat de graslanden niet worden bemest en alleen indien nodig pleksgewijze onkruidbestrijding plaatsvindt. Bij hoge productie wordt de eerste paar jaar gekozen voor twee maal per jaar maaien, waarbij het maaisel wordt afgevoerd. Het maaien gebeurt eind mei en begin september. Bij een lage productie van het grasland kan worden volstaan met één keer per jaar maaien en afvoeren of het inscharen van een aantal stuks vee. De beste periode voor het jaarlijks maaien en afvoeren is begin juli. Om voldoende dekking en voedsel te behouden bestaat de voorkeur om per maaibeurt plekken over te laten staan. Bos Om een gevarieerde houtopstand te realiseren wordt na circa 5-10 jaar (afhankelijk van de groeisnelheid) gestart met dunnen, waarbij open plekken worden gerealiseerd om natuurlijke verjonging een kans te geven. Daar waar mogelijk blijft het gedunde hout liggen. Dit draagt bij aan het aandeel dood hout in het bos, waarvan verschillende plant- en diersoorten profiteren. Tijdens het dunnen kan eens in de vijf tot acht jaar 10%-25% van de bomen worden verwijderd. Dat is beter voor de ondergroei dan elk jaar een paar bomen te verwijderen. Er wordt op verschillende plekken in verschillende mate gedund. Op lange termijn zal door selectief ingrijpen de variatie in het bos worden bevorderd. Individuele bomen kunnen eventueel worden geoogst, maar blijven bij voorkeur achter in het bos. Dikke kwijnende en dode bomen blijven staan. Ze vallen na zo n 10 tot 20 jaar uit zichzelf om. Tot die tijd zijn ze van groot belang voor dieren die in holten leven, zoals spechten, uilen, holenduiven, eekhoorns en boommarters. Na 5-8 jaar wordt begonnen met het snoeien van de mantelvegetatie. Om de drie tot vijf jaar (afhankelijk van de groeisnelheid) wordt 1/3 van de mantelvegetatie gedund. Er kan ook worden gekozen om minder te dunnen en meer te snoeien, afhankelijke van het gewenste resultaat. Bij het dunnen worden de struiken kort boven de grond (10-20 cm) afgezet. Er wordt gedund in het rustseizoen van de flora, en de broedtijd van vogels (oktober-maart). Vrijkomend hout kan deels worden verwerkt tot houtrillen. Grote, dikke houtstammen kunnen worden afgevoerd. Het resterende hout wordt op een ril gelegd. De houtrillen kunnen het beste worden gemaakt door het dikkere hout onderop te leggen en daaroverheen de dunnen takken. De ril moet ongeveer 1 meter hoog bij 1 meter breed zijn. Leg de ril op een rustige plaats. Hiervan profiteren vele kleine zoogdieren en vogels. Struweelbeplanting De eerste jaren is het noodzakelijk de vegetatie rondom de struiken kort te houden om concurrentie te voorkomen. Het eerste jaar kunnen grote gaten in de haag door uitval weer worden bij geplant. Na een jaar of 5 á 8 dient gestart te worden met dunnen. Om de 3-5 jaar dient een vlak ter grote van 1/3 van de haag te worden afgezet, tot ongeveer 10-20 cm boven de grond. Bij elke onderhoudsbeurt blijven 25-30 struiken per 75 meter staan. Bij de volgende keer dat hetzelfde deel van de haag wordt gedund kunnen een aantal van de overstaanders afgezet worden en kunnen andere struiken gekozen worden om te blijven staan. Door bij elke dunning een aantal soorten te laten staan ontstaat meer gelaagdheid in de haag. Dit brengt meer variatie met zich mee waardoor de haag aantrekkelijk wordt voor diverse planten en dieren. Door gefaseerd te dunnen blijft er altijd een groot deel van de haag dicht waardoor dekking en broedgelegenheid aanwezig blijft voor kleine zoogdieren en vogels. Het beste kan de haag worden gedund in de maanden oktober, november of december. 6
Bomenrij Om de bomen in een goede vorm en conditie te houden moet vooral in de eerste jaren vormsnoei plaatsvinden. Takken die te laag groeien, moeten worden verwijderd om te voorkomen dat ze later een obstakel vormen. Een gezonde boom kan in oktober worden gesnoeid, maar een minder vitale boom kan beter in februari worden gesnoeid. Na enkele jaren is geen intensief beheer meer nodig. Om de paar jaar moet worden gecontroleerd op de groei van hinderlijke en dode takken die vervolgens verwijderd moeten worden. Om een mooie boomkroon te behouden moet per snoeibeurt niet meer dan 20% van de kroon worden verwijderd. Sloot met natuuroevers Sloot De sloot langs de Cuijkschesteeg is eigendom van en wordt beheerd door Waterschap Aa en Maas. Aan de zuidzijde van de sloot zal de sloot op het landgoed een natuuroever krijgen van 20 meter breed. Deze natuuroever zal ingericht en beheerd worden binnen landgoed Hommerzaad. Met Waterschap Aa en Maas zal nader overleg plaatsvinden over de uitvoering van de natuuroevers. Natuuroever nat grasland Het natuurdoeltype Natuuroever nat grasland wordt beschreven in het Groen Blauw Stimuleringskader Noord- Brabant 2008 van de Provincie Noord-Brabant. Een natuuroever nat grasland is een aaneengesloten natuurvriendelijk ingerichte oever langs een bestaande waterloop, in de vorm van een drasberm, of flauwe oever, waarvan de vegetatie bestaat uit inheemse plantensoorten van natte graslanden en ruigten. De natuuroever wordt aangelegd langs een sloot van het waterschap langs de Cuijkschesteeg en wordt 390 meter lang en wordt minimaal 15 meter breed. Het waterschap heeft reeds aangegeven positief te staan ten opzichte van de natuuroever. De natuuroever wordt 1 maal per jaar na 16 juni gemaaid en het maaisel wordt afgevoerd. Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is niet toegestaan m.u.v. pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring, Jacobskruiskruid en Japanse Duizendknoop op het droge deel van het talud. De oever wordt niet bemest en liefst wordt geen slootveegsel en/of bagger opgebracht. Dit laatste zal nader besproken worden met de gemeente Grave en het waterschap. Ook wordt de oever niet beweid. Bij beweiding van aanliggende landbouwpercelen is een raster aanwezig dat zich op de grens van de oever en het landbouwperceel bevindt. Uiteindelijk zal er een soortenrijke oever met een hoge natuurwaarde kunnen ontstaan. 3.2 Openstelling publiek Landgoed Hommerzaad wordt opengesteld voor publiek. Hierdoor draagt het landgoed bij aan de extensieve recreatieve mogelijkheden voor de bewoners van Escharen en Grave. Daarnaast worden de mogelijkheden voor de natuurtoeristische recreant in de gemeente vergroot. Doorgaande recreatieve mogelijkheden. De recreatieve mogelijkheden van het landgoed lenen zich goed voor het maken van een ommetje. Voor de bewoners van Escharen levert landgoed Hommerzaad een aantrekkelijk uitloopgebied op. Ten westen van het landgoed wordt op korte termijn een nieuwbouwwijk gerealiseerd. De wandelpaden op landgoed Hommerzaad zullen aansluiten op wegen en of paden binnen deze nieuwe wijk. De aard en uitstraling van de wandelpaden op het landgoed is natuurlijk doordat op onverharde paden langs de bossen door de (bloemrijke) graslanden gewandeld kan worden. Ontsluiting van graslanden vindt plaats middels eenvoudige overstapjes of draaihekjes. Figuur 3: Routestructuur (in blauw) 7
Op figuur 3 zijn de wandelpaden op het landgoed weergegeven. Er wordt een ommetje op het landgoed gerealiseerd wat toegankelijk is vanaf de Cuijkschesteeg, de Spechtenweg en vanaf de nieuwbouwwijk. Het landgoed is opengesteld voor publiek op het private deel nabij de landhuizen en het perceel wat in agrarisch gebruik blijft na. De openstellingregels voor landgoed Hommerzaad zijn conform de algemene regels voor openstelling van natuurgebieden, dit wil zeggen: - Opengesteld op wegen en paden - Opengesteld van zonsopgang tot zonsondergang - Verboden voor motoren en ander gemotoriseerd vervoer - Verboden voor mountainbikers - Verboden voor loslopende honden 3.3 Duurzame instandhouding Ten behoeve van de realisatie van landgoed Hommerzaad wordt het bestemmingsplan buitengebied van de gemeente Grave herzien. De bouwblokken, de bos- en natuurgebieden en de routestructuur zijn opgenomen in deze herziening. Hiermee is het landgoed en de aanwezige waarden planologisch vastgelegd. Naast deze planologische zekerstelling wordt een privaatrechtelijke samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de gemeente Grave en de eigenaar van landgoed Hommerzaad. Op deze overeenkomst is een kettingbeding van toepassing, waardoor ook toekomstige eigenaren of gebruikers gehouden zijn aan deze afspraken. In deze overeenkomst worden een aantal afspraken zoals openstelling voor publiek, realisatie van 60% van de nieuwe natuur alvorens te starten met de bouw van de landhuizen vastgelegd. Tevens wordt de inrichting en het beheer vastgelegd bij het Kadaster middels een kwalitatieve verplichting. 4. Exploitatie landgoed Hommerzaad 4.1 Kosten beheer en instandhouding In hoofdstuk 3 is het beheer van de verschillende natuurdoeltypen op het landgoed in hoofdlijnen beschreven. Voor het bepalen van de beheerkosten wordt uitgegaan van de volgende aannames: Materiaalkosten. Voor een goed en degelijk onderhoud van het landgoed dient de beheerstichting te beschikken over de juiste machines en materialen. Het betreft hier machines zoals een trekker met maaibalk, motorzaag. Aangenomen wordt dat de kosten van afschrijving en onderhoud 5.000,-- per jaar bedragen. Arbeid. Voor een goed en degelijk onderhoud van het landgoed zal arbeid ingezet moeten worden. De instandhouding van het landgoed op een kwalitatief hoog niveau is hierbij uitgangspunt. Uitgegaan is van een uurtarief van 35,-- excl. BTW gedurende een vereiste arbeidsinzet van 30 dagen van 8 uur per jaar. Inflatie. De beheerkosten voor de eerste 10 jaar worden gereserveerd in de beheerstichting (zie 4.3). Er wordt rekening gehouden met een inflatie van 2,5 % per jaar. Dit resulteert in de totale beheerskosten van 13.500,-- in het eerste jaar. In de periode van 10 jaar resulteert dit een totale beheerslast van 150.000,--. 4.2 Natuurschoonwet Indien gewenst door de eigenaren van de landhuizen kan een rangschikking in het kader van de Natuurschoonwet (NSW) worden aangevraagd indien de verschillende eigenaren minimaal 5 hectare van het landgoed in hun bezit hebben. Het landgoed Hommerzaad zal naar verwachting kunnen worden gerangschikt als landgoed in het kader van deze wet. De NSW levert geen directe inkomsten op maar biedt een aantal fiscale faciliteiten waardoor de belastingdruk kan worden verminderd. Indirect levert dit uiteraard een bijdrage aan de instandhouding van het landgoed. 4.3 Exploitatie op lange termijn De voordelen van de NSW zijn beperkt, maar dit levert geen risico s voor het duurzame beheer van landgoed Hommerzaad. De familie van Dongen, de huidige eigenaar van de gronden en diegene die het landgoed ontwikkelt, zal bij de realisatie van het landgoed een deel van de opbrengsten in een beheerstichting te storten 8
welke het duurzaam instandhouden van het landgoed mogelijk maakt. Met de realisatie van dit landgoed gaat de eigenaar namelijk een beheerlast aan die hij deels wil financieren met de opbrengsten uit de ontwikkeling van het landgoed. Deze beheerstichting vormt een aparte beheerorganisatie in de vorm van een beheerstichting die is gekwalificeerd als een algemeen nut beogende instelling. In deze beheerstichting worden de middelen gereserveerd die zijn vereist voor het beheer van het landgoed gedurende de eerste 10 jaar. De duurzame instandhouding wordt geregeld door de planologische vastlegging in het bestemmingsplan, de te sluiten publiekprivate samenwerkingsovereenkomst met kettingbeding en de kwalitatieve verplichtingen op de grond. 9