Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. CVO Sociale School Heverlee

Vergelijkbare documenten
Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. VSPW Gent 37119

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen CVO COOVI 56366

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. GO! CVO Leerstad 48462

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. ACE-Groep T CVO/Mobyus 32888

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. CVO Hoger Instituut der Kempen 47654

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. CVO LBC-NVK Antwerpen 28431

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. VSPW Kortrijk 34901

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. CVO Westhoek Westkust 48736

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. Ic Dien 35394

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. GO! CVO Antwerpen 46474

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. CVO Qrios Zuid

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. GO! CVO De Oranjerie

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen CVO KISP VAZOV 37895

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. Benedictuspoort Campus Maria Middelares

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen GO! CVO VOLT

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. CVO Lethas Brussel 32491

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen

DUAAL LEREN IN HET VOLWASSENENONDERWIJS EN HOGER ONDERWIJS?

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen CVO HITEK 34884

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. Het Perspectief Provinciaal CVO

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. RHIZO 4 Kortrijk 34926

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. Stedelijk Lyceum Lamorinière 28639

Commissie Hoger Onderwijs. Kwaliteitszorg in de HBO5-opleidingen globaal rapport

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. CVO Technicum Noord-Antwerpen

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. CVO KISP-VTI Aalst 35881

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. GO! IVO Sint-Andries

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. CVO HBO5 Antwerpen 29207

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. GO! CVO Panta Rhei de Avondschool

Schema voor de evaluatie van het onderwijsproces van een opleiding

Hilde Bottu Kristel Grondelaers Evi Neven

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

Infobrochure SLO SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING

Op weg naar een competentiegericht curriculum

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. HBO Verpleegkunde Genk

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. GO! Technisch Atheneum Vesaliusinstituut 42622

Hervorming lerarenopleidingen. Toon Martens Algemeen directeur UC Leuven-Limburg

ECTS- FICHE. Via secretariaat en/of website. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. Sint-Norbertusinstituut Duffel

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. Busleyden Atheneum Campus Botaniek 40907

Onderwijsevaluaties UHasselt

Reflectievragen voor het ontwerpen van een traject met werkplekleren

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Gedifferentieerde leertrajecten

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. Technische Scholen Mechelen CVO 30916

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie

INFORMATIEBROCHURE. SLO Specifieke Lerarenopleiding Campus Kluizeplein - Lier

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

STUDIEFICHE SVWO. identificatie. opleiding

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. PCVO Limburg

ECTS-fiche. HBO5 Werkplekleren productieautomatisering Code 7392 Lestijden 80 Studiepunten n.v.t. 100 %

STUDIEFICHE HBO5. identificatie

Kader Toets Nieuwe HBO5-Opleiding. Omvorming

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. CVO Provincie Antwerpen

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

ECTS- FICHE. Werken in en met groepen Academiejaar: Via secretariaat en/of website

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Anderstaligen voorbereiden op het Nederlandstalige hoger onderwijs en de arbeidsmarkt. 15 maart 2016

bijlage 1 bij agendapunt 4.2/15DB12 HERSTELPLAN OPLEIDING COMMUNICATIEMANAGEMENT HOGESCHOOL WEST-VLAANDEREN

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. Vrij Technisch Instituut Hasselt 39115

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

BACHELOR NA BACHELOR IN HET ONDERWIJS BRUGGE

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

ECTS- FICHE. Via secretariaat en/of website. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

ECTS- FICHE. centrum CVO Horito Campus Blairon. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

Hoorzitting Commissie Onderwijs Conceptnota lerarenopleiding

G. nvao. Besluit. Leuven en het CVO ACE-Groep T, hierna 'het samenwerkingsverband', beantwoordt aan dat opleidingsprofiel.

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

(Gedeeltelijk) afstandsonderwijs in SLO.

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Conceptnota s HBO5 - SVWO. Tony Bastijns Directeur CVO Hoger Instituut der Kempen

STUDIEFICHE HBO5. identificatie. code module BA2 Geldig vanaf 01/02/2016 aantal lestijden 80 studiepunten. structuurschema / volgtijdelijkheid

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. Sint-Aloysiusinstituut voor Verpleegkunde 30577

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Een versterkte positie voor het hoger beroepsonderwijs in Vlaanderen

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

ECTS- FICHE. Hoofdvestiging centrum CVO Horito Via secretariaat en/of website

ECTS- FICHE. L.Fret, H. Hicketick, S. Van Schoubroeck

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

STUDIEFICHE SVWO. identificatie. Hovenier aanleg van parken en tuinen

Transcriptie:

Commissie Hoger Onderwijs Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen CVO Sociale School Heverlee 104761

Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de hbo5-opleidingen door de Commissie Hoger Onderwijs 104761 CVO Sociale School Heverlee 1. Conclusie Onderwerpen De onderwijsinhoud Het onderwijsproces De uitkomst van het onderwijs Personeel, materiële voorzieningen en interne kwaliteitszorg Eindoordeel Oordeel Goed Voldoende Goed Voldoende Goed 2. Bevindingen Algemeen Het Centrum voor Volwassenenonderwijs Sociale School Heverlee (CVO SSH) heeft een samenwerkingsakkoord afgesloten met UC Leuven en organiseert HBO5-opleidingen en vorming in het studiegebied sociaal-agogisch werk. Het CVO heeft onderwijsbevoegdheid voor de modulaire opleiding Orthopedagogie (ORTHO) en voor vier modulaire opleidingen sociaal werk: Maatschappelijk Werk (MW), Personeelswerk (PW), Sociaal-Cultureel Werk (SCW) en Syndicaal Werk (SW). De onderwijsinhoud Het CVO hanteert een goed doordachte methode voor het vertalen van beoogde competenties naar onderwijsinhoud gebaseerd op het competentiegericht leerlijnenmodel van Dick de Bie en Jos de Kleijn. Elk van de vier leerlijnen is op eigen wijze gericht op het verwerven van professionele kennis, vaardigheden, houdingen. Beroepscompetentielijsten uit 2011-2012 worden gekoppeld aan de inhoud van de eenheden (en verwoord in ECTSfiches) met daarin ook de aansluitende werkvormen, evaluatiemodaliteiten, cursusmateriaal en relevante bronnen. Een en ander wordt neergelegd in een competentiematrix. De beperkte volgtijdelijkheid die daar uit voortvloeit, is een logisch gevolg. Het CVO maakt een goede keuze door de vaak complexe competentielijsten van de oude leerplannen, die niet op HBO5-maat waren geschreven en te weinig flexibel zijn, te actualiseren en zo in te spelen op noden van het werkveld. Positief is het feit dat de realisatie en jaarlijkse actualisatie van de ECTS-fiches het resultaat zijn van een intensief samenwerkingsproces tussen docenten van dezelfde en verwante 1

eenheden, om zo cross-overs te kunnen maken en storende overlap te vermijden. Zo is er bijvoorbeeld een gezamenlijke richtlijn voor het afstudeerproject. De opleidingen kijken ook verder vooruit in een reflectie over tien jaar, hetgeen leidt tot nieuwe accenten. Positief is ook dat cursusinhouden variëren over de tijd naargelang de voorkennis van de studenten, bijvoorbeeld op het vlak van ICT. Het werkveld is bij de opleidingen betrokken via de opleidingscommissies. Er wordt ook input verzameld vanuit didactische bevragingen, die ook bij afgestudeerden worden georganiseerd. In het ZER wordt de gevolgde methodologie grondig toegelicht. Het onderwijsproces Het CVO hanteert een grote variëteit aan onderwijs- en leervormen, passend bij de betreffende leerlijnen met daarbij een goede reflectie op de wisselende rol van de docent. Van belang is dat de rol van de docent in de lespraktijk niet te dominant blijft. Het CVO beoogt competentieverwerving te bevorderen. Opleidingen worden modulair, ervarings- en praktijkgericht opgezet in relatief kleine klasgroepen met werkveldexperten als docenten. De praktijk staat centraal in de leerinhouden. Dit is evenzeer het geval in de stages. De gemiddelde klasgrootte is toegenomen (15-25). Dat is een punt van zorg. Afstandsonderwijs is beperkt maar zal wel groeien in de komende jaren. Het is verstandig dat het CVO hier mee op inzet. Een probleem vormen de structuurschema s van de opleidingen die nog dateren uit de pre- HBO5-tijd (2004-2006). Vanuit een actuele competentiegerichte benadering en inhoudelijkdidactisch gezien is de toewijzing van eenheden over de blokken of clusters niet altijd logisch. Positief is daarom de pragmatische aanpak gekozen door het CVO. De schema s van sociaal werk voorzien, bijvoorbeeld, geen lestijden voor stage/werkplekleren, omdat ze uitgaan van de volwassen student met ervaring in het werkveld (als beroepskracht of vrijwilliger). Dat neemt niet weg dat er in MW in het B-blok vier eenheden voor methodisch werken en supervisie zijn voorzien voor de studenten die daaraan behoefte hebben. Positief is ook dat het CVO heeft gekozen voor een significant aandeel werkplekleren in alle opleidingen, vanwege de finaliteit van het HBO5 en vanwege wijzigingen in de studentenprofielen, met veel meer omscholers dan voorheen. Het gecombineerd leren dat nu al wordt toegepast zal in de komende jaren nog worden uitgebreid (MOODL). De gehanteerde leervormen, de aanpak, het materiaal, enz. zijn systematisch onderwerp van bevraging en evaluatie. Er is een gestage groei in het aantal cursisten van het CVO. Het CVO heeft een grondige kennis van het profiel van de instromers en heeft een eigen toelatingsproef ontwikkeld. Modeltrajecten bieden houvast, maar eenmaal toegelaten is er flexibiliteit en kunnen studenten van pad veranderen. De studenten die daarvoor in aanmerking komen, kunnen beroep doen op de EVC-EVK procedure. Het ZER maakt evenwel geen gewag van de aantallen die daar gebruik van maken en van het studiesucces van deze studenten. Positief is dat het CVO klasgrootte en werkvormen aanpast aan de diverse instroom met veel deelnemers uit kansengroepen. 2

Het CVO pleegt een grondige analyse van de studentenpopulatie op een aantal variabelen, onder andere wat doorstroom en uitval betreft. Boeiend is de problematiek van werkzoekenden die zich enerzijds moeten kwalificeren ( eerst opleiding dan werk ) en anderzijds snel aan de slag moeten ( eerst werk in de sector dan pas opleiding met VDABcontract ). Een betere afstemming met VDAB wordt aanbevolen. De doorstroom is goed, gebaseerd op het gegeven dat de meeste alumni hun diploma behalen binnen de studietijd voorzien in het modeltraject. Het CVO heeft een goed pakket aan studiebegeleidingsmaatregelen. Elke student heeft een nauw betrokken coördinator-coach. Er is individuele begeleiding die start bij het instapgesprek, een ondersteuning voor academisch Nederlands en schrijven, een ondersteuning op de stage en bij het eindwerk. Positief is de beleidskeuze om een significant deel leraarsuren te investeren in studie-, traject-, stage-, en, eindwerkbegeleiding. De begeleiding bestaat uit een combinatie van individuele begeleidingen en collectieve supervisies. Positief is de grote verscheidenheid aan toets- en evaluatievormen gekoppeld aan de beoogde competenties. Het werkveld wordt betrokken bij de beoordeling van stages, projectwerk en afstudeerproject. Er is aandacht voor het verbeteren van de consistentie, bijvoorbeeld door het gebruik van checklists voor werkstukbeoordeling. Feedback wordt expliciet gesignaleerd als verbeterpunt. De uitkomst van het onderwijs De afgestudeerden zijn goed inzetbaar op de arbeidsmarkt, maar de opleidingen zullen zich regelmatig moeten aanpassen aan veranderende maatschappelijke behoeften. Het CVO is zich daarvan bewust en is in actief overleg met het werkveld en de VDAB. De verwevenheid met het werkveld en betrokkenheid erop is bijna inherent aan de opleidingen. Interessant is dat nauwgezet wordt bevraagd of benodigde competenties voldoende aan bod komen in de opleiding. De gegevens over de alumni zijn beschikbaar via bevragingen van de afgestudeerden: deze leveren goede resultaten op. Het CVO werkt nauw samen met UCLL voor de doorstroom naar bacheloropleidingen. De doorstroom naar andere opleidingen ligt relatief hoog. Het ZER vermeldt evenwel niet of voor alle opleidingen reeds vervolgprogramma s werden ontwikkeld en hoeveel studenten daar gebruik van maken. Personeel, materiële voorzieningen en interne kwaliteitszorg Het CVO telt momenteel 783 studenten en 83 personeelsleden (administratieve medewerkers, docenten, gastdocenten, coördinatoren en een directeur). De vakinhoudelijke opleidingsmix van docenten is hoog te noemen. Bij de selectie valt het gebruik van functiekaarten op. Bij het korps ligt de nadruk op de inhoudelijke expertise en op de band met het werkveld. De praktijkervaring is zeer hoog. Het profiel van de lesgevers bevestigt de selectiecriteria die gehanteerd worden. De helft van de docenten heeft ook een didactisch diploma. De omkadering van de docenten verloopt via de coördinator, MOODL en de evaluatie met de directeur. Er zijn mogelijkheden voor individuele en collectieve bijscholing. Het ZER 3

maakt niet duidelijk hoe intensief van die mogelijkheden daadwerkelijk gebruik wordt gemaakt, buiten de ook zeker leerzame vergaderingen en themadagen. De materiële voorzieningen zijn zeker adequaat met voldoende leslokalen, studielandschap, mediatheek, enz. Het CVO heeft een goed doordacht en uitwerkt kwaliteitszorgsysteem, gebaseerd op de negen aandachtsgebieden van het EQFM organisatiemodel. De afstemming van het programma op de beoogde competenties wordt geregeld afgetoetst, bevraagd en waar nodig bijgesteld. Daarbij zijn meerdere actoren betrokken. Belangrijk zijn de bevragingen van de afgestudeerden en het werkveld. Studenten uit het laatste jaar beroepspraktijk 2015-2016 en de alumni 2011-2015 bevestigen de samenhang tussen het programma en de beoogde competenties. Hun tevredenheidsscore is hoog. Er zit echter een duidelijke spanning op dit gehele model: de financiële middelen volgen niet de groei van het aantal studenten, waardoor de groepsgrootte toeneemt. Het CVO dient een duidelijk financieel plan op te stellen. 3. Aanbevelingen Het onderwijsproces Het verdient aanbeveling dat het CVO Sociale School Heverlee de wisselende rol van de docent goed blijft bewaken zodat de cursist centraal blijft staan in de wijze waarop het leerproces wordt vormgegeven. Het verdient aanbeveling dat het CVO Sociale School Heverlee de problematiek van afstandsonderwijs hoger op de agenda zet. Het verdient aanbeveling dat het CVO Sociale School Heverlee de samenwerking met de VDAB verder zet. De uitkomst van het onderwijs Het verdient aanbeveling dat het CVO Sociale School Heverlee de doorstroom naar verwante bacheloropleidingen nauwkeuriger in kaart brengt en er het beleid op afstemt. Personeel, materiële voorzieningen en interne kwaliteitszorg Het verdient aanbeveling dat het CVO Sociale School Heverlee duidelijker in kaart brengt in welke mate er daadwerkelijk gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheden voor individuele en collectieve bijscholing. Het verdient aanbeveling dat het CVO Sociale School Heverlee een financieel plan opstelt om zo de spanning op het model te kunnen beheersen. 4

Slot Het ZER is de vrucht van veel onderling overleg met input van studenten, medewerkers en onderwijs- en werkveldpartners over meerdere schooljaren. Het ZER bevat een goede analyse van sterke punten, verbeterpunten en uitdagingen. De bevindingen van de Commissie Hoger Onderwijs zullen worden meegenomen in toekomstige bijsturingen. De opleiding overstijgt systematisch de basiskwaliteit want zij geeft op bijzonder actieve wijze aandacht aan competentiegericht leren in inhoud en leerproces. Aan verbeterpunten wordt gewerkt. De Commissie adviseert de opleiding om door te gaan op de ingeslagen weg, de verbeterpunten uit te voeren en de opleiding geheel competentiegericht door te voeren met de nodige variatie in onderwijs- en leervormen. Het ontwerp van rapport werd aan de instelling bezorgd voor eventuele opmerkingen en/of bezwaren van technische aard. De instelling heeft per mail gereageerd op verscheidene elementen van het ontwerprapport. Bepaalde van deze reacties hebben geleid tot een aanpassingen in het definitief vastgestelde rapport. Sommige elementen hebben daarentegen niet geleid tot aanpassingen in het definitief vastgestelde rapport aangezien het nieuwe informatie betrof die werd aangeleverd na het indienen van het zelfevaluatierapport en de opmaak van het ontwerprapport. Brussel, 25 november 2016 Voor de Commissie Hoger Onderwijs Luc François Voorzitter Commissie Hoger Onderwijs 5